Eerst buiten erdoor gaan kicken I T voordat u een verrekijker koopt r 411 f 9 Dikke pil len vakantie-informatie i 1- De 'beschaafde' diesels van personenauto's .«r. mm Scherp- stellen met een schakelaar TWEE TYPEN 'miS- - Zo'n 2500 'praatpalen' Rotterdams Nieuwsblad maandag 19 }uli I9B2 onder redactie van L.Bakker, Els Kemper en Guus van den Oudenalder Wie zomaar een simpele verrekijker wil voor op reis en geen bijzondere eisen stelt, heeft de minste pro blemen bij het kiezen. Je koopt voor een gulden of 95 een redelijke tot goede 7 x 50 kijker die voor alge meen gebruik, op reis, voor 's nachts kijken en ook nog wel voor theatergebruik geschikt is. Maar koop zo'n kijker toch niet zomaar, kijk er buiten eerst op uw gemak doorheen om te zien of hij u bevalt. Natuurlijk heeft zo'n min of meer universele kijker ook beperkingen. Wie een be paalde liefhebberij heeft, bij voorbeeld vogels kijken, kiest ook een speciaal daar voor geschikte kijker. Ook nog letters Het lijstje dat we hierbij af drukken geeft ruwweg een aanduiding welke kijkers voor welk doel geschikt zijn. Op de kijkers staan vaak, ook nog letters voor of achter de cijferaanduiding, die voor elk merk anders kunnen zijn. Die letters geven dan bij voorbeeld aan of een kijker voor brildragers geschikt is, of bijvoorbeeld een heel grote hoek „ziet". Let daar dus als brildrager vooral ook op bij het probe ren in de winkel. Je moet er ook aan denken dat een sterk vergrotende kijker, alles wel fors dichtbij haalt, maar dat het heel moeilijk is om zo'n kijker goed stil te houden. Niet voor niets zetten echte natuurvor sers hun sterke kijkers vaak op een statief. voorste lens is, des te meer licht valt er in de kijker en daardoor kun je bij sche mering beter zien. Even rekenen Je leest in folders ook wel een en ander over de 'uittre- depupil'. Dit gegeven krijg je door de diameter van de frontlens te delen door de vergroting. Bij een 7 x 35 kij ker is die uittredepupil dus 5 en bij een 7 x 50 kijker ruim 7 mm. Hoe groter de 'uittre depupil', des te helderder is het beeld bij zwak licht. Waarom? Gewoonlijk hebben uw ogen bij helder zonlicht een pupiidiameter van 2 mm, maar in de schemering ope nen ze zich tot 7 mm, en dan hebt u nut van een kijker die óók zo'n grote 'uittredepupil' heeft. Overdag heb je daar niet zo veel aan, want door het vele licht dat via de kijker uw oog bereikt sluit uw oogpupil zich. De gewone prisma- of porrokijker is breed en compact gebouwd. Wat is 7 x 50? Wij begonnen dit stuk al met een technische aanduiding: een 7 x 50 verrekijker. Wat is dat? Het eerste getal geeft de vergroting aan. Alles wordt dus zevenmaal dichterbij ge haald. Kijkers die minder dan zesmaal vergroten zijn meer voor toneelvoorstellin gen geschikt. Het tweede getal 50 in ons geval geeft de dia meter van de voorste lens in millimeters aan. Eigen lijk is het een soort kwali teitsaanduiding. Hoe gro ter de doorsnede van de Ga het zelf zien Zonder uitvoerig op allerlei technische zaken in te gaan is de kwaliteit van een verre kijker lastig uit te leggen. U moet het zelf gaan zien. Kies uit het hierbij gegeven lijstje een kijkertype dat u aanstaat, of dat zoveel moge lijk in de buurt van die aan gegeven cijfers komt. Bedenk vooraf wat u ten hoogste wilt en kunt betalen voor een kij ker en ga dan naar een win kel met een ruimé keuze. De echt goede merken (we noe men er een paar: Zeiss, Ni kon, Asahi Pentax, Leitz) zijn niet goedkoop. Maar behoor lijke kijkers koopt u toch ook van andere merken zoals Splend