15
KRONIEK EN KRITIEK
I
I
miiiiiiiiiiiüiiffliii
PÈ
Rotterdams Nieuwsblad
zaterdag
4 december 1982
Het college van Ben W
Zo is het altijd geweest:
de jaarlijkse begrotings
behandeling in de Rot
terdamse gemeenteraad
is het hoogtepunt in één
jaar stedelijke politiek.
Drie dagen lang zetten
de 45 raadsleden de ac
tuele zaken op een rij
en bepalen zij de koers
van het komende beleid.
De algemene beschou
wingen van de fractie
voorzitters zijn de inlei
ding tot het debat,
waarin politieke partij
en eikaars krachten me
ten.
Het moet gezegd, dat de
begrotingsbehandeling
van jaar tot jaar. aan
waarde inboet. Concen
treerde het treffen tus
sen de raadsfracties zich
vroeger op deze drie
daagse (ooit duurde de
begrotingsbehandeling
zelfs acht dagen), door
tussentijds verschijnen
de nota's en beleids
plannen is de discussie
nu verwaterd tot een
plichtmatige bijeen
komst, waarin routi
neus wat standpunten
worden herhaald. Ta
riefsverhogingen zijn in
oktober al vastgesteld,
zodat ook die angels uit
de politieke strijd zijn
genomen.
Sinds jaar en dag pleegt
in deze krant 't 46-ste
(raadslid) van zijn vas
te plek op de perstribu
ne af in een 'kroniek en
kritiek' terug te blik
ken op de raadsvergade
ringen. Bij wijze van
uitzondering vandaag
een voorbeschouwing
op de begrotingsbehan
deling, die dinsdag,
woensdag en donderdag
aan de orde is.
i Burgemeester Bram Peper
'Mijnheer de voorzitter.
Een nieuwe burgemeester.
Een nieuw college.
Een nieuwe raad.
Een nieuwe raadsperdiode.
Dë, oude problemen van de
-grote stad.
Botterdam in de jaren '82 -
-'86.-
-Wat mag de Rotterdamse bur
ger er van verwachten?
De nieuwe burgemeester.
Hoelang, zo vroeg Bram Pe
per zich dezer dagen tijdens
een spreekbeurt af, blijf je 'de
nieuwe burgemeester'? Het
antwoord is simpel: tot je in
geburgerd bent, tot je geac
cepteerd bent, tot je ver
trouwd bent in alle geledin
gen van de bevolking.
Voor de één duurt dat wat
langer dan voor de ander. Het
ligt ook wat aan de persoon
van je voorganger, met wie je
altijd wordt vergeleken. Er is
tijd voor nodig om de per
soonlijkheid van de nieuwe
man te ontdekken, te aan
vaarden en te leren waarde
ren.
Peper is geen Van der Louw,
In de eerste maanden consta
teer je dat met enige spijt.
Men was gewend aan de uit
straling van Van der Louw en
het gevoel van spijt over zijn
vertrek nam alleen maar toe,
toen hij na zijn ministerschap
in de kortste keren ambteloos
burger was. -
Bram is anders. Peper is Pe
per. Minder spontaan dan zijn
voorganger, hij zal wat min
der klappen op zijn schouder
krijgen als de gemeente rond
Nieuwjaar weer open huis
houdt; hij "is wat afstandelij
ker, kritischer. Ook voor de
medewerkers om hem t heen.
Peper doet het gewoon an-
ders.
Naarmate men daaraan ge
wend raakt, begint men dat
positief te waarderen. Hij
heeft niet dat vlotte, is meer
de professor gebleven (zonder
verstrooid te zijn). Waar hij
publiekelijk een rede heeft
moeten houden, vinden zijn
woorden waardering door de
diepgang, waarmee hij zijn
mening motiveert.
Bram Peper als voorzitter van
de raad is een meester in de
kunst van het relativeren.
Zijn droge humor heeft een
ontspannende uitwerking op
de geladenheid, waarmee par
tijen elkaar sinds het begin
van deze raadsperiode bejege
nen. Die politieke crisis in de
ra^d zit hem duidelijk hoog.
Je merkt het aan de wijze,
waarop hij soms 'de oppositie'
wat meer speelruimte geeft
tijdens interruptiedebatten.
Hoe hij als voorzitter van het
college van B en W is, ont
trekt zich aan de /aarne
ming. Zoals hij zich heeft
doen kennen moet men aan
nemen, ddt de vergaderingen
onder zijn leiding aan bondig
heid hebben gewonnen. Zijn
wetenschappelijke achter
grond zal er ongetwijfeld borg
voor staan, dat er sterker op
consequenties van het beleid
wordt gelet en meer wordt
gecoördineerd.
