3 X Ziek worden in het ziekenhuis De Nederlandse dubbelrol in Suriname Amsterdam huilt Ouders van verkrachting verdachte scholier voelen zich machteloos Rotterdams Dagblad Commentaar Djanko kAlvERE» VERBRAK Majoor Koenders: Buitenlandse Zaken maakte het voor ons onmogelijk Rotterdams Dagblad Dinsdag 23 april 1996 Door Men no Haddeman Schiedam Misser na misser van zowel openbare basisschool De Troubadour, de gemeentelijke Dienst Educatie, als de politic zijn de oorzaak van de hetze die is ont staan tegen een 12-jaiige jongen uit Schiedam. Dat meent de vader van de jongen, die er door de moe der van een 11-jarig klasgenootje van wordt beschuldigd in januari van dit jaar haar dochter in de bosjes voor haar woning te heb ben verkracht. „De kinderen zijn in een leeftijd dat ze zich onder meer seksueel aan het ontwikke len zijn. Die twee kinderen heb ben wat geëxperimenteerd. Door dat de school daar zo onbeholpen op heeft gereageerd is de situatie compleet uit z'n verband gerukt." Al bijna twee maanden vechten dc ouders van de Schiedamse jon gen tegen de loop van de gebeur tenissen.. Hun zoon, amper 12 jaar, zou zich, volgens de moeder van het meisje, schuldig hebben gemaakt aan de verkrachting van haar dochter. De jongen is zich echter van geen kwaad bewust en verklaarde tijdens een verhoor op het Schiedamse politiebureau dat hij samen met het meisje wat spelletjes aan het doen was. Ook verklaarde hij dal het meisje erin toestemde. „In het proces-verbaal staat dat de handelingen op initiatief van het bewuste meisje gebeurde," zegt de vader van de jongen. „Het meisje heeft zelfs verklaard dat mijn zoon haar 'vriendje' was." „Waar ik boos over word is het op treden van dc politie tijdens het verhoor en het opstellen van de verklaring," gaat de vader verder. „De politie spreekt over penetra- tic, maar houdt er geen rekening mee dat het om kinderen gaat. Daarbij komt dat beiden met hun broek op hun knieën in de bosjes zaten, dat het half januari was en tien graden vroor. Hoe kan je dan hot woord geslachtsgemeenschap gebruiken. Die kinderen hebben wat op elkaar gelegen en samen geëxperimenteerd. De politie gaat uit van een volwassenen-situatie en vergeet dat het om kinderen van II en 12 jaar gaat." Niet alleen het optreden van de •jjölitie, ook de_hjoudir)g ,van de 'school is vólgens de vader' totaal verkeerd. „Op 20 februari worden wij gebeld door G. Brinkman, de leerkracht van onze zoon. Die zegt dat het beter is de jongen de vol gende dag thuis te houden. Brink man vertelt dat hij samen met een aantal moeders aangifte op het politiebureau heeft gedaan. Wij weten op dat moment nog hele maal niet wat er aan de hand is. Brinkman vertelt niets over wat er is gebeurd. Hij zegt alleen dat onze zoon deel uit maakt van een groepje jongens dat beter niet naar school kan komen." „De volgende dag heb ik direct contact opgenomen met de leer plichtambtenaar. Hjj vertelde dat de school niet zomaar tot schor sing kon overgaan. En aangezien wij nog niet wisten wat er was ge beurd, hebben we onze zoon ge woon naar school gestuurd. Daar werd onze zoon uit zijn klas, groep acht, gehaald en apart gezet. Toen ik dat hoorde was ik natuurlijk woedend. Die jongen en wij wis ten niet wat er aan de hand was. Pas twee dagen later, toen we op het politiebureau moesten ko men, hoorden we wat er was ge beurd." Tijdens het verhoor door de poli tie bleek al snel dat er zich in de bosjes wat had afgespeeld. „Mijn zoon kreeg een rood hoofd toen hij het moest vertellen. Maar hij was zich van geen kwaad be wust," vertelt de vader. „Ze had den een beetje liggen rommelen. Van gedwongen seks was geen sprake. De politie heeft