Rotte 15 Ook mooiste gedoogpaleis geeft drugsoverlast Wonder dat we heel uit die brandweerwagen zijn gekomen' Week I m, 'Je doet mensen ontzettend tekort als je niets doet tegen dealpanden' De van Altijd het laatste woord UIT DE Rotterdams Dagblad Zaterdag 6 februari 1993 Gedooglanden waar drugsdealers ongestoord hun gang kunnen gaan, bestaan niet in Rotterdam. Nóg niet, maar daar kan verandering in komen. Dominee Hans Visser ziet wel wat in speciale huizen naar 'zonder overlast en gerotzooi'vraag en aanbod ap elkaar afgestemd kunnen worden. Voor één keer leek korpschef Hessing het eens te zijn met de recalcitrante predikant. Als je toch niks wezenlijks kunt doen tegen dealpanden, kun je ze misschien maar beter met rust laten zolang ze niet teveel overlast geven, is de redenering. Misschien dat de tUende van Perron-Nul dan in één klap is opgelost. Maar kun je wel dealen zonder overlast? Nee, vindende bewoners van Nieuwe Westen/ Middelland, en wijkagent Hans Vos is het met hen eens. Het Rotterdams Dagblad trok een avond met hem op. Hoofdagent Hans Vos maakt een 'bewoonster' van een dealpand wakker en contro leert haar bankpas: 'Wegwe zen'. Foto Jaap Rozema Door Peter Louwerse Rotterdam - Als wijkagent Hans Vos-in burger-om tien uur's avonds aanbelt bij een drugspand aan de Snellinckstraat gaat eerst het gordijn "oorzichtig open. „Als de gordijnen dichtblij- ven," legt Vos uit, „dan wordt er niet gehandeld." Maar vandaag wordt er wel gehandeld. De wijkagent, die met zijn lange paar- destaart niet oogt als de doorsnee diender, mag binnenkomen. agent. „Nee," antwoordt de man koeltjes, „ik ben Nederlander." De agent wil weten wat de Moku mer in Rotterdam komt doen. „Gewoon kijkenzegt de man rustig. „Valt hier iets te zien dan," bekt Vos hem af. „Nee toch, mo ven. Een fijn plan. hè." Halverwege de trap staat een nog jonge jongen. Als Vos zich legiti meert als politieman schreeuwt de puber: „PolitieDat vindt de agentniet leuk: „Bek houwe," bijt hij de'jeugdige portier toe en als de jongen een dreigende houding aanneemt, kan hij ook nog een oplawaai krijgen van de robuuste hoofdagent. Maar het kwaad, realiseert Hans Vos 2ich, is dan al geschied. Het gestommel op de bovenverdie ping verraadt een koortsachtige activiteit van de gealarmeerde junks: ze bergen de heroine op. Vos stormtnaar boven waar de ze ven. verslaafden en hun dealer (hij noemt zich beheerder) in een piepklein achterkamertje keurig in een kring zitten. De onschuld straalt van hun gezichten af, maar op tafel liggen vier messen, een lepel en vat zilverpapier. De agent schreeuwt, gooit alle mes sen van tafel op de grond en ver blindt de verbaasde drugsgebrui kers stuk v)or stuk met zijn zak lantaarn, Daarna spreekt hij ze al lemaal persoonlijk aan: „Wegwe zen, dit val me erg van je tegen." Tegen een man achter de deur: „Ik heb nét graag dat je achter me staat, daar word ik erg boos van." Een kluitj; Surinamers sjokt ge hoorzaam de trap af. Een brutale Amsterdammer, keurig in het pak, blijftgewoon zitten. „Heb je jc paspoert bij je?" vraagt de Wip-adres Dan wordt de slaapkamer ernaast uitgemest. De vangst: drie sla pende verslaafden. Ze druipen berustend af. En allemaal langs de trap van de beneden buurvrouw, een zwangere vrouw, die volledig overstuur aan een si garet trekt. „Ik ben blij dat je die junks eruit gooit." zegt ze tegen Hans Vos. „Maar kan je die lui van hier beneden ook niet aan pakken? Ze kggen hier de hele tijd te ketsen." De benedenwoning wordt ge bruikt als 'wip-adres' voor hero- inehoeren die een hotel te duur vinden ..Ja," zucht Hans Vos. „Je begrijpt niet datje in zo'n omge ving een nummer wilt maken." Het huis is inderdaad niet de per fecte erff|urage