Rotte
15
Ook mooiste gedoogpaleis geeft drugsoverlast
Wonder dat we heel uit die brandweerwagen zijn gekomen'
Week
I
m,
'Je doet mensen
ontzettend tekort
als je niets doet
tegen dealpanden'
De
van
Altijd het laatste woord
UIT DE
Rotterdams Dagblad
Zaterdag 6 februari 1993
Gedooglanden waar drugsdealers ongestoord hun
gang kunnen gaan, bestaan niet in Rotterdam. Nóg
niet, maar daar kan verandering in komen.
Dominee Hans Visser ziet wel wat in speciale
huizen naar 'zonder overlast en gerotzooi'vraag en
aanbod ap elkaar afgestemd kunnen worden. Voor
één keer leek korpschef Hessing het eens te zijn
met de recalcitrante predikant. Als je toch niks
wezenlijks kunt doen tegen dealpanden, kun je ze
misschien maar beter met rust laten zolang ze niet
teveel overlast geven, is de redenering. Misschien
dat de tUende van Perron-Nul dan in één klap is
opgelost.
Maar kun je wel dealen zonder overlast? Nee,
vindende bewoners van Nieuwe Westen/
Middelland, en wijkagent Hans Vos is het met hen
eens. Het Rotterdams Dagblad trok een avond met
hem op.
Hoofdagent Hans Vos maakt
een 'bewoonster' van een
dealpand wakker en contro
leert haar bankpas: 'Wegwe
zen'. Foto Jaap Rozema
Door Peter Louwerse
Rotterdam - Als wijkagent Hans Vos-in burger-om tien uur's
avonds aanbelt bij een drugspand aan de Snellinckstraat gaat
eerst het gordijn "oorzichtig open. „Als de gordijnen dichtblij-
ven," legt Vos uit, „dan wordt er niet gehandeld." Maar vandaag
wordt er wel gehandeld. De wijkagent, die met zijn lange paar-
destaart niet oogt als de doorsnee diender, mag binnenkomen.
agent. „Nee," antwoordt de man
koeltjes, „ik ben Nederlander."
De agent wil weten wat de Moku
mer in Rotterdam komt doen.
„Gewoon kijkenzegt de man
rustig. „Valt hier iets te zien dan,"
bekt Vos hem af. „Nee toch, mo
ven. Een fijn plan. hè."
Halverwege de trap staat een nog
jonge jongen. Als Vos zich legiti
meert als politieman schreeuwt
de puber: „PolitieDat vindt de
agentniet leuk: „Bek houwe," bijt
hij de'jeugdige portier toe en als
de jongen een dreigende houding
aanneemt, kan hij ook nog een
oplawaai krijgen van de robuuste
hoofdagent.
Maar het kwaad, realiseert Hans
Vos 2ich, is dan al geschied. Het
gestommel op de bovenverdie
ping verraadt een koortsachtige
activiteit van de gealarmeerde
junks: ze bergen de heroine op.
Vos stormtnaar boven waar de ze
ven. verslaafden en hun dealer (hij
noemt zich beheerder) in een
piepklein achterkamertje keurig
in een kring zitten. De onschuld
straalt van hun gezichten af, maar
op tafel liggen vier messen, een
lepel en vat zilverpapier. De
agent schreeuwt, gooit alle mes
sen van tafel op de grond en ver
blindt de verbaasde drugsgebrui
kers stuk v)or stuk met zijn zak
lantaarn, Daarna spreekt hij ze al
lemaal persoonlijk aan: „Wegwe
zen, dit val me erg van je tegen."
Tegen een man achter de deur:
„Ik heb nét graag dat je achter
me staat, daar word ik erg boos
van."