en Swift bijvoorbeeld. .7. O?::; De Asahi Pentax dakkantprismakijker heeft de voor dit type kenmerkende rechte en slanke bouw en is buitengewoon licht. SOORT KIJKER ALGEMEEN 0P REIS ZEER GROTE AFSTANDEN NACHT GEBRUIK THEATER/ BTMJENSPORT 6 x 30 7 x 21 7 x 35 7 x 50 8 x 21 8 x 30 8 x 40 9 x 21 9 x 30 10 x 50 12 x 50 16 x 50 Een schele kijker Als u een kijker gekozen hebt ga dan niet in de winkel door die kijker turen, maar kijk buiten naar een ver on derwerp. Let erop of u er goed door kunt 2ien of er geen akelige gekleurde ran den zichtbaar zijn en of de kijker niet 'scheel' is. Bij een 'schele' kijker sluiten de beelden links en rechts niet goed aan en dat is hinderlijk. Richt op een horizontale lijn (dakgoot bijvoorbeeld) en kijk of die goot er dan niet geknikt uitziet. Als dat zo is, moet u de kijker niet kopen. Bedenk bij dit alles wel dat een totaal foutloze kijker met een helder beeld en zonder lichte vertekeningen aan de randen meestal duur is. De bekendste verrekijkers zijn de door de Italiaan Por- ro ontworpen „prismakij kers". Ze worden ook wel Porrokijkers genoemd. Ze zijn nog breed en compact gebouwd. Tegenwoordig zie je in toenemende mate de slanke „dakkantkijkers". Dat zijn ook wel kijkers met prisma's erin gebouwd om het beeld rechtop te zetten, maar die prisma's hebben een afwijkende vorm. Bij de gewone prismakijkers liggen de voorste lens en het oculair (het kleine lens je waar u door kijkt) niet in eikaars verlengde. De dak- De stralengang in een gewone prismakijker en in een dakkantkijker. De gewone prismakijker is breder en com pacter en de stralengang is verschoven ten opzichte van de de voorste lens. kantkijkors hebben een stralengang waarbij dat wel het geval is, daarom zijn ze niet zo breed uitgebouwd. U kunt het verschil zien op de tekening die wij afdrukken. Die kleinere en vaak licht gebouwde dakkantkijkers zijn wel altijd duurder dan de porrokijkers. maar zeker niet altijd kwalitatief ook beter. Er zijn mensen die het la_„to vinden om een verrekijker seherp te stellen. Daar is wat op gevonden. Er zijn kijkers met volautomatische scherp- stelling (net als zogenaamde 'autofocus'-fotocamera's), maar die worden voorzover wij weten niet- in Nederland geïmporteerd, ze zijn te duur voor gewoon gebruik. Wel zijn er kijkers te koop met een heel eenvoudige manier van seherpslellen. De Swift Derby kijkers bij voorbeeld, van importeur Teehnowa uit Wormerveer, hebben een twee-standen in- klikring bij de ïnkijkopenin- gen van de kijker (het ocu lair). De ene stand is voor veraf en de andere voor dichtbij. Een grove manier van afstand in stellen dus, maar geschikt voor mensen die moeite heb ben met instellen. Wij zagen ook een Splend verrekijker (importeur Po- dor, Rotterdam) die scherp gesteld wordt met een soort wipschakelaar in plaats van met een draaiknop. Het gaat reuze vlot en stukken mak kelijker dan draaien. Helaas hebben mensen die de scherpte domweg niet zien ook van zo'n kantelknop geen voordeel. Maar voor mensen met stijve vingers of voor degen die slechts één hand kunnen gebruiken is die goede kijker een uit komst. Scherpte inklikken op ver weg en dichtbij. Dat er verschillen zijn tussen benzinemotoren en dieselmo toren is algemeen bekend. In een benzinemotor wordt een brandbaar mengsel aangezo gen, samengeperst en dan door een vonk aan de bougie tot ontbranding gebracht. In een dieselmotor wordt alleen lucht aangezogen en deze wordt sterk samengeperst, zodat de lucht heet wordt. In de hete lucht wordt brand stof