27
""Sn
■jij
ijs!!
mK
L -1
f
'Wij leven in
een wereld
zonder
politie en
dat is soms
nog
vervelend
ook'
IMMm
SP
uil - m
H H M
i I
i -
l l '"1
,TrT;
1wy»
;:fL
1 - J
iw
rntmmmpw»
fÉllliSllli
W
Rotterdams Dagblad
Zaterdag 13 juli 1996
De Rotterdamse markt
voor cocaïne en heroïne
raakt langzamerhand ver
zadigd. Na de zeven 'vette
Jaren' is de drugshandel op
z'n retour, bezoeken
steeds minder drugstoe
risten de stad, neemt de
concurrentie onder run
ners en dealers toe, net als
de export van vooral hero
ïne naar Noord-Frankrijk.
Het worden dus barre tij
den voor de Marokkaanse
'tussenhandel', in de Maas
stad rijkelijk vertegen
woordigd. Drs. Edward van
der Torre, als onderzoeker
verbonden aan het Crisis
Onderzoek Team van de
Erasmus Universiteit en de
Rijksuniversiteit in Lelden,
legde - mede aan de hand
van afstudeer-scrlpties
van de bestuurskunde-stu-
denten Marcel Dela Haije
en Sander Gerz - een groot
deel van de Rotterdamse
drugsscene bloot. „De
Fransen weten donders
goed dat de tijd dat je op je
gemak in Rotterdam drugs
kon kopen, voorbij fs," luidt
een van de voornaamste
conclusies In zijn boek
i 'Drugstoeristen en koop-
lieden'.
Door Marcel Potters
Op perron 8 is 't flink heibel. Pa
niek! Agenten van de spoorweg
politie spurten door de sta-
"tionsturmel, slalommen tussen de
verbaasde passagiers door. ren
nen de trappen op. Even later
staat een jongen - net uit de trein
geplukt- met de handen op de
rug geboeid tegen een hekwerk
aangedrukt. „Had een conduc
teur geslagen," legt een met een
portofoon gewapende NS'er, „dat
moetje ook niet doen, hè."
De drugsrunnertjes, in groten ge
tale aanwezig, malen er niet om.
Ze kennen het leven in het Rot
terdamse Centraal Station inmid
dels - de hectische taferelen, het
publiek, het gekrioel van reizi
gers, hun gaan en komen. Vol
gend doelwit die woensdag is de
Brusselaar, om 12.01 op spoor 11.
Ofwel: klandizie, kans op poten
tiële drugstoeristen, werk aan de
winkel.
"Het zijn veelal jonge jongens,
meest Marokkaans. Opereren in
clubjes. Drie hangen er rond bij
de west-ingang van de hal, één in
een keurig vest geklede leider,
met twee sjofele types als perso
neel. Ze dollen wat met 'n brood
mager meisje, dat al lange tijd be
delend door het station struint.
Concurrerende runners lopen
voorbij, er wordt kort en plichtma
tig gegroet. Paris, s'éveiile swingt
het uit de speakers, om 't bericht
van de aanstaande aankomst van
de intercity naar Paris-Nord op
perron I wat op te vrolijken.
Het middaguur nadert, de posi
ties worden ingenomen. De Brus
selaar knarst binnen. Het is even
spitsuur voor de heren drugsrun
ners - als uit het niets duiken ze
op. Een keurig nette vertegen
woordiger van het dope-gilde
huppelt de trap bij het perron op;
groen colbertje, nette broek, pui
ke schoenen, het haar boordevol
gel strak naar achteren gekamd.
Z'n spiedende blik verraadt de
kenner; even neemt hij de enkele
tientallen uitstappers in zich op,
om dan weer snel weg te benen.
Het is een mager treintje. Slechts
een runner scoort c weet een duo
met rugzak een taxi in te praten.
De rest blijft met lege handen
achter. Eén steekt een sigaretje
op, anderen klitten bij elkaar om
met armgebaren en stemverhef
fingen aan het discussiëren te
slaan. Langzaam gaat het richting
tramhaltes voor het station, om
uiteindelijk in groepjes uiteen te
vallen.