Een kluitj; Surinamers sjokt ge
hoorzaam de trap af. Een brutale
Amsterdammer, keurig in het
pak, blijftgewoon zitten. „Heb je
jc paspoert bij je?" vraagt de
Wip-adres
Dan wordt de slaapkamer ernaast
uitgemest. De vangst: drie sla
pende verslaafden. Ze druipen
berustend af. En allemaal langs
de trap van de beneden
buurvrouw, een zwangere vrouw,
die volledig overstuur aan een si
garet trekt. „Ik ben blij dat je die
junks eruit gooit." zegt ze tegen
Hans Vos. „Maar kan je die lui
van hier beneden ook niet aan
pakken? Ze kggen hier de hele
tijd te ketsen."
De benedenwoning wordt ge
bruikt als 'wip-adres' voor hero-
inehoeren die een hotel te duur
vinden ..Ja," zucht Hans Vos. „Je
begrijpt niet datje in zo'n omge
ving een nummer wilt maken."
Het huis is inderdaad niet de per
fecte erff|urage voor een erotisch
avontuur. Een onbeschrijflijke
bende, vol met afval, sigarette-
peuken, afgedankte gebruiks
voorwerpen en matrassen Het
lijkt meer op een vuilnisbelt dan
op een woning, er liggen zelfs
drollen op de vloer. En tussen die
troep ligt, meengekruld op een
smerig bankstel, een negerin tc
slapen. De hoofdagent maakt
haar wakker. Ze verliest een mes
als ze opstaat. „Ben je niet bang
dat je dat in je nek krijgt als je
slaapt?" vraagt Vos. De vrouw
reageert niet. „Ik ben al weg,"
zegt ze.
„Kijk nou eens naar dit huis,"
zegt Vos.Anderhalf jaar geleden
voor 40.000 gulden gerenoveerd,
en er is niks meer van over." In de
deuren zitten enorme gaten, het
keukenblok is vernield, de badka
mer is onherkenbaar.
Parkeerboetes
Zomaar een pand aan de Snel
linckstraat: een gewone buiten
kant maskeert het intens trieste
leven achter die muren. Het is
maar één van de talrijke drugs
panden in de wijken Middelland
en Nieuwe Westen, waar Vos z-«s
wijkagent de scepter zwaait. Vos
gebruikt bewust steeds de bena
mingen 'dealpand' of 'drugs
pand'. „Gedoogpanden," zegt hij
stellig, „hebben wij hier met. Do
minee Visser heeft heel voorzich
tig de bewonersvereniging ge
polst of hij hier een pand mocht
kopen. De bewoners verklaren
hem de oorlog als hij dat doet, ze
vechten hem kapot. En wij ais po
litie steunen die opvatting."
Dat dealpanden tijdelijk toch met
rust worden gelaten, komt enkel
en alleen door gebrek aan man
kracht bij de politie, legt Vos uit.
Als de politie veel klachten krijgt
over een pand, komt het gewoon
op een lijst te staan van de Afde
ling Lokale Projecten (ALP). Die
doen dan met een mannetje of
tien een inval, nemen alles in be
slag en pakken de aanwezigen op.
„Gedogen van drugshandel kun
je gewoon niet maken," licht Vos
toe. „Aan de ene kant schrijf je
parkeerboetes uit cn met dc Wet
Mulder in de hand verkoopje des
noods de auto om de boete te in
nen. Ja, want dat gebéürt hoor.
Aan de andere kant ga je een mis
drijf als drugshandel gedogen.
Dat kan toch niet?"
Perron Nul is geen ideale oplos
sing, vindt ook Vos. Maar hy wil
niets, maar dan ook helemaal
niets weten van Vissers utopische
beschrijving van de gedoogpan
den: verslaafden die fijn in hun
eigen wijk blijven gebruiken,
zonder overlast, zonder gerotzooi
met de buurt „Aan de rafelige
randjes van de stad," zoals de do
minee het uitdrukt. Een luchtkas
teel, vindt Vos. „Al heb je nog zo'n
mooi gedoogpaleis, je houdt de
overlast: de auto-inbraken, de
vuile spuiten. Je doet mensen
uitzettend tekort als je daar niets
i.egen doet."