gespoten (gasolie) en daardoor ontstaat een ver branding. Maar ook niet alle diesels zijn op dezelfde manier uitge voerd. De brandstof kan nl. rechtstreeks m de verbran dingsruimte worden gespoten en dit heet dan 'directe in spuiting'. Maar de brandstof kan ook in een afzonderlijke kamer worden ingespoten en dit heet dan indirecte inspui ting. Deze verschillen in in- spuïtsystemen zijn van grote invloed op de gedragingen van een dieselmotor. V racht wagens Het systeem van directe in spuiting wordt toegepast bij de grotere dieselmotoren voor bedrijfsauto's. Nadat het mengsel is samengeperst tot een compressieverhouding van ongeveer 16:1 (dat is aan zienlijk hoger dan bij benzi nemotoren), wordt brandstof in de verbrandingskamer ge spoten. Deze kamer wordt gevormd door een holte in de zuiger (fig.A). De verbranding begint daar niet onmiddellijk. Het duurt even voor de brandstofdeel tjes hun zuurstof (lucht)-deel- tjes hebben gevonden om er verbinding mee aan te gaan. Dit korte oponthoud heet de Vertragingsperiode' en gedu rende deze periode wordt er alsmaar brandstof ingespo ten. Als de verbranding dus ein delijk begint, is er al heel wal brandstof aanwezig en dat is eigenlijk wat te veel van hei goede. Want de plotselinge verbranding van een relatie! grote hoeveelheid brandstof leidt tot een sterke drukver- hoging die zich hoorbaar maakt als de bekende harde 'diesel klop'. Personenauto's Dit luidruchtige systeem acht men ongeschikt voor perso- door Henk labots nenauto's. Daarom werken dieselmotoren voor perso nenauto's volgens het sy steem van indirecte inspui ting. Van indirecte inspuiting is sprake als de brandstof (zie de stippellijnen in de teke ningen) niet in de verbran dingskamer, maar in een af zonderlijke kamer wordt ge spoten. Dat kan een 'wervelkamer' zijn, zoals in fig. B, die bij de meeste dieselmotoren voor personenauto's worden toege past. Het kan ook een voorkamer zijn (fig. C), die men bij de dieselmodellen van Mercedes aantreft en enkele modellen van General Motors. De bedoeling van zo'n afzon derlijke 'kamer' is dat de brandstof zich intensief met de lucht mengt en er in een eerder stadium een verbran ding ontstaat dan bij een vrachtwagen-diesel. Dus geen opeenhoping van nog Drie verbrandingssyste men voor dieselmotoren: A- Directe inspuiting B- Indirecte inspuiting (wer velkamer) C: Indirecte inspuiting (voorkamer) De pijlen zijn de verstuivers, de stippellijnen de brand- stofstralen. niet verbrande brandstof, daardoor ook een gelijkmati ger drukstijging bij de ver branding, en geen scherpe dieselklop. Men hoort bij een koude motor nog wel geluid, maar toch minder dan bij het direct ingespoten type. De betere menging van lucht en brandstof kan verkregen worden door de lucht sterk te laten wervelen in de daar voor ontworpen wervelka mer, waar een begin van ver branding ontstaat die 2ich daarna voortzet in de hoofd- verbrandingskamer. Bij het systeem met voorkamer vindt de verbranding hierin grotendeels plaats, maar ver plaatst zich daarna naar de hoofd verbrandingskamer. Meer warmte-afvoer Als we nu de drie systemen vergelijken, kan men 2ich voorstellen hoe het systeem in A, rechtstreekse inspuiting in sterk gecomprimeerde lucht, het grootste rendement oplevert. Bij de wervelkamer en de voorkamer van B en C gaat een deel van de ontwik kelde warmte verloren. Men moet dit compenseren door een hogere compressie ver houding. Daarom is de com pressie verhouding van het type A ongeveer 16:1 en van B en C ongeveer 22:1. Bij een koude start