Monshouwer weg bij Foto Instituut
Studenten kunstacademie bevangen door kelderangst
Conflict met bestuur over
plannen voor de toekomst
Braziliaanse baksels in Schiedam
Fraai muziekballet van
Sloveen Iztok Kovac
Europese Commissie wil
heffing op moderne kunst
Olympia voor half jaar dicht
Blues van Frankie en Kaz
51
CD.van de dag
Magie Frankie &Kaz Lux
0-
V
Rotterdams Dagblad
Woensdag 29 mei 1996
Door Han van der Leur
Rotterdam 'ljïoos en teleurgesteld' legt Adriaan Monshou
wer zich neer bij het feit dat er op 31 december van dit jaar
een einde komt aan zijn directeurschap bij het Nederlands Fo
to Instituut. Hoewel het bestuur van het instituut en hij daar
gezamenlijk toe hebben besloten, noemt Monshouwer zijn
vertrek ,.de onbevredigende uitkomst van een proces dat nog
in gang is."
Het bestuur heeft het besluit dat
Monshouwer eind dit jaar zijn
functie neerlegt bekend gemaakt
nadat - zo luidt het persbericht -
„voorstellen van Monshouwer om
de taak en de organisatie van het
instituut te veranderen, onvol
doende steun vonden bij het be
stuur." Monshouwer: „Die over
eenstemming leek er inhoudelyk
wel te bestaan, maar het bestuur
heeft me nu laten weten dat er
geen meerderheid is te vinden om
tot uitvoering over te gaan."
Onduidelijk is voor Monshouwer
of het bestuur problemen heeft
met 'het plan of met de man*. „Er
waren discussies tussen het be
stuur en mij over de richting die
het instituut zou moeten opgaan.
Voor mij is het de vraag of het be
stuur mijn plan nu afwijst of dat
het instemt mei het plan, maar
het mij niet meer wil laten uitvoe
ren. Gezien de aanvankelijke
steun voor de inhoud van het plan
lijkt het er op dat mijn kop moest
rollen en men de zaak nu toch op
de man speelt."
Eind 1992 werd Adriaan Mons
houwer voor vier jaar (tot aan het
einde van de lopende kunsten
plan-periode) benoemd tot direc
teur van het Nederlands Foto In
stituut (NFI), De eerste twee jaar
trok het instituut gemiddeld
15.000 bezoekers per jaar. een
aantal dat volgens Monshouwer
'helemaal niet slecht' is. Van ver
schillende kanten is er echter ook
kritiek op het instituut geuit. De
Raad voor Cultuur constateerde
in zijn vorige week gepubliceerde
advies: „Er zijn helaas nog geen
overtuigende tekenen dat het NFI
nu daadwerkelijk van de grond
komt." De raad stelde daarbij dat
grondige veranderingen noodza
kelijk zijn.
'Richtingenstrijd'
Adriaan Monshouwer presenteer
de voordat de kritiek van de Raad
bekend was zijn ideeen over dc
komende periode. Over de inhoud
van zijn nu afgewezen voorstellen
wil Monshouwer zich niet uitla
ten, maar er spelen binnen staf en
bestuur van het Nederlands Foto
Instituut al langer discussies over
de vraag waar het met het insti
tuut heen moet. Het is misschien
niet echt een richtingenstrijd,
maar toch wel een principiële dis
cussie over de vraag of het insti
tuut zich meer moet gaan richten
op de fotografiegemeenschap of
dat het zich juist breder moest
gaan oriënteren. Het gaat ruwweg
om de keuze tussen 'ivoren toren'
en publieksfunctie of minstens
om het antwoord op de vraag hoe
die twee richtingen gecombi
neerd ku nnen worden.
Monshouwer: „Ik ben altijd van
mening geweest dat we met onze
exposities moeten proberen een
zo groot mogelijk publiek te berei
ken, zonder al te veel concessies
aan de kwaliteit te doen. Intern
denkt niet iedereen daar hetzelf
de over en ook binnen het bestuur
sprak men over 'het profileren en
positioneren van hel instituut' en
Adriaan Monshouwer, problemen met'het plan of met de man'.
Foto Jaap Rozema/Rotterdams Dagblad
'het maken van keuzes'. Ik vind
dat er voor het goed functioneren
als nationaal instituut voldoende
draagvlak nodig is, zowel binnen
de fotografiegemeenschap als bij
het publiek. Voor dat laatste moet
je je tentoonstellingen gebruiken,
temeer omdat het instituut zich
tot taak heeft gesteld de belang
stelling voor de fotografie te ver
groten."