voor een erotisch avontuur. Een onbeschrijflijke bende, vol met afval, sigarette- peuken, afgedankte gebruiks voorwerpen en matrassen Het lijkt meer op een vuilnisbelt dan op een woning, er liggen zelfs drollen op de vloer. En tussen die troep ligt, meengekruld op een smerig bankstel, een negerin tc slapen. De hoofdagent maakt haar wakker. Ze verliest een mes als ze opstaat. „Ben je niet bang dat je dat in je nek krijgt als je slaapt?" vraagt Vos. De vrouw reageert niet. „Ik ben al weg," zegt ze. „Kijk nou eens naar dit huis," zegt Vos.Anderhalf jaar geleden voor 40.000 gulden gerenoveerd, en er is niks meer van over." In de deuren zitten enorme gaten, het keukenblok is vernield, de badka mer is onherkenbaar. Parkeerboetes Zomaar een pand aan de Snel linckstraat: een gewone buiten kant maskeert het intens trieste leven achter die muren. Het is maar één van de talrijke drugs panden in de wijken Middelland en Nieuwe Westen, waar Vos z-«s wijkagent de scepter zwaait. Vos gebruikt bewust steeds de bena mingen 'dealpand' of 'drugs pand'. „Gedoogpanden," zegt hij stellig, „hebben wij hier met. Do minee Visser heeft heel voorzich tig de bewonersvereniging ge polst of hij hier een pand mocht kopen. De bewoners verklaren hem de oorlog als hij dat doet, ze vechten hem kapot. En wij ais po litie steunen die opvatting." Dat dealpanden tijdelijk toch met rust worden gelaten, komt enkel en alleen door gebrek aan man kracht bij de politie, legt Vos uit. Als de politie veel klachten krijgt over een pand, komt het gewoon op een lijst te staan van de Afde ling Lokale Projecten (ALP). Die doen dan met een mannetje of tien een inval, nemen alles in be slag en pakken de aanwezigen op. „Gedogen van drugshandel kun je gewoon niet maken," licht Vos toe. „Aan de ene kant schrijf je parkeerboetes uit cn met dc Wet Mulder in de hand verkoopje des noods de auto om de boete te in nen. Ja, want dat gebéürt hoor. Aan de andere kant ga je een mis drijf als drugshandel gedogen. Dat kan toch niet?" Perron Nul is geen ideale oplos sing, vindt ook Vos. Maar hy wil niets, maar dan ook helemaal niets weten van Vissers utopische beschrijving van de gedoogpan den: verslaafden die fijn in hun eigen wijk blijven gebruiken, zonder overlast, zonder gerotzooi met de buurt „Aan de rafelige randjes van de stad," zoals de do minee het uitdrukt. Een luchtkas teel, vindt Vos. „Al heb je nog zo'n mooi gedoogpaleis, je houdt de overlast: de auto-inbraken, de vuile spuiten. Je doet mensen uitzettend tekort als je daar niets i.egen doet." Trouwens, vindt Vos verder, het is niet aan de politie om misdrij ven te gedogen. „Als we drugs handel graag willen legaliseren, okee, laat de Tweede Kamer dat dan maar zeggen. Dat lijkt me een schone taak voor die 150 men sen." Portieken Op een koude winteravond is het Nieuwe Westen geen buurt om vrolijk van te worden. Op de Nieuwe Binnenweg worden 's avonds openlijk drugs aangebo den, in portieken liggen verslaaf den zichzelf de broodnodige por tie herome toe te dienen. Vos stuurt ze weg, maar ze duiken vijf minuten later weer op, ver kleumd, ziek en uitgeteerd. Een niet bang uitgevallen oude vrouw slaat zich met een paraplu letter lijk een weg naar haar voordeur, dwars door de dealende Marokka nen. De drugsoverlast, verduide lijkt Vos, bestaat uit meer dan in braken en vuile spuiten. Hij somt zijn deprimerende lijstje op: „Ge weld, intimidatie, verkeerd een naald zetten, met als gevolg dat het bloed bij de buren aan de deur zit, schyten de trap, verkeerd aanbellen, lawaai van drugsrun ners." Hans Vos kent de meeste drugs panden in zijn wijk. Hij is niet overal welkom. Aan de Claes de Vrieselaan wordt helemaal niet opengedaan Aan de 's-Graven- dijkwal