REGIO
17
'Er is fundamenteel iets
mis met de huisvesting'
Comitee Hulp aan
Eritrea: binding
met 't vaderland
\j
Eritrea: speelbal
an ootoat hten
"v" \V ''A
J
Eritrese
vluchtelingen
en het
Nederlandse
■Mi
Veel Eritreërs
komen niet levend
de gevangenis uitWaarom?
8f
m
shsim""w
-----
•tHrr-r r_
r>'--
Zonder
status mogen
we niets'
Woningbouwvereniging Volkshuisvesting 70 jaar
Kei 'e rdt ms N:o j wsblaci
2«iercscfg
moi 1932
Als ik geen vluchteling
ben, wat ben ik dan wel?'
Vlaardingen „Ik ben niet naar Nederland gekomen voor alle luxe
en het goede leven. De mensen schijnen dat niet te begrijpen. In Eri
trea, iedere jongeman en ieder meisje... ze worden daar zomaar opge
pakt door de Ethiopische politie, gevangen gezet, gemarteld. Ik ben
niet gevlucht, omdat ik honger had of zo. Mijn leven liep gevaar. Hier
in Nederland schijnen ze het verschil niet te zien. Geld, luxe... het
interesseert ons helemaal niet. We willen alleen maar vrijheid..., vrij
heid om ons eigen leven te kunnen leiden".
Gebroken Nederlands; gebro
ken Engels. Het verhaal van
twee van de vijfentwintig Eri-
trese vluchtelingen in Vlaar
dingen, soms wat moeilijk te
volgen, klinkt tragisch. Mehari
en Berhane. Fictieve namen,
geen foto's, luidt de afspraak.
„Zolang we de offciêle status
van vluchteling niet bezitten",
leggen ze uit, „hebben we geen
enkel recht. Mogen we niets.
We moeten uitkijken, voor
zichtig zijn",
Ze weten niet waar ze aan toe
zijn. Berhane, bijna drie jaar in
Nederland, Mehari anderhalf,
leven nog steeds in het onge
wisse. Wachten nu al jaren op
uitsluitsel. Of ze in ons land
mogen blijven; of ze geaccep
teerd worden. En juist die on
zekerheid, die voortdurende
angst voor de toekomst, maakt
hen uiterst terughoudend. Ze
ker nu op 3 mei een aantal
landgenoten de Nederlandse
grens overgezet dreigt te wor
den. Hun aanvraag voor een
officiële status als vluchteling
is door crm afgewezen.
'Wie ben ik?'
Ze begrijpen het niet, Berhane
en Mehari. Hoe kan de rege
ring dit nu na al die jaren
doen, vragen ze zich af. Moe
ten we dan weer terug naar
Ethiopië? Mehari; „Ik weet
niet wie ik ben. Als ik geen
vluchteling ben, wat ben ik
dan wel? Waarom worden wij
niet als vluchteling gezien? Bij
de Verenigde Naties is onze
zaak, onze vrijheidstrijd, toch
erkend." En Berhane: „Het is
net of je in de lucht zwemt.
Het is moeilijk om zo rustig te
door Cock Rijneveen
leven, heel moeilijk. Mijn kin
deren gaan hier nu naar
school. Dan kunnen ze me
toch niet meer terugsturen...".
De meeste Eritrese vluchtelin
gen in Vlaardingen zijn bij
gastgezinnen ondergebracht
Mehari woont bijvoorbeeld bij
de Broeders van Maastricht
of wonen in kraakpandjes.
Berhane vormt een uitzonde
ring. De eerste maanden na
zijn vlucht uit Eritrea zat hij
samen met zijn vrouw en drie
kinderen weggestopt in één
klein kamertje. Een onhoud
bare situatie, vond ook het bu
reau huisvesting van Vlaar
dingen. Sindsdien wonen ze in
een appartement ergens vier
hoog.