In de mm twee jaar van zijn be
staan heeft het Foto Instituut
zowel met die platformfunctie als
met de publieksfunctie proble
men ondervonden.'De rol binnen
de fotografiegemeenschap is on
der andere bemoeilijkt door het
feit dat het instituut in Rotterdam
is gehuisvest, terwijl veel fotogra
fen, opdrachtgevers, uitgevers en-
andere belanghebbenden in Am
sterdam zitten. Daar komt ook het
initiatief voor het instituut van
daan en hel heeft kwaad bloed ge
zet dat de instelling nu in Rotter
dam huist. Bij de publieke be
langstelling speelt de huisvesting
in Rotterdam eveneens een rol. al
was het alleen al omdat hier niet
zoveel toeristen komen als bij
voorbeeld in Amsterdam. Daar
vormen toeristen een zeer sub
stantieel deel van het aantal mu
seumbezoekers.
Monshouwer: „Toch ben ik van
mening dat het in Rotterdam
moet kunnen. Het zal niet makke
lijk zijn. maar het kan Misschien
heb ik dat voor een deel onder
schat en zal het hier ook wat meer
tijd vergen. Maar het gaat mij in
ieder geval te ver om te zeggen:
omdat het publiek in Rotterdam
kleiner is, moet je je er maar hele
maal niets meer aan gelegen laten
liggen. Ik ben wel tot de conclusie
gekomen datje het in Rotterdam
anders moet doen dan in Amster
dam en dat dat consequenties
heeft."
Optimale mix
Het bestuur van het instituut
heeft in teder geval moeite met
die consequenties. Bij de bekend
makingvan het vertrek van direc
teur Iaat het bestuur weten grote
waardering te hebben voor „de in
zet en inspiratie waarmee
Adriaan Monshouwer het Neder
lands Foto Instituut in de startfa
se vorm en inhoud heeft gegeven,
en voor de activi' ..en die in de
eerste twee jaar van zijn bestaan
onder zijn leiding zijn ontplooid."
Maar kritiek op het functioneren
van Monshouwer is er ook, zo
maakt voorzitter mr. drs. G.J.
Wolffensperger van het instituut
duidelijk. „De interne discussies
gaan in de kern over de beperkin
gen die Rotterdam kent als vesti
gingsplaats, over de platform
functie van het instituut binnen
de fotografiewereld en over de pu
blieksfunctie. Het streven is het
vinden van een optimale mix van
die functies, maar dat komt er
niet uit. Terugblikkend op de eer
ste twee jaar is het instituut ^et
name als fotografiepiatform nie;
voldoende van de grond geko
men. En los van onze kritiek op
het verleder, heeft de directeur
ook zijn ideeën over de toekomst
niet helder genoeg kunnen ver
woorden. Inhoudelijk gezien de
len we zijn visie ten dele, maar het
bestuur is teruggeschrokken voor
de personele en materiele conse
quenties die daar aan vast zaten.
Het was misschien nog anders ge
weest als er een bepaalde richting
was aangegeven, maar de conse
quenties pas in een later stadium
voelbaar geweest zouden zijn."
Rotterdam
Hoewel het bestuur van het insti
tuut zijn eigen ideeën heeft over
de koers die moet worden geva
ren. wil voorzitter Wolffensperger
(tevens fractievoorzitter van D66
in de Tweede Kamer) de toekom
stige directeur toch alle ruimte
geven. „De nieuwe directeur zal
moeten komen tot die optimale
combinatie van platform- en pu
blieksfunctie, waarbij huisvesting
van het instituut in Rotterdam
een gegeven is. Dat laatste speelt
wel een rol in het beleid, want we
moeten zien hoe het instituut de
consequenties daarvan kan op
vangen. Je zou daarbij aan een de
pendance kunnen denken, maar
het instituut zelf blijft in Rotter
dam. Absoluut,"
Adriaan Monshouwer zal de reste
rende maanden niet met groot
plezier het statige pand aan de
Witte de Withstraat betreden.
„Het is nooit zeker geweest dat
mijn contract aan het einde van
de periode verlengd zou worden,
maar ik had me mijn vertrek wel
anders voorgesteld en niet nu. Er
is nog veel werk aan de winkel en
dat had ik graag willen doen."