Een besnorde taxichauffeur slaat
het tafereel hoofdschuddend ga
de: „Ik neem ze niet meer mee.
Wii niets met die criminele activi
teiten te maken hebben. Ze heb
ben een keer m'n halve interieur
gesloopt - ik weiger pertinent
hier nog aan mee te doen. Het
wordt steeds gekker allemaal,
want ze komen tegenwoordig uit
half Europa hier naartoe. Neder-
I 'e grote d rugstrek is vc »rbij
L.j* AA -
f i
i
1 JL a 1 i -&M!
1 k i
'f
y. v
k T
t - -
y&l «y -.trf - '>VV
udbiwsJc.. "w
land een drugsland,
daar ben ik het helemaal
mee eens. Ze kunnen
hier alles krijgen wal ze
willen.
Het is even rustig. Tot
de volgende Brusselaar
binnenrolt.
Ik liep eerst te zoeken
naar koffieshops. Toen
ik die had gevonden
duurde het twee uur
voordat ik een halve
gram cocaïne kon kopen.
Volgens de Franse kran
ten kan je het spul hier
in de supermarkt krij
gen. Het is hier helemaal
niet zo cool. (Een drugs
toerist)
Wie denkt dat er maar
één soort drugstoerist is
- stakkers die om een
paar gram heroïne tus
sen Frankrijk en Neder
land heen en weer rij
den - heeft het mis.
Liefst zeven varianten
zijn er. Althans, volgens
onderzoeker Edward
van der Torre van de
Erasmus Universiteit,
die de drugsscene in
Rotterdam uitgebreid onder de
loep nam voor zijn boek
'Drugstoeristen en kooplieden'.
Gebruikstoerisme is slechts één
categorie - ze komen naar de
Maasstad, gelokt door de zonnige
verhalen van collega's en de alou
de populariteit van Rotterdam als
het drugswalhalla.
Zeven soorten drugstoeristen
dus. Behalve de genoemde ge-
bruikstoeristen teit Van der Torre
onder meer sensatietoeristen, die
ook op het uitgaansleven van Rot
terdam afkomen, en verslavings
toeristen; junks Bus die puur voor
kleine hoeveelheden verdovende
middelen naar Rotterdam komen
en soms wat drugs met winst in ei
gen stad verkopen. „Bij de Merce
des-dealer van de rijksweg af of
zoeken naar Marokkaanse jo
chies," luidt hun credo.
Dan zijn er de criminele toeristen,
verslaafden die naast het kopen
van vooral herome zich óók schul
dig maken aan een breed scala
aan delicten. Het beroven van col
lega-drugstoeristen is daar één
van. Zelden of nooit wordt er ech
ter aangifte gedaan. „Wij leven in
een wereld zonder politie," zegt
één van hen, „en dat is soms nog
vervelend ook."
Ten slotte de drugsvluchtelingen
- Franse verslaafden die zich in
Rotterdam vestigen- plus han
delstoeristen en de drugskoeriers.
Laatstgenoemde groepen pende
len tussen Noord-Frankrijk en
Rotterdam met doorgaans grote
porties drugs. Die worden elders,
met forse winst, aan de man ge
bracht. De heroïne is al ruim de
helft goedkoper in de Maasstad
en door het flink te versnijden
stijgen de verdiensten navenant.
Ondanks deze verscheidenheid
aan soorten drugstoeristen is deze
'bedrijfstak' op z'n retour, conclu
deert Van der Torre. „De Fransen
weten donders goed," zegt hij,
„dat de tijd dat je op je gemak in
Rotterdam drugs kon kopen voor
bij is. Er werd in het verleden veel
gepraat over hoe je het makke
lijkst bij de drugspanden kon ko
men en dat je bepaalde telefoon
nummers kon draaien om de be
stelling alvast door te geven. Nu
weten ze allemaal datje in Rotter
dam moet oppassen."
Drie redenen noemt hfj. Als eerste
de 'ontmythologisering' - de
drugsscene in Rotterdam is al
lang niet meer zo fantastisch als
in het verleden werd voorgespie
geld. De politie houdt de Franse
junks scherp in de gaten, ze lei
den een armetierig en ongezond
straatleven, worden beroofd en ze
worden zo nu en dan ook nog eens
uitgesloten van methadonver-
strekking.