verschaft de portier pas toegang tot de volledig verwaar loosde woning als de laatste ver slaafde door de achtertuin een goed heenkomen heeft gezocht. Terug naar het pand aan de Snel linckstraat. Het trekt de aandacht van de wijkagent omdat een vrou welijke klant opzichtig om haar dope staat te schreeuwen. Toch zegt de 'beheerder' dat alles tus- tig is. De zwangere vrouw die midden in die ellende woont, blijft waar ze is, omdat haar man ook tot zijn nek in de 'scene' zit. Maar neem nou dat jonge gez:n, een zijstraat verder, in de Zwaer- decroonstraat. „Vijf jacu woon ik hier," zegt Ria (31), n.oeder van de blozende peuter Eva. .In het b_gin was het gezellig, we woon den naast studenten. Maar op een gegeven moment stopte de huis baas het hele huis hiernaast vol met Marokkanen en junks." Sindsdien is het mis met dat ge deelte van de Zwaerdecroon- straat. Er wordt ingebroken in au to's en huizen, er lopen verslaaf den in de tuin en tot diep m de nacht staan haar buren op straat te schreeuwen, „Mijn dochter kon er niet van slapen," klaagt Ria. Zij en haar man hebben de nodige maatregelen genomen. Een afge richte hond in de tuin doet won deren tegen indringers. Aan de voorkant is het huis voorzien van tralies. Ria heeft haar portie van de drugsoverlast wel gehad. „Laat de verslaafden maar lekker op Perron Nul zitten," is haar me ning. Oorlog Blijft de vraag wat de politie op schiet met de jacht op junks. AJs ze weggejaagd worden, duiken ze toch altijd ergens anders weer op? „Ze moeten je kennen," vindt Vos. „Je moet daar als politie vaak naar binnen gaan, anders kom je er nooit meer in. Je moet ze nooit de indruk geven dat ze daar op hun gemak zitten. En als ze me niet binnenlaten, krijgen ze oor log met mijDan gaat niet altijd alles honderd procent volgens het boekje. „Ja," verduidelijkt Vos, „Met wetboeken in de hand be reik je niks. In mijn territorium spreek ik mensen op mijn manier aan. Ik zoek naar praktische op lossingen." En, vervolgt Vos, er is nóg een voordeel aan zijn regelmatige vi sites. „Ik weet nou bijvoorbeeld hoe dat dealpand aan de Snel linckstraat is ingedeeld. Waar staat de wachtpost, waar is het uitdeelloket? Daar kunnen mijn collega's van profileren als ze daar ooit een inval doen." En het nut van die invallen? „Je lost het probleem er met mee op," erkent Vos. „Maar mensen zijn in elk ge val verlost van de overlast. Dan is iemand anders aan de beurt." Het is één uur 's nachts. Hans Vos" dienst zit erop. Ondanks alle problemen, benadrukt hij, is Nieuwe Westen/Middelland een wijk om van te houden. „Het is met alleen kommer en kwel. Het is ook een aardige wijk waar 's zo mers straatfeesten worden ge houden." Door Ing« Pranger Rotterdan - „Dat we daar nog heel zijr uitgekomen, mag een wonder neten," zegt Fnts Ver- maat, bevelvoerder van brand weerploeg A mt Overschie. „Iede re keer ds ik de wagen zie staan, kan ik ire niet voorstellen dat we daar in hebben gezeten." Ver- maat wirmt zich in de voorcabine van de verkreukelde tankauto spuit on te laten zien hoe hy en de chauffeur bekneld zaten. „Zo'n engeluk hebben we nog nooit neegemaakt. Ja. wel eens wat bliischade, maar dit?! Ieder boutje wat krom kan zitten, zit krom." Vorigeweek zaterdag rukte de A- ploeg ril naar een brand op de West-Kruiskade. Toen de brand weerwagen bij de Beukelsdijk de flauwe bocht nam naar de Allard Pierscnstraat, kwam een achter- uitrycende personenwagen hen tegemoet. „Het was eenrichtings verkeer dus het was nog een spookrijder ook," schetst chauf feur Dave Smolders de situatie. „Ik ton niets anders doen dan uitwjjken. Had ik dat niet gedaan, dan <v<uen ei zekei doden geval len.' Bij de brand, wat overigens vals alarm bleek e zijn