„Het zal voor mijzelf het komende
half jaar lastig zijn. De inspiratie
en motivatie gaan zo natuurlijk
wei een beetje weg. Ik zai met na
me de lopende zaken afronden en
er zijn intern voldoende capabele
mensen om de zaak draaiend te
houden.
De tentoonstellingen voor de rest
van het jaar staan vast en ook het
volgende nummer van ons tijd
schrift is al rond. Wat op een laag
pitje zal komen te staan is het ont
plooien van nieuwe initiatieven.
Belangrijke vraag voor het insti
tuut is ook: waar baseert het zijn
nieuwe beleid op. Wat d. t betreft
hoop ik dat het bestuur zo snel
mogelijk een opvolger voor mij
vindt,"
Door Dolf Welling
Rotterdam Ook kunstenaars
bakken nog wel eens pot, maar er
zijn er meer die zich niet pottenb
akker noemen maar keramist. Na
tienduizenden jaren valt het niet
mee om op het gebied van urnen,
schalen en kommen iets nieuws
te bedenken. Dat hoeft ook niet
wanneer je zoals - om maar ie
mand te noemen - Geert Lap een
eigen gevoeligheid en spanning
in het werkstuk kunt leggen. Zo
niet, dan wordt de vernieuwing
gezocht in gewrochten die soms
geestig zijn maar vaak te gefor
ceerd aandoen: hedendaagse
edelkitsch. Vee! keramisten bren
gen nu liever objekten voort die
niet tot de potterie behoren. Zo
ook de vier Braziliaansen die mo
menteel in Schiedam een ook in
Rotterdam geafficheerde exposi
tie hebben.
De vorige directeur van het Stede
lijk Museum te Schiedam heeft
een speciale band met Brazilië,
waar hij nu weer werkt. Daaruit
zijn enkele exposities voortgeko
men,- waaronder deze derde en
laatste die in twee zalen te zien is.
Ze bestaat uit keramische objek
ten van kunstenaressen die ieder
op verschillende tijden een perio
de van drie maanden in het Euro
pees Keramisch Werkcentrum te
Den Bosch hebben doorgebracht.
Van de outillage in dit binnen erf-
kele ;aren vermaard geworden
centrum, met twaalf ateliers en
computergestuurde ovens, wordt
een druk gebruik gemaakt door
kunstenaars uit heel de wereld
die meer ervaring willen opdoen
met werken in klei.
De dingen die in Schiedam zijn
uitgestald komen voort uit een
voudige en minder simpele proe
ven met het materiaal. Ze zijn
maar zeer beperkt beeldend. Vóór
1945 zouden ze nauwelijks als ex-
posabel zijn beschouwd, maar
sindsdien worden we op tentoon
stellingen niet zelden deelgenoot
gemaakt van een bewerkingspro
ces inplaats van met een voldon
gen resultaat. Een 'open einde'
wordt verkozen boven een eind-
produkt.
Log
In de benedenzaal van de exposi
tie ontmoet men meteen enkele
grote, donkerbruine vormen. Ze
maken op het eerste gezicht een
logge indruk, als misvormde cy
linders. In technisch opzicht zijn
ze, hol en hoog opgetrokken, aller
minst log. De beeldhouwster Es
ter Grinspum gaf het meest buiki
ge werk de titel 'Balzac'. Daarmee
geeft ze tc kennen, dat ze bij het
vormen van dit stuk dacht aan
Rodins machtige monument voor
de Franse schrijver. Het kerami
sche beeld is eigendom van de
Franse criticus Jacques Leen-
hardt, voorzitter van de vakorga
nisatie AICA.
De installatie die het grootste deel
bedekt van de vloer in deze zaal
resulteerde uit materiaalproeven
van de beeldhouwster Carmela
Gross. Ze heeft tegen de 1200 bak-
seltjes gemaakt van verschillende
soorten klei, gebakken bij ver
schillende temperaturen. Ze zijn
leikleurig of dakpannen rood en
ze liggen in 34 rijen van 5 tot 41
stuks op de grond. Het geheel lijkt
op een uitstalling van wat een
oudheidkundig bodemonderzoek
heeft opgeleverd: stenen bijlen,
messen en pijlpunten.
