Herman Noordegraaf.
eert saaie piet
die barst van energie
ROTTERDAM
23
GEGETEN EN GEDRONKEN
SRARiTIEM
'Er wordt veel van hen geëist'
Kwizien
Hans Duson en de gevaarlijke stoffen
■4%
HfiA^rcconnfiDJArr 1 11
Rotterdams Nieuwsblad
2a terdag
9 december 1989
doorCEES DEGRAAFF
Een gebrek aan zelfkennis
kan niemand hem verwijten.
Hij geeft ruiterlijk toe altijd
een beetje 'saaie piet' te zijn
gewèest. En toch is Herman
Noordegraaf bepaald geen
kleurloos figuur. Jarenlang
heeft hij in de Schiedamse ge
meenteraad de Politieke Par
tij Radicalen vertegenwoor
digd en pas sinds kort ts hij
overgestapt naar de Partij
van de Arbeid.
Gevraagd naar zijn beroep zegt
hij eenvoudig: „Ik werk bij het
landelijk bureau van de Neder
lands Hervormde Kerk op het
gebied van kerk en samenle
ving Als zodanig maak ik een
studie van maatschappelijke
vraagstukken, onder meer de ar
moede, en geef ik voorlichting
aan «kerkelijke groepen in het
land". Hij is voor zijn werk veel
op stap om lezingen te geven of
discussies te voeren over maat
schappelijke vraagstukken. „We
werken bij het landelijk bureau
met zo'n vijf mensen, waarbij we
de taken een beetje hebben ver
deeld. Zo doet de een vredes
vraagstukken en ik meer het ar
moedeprobleem", legt hij uit.
Socioloog
In tegenstelling tot wat sommige
mensen denken is hij geen domi
nee. „Nee hoor, ik ben afgestu
deerd op sociologie, al heb ik wel
mijn kandidaatsexamen theolo
gie gedaan en ben ik tussen de
bedrijven door bezig aan een
proefschrift in cfè theologie".
Naast zijn werk voor het kerke
lijk bureau is Herman Noorde
graaf ook secretaris van de sectie
sociale vragen van de Raad van
Kerken en is hij als initiatiefne
mer ook voorzitter van de eucu-
menisehe werkgroep *De arme
kant van Nederland'. Hij is dan
ook wat je noemt een drukbezet
man.
Herman Noordegraaf werd in
1951 geboren op de Singel in
Schiedam, toen nog een vrij
drukke winkelstraat met tien
tallen kleine zaken. Grootvader
Noordegraaf was er in 1910 een
slagerij begonnen en Hermans
vader had de slagerij later over
genomen. Met een broer en een
zus groeide Herman in het vrij
traditionele christelijke gezin op
Aan politiek werd thuis niet ge
daan, ook al was Hermans groot
vader van moeders zijde ge
meenteraadslid voor de Anti
revolutionaire Partij en voorzit
ter van het CNV in Schiedam
geweest
In het jeugdwerk
Al jong was Herman actief in het
kerkelijk jeugdwerk. In de jaren
dat hij de Rijks-hbs aan de Over-
schiesestraat volgde, leidde hij
ook jeugdclubs in hei wijkge-
bouw van de NH-kerk aan de
Stephensonstraat. Na het beha
len van zijn einddiploma hbs-A
besloot hij om sociologie te gaan
studeren in Leiden. „Dat was in
1968. Het waren de roerige stu
dentenjaren met zaken als de be
zetting van het Maagdenhuis in
Amsterdam, het studentenop-
roer in Parijs en het gistte enorm
in de studentenwereld", herin
nert hij zich. Maar hij voegt er
nuchter aan toe: „Ik heb dat al
leen als toeschouwer meege
maakt. Ik ben al die jaren een
braaf 'spoorstudente' geweest,
die thuis bleef wonen. En eerlijk,
ik vond mezelf ook niet geschikt
voor het echte studentenleven.