vervol gens een proces-verbaai opge maakt waarin staat dat het 'bosjesincident' van beide kanten vrijwillig had plaatsgevonden. Te vens bleek dal het meisje bij meer incidenten, met andere jongens, was betrokken." Toch een beetje geschrokken bel den de ouders van de jongen de volgende dag met de Raad van de Kinderbescherming. „Ik heb hel hele verhaal voorgelegd," vertelt de moeder van de jongen. „De medewerker van de kinderbe scherming vertelde dat dit soort gedrag van onze zoon volkomen normaal en gezond is cn bij kinde ren van die leeftijd voorkomt. Toen ik de medewerker vertelde dat ik tegen mijn zoon had gezegd dat 'het niet netjes was', zei de man zelfs dat ik moest oppassen met straffen. Het was volgens hem een hele normale zaak bij kinderen." Gesterkt door de woorden van de medewerker van de kinderbe scherming namen de ouders op nieuw contact op met de leer plichtambtenaar. Deze vertelde dat hij met de leiding van de school zou gaan praten en de ou ders over het gesprek zou infor meren. „Het duurde toen tot 9 april voor dat wij wat van de school hoorden M. Daalmeijer. de adjunct-direc teur van De Troubadour belde ons omdat de moeder van het meisje het niet prettig vond dat onze zoon nog steeds op school zat," vertelt de vader, „Ik voi\d dat na tuurlijk idioot. Mijn zoon is on schuldig. Ik heb dat Daalmeijer ook verteld. Daalmeijer wist ver volgens niet goed wat hij moest zeggen. Mijn zoon is gewoon op school gebleven." „Ik begon me enorm te ergeren aan de lakse houding van de schoolleiding. Men deed niets om het probleem structureel aan te pakken. De.moeder.van hetmeis- je ging maar door met beschuldi gingen terwijl wij niets konden doen. Wc hebben gesprekken ge voerd met medewerkers van de Dienst Educatie, met mensen van de onderwijsinspectie en met de schoolleiding, maar niemand deed wat. Je krijgt dan zo'n mach teloos gevoel. We hebben zelfs voorgesteld om een gesprek met de moeder van het meisje te hou den. Ook daarop werd niet gerea geerd. Toen afgelopen vrijdag al die krantenartikelen kwamen, raakten we helemaal de weg kwijt," gaat de vader verder. „On ze zoon wordt door de moeder van het meisje beschuldigd van iets dat hij nooit heeft gedaan. Ik houd niet alleen de moeder maar ook de school en de Dienst Educa tie daarvoor verantwoordelijk. Zij hadden met een kinderpsycho loog moeten onderzoeken wat er werkelijk aan de hand is. De do cent van mijn zoon is direct aan het begin al in de fout gegaan door partij voor de moeders te kie zen. De school en de Educatieve Dienst weten niet hoe ze door hun gedrag het leven van mijn zoon én het bewuste meisje heb ben geschaad." Het Aacademisch ziekenhuis Dijkzigt zette enkele ja ren geleden portacabinsneerom meteen hardnekkige bacterie besmette pati ënten te isoleren. De bacterie kon voor gezonde mensen geen kwaad, maar voor patiënten met wonden kon hij wel een gevaar vormen. Archieffoto Gees Kuiper/Rotterdams Dagblad Door Carel Goseling Den Haag Tussen vijf en tien procent van de mensen die naar hel ziekenhuis moeten om daar beter te worden, wordt er juist zie ker. Ze lopen er een of andere in fectie op waardoor ze niet alleen langer in het ziekenhuis moeten blijven, maar vaak ook daarna, thuis, nog de nodige problemen hebben. Maar volgens drs. J. van den Berg van het Centraal Orgaan voor Intercollegiale toetsing (CBO) valt het allemaal wel mee. „Patiënten die in een ziekenhuis niet worden geopereerd, lopen er echt niet sneller een infectie op dan thuis. En de anderen worden meestal ziek van de eigen bacteri ën omdat hun weerstand dooreen operatie afneemt. Men hoeft zich geen zorgen te maken, maar het kan altijd beter." „Zolang