In de bovenzaal heeft de keramis
te Célia Cymbalista - de initiatief
neemster van het projekt - op een
wand uitstulpinkjes bevestigd die
wat groter en minder regelmatig
zijn dan vingerhoeden. Tegen een
andere wand steken enkele van
haar geperforeerde liniaire bak
sels af.
De plek vol bruine (keramische)
herfstbladeren op de vloer is een
installatie van de beeldhouwster
Georgia Kyriakis die er ook van
wit porselein gemaakte, blader
deegdunne platte vormen met
grillige randen heeft hangen en
bruine objekten, als van slordig
gevouwen pakpapier.
Ook de schilderijen die Eric de
Een versie
van Balzac
van Ester
Grinspum
werkfoto van
Els van den
Boorn in net
werkcentrum
EKWC. Foto Els
Yan den Boom
Nie in de grote benedenzaal van
de RAM-galerie toont hebben een
proceskarakter. Onderbroken lij
nen of smalle banen, op een on
dergrond die in één kleur is ge
schilderd, hebben een 'natuurlijk'
verloop. Ze zijn namelijk niet ge
trokken maar uitgelopen. Van
daar de titel 'Laulbilder'. Deze
methode doet meteen denken aan
de in 1962 overleden Amerikaan
se schilder Morris Louis, met dat
verschil dat die de verf in het
doek liel trekken. Bovendien is
het beeldkarakter dat zo ontstond
anders dan dat in het werk van De
Nie. Maar ook onze landgenoot
laat verfgebeurtenissen zich vol
trekken. waarbij hij optreedt als
regisseur.
Hij kiest de afmetingen van het
doek, de kleur van de ondergrond,
de positie van het doek (hoog of
breed) en het verloop van de lij
nen. Hij laat bijvoorbeeld van de
bovenrand van een breed doek af
blauwe of gele lijnen een eindje
lopen, keert het schilderij vervol
gens 180 graden en herhaalt dan
de handeling met een andere
kleur. Tenslotte kantelt hij het
doek 90 graden, zodat we een
hoogteformaat zien met horizon
tale lijnen.
De verf beweegt zich niet altijd
rechtlijnig voort. Ze zal voor een
scherpe hoek wei door de schilder
gestuurd zijn. Een enkele keer
doet het resultaat aan een ritmi
sche notatie denken. Vaker ont
staat zoiets als een equivalent
voor een natuurbeleving, in een
onomlijnde ruimte, bij ietwat dif
fuus daglicht of in het avond-
blauw. Vooral een groot doek met
een naturel fond heeft die wer
king.
Beelden uit Brazilië. Stedelijk
Museum Schiedam. Di t/m za 11-
17, zon- en feestd. 12.30-17 t/m 30
juni, Eric de Nie, RAM-galerie,
Hoornbrekerstraat 8. Woe t/m zo
13-18 tot 16 juni.
Door Esther Bijl
Rotterdam De ogen samenge
knepen tegen het felle daglicht
kruipen kunstacademie studen
ten als mollen naar de oppervlak-'
te. Anonieme klaagbrieven zijn in
omloop gebracht waarin wordt ge
wezen op de onhoudbare situatie
van heiwerken in de ondergrond
se kluis. Al een jaar lang zyn de
studenten genoodzaakt de kluis
van het voormalige ING-gebouw
als atelier te gebruiken. Door de
verbouwing van de kunstacade
mie zijn de studenten tijdelijk uit
geweken naar het bankgebouw.
Bij gebrek aan ruimte bivakkeren
de studenten nu in een kelder, die
niet is toegerust om als atelier
dienst te doen.
Een tweedejaars studente, die lie
ver anoniem wil blijven, licht toe:
„We zitten nu al een jaar in die
kluis. Aanvankelijk leidde dit tot
een hoop klachten: misselijkheid
en hoofdpijn. Het is ook erg lastig
datje in die bedompte ruimte niet
kunt werken met gips en klei. Er
is geen ventilatie, dus in. de zomer
is het daar bijna niet uit te hou
den. We krijgen er zo langzamer
hand genoeg van om als nachtdie
ren bij TL-licht rond te kruipen.
Gelukkig gaan we m augustus
weer terug naar ons oude ge
bouw."
Voorzitter van de faculteit, Cees
Waal, reageert verbaasd op de
aantijgingen. „Het verspreiden
van een anonieme klaagbrief vind
ik van weinig solidariteit getui
gen. Sterker nog, ik ervaar dit als
een dolkstoot in de rug. We gaan
altijd uit van een overlegsituatie.