In Schiedam had ik tal van acti
viteiten en die wilde ik niet los
laten. In studentenkringen
noemden ze me een 'nihilist', ie
mand die nergens aan mee deed.
Maar het sprak me eenvoudig
met aan Ik ben altijd een beetje
een saaie piet geweest. Ik ben
ook nooit dronken geweest en
drink nog steeds geen druppel
alcohol"
Aan het werk
Binnen zes jaar studeerde Her
man af als socioloog en onderwijl
had htjeen tweejarige avondcur
sus Grieks en Latijn moeten vol
gen om ook zijn studie theologie
te mogen volgen En naast zijn
studie bleef hij actief deelnemen
in het verenigingsleven in
Schiedam Hij verklaart dat met
te zeggen „Enerzijds ben ik nu
eenmaal actief ingesteld en an
derzijds toch erg studieus. Naast
al mijn activiteiten ben ik altijd
hard blijven studeren tot van
daag de dag aan toe".
Het denken van Herman Noor
degraaf is eind van de jaren zes
tig sterk gevormd door de inter
nationale oecumenische bewe
ging „In 1968 hield de Raad van
Kerken zijn assemblee in Uppsa
la over de tegenstelling tussen
arm en rijk. Dat heeft mij sterk
beïnvloed. Dat soort denken was
ook heel sterk in de Politieke
Partij Radicalen, die in 1968
werd opgericht. Het vanuit het
christelijk geloof je actief inzet
ten voor de verbetering van de
situatie van mensen in een knel-
situatie sprak me erg aan en in
1970 ben ik lid van de PPR ge
worden".
In de politiek
De immer actieve Herman
Noordegraaf werd al snel voor
zitter van de Schiedamse afde
ling van de PPR. De kleine club
van zo'n twintig leden, had dank
zij de lijstverbinding met de
PvdA in Schiedam twee raads-
zetels en bereikte zijn hoogte
punt in 1974 met tegen de hon
derd leden. „De achteruitgang
kwam in 1977, vertelt Herman,
toen de partij besloot om abso
luut niet aan een kabinet van
confessionele partijen mee te
doen".
In 1974 stond Herman tweede op
de kandidatenlijst van de PPR
voor de raad, maar de partij
haalde op eigen kracht net geen
tweede zetel, „Hans van der
Wilk kwam voor de PPR in de
raad en werd wethouder in het
programcollege van PvdA, PPR
en CPN tot hij na een conflict uit
het college stapte", vertelt Her
man. „Toen hij in 1977 uit Schie
dam vertrok, volgde ik hem in
de raad op. Ik heb het raadswerk
gedaan tot ik het na zestien jaar
politieke activiteit in 1986 ge
noeg heb gevonden Dat is dan
ook de enige reden, waarom ik
er mee ben gestopt", benadrukt
hij
Activiteiten
Die eerste jaren bij de PPR is
Herman op allerlei manieren ac
tief geweest. „Samen met de
PvdA zijn we gestart met huur-
spreekuren en zo werden we ge
confronteerd met allerlei klach
ten bij de veelal oude woningen.
Uit die spreekuren zijn veel za
ken voortgevloeid", vertelt hij.
„Het is de start geweest van de
bewonersverenigingen in Schie
dam Zuid was de eerste wijk,
waar men de belangen bundel
de. Er is daar bewust gekozen
voor een bewonersvereniging en
niet voor een huurdersvereni
ging, omdat er nogal wat mensen
zelf een huisje hadden gekocht.
Samen met oud-wethouder Her
man Posthoorn van de PvdA
heb ik die eerste vergadering
voorgezeten. Dat was in 1972 en
nog geen jaar later zat ik de op
richtingsvergadering van West
voor. Ook bij de start van Oost,
weer een jaar later, ben ik nog
betrokken geweest".