Trouwens, vindt Vos verder, het
is niet aan de politie om misdrij
ven te gedogen. „Als we drugs
handel graag willen legaliseren,
okee, laat de Tweede Kamer dat
dan maar zeggen. Dat lijkt me een
schone taak voor die 150 men
sen."
Portieken
Op een koude winteravond is het
Nieuwe Westen geen buurt om
vrolijk van te worden. Op de
Nieuwe Binnenweg worden 's
avonds openlijk drugs aangebo
den, in portieken liggen verslaaf
den zichzelf de broodnodige por
tie herome toe te dienen. Vos
stuurt ze weg, maar ze duiken vijf
minuten later weer op, ver
kleumd, ziek en uitgeteerd. Een
niet bang uitgevallen oude vrouw
slaat zich met een paraplu letter
lijk een weg naar haar voordeur,
dwars door de dealende Marokka
nen. De drugsoverlast, verduide
lijkt Vos, bestaat uit meer dan in
braken en vuile spuiten. Hij somt
zijn deprimerende lijstje op: „Ge
weld, intimidatie, verkeerd een
naald zetten, met als gevolg dat
het bloed bij de buren aan de deur
zit, schyten de trap, verkeerd
aanbellen, lawaai van drugsrun
ners."
Hans Vos kent de meeste drugs
panden in zijn wijk. Hij is niet
overal welkom. Aan de Claes de
Vrieselaan wordt helemaal niet
opengedaan Aan de 's-Graven-
dijkwal verschaft de portier pas
toegang tot de volledig verwaar
loosde woning als de laatste ver
slaafde door de achtertuin een
goed heenkomen heeft gezocht.
Terug naar het pand aan de Snel
linckstraat. Het trekt de aandacht
van de wijkagent omdat een vrou
welijke klant opzichtig om haar
dope staat te schreeuwen. Toch
zegt de 'beheerder' dat alles tus-
tig is. De zwangere vrouw die
midden in die ellende woont,
blijft waar ze is, omdat haar man
ook tot zijn nek in de 'scene' zit.
Maar neem nou dat jonge gez:n,
een zijstraat verder, in de Zwaer-
decroonstraat. „Vijf jacu woon ik
hier," zegt Ria (31), n.oeder van
de blozende peuter Eva. .In het
b_gin was het gezellig, we woon
den naast studenten. Maar op een
gegeven moment stopte de huis
baas het hele huis hiernaast vol
met Marokkanen en junks."
Sindsdien is het mis met dat ge
deelte van de Zwaerdecroon-
straat. Er wordt ingebroken in au
to's en huizen, er lopen verslaaf
den in de tuin en tot diep m de
nacht staan haar buren op straat
te schreeuwen, „Mijn dochter kon
er niet van slapen," klaagt Ria. Zij
en haar man hebben de nodige
maatregelen genomen. Een afge
richte hond in de tuin doet won
deren tegen indringers. Aan de
voorkant is het huis voorzien van
tralies. Ria heeft haar portie van
de drugsoverlast wel gehad. „Laat
de verslaafden maar lekker op
Perron Nul zitten," is haar me
ning.
Oorlog
Blijft de vraag wat de politie op
schiet met de jacht op junks. AJs
ze weggejaagd worden, duiken ze
toch altijd ergens anders weer op?
„Ze moeten je kennen," vindt
Vos. „Je moet daar als politie vaak
naar binnen gaan, anders kom je
er nooit meer in. Je moet ze nooit
de indruk geven dat ze daar op
hun gemak zitten. En als ze me
niet binnenlaten, krijgen ze oor
log met mijDan gaat niet altijd
alles honderd procent volgens het
boekje. „Ja," verduidelijkt Vos,
„Met wetboeken in de hand be
reik je niks. In mijn territorium
spreek ik mensen op mijn manier
aan. Ik zoek naar praktische op
lossingen."
