TER
PLAATSE
Cees van der Geer
past niet in beperkte
plaats Kunststichting
Pssst Amigo
BQTÏÏWMM
19
i GEGETEN EN GEDRONKEN
MARITIEM
Zijn maritieme humor scoort
ICAPlTlli
ZITTEN AAN
DE GROND
hoog
SéPglSr'""
Jan Noordegraaf hanteert een verrassende combinatie
Rotterdams Nieuwsblad
zaterdag
3 februan 1990
i door CEES DE Q RAAFF
'Met de opening van de
Kunstzaal in de Witte de
'Withstraat is er voor hem bij
,de Rotterdamse Kunststieh-
ting nog maar een beperkte
1 plaats. Zoals er voor de hele
'beeldende kunst bij de
j Kunststichting nog maar een
j beperkte plaats is; het stimu-
j leren van jonge kunstenaars.
I Dat is het resultaat van bezuini-
j gingen en beleidsoverleg binnen
'gemeentelijke en semi-gemeen-
itelijkle instellingen. De hoofd-
i rollen zijn weggelegd voor het
Centrum voor Beeldende Kunst
jen de Artotheek. Hoofdrolspeler
Cees van der Geer, ruim twintig
f' ar de 'galeriehouder' van de
unststichting, staat niet langer
j voor het voetlicht. Hij heeft bij
de sluiting van 'zijn' Galerie
'•Westersingel 8' feestelijk af-
sclieid genomen, zoals dat heet.
Cees van der Geer heeft met zijn
58 jaar de opkomst en teruggang
van de Kunststichting van nabij
meegemaakt Toen hij er Iri 1968,
op uitnodiging van de net be
noemde directeur Adriaan van
1 der Staay, zijn werk begon, was
de Kunststichting nog echt
klein. Hij vertelt: „Ik nam de
i taak over van Piet Vastenhout.
We deden met een paar mensen
i al het werk, nota's schrijven, ex-
posities samenstellen tot de in-
1 richting en het aanbrengen van
de verlichting toe".
Eersiedag
Hij herinnert zich die eerste dag
ibij de Kunststichting nog goed,
„Het seizoen moest beginnen en
er was nog geen tentoonstelling,
jlk heb toen snel een expositie
van drie Rotterdam se fotografen
in De Doelen georganiseerd; Pe
ter Martens, Chris Stapels en
Hans Katan. De volgende expo
sitie was 'Grazige Weiden' van
Willem Westbroek", zegt hij te-
1 rugmijmerend.
'Hij gaat er niet dieper op in,
maar zegt eenvoudig: „En zo is
het allemaal verder gegaan.
Twintig jaar lang ben ik de gale-
riehouder van de Kunststichting
gebleven. De Kunststichting
werd in de loop van de jaren
stee'' groter, zegt hij. „Het Lijn
baancentrum kwam erbij. We
kregen een taak in de stadsver-
fraaiing. Er waren op een gege
ven moment alleen al achttien
mensen op de afdeling tentoon
stellingen, Dat was in ae tijd van
de 'De Kijkkist'. Een paar jaar
geleden is de afdeling opgehe
ven en alleen msjn collega Gosse
en ik zijn overgebleven".
Kunstzalen
Cees kijkt terug op een handje
vol kunstzalen. „Kunstzaal Zuid
was een merkwaardig gebouw
tje op palen op het Zuidplein",
vertelt hij. „Het was oorspronke
lijk een stuk van de bouwkeet
van de nieuwe Bijenkorf en had
ook de honingraatvorm, zo'n
zeshoek. Wij hebben het verla
ten, toen theater Zuidplein klaar
was met daarin expositieruimte.
Het gebouwtje is nog even jonge
rencentrum geweest, maar wat
er daarna mee is gebeurd, weet
ik niet Jammer, want het was
een bijzonder elementje van Bij
enkorf-architect Marcel
Breuer".
