9
'Ministerschap?
Daar heb ik
geen seconde
over nagedacht'
'Gerechtigheid kan ook zonder de doodstraf
USA:AT IA OLD
PENALTY 1
CDA gaat
uit van wens
om werk,
huishouden
en zorg te
combineren
Declaratie
Benzine duurder
Dertig kilometer
Verhuispremie
Rotterdam
Politiebonden 'huilen'
krokodillentranen
Rotterdams Dagblad
Vrijdag 3 oktober 199?
Onder eindredactie van Annemlek van Oosten, tel.: 010-4004358
Ook iets op uw hart? schrijf naar: hoofdredactie
Rotterdams Dagblad, postbus 2999,3000 CZ Rotter
dam (E-mail: digitaal@luna.nl).
Houd het kort, lange brieven hebben weinig kans
op plaatsing. En: één onderwerp per brief. Vermeld
altijd uw achternaam, voorletter(s), adres en tele
foonnummer (onder uw brief in de krant komen al
leen naam en woonplaats). Brieven op rijm, anonie
me brieven, oproepen (voor acties e.d.) stencils,
brieven die door anderen als discriminerend c.q.
beledigend kunnen worden ervaren en 'open brie
ven' worden niet opgenomen. Plaatsing betekent
niet dat het Rotterdams Dagblad uw mening deelt.
In het boekje De Brug van de dienst SoZaWe de
gemeente Rotterdam staat vermeld datje, mits je lan
ger dan driejaar een uitkering hebt, voor ƒ1100 aan
duurzame gebruiksgoederen (meubels, koelkast, en
zovoorts) mag declareren. Door publicatiesin de pers
werd ik hier op attent gemaakt en heb ik SoZaWe ge
beld. Nu blij kt datje hiervoor als alleenstaande niet in
aanmerking komt; je moet er een rits kinderen voor
hebben. Als alleenstaande word je hiermee wel weer
gediscrimineerd. Ik heb al twaalf jaar een uitkering
omdat deze verrotte maatschappij mensen boven de
50 jaar in een hoek trapt. Als ik myn vaste lasten heb
betaald, dan blijft er niet veel overen sparen gaat niet.
Als alleenstaande kun je je dan alleen maar in de
schulden steken. De heer Simons, die deze uitkering
voor duurzame gebruiksgoederen heeft verzonnen,
wordt bedankten hoeft van mij niet herkozen te wor
den.
B. Braat, Rotterdam
Ambtenaren van het milieuministerie VROM willen
de benzine in de komende jaren ƒ0,50 tot ƒ1,50 duur
der maken door de accijnzen te verhogen. Daarnaast
willen zij de maximumsnelheid tot negentig kilome
ter per uur beperken. Dit zijn de 'bouwstenen' voor
een nieuw nationaal milieu beleidsplan, dat eind van
dit jaar moet verschijnen. Delen van deze notities zijn
'per abuis' bij de Tweede Kamer terecht gekomen.
Hieris dus sprake van eennieuwe luchtballon. Duide
lijk is dat de Milieuminister, die eerder vanwege haar
bijna religieuze milieuvisie al 'de groene ayatollah' is
gedoopt, zich heeft omgeven met mensen van wie de
visie ongeveer overeenkomt met die van eilandbewo
ners: verstoken van alle ontwikkelingen in de wereld.
Hoe kan iemandnu met droge ogen een accijnsverho
ging van ƒ1,50 voorstellen, terwijl langs de landsgren
zen honderden bedrijven op de rand van een faillisse
ment staan? Het gehele Milieuministerie vergeet dat
een welvarende economie grote bedrijvigheid met
zich meebrengt. Dat betekent automatisch veel mobi-
lititeit. Maak die kapot en je breekt de ruggegraat van
de economie. En wat de maximumsnelheid betreft:
het zijn autosnelwegen, geen milieulaantjes! Ambte
lijke organisaties, die een eilandvisie hanteren, zijn
een gevaar voor de nationale economie. Zij zijn aan re
visie toe.
Hans Grashoff voorzitter stichting Pro Auto),
Rotterdam.
De plannen die 'onze' intelligentia nu weer heeft ont
wikkeld voor een maximumsnelheid van dertig kilo
meter in de bebouwde kom, hebben onverwachte ge
volgen. Als men dit doordrukt, is de consequentie dat
deze snelheid nooit in de vierde versnelling kan wor
den gereden, waardoor de automotor gaat 'pingelen.