Uit de mond van Herman Noor
degraaf kimkt het nu allemaal
vanzelfsprekend, maar mede
dankzij zijn activiteiten voltrok
zich in die jaren een politieke
omwenteling. „Met een aantal
jongeren zijn we de 'werkgroep
Schiedam' gestart, een groepe
ringdie zich verzette tegen de al
te grootschalige centrumplan
nen van de gemeente", zegt hij,
„Wij waren tegen de vergaande
sloopplannen en wilden juist de
woonfunctie van de binnenstad
versterken en de ruimte voor
auto's beperkt houden. We heb
ben een regen van bezwaren in
gediend, tot de Kroon toe, en de
centrumplannen van Schiedam
zijn later ook bijgesteld".
Tegenstander
Het actieve PPR-kernlid schreef
ook een nota over Midden-Delf
land, het strookje groen, dat
overgebleven was tussen Delft
en Schiedam. „Er waren ambi
tieuze recreatieplannen met het
gebied, maar ik pleitte voor het
behoud van het bestaande pol
derlandschap, Dat leidde in 1974
tot de oprichting van de 'stuw-
groep Midden-Delfland' en tot
acties tegen de aanleg van Rijks
weg 39 door het gebied. Het
hoogtepunt was wel de kam-
peeractie op het dijklïchaam".
Tussen neus en lippen door ver
meldt Herman ook actief te zijn
geweest in de Vereniging tot Be
scherming van V oetgangers.
Na zijn studie en twee jaar als
studentenassistent kwam Her
man terecht opde afdeling ruim
telijke ordening van liet Open
baar Lichaam Rijnmond, waar
hij part-time werkte om zijn stu
die theológie te kunnen voort
zetten. Voor die studie deed hij
in 1977 zijn kandidaatsexamen.
„I k kreeg in 1976 een baan op het
provinciaal bureau van de NH-
kerk, hier m Schiedam aan de
Tuïnlaan en werd in 3981 aange
steld op het landelijk bureau in
Leidschendam".
Hij zegt: „Ik ben voor het terug
dringen van het autoverkeer en
voor het bevorderen van het
openbaar vervoer en het lang
zaam verkeer. Dus reis ik elke
dag met de trein naar mijn werk.
Ik heb een uitgesproken stand
punt op dat gebied: er zijn veel te
veel auto's en ze rijden ook veer
te veel. Er wordt veel te weinig
gefietst en we hebben de afgelo
pen jaren veel te weinig aan
dacht gehad voor het openbaar
vervoer. Dat breekt ons nu alle
maal op". Het verbaast niet, dat
Herman een paar jaar geleden
ook aan de wieg heeft gestaan
van de Schiedamse afdeling van
de Eerste Nederlandse Fietsers
Bond ENFB. Het is net zo min
verbazend, dat Herman Noorde
graaf als raadslid veel aandacht
had voor het milieu. Een van zijn
eerste politiek wapenfeiten was
een motie om in de nieuwe wij
ken van Schiedam energiezuinig
te bouwen. Schiedam staat er nu
bekend om.
Voor Herman staat voorop, datje
als politicus moet werken vanuit
een vaste overtuiging „Maar je
moet wel bereid zijn om met an
deren te praten, al is het alleen
maar om je eigen inzichten aan
te scherpen en ook al omdat je
niet de wijsheid in pacht hebt.
Polarisatie kan in bepaalde om
standigheden een middel 2ijn om
verstarde verhoudingen te door
breken en duidelijkheid te ver
schaffen, Maar je moet in alle ge
vallen blijven luisteren naar de
oppositie", zegt hij.
Het was voor hem behoorlijk
emotioneel om na bijna twintig
jaar uit de PPR te stappen. Hij
deed het niet om zich af te zetten
tegen Groen Links, maar uit wat
hij noemt strategisch inricht.