is de A-ploeg nooit aangekomen 1> ravage was er n.et minder om. Vijl auto's wer den door het voertuig geramd, wasrna de wagen midden op de Soms is het groot nieuws. Een andere keer een klein bericht In de krant. En het komt zelfs voor dat nieuws in het grote aanbod verloren gaat en niet eens de krant haalt. Er gebeurt nu eenmaal zo veel In de we reld. Maar op zaterdag gaat het Rotterdams Dagblad nog even verder met een gebeurtenis die in de voorbije dagen voor ie mand heel bepalend is ge weest. Want begrippen als 'groot' en 'klein nieuws' zijn nogal betrekkelijk. Vraag maar aan de betrokkene. Vandaag A PlO£§ K A 2 OveRs<&>e straat tot stilstand kwam en kan telde. De personenwagen die het ongeluk veroorzaakte, is er snel vandoor gegaan. Ook de rest van de ploeg vindt dat Smolders niet beter had kunnen handelen. Het is volgens officier Cees Berkhout zeker niet zo - zo als een aantal kranten het onge luk schetsten - dat de brandweer wagen met grote snelheid een an dere auto zou hebben ingehaald. „Dat willen we meteen even rechtzetten," zegt hij. „Veel men sen denken dat je alles kunt ma ken als je een sirene op je dak hebt, maar wij moeten ons net als ieder ander aan de regels houden. Door de herrie die we maken, lijkt het net alsof we met honderd kilo meter per uur door de bochten scheuren. Maar met dit logge voertuig kunnen we vaak met eens harder dan vijftig kilometer per uur. Wat dat betreft kun je een brandweerwagen goed vergelij ken met een RE r-bus." Chauffeur Smolders valt Berk hout bij: „We kaarten, biljarten en rijden als idioten, dat is het alge mene beeld wat de meeste men sen van ons hebben. De eerste re gel is zorgen dat we het ovenge verkeer met in gevaar brengen Daar valt en staat alles mee." Waar de brandweerlui nog het meest moeite mee hebbben bij de verwerking van het ongeluk, is dat nu plotseling de rollen zijn omgedraaid Fnts Vermaat hier over1 „Ik kan het nog steeds niet verkroppen dat wij het slachtoffer waren. Dat is een vreemde ge waarwording. Altijd staan wij aan de kant van de hulpverleners, wij komen mensen redden. Nu kwa men ze ons redden. Naast me zag ik Dave liggen. Hij was bewuste- Alle A-ploeg leden Klein- polderplein van de brand weerkazerne Overschie zijn het erover eens. Zo'n ongeluk heb ben we nog nooit meege maakt.' Op de wagen links bevelvoerder Frits Vermaat en rechts chauffeur Da ve Smolders. Foto Njelsvan der HoeverV Ft Jtterdams Dagblad loos; dus ik moest handelen. Maar ik had het gevoel dat ik mezelf niet meer m de hand had." Toch heeft Vermaat in een roes precies de goede dingen gedaan: de alarmcentrale gewaarschuwd en de nog draaiende motor afgezet. Chauffeur Smolder was helemaal van de wereld. „Toen ik bijkwam, kon ik me mets meer herinneren. Op eigen kracht klauterde ik uit de cabine, zag hulpverleners rondlopen en ik dacht dat ik één van hen was. Ik had gewoon niet doordat ik het slachtoffer was. Het ongeluk -g lang niet ver werkt. „Het aj vi eselijk snel ge gaan." zegt Vermaat. .Allemaal zijn we nog delen kwijt. Praten, praten, praten dus." Willem Verschoor, ook van de A- plocg, is net terug van een vier daags bezoek uit het Dykzigtzie- kenhuis. Hij heeft een gebroken ruggewervel opgelopen. Fnts Vermaat loopt nog met zijn on derarm in hel gips en heeft zijn duim gebroken. Ook de chauffeur van een van de geramde perso nenauto's raakte lichtgewond. „We weten nog niet hoe het met hem is, maar daar gaan we zeker naar informeren." Gelukkig is iedereen er goed van af gekomen. Volgens officier Cees Berkhout is dat grotendeels te danken aan de goede constructie van de wagen. „De verongelukte wagen is wel met zo geavanceerd als onze allernieuwste spuitwa- gen, een wereldprimeur qua pre