En, vervolgt Vos, er is nóg een
voordeel aan zijn regelmatige vi
sites. „Ik weet nou bijvoorbeeld
hoe dat dealpand aan de Snel
linckstraat is ingedeeld. Waar
staat de wachtpost, waar is het
uitdeelloket? Daar kunnen mijn
collega's van profileren als ze
daar ooit een inval doen." En het
nut van die invallen? „Je lost het
probleem er met mee op," erkent
Vos. „Maar mensen zijn in elk ge
val verlost van de overlast. Dan is
iemand anders aan de beurt."
Het is één uur 's nachts. Hans
Vos" dienst zit erop. Ondanks alle
problemen, benadrukt hij, is
Nieuwe Westen/Middelland een
wijk om van te houden. „Het is
met alleen kommer en kwel. Het
is ook een aardige wijk waar 's zo
mers straatfeesten worden ge
houden."
Door Ing« Pranger
Rotterdan - „Dat we daar nog
heel zijr uitgekomen, mag een
wonder neten," zegt Fnts Ver-
maat, bevelvoerder van brand
weerploeg A mt Overschie. „Iede
re keer ds ik de wagen zie staan,
kan ik ire niet voorstellen dat we
daar in hebben gezeten." Ver-
maat wirmt zich in de voorcabine
van de verkreukelde tankauto
spuit on te laten zien hoe hy en
de chauffeur bekneld zaten.
„Zo'n engeluk hebben we nog
nooit neegemaakt. Ja. wel eens
wat bliischade, maar dit?! Ieder
boutje wat krom kan zitten, zit
krom."
Vorigeweek zaterdag rukte de A-
ploeg ril naar een brand op de
West-Kruiskade. Toen de brand
weerwagen bij de Beukelsdijk de
flauwe bocht nam naar de Allard
Pierscnstraat, kwam een achter-
uitrycende personenwagen hen
tegemoet. „Het was eenrichtings
verkeer dus het was nog een
spookrijder ook," schetst chauf
feur Dave Smolders de situatie.
„Ik ton niets anders doen dan
uitwjjken. Had ik dat niet gedaan,
dan <v<uen ei zekei doden geval
len.'
Bij de brand, wat overigens vals
alarm bleek e zijn is de A-ploeg
nooit aangekomen 1> ravage was
er n.et minder om. Vijl auto's wer
den door het voertuig geramd,
wasrna de wagen midden op de
Soms is het groot nieuws. Een
andere keer een klein bericht In
de krant. En het komt zelfs
voor dat nieuws in het grote
aanbod verloren gaat en niet
eens de krant haalt. Er gebeurt
nu eenmaal zo veel In de we
reld. Maar op zaterdag gaat het
Rotterdams Dagblad nog even
verder met een gebeurtenis die
in de voorbije dagen voor ie
mand heel bepalend is ge
weest. Want begrippen als
'groot' en 'klein nieuws' zijn
nogal betrekkelijk. Vraag maar
aan de betrokkene. Vandaag
A PlO£§
K A 2 OveRs<&>e
straat tot stilstand kwam en kan
telde. De personenwagen die het
ongeluk veroorzaakte, is er snel
vandoor gegaan.
Ook de rest van de ploeg vindt dat
Smolders niet beter had kunnen
handelen. Het is volgens officier
Cees Berkhout zeker niet zo - zo
als een aantal kranten het onge
luk schetsten - dat de brandweer
wagen met grote snelheid een an
dere auto zou hebben ingehaald.
„Dat willen we meteen even
rechtzetten," zegt hij. „Veel men
sen denken dat je alles kunt ma
ken als je een sirene op je dak
hebt, maar wij moeten ons net als
ieder ander aan de regels houden.
Door de herrie die we maken, lijkt
het net alsof we met honderd kilo
meter per uur door de bochten
scheuren. Maar met dit logge
voertuig kunnen we vaak met
eens harder dan vijftig kilometer
per uur. Wat dat betreft kun je een
brandweerwagen goed vergelij
ken met een RE r-bus."