Een drugstoerist: „Ik kwam naar
Rotterdam omdat ik dacht dat het
leven hier voor een verslaafde be
ter zou zijn. Nou, de eerste dag
werd mijn heroïne gestolen. Dat
had ik in Frankrijk nog nooit
meegemaakt. Ik mag de su
permarkt niet eens in. Fransen
hebben daar een paar keer wat ge
stolen. Ik ben geen crimineel. Ik
ben verslaafd. Dat is dus ook in
Holland een schande Dat zal
Chirac wel mooi vinden."
De drugstoerist blijft vaker weg -
het aanbod van drugs m Frank
rijk neemt toe - of past zich aan.
Ze nemen vaker de trein of ver
zinnen trucs om de politie te fop
pen. Monteren bijvoorbeeld een
Nederlands kenteken over hun
Franse nummerplaat heen om
niet op te vallen. Ten slotte wor
den de handelaren steeds profes
sioneler. Ze beschikken over au
totelefoons en verschillende, goe
de auto's. Mijden drugswijken of
andere door de politie gecontro
leerde plekken en spreken af op
veel minder in het oog springende
Iokaties.
„De ene dag rijdt die agent nog
voorbij en loopt hij lachend met
zijn handboeien -naar ons te
zwaaien. Een dag later zaten imj
met zijn vieren in een pohtie-auto.
Hij lachen. Ik keek niet eens voor
een klant Ik stond alleen wat te
praten. Als je dat zegt, hebben ze
pas echt lol." (Een drugsrunner)
Wat voor drugstoeristen geldt,
blijkt uit Van der Torres boek,
gaat óók op voor de drugsrunners.
Marokkaanse jongens, met als
voornaamste taak de schakel te
vormen tussen drugskoper en de
dealer. Vroeger door op de A16
'aan te klampen' bij auto's met
een Frans kenteken of lopend op
de Maasboulevard de aandacht te
trekken van buitenlanders die de
stad binnenreden. Een manier
van werken die langzaam maar
zeker uitsterft.
De onderzoeker onderscheidt
Onderzoeker Edward van der
Torre in het Centraal Station,
het domein van menig drugs
runner: 'De Fransen weten
donders goed dat de tijd datje
op je gemak in Rotterdam
drugs kon kopen voorbij is.
Foto's Jaap Rozema/Rotterdams Dagblad
twee hoofdgroepen runners: de
frontmannen, gelieerd aan een
drugsonderneming, en de run
ners op pen open drugsscene.
Eerstgenoemde groep is weer on
der te verdelen in vijf 'sectoren':
degenen die de dealers bevoorra
den, de drugsbezorgers, runners
die klanten werven op en langs de
autowegen, zij die klandizie zoe
ken in treinen en de groep die de
drugstoerist in de stad zelf op
wacht.
Er is ook sprake van een heuse hi
ërarchie. Succesvolle frontman
nen - runners die vertrouwen ge
nieten en zelden worden gepakt
door de politie - stijgen in aan
zien bij hun collega's. „Succes in
de runnerswereld vergt gezond
verstand, ondernemingszin en
lef, maar bovenal sociale vaardig
heden en betrouwbare contacten
met kredietwaardige handela
ren," stelt Van der Torre vast.
Aan de top de straatelite. Ze hou
den toezicht op een groepje run
ners, maken gebruik van mobiele
telefoons om dealers op de hoogte
te houden en afspraken te maken
over de prijs van de drugs. Spre
ken goed Nederlands en Frans.
Bijna altijd hebben ze zelf een
runnerscarrière achter de rug en
zelf avond aan avond doorge
bracht bij het Centraal Station.
Nieuwe klanten werven
is er nauwelijks bij - het
gaat om het vasthouden
van de vaste drugsko
pers.
Runners vormen, weet
Van der Torre, ook crews
In het Centraal Station
en op de Rotterdamse
invalswegen wordt deze
taktiek vaak toegepast.