er ziekenhuizen zijn, zijn er infecties. De weerstand tegen infecties is laag. Mensen zijn ziek en na een ingreep ben je zwak," verduidelijkt Van den Berg. Prins Bernhard liep de bekendste infec tie op, stelt hij. De prins werd vo rig jaar aan z'n buik geopereerd. „De meeste mensen ademen met hun buik. Bij een ingreep als prins Bernhard onderging, be staat er een grote kans op longont steking. Zeker bij ouderen." De prins kreeg die longontsteking dus en moest beademd worden. Er trad een shocktoestand op en Bernhard belandde op de intensi ve care van het Academisch Zie kenhuis Utrecht. Bijna overleed de gemaal van prinses Juliana aan een infectie die 'doodnor maal' is bij een buikoperatie en in alle medische literatuur wordt be schreven. „En uiteindelijk kregen de medici er nog een lintje voor ook," lacht Van den Berg. ^Einde Aan dit 'soort toestanden komt snel een einde, als het aan Van den Berg ligt. Zijn werkgever, het CBO, en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RI VM) hebben besloten een centraal register te maken van infecties die in ziekenhuizen optreden. Per patiënt, soort operatie, ziekenhuis en specialist. Inclusief de maatre gelen die werden genomen om de infectie te voorkomen en de actie die nodig was om de infectie te ge nezen. Met deze databank moeten be trokkenen het probleem onder de knie kunnen krijgen. Bovendien worden gegevens die er her en der zijn, onderling vergelijkbaar, waardoor een ieder ervan kan le ren. Er zijn vier hoofdgroepen zieken huisinfecties: van de wond, de uri newegen, het bloed, en algemene infecties opgedaan tijdens verblijf op de intensive care. De kans op een infectie is bijvoorbeeld erg groot bij een heupoperatie van een ouder persoon. Van alle pati ënten die zo'n operatie onder gaan, raakt 2.5 procent geïnfec teerd. Met als gevolg dat er na eni ge tijd weer een nieuwe heup no dig is. In België bedraagt het per centage infecties bij heupopera ties slechts 0.75 procent. Van den Berg: ..Daar zijn ze op dit terrein gespecialiseerd. Heupope raties worden in België gedaan door artsen, die gekleed gaan in een. soort maanpakken. Een chi- rurg merkt het verschil tussen 0,75 en 2,5 procent niet. Die herin nert zich alleen de laatste patiënt Normaal doet een chirurg twee tot drie heupoperaties per week. Als je niet systematisch kijkt naar in fecties, merk je niets. Dan is het commentaar dat het geen pro bleem is." Ontkenning Juist aan d'.e ontkenning van het probleem willen CBO en RIVM een einde maken. „Iedereen moet het probleem kennen," stelt Van den Berg. Het nemen van maatre gelen zal moeilijker zijn. „In de geneeskunde weetje nooit van te voren het effect van een maatre gel. Het zou wel leuk zijn: een an der antibioticabeleid, verbouwen van alle operatiekamers en klaar is Kees. In meer dan de helft van de gevallen zal dat niet werken. Elk ziekenhuis kent zijn eigen unieke problemen, dus moet je overal iets anders doen. Maar ook daarbij kan het register helpen." „Natuurlijk is elke patient anders. We worden ouder, dus is er een hoger risico. Er komen steeds nieuwe vormen van medische in grepen, waardoor de risico's ver schuiven. Waar het in eerste in stantie om gaat, is dat routinema tige handelingen toch zorgvuldig worden gedaan. Handen wassen bijvoorbeeld. Met onze registratie kan straks blijken dat het infec- tiepercentage daardoor hoger ligt dan ergens anders." Winst „Er komt straks een enorme berg gegevens bij elkaar. Dan kan blij ken dat in het ene ziekenhuis vijf procent van de vrouwen na een borstoperatie een infectie heeft en elders 7,5 procent. Dan zal men heus wel nagaan hoe dat komt en procedures aanpassen. Dat is een