Hij noemt vervolgens de exposi
tieruimte van de Kunststichting
in De Doelen en in Het Venster,
beide boven straatniveau. „Onze
expositieruimte in De Doelen is
gefrustreerd door allerlei andere
activiteiten in het concertge
bouw. Onze zaal was een door
gang van de ene ruimte naar de
andere met alle gevolgen van
dien",
Vandalisme
Cees van der Geer kan nog ver
ontwaardigd worden over de be
schadigingen, die door passanten
werden aangebracht. „Het was
soms regelrecht vandalisme, zo
als het uitdrukken van een peuk
op een aquarel, die nota bene on
der glas lag of het met een balpen
schaamhaar aanbrengen op een
naakt We kregen daardoor
steeds sterker behoefte aan
ruimte met een eigen gezicht.
Toen we het pand Westersingel 8
kanden krijgen, hadden we voor
het eerst ruimte op straatniveau.
Galerie Westersingel 8 heb ik al
tijd als een bijzonder prettige ex
positieruimte ervaren. Dat was
voor de Kunststichting pas een
echte galerie".
Met spijt in zijn stem vertelt hij,
dat de opening van het Kunst
huis het einde van de galerie en
van de expositieruimte in het
Venster betekende.
Jongejaren
De beeldende kunst heeft altijd
een grote rol in het leven van
Cees van der Geer gespeeld. Hij
werd eind 1931 in het centrum
van Schiedam geboren in een
middenstandsgezin. Wat later
kreeg hij er nog een broertje bij.
Hij herinnert zich uit zijn jeugd,
dat zijn vader de zaak heeft moe
ten opgeven wegens reuma. „Ik
ken hem alleen maar als een in-,
valide", vertelt hij. „Ik was ze
ven jaar, toen hij die vreselijke
ziekte kreeg en binnen twee jaar
was hij volslagen invalide. Hij
heeft heel erg geleden en was
helemaal krom van de reuma".
Cees weet nog goed dat hij zelf
niet zo sterk was. „Ik was ook
geen vechtersbaas. Mijn jongere
broer Johan was veel sterker.
Als we samen vochten, won hij
altijd. Maar het had ook voorde
len, want als ik op straat ruzie
kreeg, sprong Johan er meteen
in om me te ontzetten".
Zijn jonge jaren zijn niet gemak
kelijk geweest. „Door de ziekte
van mijn vader was onze horizon
beperkt. De oorlog kwam daar
nog eens boven op. De eerste
oorlogsjaren zijn we nog op zo
mervakantie naar familie van
mijn moeder in. Deventer ge
weest en voor zover mogelijk
hebben we van die kant altijd
hulp gehad. Maar mijn vader
kon er in de hongerwinter niet
op uit om voor eten te zorgen.
Het enige, dat ons bezighield was
overleven".
Drankindustrie
Toch kwam de jonge Cees in
1944 op de Mulo, om een paar
weken later de school al gesloten
te vinden. „In 1948 kwam ik van
de Mulo af, maar ik kan niet van
een gedegen opleiding spreken",
zegt hij eerlijk.
Zoals een Schiedammer be
taamt, ging ook Cees naschool in
de drankindustrie werken. Hij
kwam bij Hasekamp en Co maar
zegt „Ik was als kantoorbedien
de niet zo'n succes. Mijn taak was
het bijhouden van het statiegeld.
Ik heb na een jaar of vier nog ge
probeerd om het diploma boek
houden te halen, maar zag het al
lemaal eigenlijk niet zo zitten".
Wat Cees wel zag zitten, was het
tekenen van kalenders, etiket
ten en dat soort zaken. Hij kon
het uitstekend vinden met 'me-
neer Gerrit', die het talent van
Cees in tegenstelling tot 'meneer
Louis' kon waarderen. „Als kind
al tekende ik graag", vertelt hij.
„En vanaf mijn zestiende was ik
serieus in kunst geïnteresseerd.
Ik ging zelf tentoonstellingen
bezoeken en bezocht regelmatig
het Schielandhuis waar de
Kunststichting al sinds 1948 ex
posities organiseerde. En zater
dags kocht ik de NRC voor de
bijlage, waarin Kees Droeman
over beeldende kunst schreef".
In het onderwijs
Van de ene op de ander dag ver
liet Cees van der Geer de jeneve
rindustrie en werd onderwijzer.