Eén kijkt uit naar klan
ten, de volgende staat op
wacht, nog een spreekt
de betrokkene aan en de
laatste onderhandelt. De
sfeer tussen de groepjes
is vaak grimmig. Door
het langzaam inzakken
van de markt is de con
currentie groot. Ze pro
beren elkaar met het
verstrekken van desin
formatie op het verkeer
de been te zetten.
Ten slotte kent het cir
cuit nog de helpers, run-
ners-in-opleiding, de zo- 1
geheten pand-runners
die namens de dealer
gerichte opdrachten uit
voeren, plus de wat ou
dere vrijbuiters en de
verslaafde runners. Die
staan het laagst op de
ladder. Het 'runnen' be
tekent voor hen een
broodnodige bron van inkomsten
om zélf verdovende middelen te
kunnen kopen. Ze zijn doorgaans
onvoorzichting en worden regel
matig opgepakt.
Resten de runners die in de 'open'
drugsscene actief zijn. Voorheen
actief op plekken als Perron Nul
en de G. J. de Jonghweg, doken ze
na het verdwijnen daarvan op in
de straten van Rotterdam-West.
De 'wervers', die klanten trachten
te overtuigen bij één bepaalde
straatdealer te kopen, accomoda-
tors op zoek naar nieuwe klanten^
de 'pakezels' die in opdracht van
handelaren drugs bij zich houden
tot een deal is gesloten. Ten slotte
zijn er de 'hossels'* een soort loop
jongens met een beperkte rol in
de scene.
Het politie-offensief Victor, zegt
Van der Torre, heeft vooral vorige
zomer voor een schokeffect ge
zorgd. Er ontstond grote onzeker
heid -élke runner liep tenslotte
risico te worden opgepakt- wat
langzaam is overgegaan in een
soort gewapende vrede met de po
litie. Zolang de runners zich koest
houden, kijken de agenten de an
dere kant op. Toch blijft het span
nend, zoals uit .de woorden van
een runner blijkt: „Ik let steeds op
de politie. Welke agent dienst
heeft doet er niet toe. Tegenwoor
dig kunnen ze je allemaal meene
men."
Door de invaüeu in dealpanden
is de handel verplaatst. Voor een
deel naar de straat. Er wordt bij-
voorbeeld uanuit auto's verkocht.
De handel In cocaïne en hero
ïne In Rotterdam is op z'n re
tour. Toch zai blijvend hard
moeten worden opgetreden
op plekken waar de overlast
door drugshandel opleeft. Dat
maakt voor bijvoorbeeld een
wijk als Spangen mogelijk na
alle problemen van de laatste
jaren weer op te krabbelen.
Er staat bijvoorbeeld een BMW in
een straat en af en toe komt een
runner er naartoe. Soms spreken
zij zelf ook Fransen aan en probe
ren dope te verkopen." (Een poli
tieman)
Het beheren van een dealpand is
eigenlijk een simpele vorm van
georganiseerde misdaad: je huurt
of koopt een paar panden, zorgt
voor een voorraadje drugs en
schakelt een club Marokkaanse
jongens in om klanten naar het
adres te brengen. Zie hier de bron
van veel overlast - vooral begin
jaren '90, toen dit probleem nog
niet hoog op de politieke agenda
stond, liep de situatie vrij snel uit
de hand.
Marokkaanse handelaren wisten
zich in die periode een belangrij
ke plek in het plaatselijke drugs
circuit te verwerven. Ze kopen
hun heroïne vaak bij Turkse
'groothandelaren. Die varen hier
in meerdere opzichten wel bij; ze
verdienen er flink aan door de
groeiende aandacht van de politie
voor de overlastgevende Marok
kaanse handel blijven de Turken
in de luwte. „We draaien," vertelt
een politiefunctionaris, „veel
minder Turkse zaken dan we zou
den willen." Zaken doen met de
Turkse drugsmafia is link. Ma
rokkanen die een florerende on
derneming hebben zullen daar
van weinig merken, maar minder
professionele lieden - slachtoffer
van onderling bedrog, beroving of
politie-invallen- konten in grote
problemen als zij dè afspraken
met hun leveranciers niet kunnen
nakomen. Schietpartijen, pogin
gen om de in gebreke blijvende
dealers uit de weg te ruimen, zijn
geen zeldzaamheid meer.