is de hoge compressieverhouding van B en C nog niet voldoende om het warmteverlies te com penseren en de lucht op een ombrandingstemperatuur te brengen. Daarom moeten er bij diesels voor personenau to's 'gloeibougies' aan te pas komen. Deze worden vóór het starten ingeschakeld (het z.g, voorgloeien) en na 6 a 10 seconden kan men dan de motor starten. Na de start worden de gloeibougies weer uitgeschakeld. Er staan in ons land zo'n 2500 'praatpalen' voor pech- en alammeldingen langs de autowegen. De meeste daarvan hebben een draadverbinding met de 13 meidstations van de ANWB-Wegen wacht. Er zijn er 145 met een ei gen radioverbinding, waarvan er 13 (allemaal in het district Rotterdam) energie-zuinig op zonne cellen werken. Het aantal radio-praatpa len neemt af. De plaat sing van gewone praat palen gaat stug door: dit jaar weer nieuwe langs 65 kilometer autoweg- Van de 560,000 pechge- vallen die de Wegen wacht ïn een jaar behan delt, komt een kwart van de meldingen binnen per praatpaal, de helft per gewone telefoon, en het andere kwart vindt de Wegenwacht zo langs de weg. Vlak voor de vakantie periode komen, zoals ge bruikelijk, weer tal van reisgidsen uit. Deze maal vooral nogal uitgebreide, dikke „pillen" en dus vaak prijzig. Van de een beetje uit het nieuws geraakte dr. L. van Egeraat verscheen bij Kos mos een „Gids voor Rome", Deze gids is vooral geschikt voor mensen die Rome heel grondig willen leren kennen en die meer willen dan op pervlakkige beschrijvingen van wat Rome aan kunsthis torie te bieden heeft. De 580 pagina's dikke gids kost in gebonden uitvoering 59,50. „Zeven dagen Rome" is een voordeliger, maar niet zo complete reisgids in pocket- vorm, geschreven door Henk van Gessel. Het geeft wel vrij veel informatie over de slad, maar je wordt gelukkig niet „doodgegooid" met een over vloed aan jaartallen. Waar dat voor de informatie nodig is worden ze genoemd. Dit 150 pagiona's tellende pock- jetboekje kost 19,50. De gids is uitgegeven door Martinus Nijhoff. Meer dan Rome alleen biedt de „Baedeker/ShelI-gids" van Italië. Deze uitgebreide Baedekers zijn bovendien voorzien van een grote los bijgevoegde autokaart. Ze zijn er nu o.a. ook over Skan- dinavie, Griekenland en Groot Britlannie, vorig jaar waren er ook al vier versche nen. De zeer overzichtelijke gidsen Kosmos-uitgaven - kosten gebonden (370 pa gina's) 34,50. Een redelijke prijs voor veel informatie. Jammer genoeg misten we er bij het doorbladeren enkele dingen in die juist voor Ne derlanders interessant zijn. In het „Britse" deel staat bij voorbeeld bij Colchester geen enkele informatie over de ty pische „Hollandse wijk" daar. Veel Nederlanders willen daar toch wel even gaan kij ken. Wie dichter bij huis blijft kan gebruik maken van de Praktische gids voor toch tjes in Nederland en Vlaan- deren", door Marijke Kers. Per provincie geeft het een redelijk uitvoerige, maar nogal saaie, opsomming van wat er te zien en te beleven is. De 192 pagina's tellende paperback kost 19,50. Uitga ve Het Spectrum. Van diezelfde uitgever ver scheen ook het „Praktisch zes talig woordenboek". In feite geschikt als opfrissertje voor als je al wat kennis hebt van Engels, Frans, Duits, Ita liaans en Spaans en je kunt niet op het goede woord ko men. De zesde taal is het Ne derlands, achter het Neder landse woord staan dus de vertalingen. Terugvertalen uit het buitenlands kan er niet mee. Ook deze paper back (192 pagina's) kost 19,50. i J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1982 | | pagina 6