„Daar was een enorm tekort
aan", vertelt hij. „Op aanraden
van een vriend van me heb ik
me aangemeld voor een spoed
cursus en van Hasekamp mocht
ik een half uur eerder van het
werk weg. Ik haalde mijn diplo
ma en was onderwijzer". Hij
weet nog goed, dat hij op de Piet
Heinschool in Delfshaven aan de
slag kon „Ik kreeg een tweede
klas met 52 kindertjes en lag bin
nen een maand met angina op
bed. Ik was totaal niet gewend
mijn stem te gebruiken".
Met plezier denkt hij nog terug
aan zijn tijd als onderwijzer.
„Toen ik op de Piet Heinschool
begon, waren de klassen net ge- j
mengd. En toen ik in 1968 weg- j
ging, hadden we al klassen met
Turkse, Marokkaanse en Spaan-
se kinderen. We zijn als school j
nog in de publiciteit geweest om-
dat we met succes een actie had- i
den gehouden voor een zwem
bad op het schoolplein".
Nog altijd voelt hij de emotie als
hij denkt aan de klassen, die hij
de laatste jaren had. „Je kreeg de
kinderen in de vijfde en ging
met ze mee over naar de zesde.
Twee jaar trok je vrij intensief
met die kinderen op. Het was al
om kwart voor acht beginnen
met bijlessen vor de kinderen,
die later naar de hbs of het gym
nasium wilden. En na schooltijd
had je een soort clubwerk met
schaken, dammen, handenar
beid en voetbal. Daarvoor kreeg
je dan als onderwijzer vijf gul
den per uur. In die tijd maakte ik
Cees var, der Geer en beelden
de kunst horen bij elkaar.
met de kinderen al achter in de
klas tentoonstellingen, van da
gelijkse boodschappen tot zaken,
die ik bij het museum van Land
en Volkenkunde leende".
Maar Cees deed meer. Hij was
inmiddels getrouwd en had drie
dochters. „Ik nam de kinderen
van school stuk voor stuk mee
naar huis om een keer mee te
eten en mijn vrouw en kinderen
te leren kennen. Ik deed dat heel
bewust om te laten zien dat een
'meester' ook gewoon een mens
was. Want kinderen konden
heel hoog tegen een meester op
zien".
Galerie 'Punt 4'
In die jaren als onderwijzer
raakte Cees ook meer en meer in
het Schiedamse kunstwereldje
verzeild. Hij was bij alle exposi
ties te vinden, in het Stedelijk
Museum van Schiedam, bij de
kunstenaarsgroep S 45 en bij ex
posities van Schiedamse kunste
naars „Zo leerde ik Frans van
der Heijde kennen, die galerie
Punt 4 was begonnen in een hof
je achter de Rotterdamsedïjk. Hij
vroeg me of de galerie niks voor
mij was. Ik heb het maar gepro
beerd. Het werk gebeurde in de
avonduren en in de weekeinden.
Ik leidde een soort dubbelleven.
Mijn vrouw steunde mij daarin
en heeft die vijfjaar, van 1963 tot
1968, vol overgave achter de ga
lerie gestaan".
Hij vertelt dat hij halverwege die
periode nog een keer met de ga
lerie is verhuisd naar een wat
betere plek: de Put aan de Rot
terdamsedijk. „Het lukte op een
gegeven moment aardig", zegt
hij en met enige trots meldt Cees:
„Zelfs Boymans heeft nog din
gen van mij gekocht en ook het
Stedelijk Museum. Soms zie ik
op een expositie die stukken nog
wel eens terug".
Historisch besef
Niet alleen in de kunstwereld
was Cees van der Geer in Schie
dam actief. Hij was lid van de
Stichting De Schiedamse Ge
meenschap, die kunst en cultuur
namens de gemeente beheerde,
werd in de jaren bij de Kunst
stichting burgerlid van de Schie
damse Welstandscommissie en is
een van de oprichters van de
Historische Vereniging in Schie
dam.
Het is dus niet gek uit zijn mond
te horen: „Ik voel me in hart en
nieren Schiedammer. Ik heb er
ook altijd gewoond op een korte
tijd na mijn scheiding na, toen ik
in Rotterdam op kamers zat.
Maar ik bewaar ten opzichte van
Schiedam wel een flinke kriti
sche afstand. Ik heb een soort
haat-liefde verhouding. Ik hou
van de stad, maar ben niet blind
voor wat er allemaal is afgebro
ken en kapotgemaakt".