Als er klachten zijn over de huis
vesting, kunnen studenten bij de
faculteits-commissie terecht."
„Ik weet dat deze 'kampeersiiu-
atie' niet optimaal is," vervolgt
hij, „maar we hebben werkelijk al
les gedaan om de ruimte zo goed
mogelijk aan te passen. De bega
ne grond is uitgebroken voor de
open ateliers. Het souterrain is in
gericht voor een grote tentoon
stellingsruimte. In de kelder is
een geïsoleerd ventilatiesysteem
aangebracht, zodat de studenten
daar geen overlast van ondervin
den. Kortom: alles is gedaan om
iedereen tegemoet te komen. Ik
zie deze kwestie als notoir ge
zeur."
Lopend door de gewelven van het
voormalige bankgebouw valt op
dat de studenten de kelder volle
dig 'eigen' hebben gemaakt. In
een labyrint van provisorisch in
gedeelde ruimten geven de stu
denten vorm aan hun fantasieën.
In de tot de verbeelding spreken
de kluis is het niet moeilijk voor
te stellen hoe hier ooit de
'goudstaven en kisten geld' ston
den. De ingang bestaat uit een
enorme schroef die de toegang
vroeger verzegelde tegen onge
wenste bezoekers. Nu staat de
kluis continu open voor creatieve
studenten die met hun schiderij-
en, beeldhouwwerken en muur
schilderingen de bedompte kluis
in een kleurig panorama veran
derd hebben.
Muurschildering
De kluis wordt meer dan optimaal
gebruikt: in elk hoekje en gaatje
zitten studenten die hun territori
um afzetten met eigen werk. Een
student zit, volgens eigen zeggen,
naar volle tevredenheid op zijn
werkplek die hij in één grote
muurschildering heeft veran-
detd. Gp de vraag of hij last heeft
van het werken in de kelder be
gint hij te lachen. „Juist niet, ik
heb er gewoon het beste van ge
maakt. De één zeurt, en de ander
probeert het ten goede te keren.
Ik ben blij dat de klagers naar bo
ven zijn vertrokken, hebben wij
lekker het rijk alleen. Dit is toch
eensuper-jrlek?"
Anderen zijn minder, tevreden.
Een tweedejaars student vertelt
dat er pas een meisje 'out' is ge
gaan door gebrek aan frisse lucht.
Astmapatienten en diabetici zijn
naar de begane grond verhuisd:
het gebrek aan daglicht en frisse
lucht brak deze studenten op. Zelf
wil hij 'niet 'al te moeilijk doen,'
eind juli kan er alweer terug ver
huisd worden naar het verbouwde
hoofdgebouw. „Desondanks be
gin ik er nu wel schoon genoeg
van te krijgen hoor. In de winter
voel je je net een mol. Je gaat 's
ochtends de kelder in en 's avonds
kruip je er weer uit. Er waren da
gen dat ik geen daglicht zag."
Anton van Gemert, directeur van
de academie, snapt de klagers
heel goed. Het is geen optimale si
tuatie. Het feit dat er een anonie
me groep studenten klaagbrieven
hebben verspreid overde
'onhoudbare situatie' vind hij
zwaar overdreven. „Ik denk datje
het wat genuanceerder moet zien.
De studenten die het negatieve
persbericht verspreid hebben, ge
ven geen goed beeld van de situ
atie hier. De meeste studenten
zijn heel tevi eden met hun plek in
de kluis. Trouwens, we hebben ze
zelf de keuze gegeven: klassikaal
atelier houden, dus bovengronds
en onder begeleiding. Of zelfstan
dig in je eigen ruimte omder-
gronds werken. Anonieme kritiek
achteraf is dan onterecht. Kom
daar dan bij mij mee, ik vind dat
alles bespreekbaar moet zijn."
Voorbeeld van een groep studen
ten die van de nood een deugd
hebben gemaakt is het kunste
naarscollectief 'Apus'. Een docent
en zes tweedejaars studenten ex
poseren zondag 2 juni in het Mu
seumpark. De eenmalige groep
stentoonstelling is niet aileen het
gevolg van 'kelderangst', maar
ook van beginnersenthousiasme.