Het kleine woonkamertje staat
volgepakt met meubels. Aan
de muur hangt, achter een
hangplant, een Eritrese poster:
March towards Victory. „De
overwinning is ons", bena
drukt Berhane later in het ge
sprek. „Alleen de steden zijn
nog in handen van de Ethi-
piers."
derland de moedermavo. Hij
lijkt zich bij de Broeders van
Maastricht redelijk op zijn ge
mak te voelen.
ke stiltes. Aan hel meeste wil
hij liever niet herinnerd wor
den. Hij stroopt zijn ene broek
pijp op en onthult een grote
beenwond. „Martelingen...",
zegt de voormalige taxi-chauf
feur in Asmara meewarig. „De
meeste Eritreers komen de ge
vangenis zelfs niet meer le
vend uiL Ik heb geluk gehad.
Ze hebben mij laten gaan, zon
der reden. De nacht daarop
ben ik gevlucht. Eerst zo'n
vijftig, zestig kilometer te voet.
Ja, met de kinderen erbij. Het
laatste stuk naar Soedan met
een kameel".
Hij staart naar de grond; laat
dan zijn blik weer langs de
Over het waarom hij zijn va
derland heeft verlaten, vertelt
Mehari: „Studenten kwamen
me vertellen dat de Ethiopi
sche politie mijn huisdeur had
opengebroken. Het bleek dat
mijn contactpersoon, een van
onze strijders, in Asmara was
opgepakt en doorgeslagen, Met
nomaden ben ik toen naar een
ander dorp gevlucht, vanwaar
ik met een lorrie de Soedanese
hoofdstad Cartoon kon berei
ken".
Mehari maakt zich vooral
druk om de politiek. Begrijpt
niet hoe de grootmachten
Amerika en Kusland aan de
belangen van de Eritreërs
voorbij kunnen gaan. Waarom
Voor Europese hulpverle
ners en politieke organi
saties ligt Eritrea in de la
met moeilijke gevallen.
Moeilijk door de ingewik
kelde historische tegen
stellingen in dit gedeelte
van Afrika. Moeilijk door
de strategische belangen
van de Verenigde Staten
en ue Sovjet-Unie. Al ja
ren trachten ze hun in
vloed op deze regio te
doen gelden. Eritrea
met havens aan de Rode
Zee en tegenover de olie
velden van het Midden-
Oosten gelegen liikt
een speelbal van de groot
machten.
Aan het eind van de vori
ge eeuw door Italië geko
loniseerd, werd Eritrea na
de Tweede Wereldoorlog
gedwongen een federatie
aan te gaan met buurland
Ethiopië, Vervolgens
werd het in 1961 door dat
zelfde land geannexeerd.
Het verzet is sinds die tijd
(ruim 20 jaar en daarmee
Afrika's oudste oorlog)
met wisselend succes ac
tief.
Lange tijd werd de Eritre
se bevolking gesteund
S. O"
- -\j V
LR! 1 KI A
SI DAN
door de Sovjet-Unie. Toen
keizer Haile Selassie
indertijd met de Verenig
de Staten achter zich
echter werd afgezet en het
nieuwe bewind de marxis
tische richting insloeg,
wijzigden de Russen hun
standpunt 180 graden.
Sindsdien staan de Eri
treërs er zo goed als al
leen voor.
Als gevolg van de Ethio
pische bombardementen
en een nu al drie jaar aan
houdende droogte een
gedeelte van het gebied
ligt in de Sahel leeft de
bevolking op de rand van
de hongersnood. Veel Eri-
treërs zijn uit angst voor
hun leven gevlucht. Ruim
400.000 Eritreërs proberen
in de opvangskampen in
Soedan het vege lijf te
redden. Anderen, vaak de
stadsmensen en de stu
denten, zoeken vandaar-
uit hun weg naar Europa
cn Amerika.
'f/A
y/'l
De droge laagvlakte van Eritrea. Een tent doet dienst als hospitaaltje voor de bevolking.
Martelingen
Berhane vertelt zijn verhaal
niet zonder de nodige emoties.