Chauffeur Smolders valt Berk
hout bij: „We kaarten, biljarten en
rijden als idioten, dat is het alge
mene beeld wat de meeste men
sen van ons hebben. De eerste re
gel is zorgen dat we het ovenge
verkeer met in gevaar brengen
Daar valt en staat alles mee."
Waar de brandweerlui nog het
meest moeite mee hebbben bij de
verwerking van het ongeluk, is
dat nu plotseling de rollen zijn
omgedraaid Fnts Vermaat hier
over1 „Ik kan het nog steeds niet
verkroppen dat wij het slachtoffer
waren. Dat is een vreemde ge
waarwording. Altijd staan wij aan
de kant van de hulpverleners, wij
komen mensen redden. Nu kwa
men ze ons redden. Naast me zag
ik Dave liggen. Hij was bewuste-
Alle A-ploeg
leden Klein-
polderplein
van de brand
weerkazerne
Overschie zijn
het erover
eens. Zo'n
ongeluk heb
ben we nog
nooit meege
maakt.' Op de
wagen links
bevelvoerder
Frits Vermaat
en rechts
chauffeur Da
ve Smolders.
Foto Njelsvan der
HoeverV
Ft Jtterdams
Dagblad
loos; dus ik moest handelen. Maar
ik had het gevoel dat ik mezelf
niet meer m de hand had." Toch
heeft Vermaat in een roes precies
de goede dingen gedaan: de
alarmcentrale gewaarschuwd en
de nog draaiende motor afgezet.
Chauffeur Smolder was helemaal
van de wereld. „Toen ik bijkwam,
kon ik me mets meer herinneren.
Op eigen kracht klauterde ik uit
de cabine, zag hulpverleners
rondlopen en ik dacht dat ik één
van hen was. Ik had gewoon niet
doordat ik het slachtoffer was.
Het ongeluk -g lang niet ver
werkt. „Het aj vi eselijk snel ge
gaan." zegt Vermaat. .Allemaal
zijn we nog delen kwijt. Praten,
praten, praten dus."
Willem Verschoor, ook van de A-
plocg, is net terug van een vier
daags bezoek uit het Dykzigtzie-
kenhuis. Hij heeft een gebroken
ruggewervel opgelopen. Fnts
Vermaat loopt nog met zijn on
derarm in hel gips en heeft zijn
duim gebroken. Ook de chauffeur
van een van de geramde perso
nenauto's raakte lichtgewond.
„We weten nog niet hoe het met
hem is, maar daar gaan we zeker
naar informeren."
Gelukkig is iedereen er goed van
af gekomen. Volgens officier Cees
Berkhout is dat grotendeels te
danken aan de goede constructie
van de wagen. „De verongelukte
wagen is wel met zo geavanceerd
als onze allernieuwste spuitwa-
gen, een wereldprimeur qua pre
ventie, maar heeft toch genoeg
bescherming geboden. Godzij
dank walen de zijraarnpjes bij
voorbeeld van plexiglas en had
den we aan de binnenkant van de
voorruit een laagje folie geplakt.
Zonder deze voorzorgsmaatrege
len had het er voor Fnts Vermaat
en Dave Smolders slecht uitge
zien."
Parallel aan de NCRV-televisie-
serie 'Uit de school geklapt',
waarin elke maandagavond de
denkbeeldige klas 3C van de
'Hugo de Groot School' centraal
staat, volgt verslaggeefster Je-
lande van der Graaf klas 3C van
de echte, Rotterdamse Scholen
gemeenschap Hugo de Groot.
Twaalf zaterdagen belicht het
Rotterdams Dagblad het thema
van de voorgaande aflevering.
Een indringende en realistische
kijk op zaken als vooroordelen,
alcoholisme, spijbelen of milieu.
Deze week: een portret van leraar Nederlands Leo Wijer.