„Na zeven jaar CDA-VVD-be-
leid was een koerswijziging in
dit land hard nodig. Dan moeter
een effectief tegenwicht komen
en mijn angst was, dat Groen
Links teveel aan de zijlijn zou
blijven. Ik zag veel meer- in een
zo sterk mogelijke PvdA in de
Herman Noordegraaf woekert
met zijn tijd, maar wachten op de
trein past daarin beter dan het ge
bruik van een auto.
regering. Bovendien ben ik altijd
een voorstander geweest van
een landelijke samenwerking
tussen de PPR en de PvdA. Met
Groen Links is van zo'n samen
werking duidelijk afstand geno
men. Wel is het zo, dat ik me nog
goed herken m de politieke idea
len van Groen Links", verklaart
hij zijn overstap.
Passen en melen
In 1978 is Herman getrouwd en
het echtpaar Noordegraaf heeft
inmiddels twee zonen, een van
negen en een van zes jaar. „Het
leven is woekeren met de tijd",
zegt Herman filosofisch. „Ik
maak wel tijd voor mijn gezin
vrij, ook al ben ik 's avonds veel
op stap. De tijd, die door het af
scheid van de politiek is vrijge
komen, was al heel snel weer ge
vuld. Het is vaak passen en me
ten om overal tijd genoeg voor te
vinden, maar ik ga er gelukkig
niet onderdoor. Ik ben nog nooit
overspannen geweest. Het ïs een
kwestie van goed plannen, com
bineren van verschillende zaken
en doelmatig werken". Dat moet
ook wel, want naast al zijn ge
noemde activiteiten heeft hij ook
een grote historische belangstel
ling. Ais lid van de historische
vereniging Schiedam maakt hij
sinds 1981 deel uit van de redac
tie van het verenigingsblad. „Ik
heb een aantal artikelen gepu
bliceerd en een boek geschreven
over het christendom in Schie
dam voor de oorlog, 'Het kruis
en de Rode Vaan" geheten. Ik
ben ook voorzitter van het fonds
voor historische publicaties over
Schiedam".
Tussen twee vuren
Hij vermeldt nog, dat hij lande
lijk vrij veel heeft gepubliceerd
over het religieus socialisme in
Nederland. „Het is een vrij klei
ne stroming, vertelt hij, die eind
vorige eeuw begon. Hij bestond
uit mensen, die uit religieuze
overwegingen kozen voor het
socialisme. Zij werden door de
kerken 'uitgekotst' en door de
socialisten met argwaan beke
ken, want in die kring gold het
geloof nog als opium voor het
volk. Ik sta in die traditie, het is
een vrij open beweging, die zich
niet dogmatisch opstelt. Ik het er
het nodige over gepubliceerd en
voer de redactie van het blad
'Tijd en Taak', Het basisidee ach
ter de beweging is, dat het kapi
talisme in flagrante strijd is met
de sociale instelling uit de Bij
bel". Ook het proefschrift, waar
aan Herman Noordegraaf nog
altijd werkt, gaat over het reli
gieus socialisme. Maar zijn pro
motie tot doctor in de theologie
ligt nog in de toekomst Hij heeft
teveel te doen om al te veel tijd
aan zijn proefschrift te besteden.
DOORTHEQ VANDERLOON
ADRES: Hartmanstraat 16 (tel.4114111)
DE KAART: Voorgerechten (12) van ƒ5,50 tot ƒ17,50;
hoofdgerechten (9) van 19,50 tot 35.
ONZE BESTELLING: gebakken champignons, ossehaas in
twee delen, paté met cumberiandsaus, gestoofde lams
bout.
1Au Bon Coin (Dordrecht)
91,5
j 2. La ligre(Zwijndrecht)
91
I 3. La Duchesse(Schiedam)
90.5
4. Johar.oahoeve (Capelle a/d IJssel)
90
5. Raadskeider
89,5
i 6. Malaga (Schiedam)
88.5
7. LeBistroquet(H.I. Ambacht)
88
8. Hazelbag(Hellevoetsiuls)
87,5
87
10. Minangkab'au
85
Meteen bij binnenkomst komt
de sfeer over je heen. Het inte
rieur is weliswaar heel gewoon
tjes, zelfs sjofeltjes, maar je vóélt
gewoon de gemoedelijkheid.