Af en toe vallen er wat pijnlij-
muur dwalen. Mijmerend:
„Zolang ik geen status heb,
kan ik niets beginnen. Ik wil
werken. Thuiszitten, dat is
niets voor ons. Ik moei mijn
gezin van een uitkering van
dertienhonderd gulden zien te
onderhouden. Ik heb geen
honger, hoor, dat niet, maar
om kleren en zo te kopen voor
de kinderen.., Dat is een stuk
moeilijker".
Mehari, wat jonger dan Berha
ne, lijkt de problemen van een
andere, vreemde cultuur iets
beter het hoofd te kunnen bie
den. Draagt tennisschoenen en
een spijkerbroek, heeft gestu
deerd, organiseerde stakingen
en discussies op de school waar
hij les gaf en volgt nu in Ne
er maar zo weinig bekendheid
is met hun vrijheidstrijd.
„Twintig jaren vechten we...
voor vrede, voor mensenrech
ten. Maar we krijgen amper
steun. We strijden met wapens
die we op de Ethiopiers heb
ben buit gemaakt. Weet je,
Eritrea is een land met eigen
zeden en gewoonten, een eigen
grens, een eigen taal. Maar het
is verboden om 'tigrinya' te
spreken. De Ethiopiers probe
ren ons dom te houden. Discri
minatie."
Platbranden
Wat dan volgt zijn de sombere
berichten over het platbran
den van hele dorpen. „In
Anya hebben we een vrouw
gevonden met de baby nog aan
de borst... gewoon in koelen
bloede vermoord." Telkens
komt die niet-begrijpende uit
drukking op zijn gezicht terug.
„Waarom zien ze ons niet als
vluchtelingen? Waarom laten
ze ons in onzekerheid. We
hebben geen weg terug. Mijn
toekomst...Ik weet het gewoon
niet...".
Hellevoetsluis De woningbouwvereniging Volks
huisvesting in Hellevoetsluis bestaat zondag 70 jaar.
Waren het in 1912 loslopende konijnen, hoenderen en
honden waarmee de corporatie in haar maag zat, anno
1982 is het spaanplaatgas. Andere problemen, zoals de
groei van Hellevoetsluis en de steeds stijgende huren
zijn voor de huidige directeur aanleiding tot de uit
spraak: „Er is fundamenteel iets mis met de volkshuis
vesting".
De heer H. Visser (34) heeft in
de tien jaar van zijn directeur
schap niet alleen de gemeente,
maar ook zijn eigen corporatie
stormachtig zien groeien. „We
hebben inderdaad de groeistui
pen", lacht hij over het perso
neelsbestand. Vroeger alle
maal vrijwilligers, nu éénen
twintig betaalde krachten.
Van de ruim 2500 woningwet
woningen die de vereniging in
beheer heeft zijn er 2300
gebouwd in de periode 1971-
1981. „En als het zou moeten,
Eritrese vrrjheidstrijders: vechlen met buitgemaakte wa
pens...
Rotterdam Een blauwe
deur tussen twee winkels
op de West-Kruiskade in
Rotterdam. Verder niets;
geen enkele aanwijzing,
dat daarachter het 'Comi
tee voor Hulp aan Eritrea'
is gevestigd. Veel stelt het
ook niet voor: een stel
stoeien in een rij langs de
muur; de fel gekleurde
Eritrese vlag in het mid
den aan de wand, hier en
daar dezelfde posters als
bij Berhane thuis. Verder
is het vrtj kaal en soher.
Het ontmoetingscentrum
voor de gevluchte Eri
treërs. Zowel voor sympa-
tisanten van het Eritrean
Peoples Liberation Front
(EPLF) als het ELF, de
twee grootste partijen van
vrijheidstrijders in Eritrea.
Amanuel Negassi, al veel
eerder uit Eritrea gevlucht
en met de officiël vluchte
lingenstatus in zijn bezit,
regelt de zaakjes zo'n beet
je. Zorgt voor de eerste op
vang als zijn landgenoten
hulpeloos met hun koffer
op het Centraal Station
staan, nergens heen kun
nen, onwetend in een
vreemde cultuur.