ventie, maar heeft toch genoeg bescherming geboden. Godzij dank walen de zijraarnpjes bij voorbeeld van plexiglas en had den we aan de binnenkant van de voorruit een laagje folie geplakt. Zonder deze voorzorgsmaatrege len had het er voor Fnts Vermaat en Dave Smolders slecht uitge zien." Parallel aan de NCRV-televisie- serie 'Uit de school geklapt', waarin elke maandagavond de denkbeeldige klas 3C van de 'Hugo de Groot School' centraal staat, volgt verslaggeefster Je- lande van der Graaf klas 3C van de echte, Rotterdamse Scholen gemeenschap Hugo de Groot. Twaalf zaterdagen belicht het Rotterdams Dagblad het thema van de voorgaande aflevering. Een indringende en realistische kijk op zaken als vooroordelen, alcoholisme, spijbelen of milieu. Deze week: een portret van leraar Nederlands Leo Wijer. Leo Wij'ers in klas 3C: 'Ze hadden geen betere leraar kunnen tref- Foto Niels van der Hoeven/ Rotterdams Dagblad Hij stuurt zeiden iemand de klas uit, geeft bijna nooit strafwerk en kan tegen een lolletje. Vindt zich zelf nogal druk en best aardig, hoewel hij behoorlijk ironisch, soms zelfs een tikje sarcastisch uit de hoek kan komen. De ideale leraar? Misschien wel, maar met Leo Wijers valt geen loopje te ne men. Wat er ook gebeurt, de 52-ja- rige docent Nederlands heeft zijn scholieren altijd onder controle. Een druilerige woensdagmiddag, het eerste lesuur na de etenspau- ze. Klas 3C haalt de boeken en schriften uit de rugzak. Vandaag bedrijvende en lijdende zinnen, voor velen een lastig en vervelend onderdeel van de Nederlandse grammatica. Iemand vraagt om een blaadje. „Daar kan ik niet aan beginnen," antwoordt Wijers, die zich niet of nauwelijks stoort aan het gebabbel en overgaat tot de orde van de dag. Net zoals hy dat altijd heeft gedaan. In augustus is het precies dertig jaar geleden dat de Rotterdam mer Hugo de Groot's dependance aan de Schere binnenstapte. Vers van de kweekschool, regelrecht uit militaire dienst. „Ik zwaaide op zaterdag af en kon maandag beginnen," herinnert hij zich. „Dat deed ik dus maar." De meeste docenten hebben hun beslissing om in het onderwijs te gaan lang overwogen en koeste ren hoopvolle verwachtingen, vaak zelfs heel hoge idealen van hun vak. Niet Leo Wijers. „Wel nee. Ik was zeventien toen ik van de HBS kwam. Die school heb ik zonder problemen doorlopen, omdat ik nu eenmaal iets intelli genter ben dan de gemiddelde mens. Een echte studie zag ik op dat moment niet zitten en ik ging daarom naar de kweekschool." „Idealen om jongeren ook een stukje maatschappelijke en socia le achtergrond mee te geven, zo dat ze later als betere mensen door het leven gaan, heb ik nooit gehad. Het overbrengen van zul ke zaken hoort bij het onderwijs en is je taak. Ik wilde leraar wor den omdat lesgeven me leuk leek. Bovendien was ik erg gehecht ge raakt aan die lange schoolvakan ties," Beverly Hills Zijn lokaal staat vol planten, aan de muur hangen posters. Boven het bord prijken Kelly, Brandon, Brenda en Dylan uit Beverly Hills 90210: een televisieserie die geen enkele zichzelf respecterende scholier wil missen. „Ze kwamen ermee aan, dus hing ik die poster op," vervolgt Wijers. „Ik hang al les cp. Uh, wel binnen zekere grenzen natuurlijk. Hier op school ben ik de enige die van zijn lokaal een soort verlengde van de kantine maakt. Ik vind het leuk om de klas vol te zetten met aller lei spullen, *vant ik moet er ten slotte zelf ook de hele dag tegen aan kijken." Aangeland bij oefening 8 dienen de leerlingen één voor één een zin op te lezen. Als snel blijkt dat lang niet iedereen het huiswerk heeft gemaakt. Taferelen van woeden de, scheldende leraren verschij nen voor het geestesoog. Maar wonderbaarlijk genoeg blijft de docent