Peper, de burgemeester. Na
negen maanden mag, wat 't
46-ste betreft, dat nieuwe er
best af.
Het nieuwe college.
Het is eigenlijk half oud, half
nieuw. Dat is van belang, om
dat de ervaring leert, dat de
kracht van een college wordt
bepaald door. zijn sterkste
mensen. Men moet vooralsnog
vaststellen, --dat^uit het oude
college de sterkste persoon
lijkheden zijn vertrokken.
Van der Ploeg was niet alleen
de stadsvernieuwer, maar ook
de filosoof in dit gezelschap,
die aan de ideeën over 'de
grote stad' achtergrond gaf.
De 'nieuwe ideoloog' heeft
zich nog niet aangediend.
Een man als Mentink had zijn
visioen op de stad al bij zich
toen hij kwam. Men kon het
grotelijks met zijn visie on
eens zijn, maar hij hód een
overtuiging en dat straalde
van zijn beleid af. Jan Laan
beweegt zich nog wat onzeker
door de stad, lijkt te zoeken,
kan zijn draai moeilijk vin
den.
Riezenkamp was de strateeg,
doorzag situaties en bepaalde
de taktïek. Wie doet dat nu?
Linthorst diende zich aan als
de coming man, maar profi
leert zich nauwelijks.
Het nieuwe college zit er pas
drie maanden. Mag men dan
eigenlijk al iets verwachten?
Het antwoord moet bevesti
gend zijn, omdat dit college
pretendeert meer te kunnen
dan een college van andere
samenstelling Wie aan de
verkiezingsuitslag rechten op
exclusiviteit ontleent, is ge
houden zich elke keer op
nieuw te bewijzen. De in 1974
en 1978 aantredende colleges
hebben dat begrepen. Het
nieuwe college lijkt te drijven
op de routine, die in voor
gaande raadsperiodes is opge
bouwd.
Het is een verkeerd uitgangs
punt. De tijd, waarin het
nieuwe is aangetreden, is be
duidend moeilijker dan in vo
rige periodes. Wie het recht
claimt als enige daarop een
antwoord te kunnen geven,
dient ook het élan los te ma
ken dat voor de oplossing van
de vele problemen nodig is.
De nota 'Kiezen en delen', die
voor deze begrotingsbehande
ling is gepubliceerd, is niet
meer dan een opsomming van
oude formules. Men poogt een
beeld op te roepen van 'jon
gens, met zijn allen enthou
siast er tegenaan', maar er ligt
eerder een zweem van ver
moeidheid over, dan dat het
een prikkel tot inspiratie is.
Natuurlijk presenteren som
mige wethouders zich wer
vend met hun eerste nota's en
plannen. Maar eerst zien dat
Jansen over een jaar met de
bouw van een amusements
park van 45 miljoen uit parti
culiere gelden kan beginnen.
Op de valreep liet Vermeulen
weten, wat hij met de stads
vernieuwing aan wil. Maar
het prijskaartje ontbreekt er
aan.
We' houden het nog maar
even op 'het nieuwe college'.
Meer dan het voordeel van de
twijfel is er nog niet weg te
geven.
De nieuwe raad,
De wijze waarop deze raad
functioneert is voor Rotter
dam volstrekt nieuw. Sinds
De CD A-fractie
het begin van deze raadspe
riode doen WD (vijftig pro
cent groter geworden), CDA
(iets gekrompen) en SGP (still
going strong) niet meer mee
aan het werk in de raadscom
missies. De PvdA (vastge
klonken aan D'68 en 'klein
links) pretendeerde het m het
college van B en W wel alleen
af te kunnen en dat moet
naar de mening van de oppo
sitie in de raadscommissies
dan ook maar zo zijn.
En dót gaat niet. De pijn is
niet eens, dat WD en CDA
hun vragen en kritiek opzou
ten voor de voltallige raads
vergaderingen. Wethouder
Vermeulen heeft daarop de
beste remedie gevonden door
veertien dagen later met ge
degen antwoorden te komen.
Funest is, dat de kwaliteit van
de voorstellen vermindert.
Wethouders worden in de
raadscommissies niet meer
uitgedaagd op het puntje van
hun stoel te moeten zitten om
ook aan de wensen van de op-
positie tegemoet te komen.
Van hun partij- en coalitiege
noten krijgen zij nauwelijks
stimulerende kritiek. Het
moet gezegd, dat de PvdA-
fractie deze reis kwalitatief
minder sterk is dan voorgaan
de jaren. Goedwillende lie
den, dat wel, maar geen men
sen van 'de grote lijnen', die
Rotterdam deze dagen zo hard
nodig heeft. Meer en meer
blijkt uit de gang van zaken,
dat het PvdA-coIlege het di
recte contact met raadsleden
van andere partijen broodno
dig heeft om glans te kunnen
geven aan zijn beleid.