verantwoordelijkheid van het zie kenhuis. De patiënt wordt zo ge zonder. de zorg goedkoper en het ziekenhuis krijgt geen slechte naam. Er is dus aan alle kanten winst te behalen." Hoe somber het verhaal ook klinkt, volgens Van den Berg staat de Nederlandse gezond heidszorg er internationaal beke ken goed bij. In andere landen is de situatie slechter. Bovendien is het percentage patiënten dat in het ziekenhuis een infectie op loopt al jaren stabiel. Inmiddels heeft ook minister Borst het be lang van een goede infectieregis tratie gezien. Er kwam binnen een maand subsidie van VWS, waar normaal een jaar op geld ge wacht moet worden. „Het bespa ringsmotief zal zeker meege speeld hebben," concludeert Van den Berg cynisch. Het openbaar-vervoerbedrijf van de grootste stad van het land verkeert in ongekend grote problemen. Nog steeds, is een betere omschrijving van de situatie. Al jarenlang kan het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) van de stad Amsterdam de touwtjes niet aan elkaar knopen. De nood is thans zo hoog gestegen dat ingrijpende maatregelen onontkoombaar zijn geworden. Een van die maatregelen is een drastische teruggang in personeel: liefst 400 arbeidsplaatsen dienen te verdwijnen, luidt de diagnose van interim-manager M. de Jong. Er is een goede kans dat deze in krimping kan zonder gedwongen ontslagen - het gemeentebestuur van Amsterdam heeft zich daarvoor ingezet, maar geeft uiteraard geen garanties. Dat er iets moet gebeuren bij het Amsterdamse stadsvervoer is evi dent. De sector lijdt op het ogenblik een verlies van 400.000 gulden per week. Dat is onmogelijk lang vol te houden bij een winst- en verliesrekening die reeds 100 miljoen gulden in de min staat. Een 'normaal' bedrijf was al lang op de fles gegaan: dat het in Amster dam niet is gebeurd heeft natuurlijk alles te maken met de cruciale publieke functie die een openbaar-vervoerbedrijf vertuit. Het geeft geen pas enig (leedvermaak te koesteren ten aanzien van de Amsterdamse problematiek. Om de doodeenvoudige reden dat het ondenkbaar is dat de hoofdstad van dit land het kan stellen zon der goed openbaar vervoer. Juist Amsterdam met zijn verstopte hart moet ervoor zorgen dat het particuliere verkeer zoveel moge lijk wordt ontmoedigd. Een rigide parkeerbeleid is daarvoor niet voldoende; een perfect systeem van openbaar vervoer is onmisbaar om een dergelijk beleid kansrijk te maken. Amsterdam kent op dit ogenblik geen goed systeem van openbaar vervoer. De tekorten lopen zo op dat de situatie alleen maar erger wordt. Het personeel meent dat dit in hoge mate te wijten is aan nonchalance waar het gaat om het tegengaan van zwartrijden. Daar heeft de sombere situatie ongetwijfeld mee te maken: het is in Am sterdam kennelijk minder gewoon te betalen voor een publieke dienst dan in menig andere stad in het land. Dit aspect kan echter nooit de enige reden zijn van de financiële catastrofe: ook de RET in Rotterdam heeft z'n exploitatieproblemen, ook in deze stad wordt zwartgereden. De Rotterdamse RET dient zich over de Amsterdamse situatie in zoverre zorgen te maken, dat de problemen in de hoofdstad moge lijkerwijs worden afgewenteld op de openbaar-vervoerbedrijven el ders. Ook de RET is in belangrijke mate afhankelijk van rijkssteun. Minister Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) heeft laten weten dat het rijk geen cent méér zal betalen aan het totale stads- en streek vervoer in Nederland. Extra steun voor het noodlijdende GVB in Amsterdam kan dus betekenen dat andere bedrijven daarvoor de rekening krijgen gepresenteerd. Dat is in geen enkel opzicht aan vaardbaar voor openbaar-vervoerbedrijven die wel