We zullen in onze '3' moeten blijven rijden, waardoor
onze autos meer uitstoot zullen produceren vanwege
de hoge toerentallen. Dit kan toch niet de bedoeling
zijn van de Milieuminister?
Frits Burgerling, Rotterdam
Met ergernis las ik de suggestie van raadslid Maks van
D66 voor een verhuispremie voor Rotterdammers die
van hun stad zijn vervreemd en zich onveilig voelen,
maar door geldgebrek niet kunnen verhuizen. Hij
doet zelfs suggesties voorlokaties om een nieuwtebe-
ginnenleven, zoals het naast de deur gelegen Gronin
gen en Friesland. Ver weg van de omgeving waar je
woont, wellicht geboren bent, weg van wat eens een
veilig en vertrouwd thuiskomen was, maar op den
duur hopeloos verloederde. Bemoedigende ideeën
over sociale verbeteringen heeft de heer Maks blijk
baar niet. Sterker nog, hij bedenkt zelfs een plan voor
een vlucht met onbekende bestemming. Zijn ambitie
reikt kennelijk niet verder dan het realiseren van nog
meer bouwprojecten die van Rotterdam een tweede
Manhaften moeten maken. Een wereldstad. Het be
houd van de kwaliteit van het leven in de stad blijkt
voor mynheerMaks geen prioriteitte zijn, maar hij wil
je wel uitzwaaien. Hopelijk heeft het probleemoplos
send vermogen van een nieuwe lichting bestuurders
meer gehalte dan dit soort gemakshalve gedane voor
stellen.
N. Punt, Rotterdam
Na enige krantenberichten gelezen te hebben over
'Rotterdam, een witte boorden-stad' en vervolgens
over 'Rotterdam cultuurstad' is mijn vraag de volgen
de: wat is het nut van dergelijke intitiatieven voor de
doorsnee Rotterdammer? Ik heb het over de man of
vrouw die geen werk kan vinden in onze 'werkstad'.
Vele bedrijven hebben Rotterdam verlaten en hun
werknemers achtergelaten in het vangnet van de so
ciale wetgeving, dat daar niet op was berekend. Kijk
maar naarde WAO! Maar debestuurders van onze stad
kennen blijkbaar alleen maar de vierkante kilometer
rondom het stadhuis aan de Coolsingel. Van Rotter
dam wordt daar in figuurlijke zin weer een puinhoop
gemaakt, want de Rotterdammers die hebben meege
holpen om hun stad op te bouwen, zitten nu voor het
raam om wat cultuur op te doen. Meer dan hon
derdduizend mensen genieten van een uitkering; te
veel om er van dood te gaan en te weinig om van te le
ven. Hetzyn allemaal mensen dieopeenof andere ma
nierwat hebben betekend voor de stad, die het imago
vandestadbepaalden.dieindeseheepsbouwwerkten
en in andere bedrijfstakken. Rotterdam is geen Was
senaar of een andere luxe gemeente. Rotterdam is een
voorvele menseneenonveilige stad geworden. En wat
doet de politiek? Zij staat erbij en kijkt ernaar. Rotter
dam cultuurstad? Zeg maar krepeerstad! Witte
boorden-stad, j a tussen 9 en 17 uur, maar daarna is het
in Rotterdam grauwe a- moe.
x M. Hol, Rotterdam
Door Ans Bouwmans en Dineke
van der Burg
Acht jaar geleden nog rende ze
voor een campagne van de CDA-
jongeren Ruud Lubbers achterna
door de duinen. Het was een ko
misch gezicht. Lijsttrekker Lub
bers -rugnummer 1 natuurlijk-
met vlak achter hem de paar tur
ven hoge Ank Bijleveld -num
mer 59 - en de ook niet bijster
grote CDA-kandidaat Hans Hui-
bers. De grote christen-democraat
omringd door twee kleintjes.
Toen nog letterlijk én figuurlijk.
Of ze op eenzelfde manier straks
achter Jaap de Hoop Scheffer -
een fervent trimmer- gaat ren
nen op het Scheveningse strand,
nu als de échte nummer twee?
„Nee," lacht ze. „Dat zie ik niet
gebeuren. Ik geloof niet dat het
mijn sterkste punt is achter Jaap
aan te hollen."
Ank Bijleveld, 35 jaar, moeder
van twee kinderen en sinds 1989
lid van de Tweede Kamer, is een
snel stijgende ster in het CDA. Tot
haar eigen verbazing. Vier jaar ge
leden stond ze als 22ste op de kan
didatenlijst, maandag kreeg ze
een telefoontje van partijvoorzit
ter Helgers dat haar naam als
tweede op de lijst prijkt, direct
achter Jaap de Hoop Scheffer.