Een familiebedrijf van mensen,
die er plezier in hebben. Van de
eerste de beste stoel, die ik vast
pakte liet de leuning los Dat
bracht bij ons enige opwinding
teweeg, de dochter des huizes
schoof de restanten achteloos on
der een andere tafel met een ge
baar van 'daar kijken we later
wel eens naar'.
In het midden van de zaak lag
nog een deel van de dansvloer
als overblijfsel van de muzikale
attractie van de vorige avond.
Ma legde aan de hand van een
foto uit, wat er zoals aan onver
wachte en onaangekondigde
feesten in Kwizien kunnen ont
staan. En bij de buren is bekend,
dat Pa Paul. gastheer en chef
kok, altijd wel in is voor een
praatje. Gezelligheid troef dus
Van de kaart koos Sophie de oes
terzwammen, die gebracht zou
den worden 'a la ProvengaJe',
met tomaat, gebakken uien en
gebakken ham. Tot zijn spijt, zo
moest Paul ons komen meede
len, voldeden de oesterzwam
men niet meer aan zijn kwalitei-
teisen. Of het ook champignons
mochten wezen. Na enige aarze
ling stemde Sophie in. „Het is
smakelijk en veel", stelde zij
vast. „De saus doet me denken
aan ratatouille. Het geheel is wel
wat vet"
Van de huisgemaakte paté. die
met vet was en heel fijn van
structuur, kreeg ik een fikse
plak, overgoten met een ietwat
zoete cumberiandsaus,
'Hempie'
Sophie aarzelde tussen een osse-
haas 'in z'n hempie' -in een
flensje- en een ossehaas gevuld
met paté en ham. Zij koos uitein
delijk het laatste en had er geen
moment spijt van. Maar het was
wel veel. Een bijzonder groot
stuk vlees, flink wat p&té, ham,
in de jus, die zich vermengde
met de smeltende pêté. „Lood
zwaar natuurlijk", was het enige
dat Sophie kon uitbrengen.
„Maar een bijzonder smakelijke
combinatie".
De lamsbout die ik had gekozen
was, zo vertelde Paul, gekruid
als een soort droge marinade, in
gepakt en enige tijd laten staan.
Vervolgens was de bout gestoofd
in de oven. Het resultaat was in
derdaad buitengewoon. Weinig
vet, goed gaar, smeltend op de
tong en eveneens een paar flinke
plakken
Erbij kregen we een fikse scho
tel met een heerlijke salade. Sla,
tomaat, olijven, gekruimelde
Franse kaas en een prima dres
sing, eenvoudig, maar bijzonder
smakelijk. Verder gegratineerde
aardappeltjes met kaas, gebak
ken aardappelstukjes en frietjes,
allemaal veel te veel eigenlijk.
Een dan nog prei en kleine, heel
even gekookte en daardoor nog
bijna knapperige spruitjes.
De karaf huiswijn, vederlicht,
waarschijnlijk een Corbières,
kwam met op de rekening, 'van
wege de oesterzwammen', werd
erbij gezegd en dat deed natuur
lijk heel sympathiek aan. Een
fris wijntje trouwens, dat veel te
gemakkelijk weg dronk. Kort
om, het is bijna een braspartij ge
worden.
De bediening (door afwisselend
dochter, moeder en pa zelf, zou
straks nog een zoon ook komen
opdraven, dachten wij) was ge
heel m stijl: correct, bovenal
vriendelijk en zeer informeel.
Na een prima versgezet kopje
koffie ('Het duurt even iets lan
ger, want wij zetten nog met de
hand') rolden we als het ware de
auto in, moe maar voldaan.
Het mag, als men het ons zou
vragen, een beetje minder mo
gen. Dan wat laten staan? Ja na
tuurlijk, maar het is ook zo ver
leidelijk!