Elke avond stappen de ge
vluchte Eritreers wel even
het ontmoetingscentrum
binnen. Samen met wat
anderen zorgt Negassi er
voor dat er cursussen wor
den gegeven en films over
Eritrea worden vertoont.
Ze discussiëren over de si
tuatie in hun land, of zin
gen volksliederen. De bin
ding met het vaderland
blijft. Zo zei Berhane: „Als
Eritrea morgen vrij is, dan
pak ik 's middags nog mijn
koffers."
Frustrerend
Over de gevluchte Eri
treers zegt Negassi: „Ne
gentig pröcent van de zes
honderd Eritrese vluchte
lingen in Nederland is
werkloos. Leven van de
sociale dienst. Ze mogen
niet eens werken, omdat
de meesten nog steeds
geen legale status bezitten.
Frusterend. Je zit altijd
met de gedachte in je
hoofd, dat je morgen het
land weer zou moeten ver
laten, Kijk maar naar wat
er nu weer gebeurt. Eri
treers zomaar uitgewe
zen",
„De overige tien procent
gaat naar de TTO", ver
volgt hij zijn verhaal. „Dat
is een schooi, waar ze de
Nederlandse taal kunnen
leren, een nieuw beroep".
De Eritreërs hebben wei
nig problemen met discri
minatie, vinden ze zelf.
„Omdat de conflicten pas
starten, als ze actief lid
van de maatschappij wor
den", legt Negassi uit.
„Maar de meesten van ons
gaan nu niet bepaald naar
restaurants, bioscopen,
bars. Dat scheelt. Ze zoe
ken elkaar op, komen hier
naar toe. Zeg maar de
Westerse maatschappij, die
kent de meeste vluchtelin
gen niet echt. Ze blijven
nogal op 2ich2elf. Hoe de
Nederlandse bevolking
over hen denkt, begrijpen
ze trouwens vaak niet
eens".
zouden we er jaarlijks vijf- a
zeshonderd kunnen bouwen",
laat de heer T. Stuifzand (61).
voorzitter van de corporatie,
weten.
Binnen die groei is de belang
rijkste afweging die tussen
nieuwbouw en beheer. Visser:
„Een woningbouwvereniging
heeft in eerste instantie de
taak om woningen te beheren.
Nieuwbouw is bij vele corpo
raties slechts een incident. Bij
ons is dat heel anders. Wij
moeten in hoog tempo huizen
bouwen en het onderhoud en
beheer komen daardoor op de
tweede plaats.
Om de onderhoudswerkzaam
heden zoveel mogelijk te be
perken kiest de corporatie dui
delijk voor solide en deugdelij
ke woningen. En dat is dan de
aanloop voor het tweede pro
bleem, want het gemeentebe
stuur van een groeikern heeft
er alle belang bij dat de huizen
als paddestoelen uit de grond
schieten. Worden de woningen
namelijk te laat opgeleverd,
dan gaal dat verfijningsuitke
ringen van het rijk kosten.
„Een huis moet vijftig jaar
meegaan, niet tien. Een politi
cus vindt het al best als het
huis gedurende de raadsperio
de blijft staan", zegt Visser,
Geen rol
Ondanks alle moeilijkheden is
de woningbouwcorporatie, die
momenteel meer dan twee
honderd huizen in aanbouw
heeft en de bouw van 280 an
dere aan het voorbereiden is,
niet tegen een nieuwe groei-
taak. Stuifzand: „Of we blij
waren met de huidige groeiop-
dracht mag bij de vraag of
Hellevoet moet doorgroeien
geen rol spelen. Wij zullen
bouwen. Wij willen van harte
meewerken aan de groei, zo
lang er voldoende woningzoe
kenden zijn en leegstand
wordt voorkomen."
In maart 1912 toen de vereni
ging door een comité onder
leiding van de heer J. Poel
man. die griffier was bij de
marine, werd opgericht, waar
na de officiële koninklijke
goedkeuring volgde op 2 mei,
bestonden er nog geen groeis
tuipen en groei problemen.