Leo Wij'ers in
klas 3C: 'Ze
hadden geen
betere leraar
kunnen tref-
Foto Niels
van der Hoeven/
Rotterdams
Dagblad
Hij stuurt zeiden iemand de klas
uit, geeft bijna nooit strafwerk en
kan tegen een lolletje. Vindt zich
zelf nogal druk en best aardig,
hoewel hij behoorlijk ironisch,
soms zelfs een tikje sarcastisch
uit de hoek kan komen. De ideale
leraar? Misschien wel, maar met
Leo Wijers valt geen loopje te ne
men. Wat er ook gebeurt, de 52-ja-
rige docent Nederlands heeft zijn
scholieren altijd onder controle.
Een druilerige woensdagmiddag,
het eerste lesuur na de etenspau-
ze. Klas 3C haalt de boeken en
schriften uit de rugzak. Vandaag
bedrijvende en lijdende zinnen,
voor velen een lastig en vervelend
onderdeel van de Nederlandse
grammatica. Iemand vraagt om
een blaadje. „Daar kan ik niet aan
beginnen," antwoordt Wijers, die
zich niet of nauwelijks stoort aan
het gebabbel en overgaat tot de
orde van de dag. Net zoals hy dat
altijd heeft gedaan.
In augustus is het precies dertig
jaar geleden dat de Rotterdam
mer Hugo de Groot's dependance
aan de Schere binnenstapte. Vers
van de kweekschool, regelrecht
uit militaire dienst. „Ik zwaaide
op zaterdag af en kon maandag
beginnen," herinnert hij zich.
„Dat deed ik dus maar."
De meeste docenten hebben hun
beslissing om in het onderwijs te
gaan lang overwogen en koeste
ren hoopvolle verwachtingen,
vaak zelfs heel hoge idealen van
hun vak. Niet Leo Wijers. „Wel
nee. Ik was zeventien toen ik van
de HBS kwam. Die school heb ik
zonder problemen doorlopen,
omdat ik nu eenmaal iets intelli
genter ben dan de gemiddelde
mens. Een echte studie zag ik op
dat moment niet zitten en ik ging
daarom naar de kweekschool."
„Idealen om jongeren ook een
stukje maatschappelijke en socia
le achtergrond mee te geven, zo
dat ze later als betere mensen
door het leven gaan, heb ik nooit
gehad. Het overbrengen van zul
ke zaken hoort bij het onderwijs
en is je taak. Ik wilde leraar wor
den omdat lesgeven me leuk leek.
Bovendien was ik erg gehecht ge
raakt aan die lange schoolvakan
ties,"
Beverly Hills
Zijn lokaal staat vol planten, aan
de muur hangen posters. Boven
het bord prijken Kelly, Brandon,
Brenda en Dylan uit Beverly Hills
90210: een televisieserie die geen
enkele zichzelf respecterende
scholier wil missen. „Ze kwamen
ermee aan, dus hing ik die poster
op," vervolgt Wijers. „Ik hang al
les cp. Uh, wel binnen zekere
grenzen natuurlijk. Hier op
school ben ik de enige die van zijn
lokaal een soort verlengde van de
kantine maakt. Ik vind het leuk
om de klas vol te zetten met aller
lei spullen, *vant ik moet er ten
slotte zelf ook de hele dag tegen
aan kijken."
Aangeland bij oefening 8 dienen
de leerlingen één voor één een zin
op te lezen. Als snel blijkt dat lang
niet iedereen het huiswerk heeft
gemaakt. Taferelen van woeden
de, scheldende leraren verschij
nen voor het geestesoog. Maar
wonderbaarlijk genoeg blijft de
docent akelig kalm en vraagt hij
zonder de stem te verheffen:
Waarom heb je je huiswerk niet
gemaakt?" De scholier geeft een
ontwijkend antwoord. Leo Wijers
laat het zo, maar slaagt er wel in
om een schuldgevoel te creeren.