De Punten:
Voorgerecht 7 (telt dubbel: 14);
hoofdgerecht: 7,5 (telt dubbel:
J5); bediening: 8; wijn: 8; koffie:
9; pnjs/kwaliteit: 8 (telt drie
maal 24); sfeer 9, totaal 87 pun
ten. Kwizien dringt terecht de
Top Tien binnen.
redactie:
Bram Qosterwijk
tel. 405.65.17
In Rotterdam is door de jaren
heen zeer veel ervaring opge
bouwd met gevaarlijke stof
fen die aan boord van sche
pen worden aan- en afge
voerd en mede daardoor is de
haven zo veilig als maar
enigszins mogelijk is. Overi
gens moet het personeel dat
die gevaarlijke stoffen con
troleert er wel iets voor doen.
„Er wordt veel van hen ge-
eist", meent Hans Duson, die
deze maand vertrekt als
chef-buitendienst van de af
deling die bij het gemeente
lijk havenbedrijf verant
woordelijk is voor dit soort
activiteiten.
Hij wordt zestig jaar en houdt het
'met een mooie afvloeiingsre
geling' voor gezien. ^Rotter
dam is misschien wel wat room
ser dan de paus, want we houden
In deze haven een behoorlijk
streng toezicht. Strenger dan in
andere havens, althans dat hoor
ik wel eens van kapiteins. Maar
het levert dus wel resultaten op",
zegt hij.
Duson is, als het over de nale
ving van de regels voor gevaar
lijke stoffen gaat, één van de
werkers van het eerste uur. Een
kwarteeuw heeft hij achter de
rug: „Ik ben in '65 begonnen, sa
men met twee andere collega's.
Op de fiets de haven in. Ga maar
kijken wat er aan de hand is, zei
den ze tegen ons. En daar gingen
we, met alleen een notitieboekje
op zak en een dosis enthousias
me. Vroeger was het begrip ge
vaarlijke stof een vies woord. Nu
wil iedereen er bij betrokken
zijn, omdat het een interessant
vakgebied is".
Vijfentwintig controleurs in vol-
continu-dienst rijden er tegen
woordig in het havengebied
rond. Met bedrijfsauto's vol
meet-apparatuur, boeken met
bijzonderheden, een telefoon,
persluchtmaskers. Rotterdam
pakt de zaak gedegen aan.
Sinds enige tijd heeft Dusons af
deling er ook een aantal milieu
taken bij gekregen en die druk
ken, vertelt hij, tamelijk zwaar
op de beschikbare mankracht.
Vooral het tegengaan van de
(olïe)vervuilmg van de haven
vergt veel tijd en inspanning.
„Er kan nog heel wat worden ge
daan", vindt Duson. „Maar we
hebben daar duidelijk te weinig
mensen voor".
Zijn afdeling maakt deel uit van
het Havencoördinatiecentrum,
dat hoog in één van de Euro-
point-torens bij het Marconi-
plein is ondergebracht. Toen
Hans Duson 25 jaar geleden be
gon, zat de kleine afdeling aan de
Sint Jobshaven, boven de ruimte
Hans Duson, middenin, het ha
vengebied.
van de rivierpolitie. Via een on
derkomen aan de Lloydkade,
verhuisde men in de jaren ze
ventig naar Europoint.
Binnenvaart
Hans Duson komt van het water;
geboren in Zeeland, uit een bin-
nenvaarifamilie. Vader was
schipper en ook hij werd schip
per; bji de Nederlandse Rijn
vaart Vereniging. Toen zijn kin
deren naar school en dus aan de
wal moesten, stopten Duson en
zijn vrouw met varen. „Ik kon
een baan krijgen bij het gemeen
telijk havenbedrijf. Ik heb dat
gedaan en ik heb er geen dag
spijt van gehad. Ik heb kunnen
studeren en me kunnen ont
plooien".
Halverwege de jaren zestig stel
de de meldingsplicht voor sche
pen die met gevaarlijkse stoffen
naar Rotterdam kwamen, wei
nig voor. „Alleen brandbare,
verpakte stoffen moesten vooraf
worden aangemeld. Schepen die
.deze lading aan boord hadden,
'kregen dan enige zorg van ons.