de tering naar de nering weten te zetten. SiC.ARtTT£* ook AoUy* slooR T>6 Door Jolande van der Graaf Den HaagDe vroegere baas van de landmachtinlichtingendienst, in Haagse kringen beter bekend als Bram Schutte, lijdt aan een merkwaardige vorm van geheu genverlies. „Een rapport geschre ven? Over mijn bezoek aan het Pentagon in januari 1982? Dat kan ik me niet meer herinneren. Nederlandse steun aan de Suri naamse militaire inlichtingen dienst? Misschien is dat ooit ter sprake gekomen. Ik kan 't me niet meer helder voor de geest halen." De hoogste tijd om de gepensio neerde Hagenaar te confronteren met een copie van het ultragehei- me document dat hij zelfheeft op gesteld. Een rapport over een be sloten vergadering met toenmalig defensie-minister Van Mierlo en enkele hoge defensieambtenaren in december 1981. En zijn daarop volgende reis naar het Pentagon in Washington. 'Om de relevante Amerikaanse autoriteiten op de hoogte te brengen van de beslis singen van de minister van De fensie inzake de te leveren steun aan de Surinaamse Militaire In lichtingendienst,' om Scbultens geheugen maar even op te frissen. En dan weet de generaal het op eens weer. „Die belangstelling voor de Surinaamse militaire in lichtingendienst was erop gericht om het communistische Cuba bui ten de deur te houden," verklaart hij. „De opzet en training van die dienst door de Nederlandse ma joor Koenders is nooit uitgevoerd. Na het gedoe met een dissident werden we wat kritischer en heeft Van Mierlo, ik geloof in overleg met Buitenlandse Zaken, de mis- sie-Koenders afgeblazen. Het was een leuke gedachte, maar hebben zelfs geen poging meer gedaan." Het 'gedoe met die dissident', was de standrechtelijke executie van de Surinaamse militair Hawker die er in maart 1982 met zijn com- paan Rambocus bijna in slaagde om het dictatoriale regime van Bouterse omver te werpen. Isoleren Merkwaardig. Want de, eveneens gepensioneerde majoor Koenders herinnert zich een heel andere versie. „Er is maar één reden waarom mijn missie niet door ging. Bouterse heeft het idee afge wezen. Omdat hij niets begreep van het tweeslachtige Nederland se beleid. Buitenlandse Zaken, de toenmalige ambassadeur Hoek man en defensie-attaché Van Tus senbroek wilden de confrontatie door Bouterse te isoleren. Wij, de fensie, wilden Bouterse inpak ken, onder het motto: If you can't Minister Van Mierlo van Bui tenlandse Zaken. Archieffoto ANP beat them, join them. Dat is door het toedoen van Buitenlandse Za ken mislukt." Even vreemd is het gegeven, dat Van Mierlo volgens Schutte na de moord op Hawker wél de militaire steun in de vorm van wapenleve ranties aan Suriname continueer de. Scheepslading vol karabijnen, pistolen, munitie, en volgens een anonieme bron, ook een lading explosieven en honderden pisto len. Schutte: „We zagen de moord op Hawker en de arrestatie van Ram bocus als een eerste incidentje. Twee mensen die rommel maak ten en waarmee Bouterse heeft af- t gerekend. Dat was onplezierig, maar om Suriname meteen een schop te geven... Het was een poli tieke afweging om door te gaan met deze objectieve en contractu ele steun." Nederlands laatste wapenzending bleef in de haven, toen op 8 de cember 1982 bekend werd dat in Fort Zeelandia vijftien vakbonds leidersjournalisten en advocaten door Bouterse en zijn mannen wa ren afgeslacht. Schutte: „Ik weet nog dat ik na de decembermoor den naar secretaris-generaal Peij- nenburg ben gestapt om die la ding tegen te houden. Ik neem aan dat we nu kappen, vroeg ik hem. Peijnenburg vond dat een beetje vervelend, omdat de wa pens al betaald waren. Verrekend met ontwikkelingsgelden, bedoel ik." Er zijn nog andere