akelig kalm en vraagt hij zonder de stem te verheffen: Waarom heb je je huiswerk niet gemaakt?" De scholier geeft een ontwijkend antwoord. Leo Wijers laat het zo, maar slaagt er wel in om een schuldgevoel te creeren. Doceren, opletten, waarschuwen, stimuleren... Is het lesgev-1 zwaarder dan in de beginpenoc Wijers: ..Dat kan ik niet beoorde len, omdat ik zelf met het onder wijs ben meegegroeid Het is een fabeltje dat de jeugd steeds moei lijker is geworden. Het probleem is dat de meeste kinderen te hoog geplaatst zijn: scholieren op het atheneum die beter op de Havo hadden kunnen zitten, leerlingen in het Havo die in een Mavo-klas thuishoren, ga zo maar door. Ou ders van nu willen hoog scoren met hun kinderen. Kost wat het1 kost en dat maakt het werk van de leraar er met eenvoudiger op." „Een ander probleem is dat Mavo scholieren over het algemeen met zo getalenteerd zijn, zich niet lang kunnen concentreren en niet lang met huiswerk bezig kunnen zijn. Je moet als leraar hard knokken om er zoveel moge lijk uit te halen. Kinderen hebben tegenwoordig ook een slechte al gemene ontwikkeling. Praat je over literatuur uit de zeventiende eeuw, dan weet niemand meer dat in diezelfde jaren de Tachtigjari ge Oorlog woedde. Dat ligt m mijn ogen vooral aan de basisscholen. Daar gebeurt veel minder dan vroeger, toen je nog werd volge- stampt met allerlei feitjes.' Ook het lezen schiet erbij in, stelt de docent vast. De televisie, radio er. disco hebben de boeken ver drongen. Met alle gevolgen van dien. Op de Hugo de Groot-school - is een 'Iees-projeet' ingesteld. Elk schooljaar moeten naast de boe- ken voor de eindexamenlijst on geveer zes boeken gelezen wor den. Achttien stuks in drie jaar tijd. Volgens Wijers heel wat meer - boeken dan sommige volwassen gedurende hun hele leven inkij ken. Grapjes Een 3C'er krijgt de beurt. De leer ling bladert door zijn boek, zoekt een stencil, maar kan het niet vin den. „Het is toch al weer even ge leden dat de multomap werd uit gevonden," zegt Wijers droog. De klas grinnikt. Grapjes, die horen 1 by Nederlands. „Zonder grapjes kan het met. Er zijn collega's die nooit een geintje maken, maar ik t word nerveus als het allemaal zo serieus gaat. Ik ben ook nogal druk. Logisch dus dat mijn klas wat rommelig aandoet. Maar in al die jaren is nog nooit uit de hand gelopen." Uit de klas sturen is er niet bij. Tenminste, niet zoals andere do- centen van de Hugo de Groot School dat doen. Wie het te bont heeft gemaakt, dient zich officieel - bij de conciërge en, veel erger, bij de conrector te melden. Wijers laat iemand in 'noodgevallen' af koelen op de gang of in de kanti ne. Ook strafwerk deelt hij zelden of nooit uit. „Pas deed een klas echt vervelend," vertelt hij. „Ik vroeg ze niet alleen of ze straf werk wilden, ma- -.telde ook de j vraag of dat eigenlijk wel zou hel- pen. Je ziet ze denken. Zoiets werkt beter dan strafwerk." Hoewel hij harder moet aanpoten om zijn leerlingen bij de les te houden, blijft onderwijs naast het l bouwen van een modeltreinen- baan op zolder een van zijn gelief- de bezigheden. „Dat moet ook wel, anders had ik het geen dertig jaar uitgehouden," besluit Leo Wijers. „Maar ergens, ver in je 1 achterhoofd, speelt altijd de vrees mee om het overwicht over een klas te verliezen. Je hoort over collega's die het altijd perfect doen en opeens afknappen. Do centen reppen niet over hun pro blemen, houden de schone schyn op, totdat het te laat is. Dat is jam- 1 mer en onnodig, omdat leraren elkaar kunnen bijstaan. Of ik er 0<>k last van heb? Absoluut niet. Ik blijf doorgaan met lesgeven, zolang ik het laatste woord maar heb." 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1993 | | pagina 1