Succesvolle drugsondernemers
treffen tegenwoordig maatrege
len om de schade van een inval
door de politie beperkt te houden.
Er worden elders enkele geheime
opslagruimtes gecreëerd - pro
fessionele dealers houden panden
achter de hand, om de aktiviteiten
snel te kunnen verplaatsen als de
politie 'n ander adres heeft ont
ruimd. Het maakt hen ongrijp
baar, zelfs als de wetgeving op dit
gebied wordt aangescherpt.
De markt is in beweging; goede
ondernemers spelen daar op in.
Noord-Frankrijk is en blijft een
goudmijntje, de immer groeiende
drugsmarkt daar is meer dan inte
ressant, Dat, gecombineerd met
de lichte terugloop van het drugs
toerisme naar Rotterdam, noopt
de handelaren maatregelen te ne
men: ze bevoorraden de Franse
drugsmarkt zelf of verplaatsen
hun afzet zuidwaarts. Frankrijk -
het blijft de-oorzaak van veel on
heil, concludeert Van der Torre.
Holland kreeg recent het stempel
van Narco-état opgedrukt, maar
het Franse drugsprobleem is in
omvang en complexiteit vele ma
len groter. „Het drugsgebruik
neemt toe," stelt hij, „er komen
steeds meer verdovende midde
len op de markt." Minder dan vijf
procent van de problematisch ver
slaafden in Noord-Frankrijk on
dergaat de injunction thérapeuti-
que; een behandeling waaraan
men nogal veel waarde hecht. De
therapie is echter bij minder dan
twee procent succesvol. De recht
bank in Lille wordt overspoeld
met drugszaken en er is, gelijk de
situatie in Nederland, een nijpend
tekort aan cellen.
Van der Torre: „Op lokaal niveau
zien ze de problemen nog wel, in
Frankrijk. Op de politieke agenda
staan echter zaken als de minder
hedenproblematiek, werkloos
heid, sociale zekerheid. Het is dus
onwaarschijnlijk dat er miljoenen
in de drugshulpverlening worden
gepompt."
Rotterdam moet, luidt één van
zijn aanbevelingen, voorlopig
maar doorgaan op de ingeslagen
weg. Ondanks het feit dat hard
optreden legen drugpanden de
straathandel - inclusief het ver
kopen en pushen van het gevaar
lijke crack - in de hand werkt en
de vraagtekens bij de toekomsti
ge wetgeving, die het uit de markt
halen van dealadressen verder
moet vergemakkelijken.
De grote drugstrek is echter voor
bij - de Rotterdamse markt voor
heroïne en cocaïne raakt verza
digd. Het lijkt 'n natuurlijk pro
ces; aan de ongebreidelde groei
van de plaatselijke drugshandel
moest een keer een einde komen.
Het zal de concurrentie verder la
ten toenemen, wat de kans op on
derlinge conflicten ook groter
maakt. Schietpartijen vorig jaar.
in onder andere 'n discotheek aan
de Karei Doormanstraat, op de
Putselaan en de Beukelsdijk, zijn
reeds een teken aan de wand.
Wat de plaatselijke drugsscene
betreft, besluit Van der Torre, zou
het pad van 'regulering' -de
wens ook van de drugsgebruikers
zélf- verder moeten worden be
wandeld. „Dat is mijn ideaal, ja.
Maar eigenlijk gebeurt dat regule
ren al. Laat zo'n drugspand maar
zitten, als de overlast meevalt. Je
moet goed naar 'n evenwicht zoe
ken. Sommigen zouden wel wil
len dat er nog harder wordt aange
pakt, maar ik denk niet dat dit zal
lukken. Gezien de beperkte capa
citeit bij politie en justitie is dat
onmogelijk en moeten er wel keu
zes worden gemaakt."
Het boek 'Drugstoeristen en
kooplieden' is vanaf volgende
week te koop