Cees van der Geer zat in de ac
tiegroep Brandersbuurt, die zich
tegen de sloop van het typerende
stadsbuurtje verzette. Hij was
ook te vinden op de barricaden
tegen de grootse metroplannen
uit het verleden. „Toen hadden
Rotterdam en de RET het onzali
ge idee om de metro naar Schie
dam en Vlaardïngen te laten
doorlopen. Kun je je het voor
stellen, vraagt nij, een metro
door het stadscentrum van
Schiedam met een brug dwars
over de historische Lange Ha
ven?". Hij gruwt nog bij het idee.
„Het heeft niets met nostalgie te
maken", 2egt hij nadrukkelijk.
„Maar je bent iets aan het verle
den verplicht. Geschiedenis
zorgt voor continuiteit en brengt
het besef van betrekkelijkheid
mee. Daarom ben ik ook redac
teur geweest van het blad 'Scye-
dam' en heb ik een boek ge
schreven over Van Diggelen, de
eerste Schiedamse fotograaf. En
nog steeds'ben ik een fervent
verzamelaar van beeldmateriaal
over Schiedam".
Kunstcriticus
Schrijven is allang een hobby
van Cees. „Toen ik voor de klas
stond, heb ik al als medewerker
voor de stadsredactie van Het
Vrije Volk en het Rotterdams
Nieuwsblad in Schiedam ge
werkt. En eenmaal bij de Kunst
stichting kwam ik als medewer
ker terecht bij Het Parool. Tot de
opheffing van het Rotterdams
Parool heb ik er een column
over beeldende kunst gehad",
legt hij uit.
Daarna is hij voor Sijthoff Pers
beeldende kunst gaan doen. Dui
delijk is dan ook dat het afscheid
van Cees van der Geer bij de
Kunststichting nog lang geen af
scheid van de beeldende kunst
in al zijn facetten zal zijn. Stil op
een flatje zitten oud te worden, is
niks voor hem.
DOOR TH EO VANDERLOON
ADRES:Stadhuisplein 17(te!.4138180)
1 DE KAART: Voorgerechten (12) van 4,25 tot 8; hoofdgerechten
(13) van 17,50 tot 25,75. Verderop de kaart tortilla's, taco's en
gecombineerde schotels.
ONZE BESTELLING: Tomatensoep, gazpacho, kip met rijst Anda-
i luz, steak Barbacoa.
j „We beginnen natuurlijk met
I een glaasje tequila", zei collega
Willem om in de sfeer te blijven,
nadat we een plaatsje hadden ge-
I zocht in het betrekkelijk nieuwe
i Mexicaanse restaurant Pssst
I Amigo aan het Stadhuisplein.
Hoe hetprecies moest, wisten we
j ook niet. Op de film (hier kan
geen sprake zijn van een 'spa-
ghetti-western', welllicht wel
j van een ehili-westem) hadden
we wel eens gezien dat de echte
tequila-drinker eerst wat zout op
de rug van de hand strooit, dat
oplikt en vervolgens de pittige
inhoud van het glas achterover
te slaan.
Dat hebben we maar niet ge
daan. Een heel klein beetje zout
op de natgemaakte vinger likten
we op en voorzichtig namen we
een klein slokje van het zeer pit
tige distillaat „Lekker", stelde
Willem vast, terwijl het spul mij
sterk deed denken aan een krui
sing van gin en spiritus. Intussen
snoepten we van de tortilla
chips, die met een tamelijk
scherp, doch smakelijk sausje op
tafel waren gezet. r
Pssst Amigo heeft grote, vrolijk
gekleurde en daardoor niet al te
duidelijke kaarten, die naast
I drankjes, voor- en boofdgerech-
i ten ook een kolom tortilla's, ta-
J co's en gecombineerde schotels
bevat.