Academiedocente en beeldend
kunstenares Maik Mager hono
reert deze geestdrift door haar
werk aan de expositie toe te voe
gen.
Mager: „Ik vmd het jammer dat
studenten met anonieme brieven
de academie in een kwaad dag
licht stellen. Sterker nog, ik
schrik hiervan. Ik kan me niet
voorstellen dat leden van Apus
hier iets mee te maken hebben.
Dat het niet prettig is in die kluis
is op z'n zachtst uitgedrukt. Maar
wij proberen de situatie tenmin
ste positief naar onze hand te zet
ten. Ik vermoed dat de avondstu
denten hier meer van weten."
Apus komt op zondag 2 juni in ie
der geval boven de grond, al is het
maar voor héél even. Het thema
van de tentoonstelling is
'tijdelijkheid'. Onder de titel 'Ze
ven Seconden' gaat het collectief
in op de vergankelijkheid van
kunst. Geïnteresseerden moeten
snel zijn, want het thema wordt
nog eens extra*onderstreept door
dat de zeven objecten/installaties
maar één dag te zien zyn.
Met de geexposeerde objecten
staan de zeven makers even stil
bij de tijd. Mager creëerde haar
werk in de koelcel van een vishan
del. Gewapend met 27 emmers
ging zij de koelcel in, vulde die
met water en vissen en liet het
zaakje vervolgens bevriezen. Zon
dag komen de bonken 'vis-ijs' in
27 populieren te hangen. Door de
ontdooiing zullen de vissen stuk
voor stuk uit de bomen vallen.
Door Martin Bijkerk
RotterdamRode lantaarns be
lichten het plekje aan de zijlijn
waar vijf dansers de muziek af
wachten voor 'String arid String
- first touch', een moderne dans-
creatie van de Sloveen Iztok
Kovac. Ais 'de eerste- vrouw het
middenveld inneemt verraadt
het dansmateriaai onmiddellijk
waar Iztok Kovac zijn inspiratie
en scholing vandaan heeft. De
spiralende bewegingen, het
grondwerk, dit is reehtsteeks in
de lijn van Bausch, de
Keersmaeker en andere adepten,
van de Vlaamse School.
Als twee danseressen zich bij
haar voegen blijkt dat de dans
niet alleen wonderfraai is van
snit, maar ook van afwerking en
detail... Het trio golft over de
vloer; plotse, felle en hoekige de
tails houden de spanning er
goed in. De compositie is kristal
helder maar blijft fris en verras
send. De witte belichting is sim
pel maar zeer sfeervol en de mu
ziek voor strijkkwartet (van
broer Boris Kovac) is al even
dienstbaar. De solo van de man,
gevolgd door een poëtisch duet
met een andere man zet de toon.
definitief: 'Sting and string -
first touch* Is stomweg een heel
prettig en fraai afgewerkt .mu
ziekballet in de beste modem
Europese danstradities.
Dat dat nu juist uit Ljubljana
komt, niet bepaald het mekka
van de moderne dans, maakt het
des te opmerkelijker. Midden in
de voorstelling zit een bizar
breekpunt als een zwaar bebril
de man in lullige plusfour en
plompe bergschoenen opkomt
en na een niet zo boeiende
stemlmprovisatie een blues
evergreen ten beste geeft. Hij
gaat zitten en de eerste vrouw
Hjkt met haar solo de reprise in
te gaan van het begin. Deze re
prise blijkt al gauw een finale
waarin al het reeds getoonde
dansmateriaai in een soort van
kaleidoscoop om elkaar heen
wervelt en wordt samengebald.
Schitterend is de vondst om die
kaleidoscoop letterlijk te tonen:
de vijf dansers staan in een lang
zaam draaiende kring en dansen
in steeds verrassend wisselende
formaties korte fragmenten. Dat
klinkt flauw en voorspelbaar,
maar het is prachtig. Als de dan
sers de uitputting nabij zijn zien
we een tegelijk lullig en. mees
terlijkeinde. De bebrilde zanger
staat op, wandelt over een straat
van licht naar de uitgang, en de
deur slaat achter hem dicht.
EN-Knap (uit Ljubljana) met
'Sting and String - first touch',
door Iztok Kovac. Gezien in de
Rotterdamse Schouwburg, 28
mei (Nederlandse première).