zaken die vraagtekens oproepen. Want waarom wilden Van Mierlo en zijn ambtenaren die 'contractuele en objectieve steun' met alle geweld binnen defensie houden en moest Schutte de geheime militaire dienst van het Pentagon verzoe ken om precies hetzelfde te doen? Mag daaruit worden geconclu deerd dat anderen bewust niet van de details over die militaire steun en wapenleveranties op de hoogte zijn gebracht? Volgens majoor Koenders wilde Buiten landse Zaken immers een heel andere Suriname-politiek. Donders goed Schutte: „Het leveren van wapens was een defensie-aangelegen heid. Er was natuurlijk contact tussen de Nederlandse defensie attaché Van Tussenbroek en am bassadeur Hoekman. Maar we konden de ambassadeur moeilijk laten vragen hoeveel wapens Su riname nodig had. Dat zijn zaken waarmee je Buitenlandse Zaken politiek niet moet belasten. Dat heeft helemaal niets te maken met elkaar tegenwerken in beleid. Ik weet trouwens niet of Buiten landse Zaken een ander beleid voerde." Majoor Koenders noemt een paar voorbeelden van dat andere be leid. „Tijdens recepties weiger den Van Tussenbroek en Hoek man steevast om Bouterse een hand te geven, terwijl zij de ver jaardag van Chin-A-Sen (verzets leider) uitbundig vierden. Dat lij ken kleine dingen. Maar Bouterse zag donders goed dat Nederland niet op één lijn zat." Daarnaast had ambassadeur Hoekman vol gens een andere bron zeer gere geld contact met Lachmon. de lei der van de VHP en vertegenwoor diger van het oude regime. Nog een reden waarom de Nederland se militairen het in Suriname steeds moeilijker kregen. Genoeg vraagtekens zijn er ook over gebeurtenissen die zich rond de coup afspeelden. Ten tijde van de machtsovername door Bouter se rapporteerde de toenmalige Nederlandse defensie-attaché Valk via de ambassadeur Vegelin aan defensie-directeur Demmink van juridische zaken. „Stapels rapporten heeft Valk geschreven, maar mijn voorganger en ik heb ben die rapportages nooit gezien," zegt Schutte. „Demmink waar schijnlijk wel." Valk werd er korte tijd later van beschuldigd te hebben meege werkt aan de coup door Bouterse. Majoor Koenders heeft die affaire in 1981 als 'bijvangst' vermeld in een rapport over het weglekken van geheime informatie via de Nederlandse ambassade naar de Surinaamse militaire top. Schutte benadrukt dat nooit is bewezen dat Valk de coupplegers de hel pende hand toestak. Toen Koen ders' rapport eind 1982 uitlekte, moest een speciale onderzoeks commissie de zaak echter tot de bodem uitzoeken. Een Surinaamse ex-militair be zweert dat hij op de avond van de coup heeft gezien hoe Valk op be zoek ging in Fort Bomika: de ka zerne vanwaar onderofficieren enkele uren later de coup hebben gepleegd. „Ik heb dat verteld aan de onderzoekscommissie," zegt de Surinamer. „Ik heb ook verteld dat de toenmalige Nederlandse ambassadeur Vegelin een paar dagen voor de coup, toen het ai erg rommelde, opeens op vakan tie ging. Mijn verklaring is niet eens in dat rapport opgenomen." De onderzoekscommissie achtte de inmenging van Valk niet bewe zen. Ook majoor Koenders twijfelt sterk aan die conclusie. „Er is een commissie opgetrommeld die er alles aan heeft gedaan om de af- faire-Valk in de doofpot te stop pen." En wie was in 1981 al op de hoogte van het rapport-Valk? Am bassadeur Hoekman. Verschillen de bronnen concluderen dan ook dat hoge ambtenaren van het mi nisterie van Buitenlandse Zaken het rapport eind 1982 doelbewust hebben doorgespeeld naar twee journalisten. „Toen was het ge daan," besluit Koenders. „En kon den de Nederlandse militairen in Suriname him biezen pakken."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1996 | | pagina 1