Sporten
Willem meldde vrolijk die
avond nog te moeten sporten, zo-
dat zijn maal in elk geval niet uit
,al te zware gerechten zou be
staan. Hij wade beginnen met
een soep en hij koos voor de to-
I matensoep, natuurlijk heel ly-
;nsch 'sopa de tomate' was ge-
'noemd. Het bleek een pittige
soep, met gesmolten kaas engeu-
nge oregano. Veel indruk maak
te de soep echter kennelijk niet
op Willem. Toen ik hem vroeg
hoe die soep smaakte, zei hiir
„Soep? Oh ja, welke soep had ik
ook al weer?"
Dt besloot tot de gazpacho, de
koude komkommer/tomaten-
soep, die uit het Zuiden van
bpanje stamt. De tomatenbrij
was goed gevuld met inderdaad
stukjes komkommer en lekker
gekruid. Gazpacho, al dan niet
niet de toevoeging 'Andaluz' ken
tic m allerlei verschijningsvor-
i men. Zo dik als deze had ik 'm
oog nooit Maar de smaak was al-
j teszins redelijk.
j Willem nam de kip met rijst, die
dan ook 'polio con arroz' heette,
j met de toevoeging 'Andaluz',
De stand:
1. Au Bon Coin (Dordrecht)...
2. De Aardbeienboom (Nleuwerkerk)
...91,5
91
La Ligne(Zwijndrecht)
a. La Duchesse (Schiedam)
91
90,5
5. Johannahoeve (Capelle a/dlJssel)
90
6. Raadskelder
B9,5
7 Malanp (Rr.hl«r!amt
88.5
8.1 p RistrnnuntfH.l. Amhachti88
9. Hazelbag (Hstievoetsluis)
87,5
87
32. Pssst Amigo...
hun voedsel is ook heel geschikt
voor de Duitse markt: veel en
eerder Zuidspaans dan Mexi
caans derhalve. Het tamelijk
forsbemeten ovale bord was ge
heel gevuld met de brokjes ge
braden kip, minstens een polle
pel rijst met kerne en paprika e.t
wat rauwkostsalade. Was het
door de verhalen die hij vertelde
of was het de kwaliteit van het
eten dat Willem ervan weer
hield een grote eetlust tentoon te
spreiden? Hij was in elk geval
nog steeds niet onder de indruk.
Wel constateerde hij' een fiks pit
tige smaak, die hem noopte het
voorhoofd af te wissen.
Rode bonen
Ik had een steak besteld. Op zo'n
zelfde ovale bord kreeg ik een
stuk vlees van behoorlijke afme
ting, goed gegrilled, maar niet
overal even mals. Er was een
beetje tomatensaus op gegoten.
Heet lekker erbij waren de grote
rode bonen met chili, flink pittig.
Ook ik kreeg er rauwkost bij.
Flinke eters, die Mexicanen en
niet echt verfijnd van smaak.
We dronken er sangria bij- zoete
Spaanse wijn, gekruid met ka
ncel en met suiker, cognac, gin,
blokjes citroen en sinaasappel en
aangelengd met wat spuitwater.
De vederlichte wijn was naar
ons gevoel iets te veel aange
lengd, waardoor de eerste slokjes
te veel 'prikkelden'. De wijn
dronk evenwel zo gemakkelijk
weg, dat we nog maar een twee
de karaf bestelden. We merkten
er niet van. Althans dat dacht
ook Willem, tot hij een uurtje la
ter aan het sporten was...
De bediening was heel vriende
lijk, dat wel. De dames droegen
heel fleurige, min of meer fol
kloristische jurken. Wel vonden
wij dat onze bestellingen, of het
nu de tequila, het opnemen of
het tweede karafje wijn was,
lang wegbleven. Hij komt ons
voor, dat het in het soort zaak als
Pssst Amigo vlotter zou moeten
gaan.
De sfeer in de 2aak is (voorna
melijk door het licht en de grote
planten.) best aardig, veel leuker
dan de bezoeker bij binnen
komst verwacht. De wat kale ta
feltjes en stoeltjes doen cafetaria
achtig aan, maar de aankleding
verdoezelt veel. Pssst Amigo
mag zich met beklagen over ge
brek aan klandizie. Het was er
lekker vol en dat draagt natuur
lijk ook bij tot de sfeer.
De rekening, die wii kregen ge
presenteerd, viel alleszins mee.
Met zijn tweeën betaalden we
ruim onder de honderd gulden.