Uit de kring van beleidsamb
tenaren valt steeds meer te
vernemen, dat men de in
breng van WD en CDA mist.
De wisselwerking tussen vak
matige kennis en geschakeer
de politieke verlangens ver
vlakt. Ter beschikking staan
de kennis en inventiviteit
blijven onbenut. En dat is, ze
ker vandaag de dag, onver
geeflijk.
Hoewel er voorzichtige toena
deringspogingen tussen PvdA
en WD/CDA blijken te wor
den ondernomen, is het de
vraag of de komende begro
tingsbehandeling het noodza
kelijke licht geeft naar verbe
tering van de onderlinge rela
ties.
De komende week is toch be
slissend. Men kan het zich-
niet veroorloven bet onder-
werp onbesproken te laten.
Dat leidt óf tot milde uitspra
ken, die ongeloofwaardig zijn
als er geen uitzicht is op spoe
dig resultaat. Of er wordt in
zo krachtdadige termen ge
sproken, dat men verzoening
op korte termijn wel kan ver
geten.
De oplossing van het conflict
is hoogst urgent. Een raad, die
op de huidige wijze blijft
voortmodderen, is onmachtig
om de komende jaren de
kracht aan het bestuur te ge
ven, die bij de huidige malaise
Tijl
De WD-fractle
onontbeerlijk is.
De nieuwe raadsperiode.
De oude problemen.
Het is verleidelijk in te gaan
op de vele zaken, die Rotter
dam bezighouden. Dat zou 1+ A gZ
ook zo behoren: de begro- ^bO-SlC.
tingsbehandeling is voor de
raad bij uitstek de gelegen
heid aan de burgerij te laten
blijken, waar hij staat. En de
bij zijn burgers levende vra
gen zijn legio. Aan stof geen
gebrek.
Stadsvernieuwing en bestrij
ding van de werkloosheid
hebben de hoogste prioriteit.
Het is bekend wat we wijlen:
dóórgaan met renovatie en so
ciale woningbouw; werk cree-
ren voor de tienduizenden
Rotterdammers zonder werk.
De plannen van Vermeulen
zijn duidelijk. De sleutel ligt
echter in Den Haag, waar de
strijd over de beheersbaarheid
van de woonlasten moet wor
den uitgevochten. Of moet je
als Rotterdam concessies doen
aan politieke ideologieën en
desnoods wat gemeentelijk ei
gendom verkopen om aan
geld te komen?
In tal van rapporten worden
plannetjes ontwikkeld om de
werkloosheid te bestrijden.
Maar zetten ze zoden aan de
dijk? Wat merk je ervan?
Vooralsnog bieden die plan
netjes waarschijnlijk alleen
werkgelegenheid aan ambte
naren, die ze uitdenken en
bezig zijn een begin van uit
voering te ontwikkelen.
Onbesproken blijven de toe
nemende problemen rondom
de bestrijding van de overlast
door de prostitutie. Het is
prachtig de bewoners van Ka-
tendrecht, Middelland en
Cool te beloven, dat de politie
en andere gemeentelijke
diensten gaan optreden. Maar
zonder de aanwijzing van een
nieuwe tippelzone wordt de
prostitutie voor de bezem uit
geveegd naar een andere plek
in de stad, waar zij zich onge
twijfeld opnieuw gaat neste
len.
Wat hoort men nog over de
bestrijding van de drugsver
slaving? Na het grote debat, al
weer een paar jaar geleden, is
het stil. Resultaten van toen
ontwikkelde plannen zijn
nauwelijks waarneembaar.
Het is^ natuurlijk zo, dat de
onoplosbaarheid van deze
grote stad-problemen Rotter
dam niet verweten kan wor
den. De hulp in geld en de
centralisatie van bevoegdhe
den moet van Den Haag
komen. Maar je verkoopt de
Rotterdamse burger illusies
door de indruk te wekken,
dat je zoveel doet. Nota's zijn
dan niet meer dan politiek
machtsvertoon naar de ach
terban.
We staan dus voor de jaren
van 'kiezen en delen', zoals de
titel van de beleidsnotitie
luidt. Dat geeft de indruk, dat
er nog iets te kiezen valt. Het
lijkt of er nog iets te delen is.
Te vrezen valt, dat kiezen en
delen er niet meer bij zijn.
Kiezen tussen iets minder en
veel minder is geen keuze.
Het delen van pijn maakt
voor ieder van de slachtoffers
de pijn niet minder: iedereen
voelt wat, of het nu kiespijn
of deelpijn is.
De zorgen in de stad zijn nau
welijks nog te overzien.
En de raad ruziet voort.
n