Doceren, opletten, waarschuwen,
stimuleren... Is het lesgev-1
zwaarder dan in de beginpenoc
Wijers: ..Dat kan ik niet beoorde
len, omdat ik zelf met het onder
wijs ben meegegroeid Het is een
fabeltje dat de jeugd steeds moei
lijker is geworden. Het probleem
is dat de meeste kinderen te hoog
geplaatst zijn: scholieren op het
atheneum die beter op de Havo
hadden kunnen zitten, leerlingen
in het Havo die in een Mavo-klas
thuishoren, ga zo maar door. Ou
ders van nu willen hoog scoren
met hun kinderen. Kost wat het1
kost en dat maakt het werk van de
leraar er met eenvoudiger op."
„Een ander probleem is dat Mavo
scholieren over het algemeen met
zo getalenteerd zijn, zich niet
lang kunnen concentreren en
niet lang met huiswerk bezig
kunnen zijn. Je moet als leraar
hard knokken om er zoveel moge
lijk uit te halen. Kinderen hebben
tegenwoordig ook een slechte al
gemene ontwikkeling. Praat je
over literatuur uit de zeventiende
eeuw, dan weet niemand meer dat
in diezelfde jaren de Tachtigjari
ge Oorlog woedde. Dat ligt m mijn
ogen vooral aan de basisscholen.
Daar gebeurt veel minder dan
vroeger, toen je nog werd volge-
stampt met allerlei feitjes.'
Ook het lezen schiet erbij in, stelt
de docent vast. De televisie, radio
er. disco hebben de boeken ver
drongen. Met alle gevolgen van
dien. Op de Hugo de Groot-school -
is een 'Iees-projeet' ingesteld. Elk
schooljaar moeten naast de boe-
ken voor de eindexamenlijst on
geveer zes boeken gelezen wor
den. Achttien stuks in drie jaar
tijd. Volgens Wijers heel wat meer -
boeken dan sommige volwassen
gedurende hun hele leven inkij
ken.
Grapjes
Een 3C'er krijgt de beurt. De leer
ling bladert door zijn boek, zoekt
een stencil, maar kan het niet vin
den. „Het is toch al weer even ge
leden dat de multomap werd uit
gevonden," zegt Wijers droog. De
klas grinnikt. Grapjes, die horen 1
by Nederlands. „Zonder grapjes
kan het met. Er zijn collega's die
nooit een geintje maken, maar ik t
word nerveus als het allemaal zo
serieus gaat. Ik ben ook nogal
druk. Logisch dus dat mijn klas
wat rommelig aandoet. Maar in al
die jaren is nog nooit uit de hand
gelopen."
Uit de klas sturen is er niet bij.
Tenminste, niet zoals andere do-
centen van de Hugo de Groot
School dat doen. Wie het te bont
heeft gemaakt, dient zich officieel -
bij de conciërge en, veel erger, bij
de conrector te melden. Wijers
laat iemand in 'noodgevallen' af
koelen op de gang of in de kanti
ne. Ook strafwerk deelt hij zelden
of nooit uit. „Pas deed een klas
echt vervelend," vertelt hij. „Ik
vroeg ze niet alleen of ze straf
werk wilden, ma- -.telde ook de j
vraag of dat eigenlijk wel zou hel-
pen. Je ziet ze denken. Zoiets
werkt beter dan strafwerk."
Hoewel hij harder moet aanpoten
om zijn leerlingen bij de les te
houden, blijft onderwijs naast het l
bouwen van een modeltreinen-
baan op zolder een van zijn gelief-
de bezigheden. „Dat moet ook
wel, anders had ik het geen dertig
jaar uitgehouden," besluit Leo
Wijers. „Maar ergens, ver in je 1
achterhoofd, speelt altijd de vrees
mee om het overwicht over een
klas te verliezen. Je hoort over
collega's die het altijd perfect
doen en opeens afknappen. Do
centen reppen niet over hun pro
blemen, houden de schone schyn
op, totdat het te laat is. Dat is jam- 1
mer en onnodig, omdat leraren
elkaar kunnen bijstaan. Of ik er
0<>k last van heb? Absoluut niet.
Ik blijf doorgaan met lesgeven,
zolang ik het laatste woord maar
heb." 1