Naar chemicaliën werd nauwe
lijks gekeken. Wettelijk was er
niets geregeld. Er was uitslui
tend een havenverordening
waar het één en ander in stond.
Je ondernam trouwens alleen
iets als er wat misging. Improvi
seren dus".
Het besef dat er werkelijk iets
fout kon gaan en dat er inder
daad rake klappen konden val
len, kwam met de explosie op de
tanker Rona Star, die in het ha
vengebied werd schoonge
maakt. Er waren zwartwerkers
bij betrokken en op voorschrif
ten werd nauwelijks gelet. Du
son: „De politiek ging er zich
toen mee bemoeien. De bestuur
ders werden wakker".
In de beginjaren zeventig kwam
er een wet gevaarlijke stoffen tot
stand en die is, in samenhang
met de snelle ontwikkelingen,
voortdurend aangepast en uitge
breid. „Wij werken met de regle
menten van die wet", legt Duson
uit. „We nemen steekproeven en
kijken of er wordt gewerkt zoals
het behoort. In Rotterdam heb
ben wij er dus een aparte afde
ling voor, maar in andere havens
doet de politie dit werk er meest
al bij. Onze mensen komen in de
meeste gevallen met een hogere
beroeps-opleiding binnen en via
cursussen worden ze voor dit
specifieke werk geschikt ge
maakt".
Duson is tevreden over de sa
menwerking die er tussen ge
meentelijke overheid en Het
bedrijfsleven in het Rotterdamse
bestaat: „Veel stuwadoors heb
ben bijvoorbeeld eigen veilig
heidsmensen in dienst en die
doen goed werk. Wij weten vaak
weike ondernemingen of sche
pen we moeten controleren, om
dat we vermoeden dat men het
daar soms niet al te nauw neemt.
Maar ik moet zeggen dat er toch
zelden iets vervelends gebeurt.
Het komt natuurlijk voor dat er
containers met een gevaarlijke
stof in het ruim zijn gestuwd in
plaats van aan dek. De eerste
keer waarschuwen we dan,
want we zijn geen strenge dien
ders die meteen bekeuren. Ge
beurt er echter niets, ja, dan
volgt er uiteraard een proces
verbaal. Ernstige milieu-vergrij
pen, zoals het overboord zetten
van olie, worden hard aange
pakt. Dan vallen er boetes tot
wel twintigduizend gulden toe''.
Volgens de wet is het zo dat niet
alle stoffen de haven in mogen.
„Neem chloorgas in tankers",
vertelt Duson. „De risico's zijn te
groot. Als dit gas vrij zou komen,
gaat heel Rotterdam plat.
Chloorgas mag uitsluitend in ci
linders worden vervoerd en dan
alleen nog in kleine hoeveelhe
den. Het mag uitsluitend op aan
gewezen plaatsen worden aan
gevoerd. Voor ammoniakgas be
staan ook uiterst strenge voor
schriften. Overigens zijn de
schepen tegenwoordig goed be
veiligd, ze.kunnen tegen een
stootje. De kans op een calamiteit
is klein, maar mogelijk blijft zo
iets toch altijd".
Van ruwe olie wordt dikwijls ge
dacht dat die niet zo gevaarlijk is.
Hans Duson is het daar overi
gens niet mee eens. „Er is welde
gelijk gevaar als er niet volgens j
de regels wordt gelost. We «nao
altijd op lossende tankers kijken-
Cbemicalientankers krijgen van
ons zelfs vóór de lossing bezoek.
De laatste jaren is er in Rotter
dam gelukkig niets gebeurd. We
controleren ook of tanks met be
paalde stoffen na lossing leeg
zijn en dat het afval dat eruit is
gehaald, inderdaad met binnen
vaartschepen of tankauto s
wordt afgeleverd bij de ontvang-
installatïes die we in de Rotter
damse haven hebben.
niet voorzichtig genoeg zijn'