Toen was het zaak om huizen
te bouwen voor de werkne
mers van de Rijksmarinewerf,
de leerlingen van de Machinis-
tenschool en de Matrozeno-
pleiding, de loodsen en de
schepelingen en soldaten van
De ,,!op" van de woningbouwvereniging: directeur Visser
(links), ere-voorzitter Van der Linden (midden) en voorzitter
Stuifzand. „Kan je bouwen?", vroeg Aarse. „Nou doe dat dan
maar!"
de Vesting-Artillerie
In de dertiger jaren verdwe
nen de marine en het loodswe
zen uil het vestingstadje zodat
de woningbouwvereniging
niets meer had te doen.
Aan de kant
Tot 19G0 bouwde dp corporatie
280 woningen. Daarna lag de
bouw negen jaar stil. Waarom,
dat weet de heer P.L van der
Linden (71), voormalig voor
zitter en nu ere-voorzitter van
Volkshuisvesting. We wer
den na 1960 door de toen ge
vestigde nieuwe gemeente aan
de kant geschoven Maar m
1969, toen het ministerie van
volkshuisvesting per circulaire
bekend maakte dat, als een ge
meente wilde bouwen, dit in
eerste instantie overgelaten
moest worden aan de plaatse
lijke corporatie, kwam voor
ons het keerpunt."
Van der Linden vertelt dat de
toenmalige burgemeester» wij
len de heer Aarse. hem opbel
de met de vraag: „Kan je bou
wen?" En toen het antwoord
positief uitviel: „Nou doe dat
dan maar'"
Triest
Maar ondanks het ingezette
progressieve beleid kon met
worden voorkomen dat de hu
ren steeds stegen. Gemiddeld
„doen" de woningen van
Volkshuisvesting op het ogen
blik zo'n vijfhonderd gulden
per maand. Een huur die door
de laagstbetaalden, voor wie
woningwetwon i r.gen eigen lijk
bestemd zouden moeten zijn,
niet is op te brengen. „Een
trieste ontwikkeling, dat men
sen met een minimumloon
niet meer in de nieuwbouw te
recht kunnen", vindt de heer
Visser. „Woningwetwoningen
zijn afgestemd op mensen met
een modaal inkomen."
Gegadigden met het mini
mumloon worden door Volks
huisvesting niet direct afgewe
zen. „maar we raden ze wel
sterk af de woning te betrek
ken", aldus Visser. Ooit heeft
wethouder J. Hollaar van so
ciale zaken dit beleid bestem
peld als „on-sociaal". maar
daar is de directeur van Volks
huisvesting het totaal niet mee
eens. „De huurachterstanden
worden steeds groter, het aan
tal uitzettingen neemt met de
dag toe."
Huursubsidie is volgens hem
geen afdoende oplossing De
sleutel voor de oplossing van
door Willem Pekelder
het probleem ligt in die be
staande bouw Deze goedkope
huizen worden veelal be
woond door mensen met een
relatief te hoog inkomen. Maar
met die doorstroming wil het
nu juist helemaal niet lukken.
Huurbelasting
De heer Stuifzand denkt dat
de doorstroming kan worden
bevorderd door een huurbelas
ting in te voeren voor bestaan-
de woningen.
Visser doet een andere sugges
tie: het bouwen van goedkope
premie-koopwoningen, het
geen de woningbouwvereni-
ging reeds doet via de aan
haar gelieerde Stichting Be
vordering Eigen Woningbe2it.
Volgens Van der Linden zou
het in du verband een hele
uitkomst zijn ais de BTW van
achttien procent, die over de
sociale woningbouw moet wor
den betaald, zou worden afge
schaft.
De zeventigjarige corporatie
heeft bij de vraag of het jubi
leum moet worden gevierd be-
woners betrokken, zoals dat
steeds meer gebeurt bij allerlei
zaken. „De ledenraad heeft
nee gezegd. Over vijf jaar
komt er wel feest." In elk ge-
val krijgt Volkshuisvesting
wel een mooi verjaarscadeau.
Eind dit jaar is het nieuwe
kantoor in de Molshoek ge
reed.