Het is geen wonder dat de Rot
terdamse vestiging van het Pssst
Amigo-concern kennelijk voor
al bij jonge mensen in ae tame
lijk korte tijd van haar bestaan
een behoorlijk populariteit heeft
verworven.
De Punten:
Voorgerecht 7 (telt dubbel: 14);
hoofdgerecht: 7 (telt dubbel: 14);
bediening: 5,5; wijn: 7,5; koffie:
8,5; prijs/kwaliteit: 7,5 (telt drie
maal 22,5); sfeer 7,5; totaal 79,5
punten. Pssst Amigo reikt niet
verder dan een plek onder aan
de middenmoot.
redactie:
Bram Oosterwijk
tel. 405.65.17
Humor, fantasie en realiteit.
Met die, in de meeste van zijn
verhalen en gedichten soms
verrassend uitpakkende
combinatie heeft auteur Jan
Noordegraaf inmiddels een
hoge klassering in onze mari
tieme literatuur veroverd.
Vooral z'n op feiten gebaseerde
humoristische verhalen die
sinds 1986 in boekvorm worden
gebundeld, scoren hoog. Eind
van dit jaar komt het met zo'n
veertig korte verhalen gevulde
vierde deelq'e in die reeks alweer
uit. Het gaat 'Kapitein, de
schroef is foetsie' heten.
Noordegraaf (62) werd géborén
aan de oever van de Nieuwe Wa
terweg, in Schiedam. Zijn mari
tieme diepgang deed hij op tij
dens een jarenlange carrière als
radio-officier/telegrafist op
schepen van een groot aantal
Nederlandse rederijen; later was
hij service-technicus in de Rot
terdamse haven en automatise
ringsdeskundige bij Radio-Hol
land.
Tijdens zijn vaarperiode begon
Jan zijn eerste verhalen al te -
schrijven. Hij zegt daar nu over:
„Bij gebrek aan walcontacten
werden ze grotendeels aan de
golven prijsgegeven". 'Zeeman
met verlof' was in 1964 zijn eer
ste gepubliceerde bundel. Vier
iaar later had hij twee romans;
De wereld is een schip' en
'Tankvaart op Bangkok'.
Containeritis
Eén yan de aardigste verhalen in
het nieuwe boek van de in Haar
lem wonende Noordegraaf is
'Containeritis', waarin hij de
steeds verder om. zich heen grij
pende containerisatie op een hu
moristische manier beschrijft
Het gaat zo:
'De ACF 10, staande voor Atlan
tic Container Flat nummer 10,
om belastingtechnische redenen
onder de vlag van de Maan va
rende, schoof hoog en dus niet
diep geladen massaal door de
Nieuwe Waterweg, passeerde 'n
paar tobbers, nam de bocht bij de
Rotterdamsche Droogdok Maat
schappij en voer langzaam naar
de eigen ACF-kade, waar onder
een woud van kranen, wolken
krabbers vol containers stonden
opgesteld. Het was een oerlelijk
schip, waarop de wetten van de
aërodynamica kennelijk geen
rol speelden, maar onzichtbaar
onder water was ze gestroom
lijnd als een dolfijn. Een paar
sleepboten dreven bedelend
naar voren om assistentie te ver
lenen bij het meren, voor zover
dat nodig was, want het schip
had naar alle kanten straalpij-
pen en boegschroeven ter be
schikking, zelfs naar onderen te
richten, om modder weg te bla-
De omslag van Noordegraafs
eerste boekje in de reeks: 'Goede
morgen kapitein, we zlttBn aan de
grond'.
zen en ondiepten te kunnen pas
seren,
Aan de kade stond al een zieken
auto klaar, wachtend op kapitein
Hans van der Horst, eens 'n bril
jant student aan de Rotterdamse
zeevaartschool Anthony van
Hoboken, nadat dringend om af
lossing per ambulance was ver
zocht, omdat hij alles te recht
hoekig zag. Na twaalf reizen op
een containerschip werd alles in
zijn brein herleid tot TEU-stan-
daardmaten. Schepen aan de
kim, zon en maan, sterren, palm
bomen, stuurlieden, auto's van
agenten, maaltijden, het giro
kompas, z'n computerscherm,
het radarbeeld, z'n eigen fysieke
onderdelen en zelfs z'n bloedei
gen vrouw zag hij in rechthoekig
Formaat verschijnen. Als hij je
aankeek, stonden er rechthoek
jes in zijn ogen, en da^was na
tuurlijk niet normaal, vonden
zelfs zij van de rederij die het
schip hadden ontworpen en
daarna met minimale beman
ning met toestemming van het
betrokken ministerie zeewaarts
gestuurd hadden, onder het mot
to 'Op zee gebeurt toch nooit
wat'!