Daar nog vanavond,
Luxemburg— De Nederlandse vei
linghuizen en galeries moeten
wellicht een extra heffing gaan in
nen bij de verkoop van moderne
kunst. De Europese Commissie in
Brussel wil de heffing invoeren
ten behoeve van de kunstenaar.
Nederland is tegen het voorstel,
maar staat zo goed als alleen bin
nen de Europese Unie.
De Europese Commissie presen
teerde het plan maandag tijdens
een vergadering van EU-minis-
ters over de interne markt. Tal
van Europese landen kennen al
het zogenaamde volgrecht. Een
beeldend kunstenaar die zijn
werk verkoopt, ontvangt bij latere
verkoop van het-origineel op een
veiling een percentage van de op
brengst. In Nederland bestaat het
volgrecht niet.
De Europese Commissie wil on
eerlijke concurrentie tussen de
lidstaten vermijden. Ze pleit daar
om voor een Europees volgrecht
voor kunstwerken boven de 2000
gulden. Bij een verkoopprijs tot
100.000 gulden meet 4 procent te
rugvloeien naar de kunstenaar,
aldus het voorstel. Ligt de prijs
tussen 100.000 en 500.000 gulden
dan bedraagt het tarief 3 procent.
Voor bedragen boven 500.000 gul
den komt het tarief op 2 procent.
Het voorstel geldt voor alle trans
acties, behalve die tussen particu
lieren,
Nederland is sterk gekant tegen
het voorstel. Volgens staatssecre
taris Fatijn (Europese zaken)
wordt de interne markt momen
teel niet belemmerd door het ont
breken van de regeling. „Boven
dien bestaat de kans dat Europa
de internationale handel in he
dendaagse kunst kwijtraakt aan
andere landen."
Momenteel geldt Londen als een
belangrijk veilingcentrum.
Straks wordt dat Praag, Genève of
New York, aldus Patijn.
Parijs De Olympia, één van de
bekendste theaters in Parijs, gaat
15 april 1997 voor zeker een half
jaar dicht.
Dat heeft de directie van het ge
bouw, waar onder anderen Jac
ques Brei, Yves Montand, de
Beatles en de Rolling Stones con
certen hebben gegeven, gisteren
meegedeeld. Het uit 1892 stam
mende Olympia werd in 1954 tot
muziektempel verbouwd. Het ge
bouw maakt onderdeel uit van
een complex onroerend goed op
geringe afstand van de Opera
Gamier. Het gebied staat aan de
vooravond van een ingrijpende
herinrichting. De zaal wordt iden
tiek herbouwd, waarbij de akoes
tiek en de sfeer intact blijven, al
dus de directie van het theater.
De Olympia sluit haar poorten op
15 april volgend jaar, na een
'zwarte nacht' waarin een groot
aantal zangers en musici acte de
présence geeft dat in de afgelopen
veertig jaar op het toneel heeft ge
staan. Na de renovatie maakt de
Olympia ook met een non-stopn
acht een nieuw begin. Dat gebeurt
ergens tussen 15 en 30 oktober
1997.
artiest
Magie Frankie
Kaz Lux
album
Hearts in
sorrow
label
Music Words
d u u
47:02 min.
'n E. A o W
f
In het clubcircuit treden Magic Frankie Kaz Lux al enige tijd als duo
op. Logisch dus dat die samenwerking nu een vervolg krijgt op schijf.
Beide oudgedienden houden het simpel en overzichtelijk op deze vrij
wel geheel akoestische blues-cd. De titel 'Hearts in sorrow' is een ode
aan het veel bekender bluestandem Sonny Terry Brownie McGhee
van wie ook Tm a stranger here' wordt gespeeld. Het album bestaat uit
kale vertolkingen van enkele minder voordehandliggende bluesnum
mers. De aangename vocale interactie en het fris van de lever gitaarspel
vormen de hoofdbestanddelen, terwijl Rens van der Zalm als enige gast
gedoseerd mag strooien met mandoline-, accordeon- en fiddleaccentjes.
Leuk, want totaal anders zijn de bewerkingen van de eigen standaard
werken 'Crvin' over you' fFrankie) en 'Cruel train' (Lux uit zijn Brainbox
tijd). Veel commotie zal het gelegenheidsduo met deze schijf niet ver
oorzaken, maar de melancholieke nummers vol laidback country- en
folkblues klinken ondanks de pretentieloosheid zeer angenaam.
JoopBreedveld