Eerste stuurman Ronald Janse
had persoonlijk per Satcom ge
meld dat de kapitein vreemd
deed, naar aanleiding van het
feit dat deze de zon rechthoekig
zag opkomen, z'n sextant greep
en de rechte onderkant van die
zonne-contalner op de kim
bracht om een bestek te maken,
waar omheen hij op de zeekaart
notabene 'n rechthoekje plaatste,
en dat was vreemd, heel vreemd,
want daar hoorde 'n rondje pot
lood om. Hij sprak over de ster
ren als ruimtelijke TEU's en
week in het Kanaal voor 'n
meeyw uit, omdat hij die voor *n
flying container had aangezien.
'Kapitein', had Janse gezegd, je
moet 's effe in survey, want er
zijn ook goeie ronde dingen op
deze wereld, zoals de bulbsteven,
de billen van de kok, een bitter-
of voetbal, de verpakking van
moedermelk en de schroef is ook
rond. Nee, kapitein, even de wal
op en het dok in, dan kan ik in
tussen een reisje als kapitein ma
ken, niettan? Niet dat dit er wat
toe doet, maar 't is mooi meege
nomen nu je toch containeritis
hebt. ik word er soms ook stapel
van, en spreek die lui van het
ziekenhuis maar 's ernstig toe,
dat ze de rederij, de KNRV en de
ontwerpeis van schepen op hun
lazer geven, die denken dat wij
automaten zijn, robots tussen het
verlof in; vierkant denken en
zelf lekker aan de wal blijven om
nog gekkere schepen, ladingsys
temen en aangepaste opleidin
gen te maken... Die lui denken
geeontaineriseerd, kapitein en
daar krijg je het van! Doe 'r wat
aan en kom dan gezond eh, ge
rond weer terug aan boord om je
rechtmatige positie als rondbor
stige zeeman weer in te nemen,
"n rechthoek 'n rechthoek te la
ten, je niet af te vragen wat er in
die TEU's zit, of je de stabiliteit
van het schip geweld aan doet, of
er atoombommen of condooms
in die containers zitten, want dat
is allemaal voor je geregeld en je
aan te passen als toevallig zeeva
rend tussenpersoon in de trans
portketen van deur tot deur! Het
beste, kapitein. Hou je haaks'. En
dat laatste had hij niet moeten
zeggen, want haaks betekent
rechthoekig, en de kapitein
barstte in tranen uit, want hij
werd toch begrepen aan boord„,
Kapitein van der Horst zag in de
ambulance waarmee hij naar het
ziekenhuis werd overgebracht
een aangepaste container op
wielen. Daar werd bloed afgeno
men, waarbij de gebruikte naald
in een zogenaamde waste-con
tainer werd gestopt, en dat gaf
hem voldoende vertrouwen
deze beproeving te kunnen
doorstaan en die lui aan de wal 'n
lesje in container-efficiency te
geven. Gelukkig bleven de
bloedlichaampjes niet rechthoe
kig en dat viel mee'.
Het eind van het verhaal: 'En zo
is het gekomen dat kapitein Van
der Horst in plaats van patiënt
als adviseur van-de GMD in het
ziekenhuis verbleef en wie thans
naar het Dijkzigtziekenhuis of
de daarnaast gelegen universi
teitsgebouwen kijkt, kan het re
sultaat zien: net gestapelde con
tainers. Niettan? Let maar 's op
hoe dal 'Manhattan aan de Maas'
er straks uitziet'!
Jan Noordegraaf, sinds enige tijd
redacteur van het maritieme
maandblad 'De Blauwe Wim
pel', is van plart de komende ja
ren nog heel veel op papier te
zetten.