Wat dat betreft hadden de CDA-
jongeren een vooruitziende blik.
In februari riepen de jongeren
Ank Bijleveld uit tot aanvoerster
van hun lijst en tot model-Kamer
lid van een vernieuwde CDA-frae-
tie.
Ank Bijleveld-Schouten was ver
rast. Ze wist dat ze een redelijke
kans maakte op een plaats in de
top-vijf. Toen ze hoorde dat ze
nummer twee was, moest ze even
slikken. „Ik heb Helgers ook ge
zegd dat ik het als een zware ver
antwoordelijkheid beschouw.
Zowel ten opzichte van de nieuwe
mensen als ten opzichte van de
oude leden. Tijdens de komende
campagne zal veel van me worden
verwacht en als je op zo'n plek
staat, mogen de mensen ook iets
van je verwachten. Toch denk ik
wel dat ik het aankan. Ik heb een
optimistisch karakter."
In drie korte zinnen analyseert ze
haar stijgende positie. „Ik ben
jong. Ik ben vrouw. En ik voer
mijn portefeuille goed uit" Dan is
het even stil, „Oh, voordat ik het
vergeet,, het komt ook omdat ik
uit Overijssel kom. Dat is een heel
belangrijk punt. In Overijssel zit
één van de grootste Kamerkrin-
n. Dat betekent dus ook dat
daaruit een goede vertegenwoor
diging moet zijn."
Het jonge Kamerlid - ze is de eni-
e in de fractie onder de 40 jaar -
praat soms snel en af en toe wor
den haar zinnen onderbroken
door een schaterlach. Bijvoor
beeld als ze spreekt over de werk
bezoeken in haar eigen regio,
waar ze nu nog steeds zichtbaar
van kan genieten. Soms ook praat
ze bedachtzaam en formuleert ze
haar zinnen voorzichtig. Dit doet
ze als ze ingaat op de frustraties
van CDA'ers die lager op de lijst
staan. Alleen omdat ze geen
vrouw zijn, niet jong zijn, terwijl
ze wel dezelfde kwaliteiten heb
ben.
„Leeftijd en sekse zijn nu een
maal criteria die meespelen bij de
selectie van kandidaten. Dat weet
je en daar moet je dan ook reke
ning mee houden. Maar ik weet
ook dat er een verschil is tussen
het weten en het je realiseren.
Een aantal fractieleden wist dat ze
waarschijnlijk niet meer op de
lijst zouden staan. Daarover zijn
van tevoren gesprekken gevoerd.
Maar maandagavond, toen ze wer
den gebeld door partijvoorzitter
Helgers, realiseerden ze het zich.
Ik kan me voorstellen dat mensen
daardoor emotioneel zijn ge
raakt."
Mentor
Haar kop koffie wordt gedachte
loos opzij geschoven wanneer ze
begint te praten over de samen
stelling van de lijst, Langzaam
vertelt ze blij te zijn dat de lijst er
minder bestuurlijk uitziet dan
vier jaar geleden. Ze verwacht dat
uit deze nieuwe club mensen een
fractie ontstaat die zowel opposi
tie kan voeren als regeringsver
antwoordelijkheid aankan. Toch
is het zo dat
evenwicht tus
sen oud en
nieuw nét niet
doorslaat, nu
er onder de
eerste 36 acht
tien nieuwe
lingen zijn.
„Er zyn net
genoeg men
toren om de
nieuwkomers
in te werken.
Wij werken
met begelei
ders, die de
nieuwe leden by de hand nemen
en hen uitleggen wat er nodig is
voor dit werk." Vincent van der
Burg, één van de CDA'ers die van
al enige tijd geleden aangaf te
stoppen met het werk, was haar
mentor. „Hij was heel precies in
procedures. Dat is heel belangrijk
en wordt vaak onderschat. Ik heb
er veel aan gehad, Kennis van re
gels is belangrijk voor je uitgangs
positie in een debat."
Over de houding van fractiege
noot Mateman, die na achttien
jaar Kamerlidmaatschap het veld
moet mimen en hiertegen luid
keels protesteert, wil ze met moei
te iets zeggen. „Iedereen weet dat
dit werk in principe voor een pe
riode is die niet langer duurt dan
Ank Bijleveld: „Er: (jnnogmaarheelweinigmannendiewerkenzorgtakenmetelkaarcombineren.
ik merk regelmatig dat ik deze ideeën nogsteeds aan mijn achterban moet verkopenGelukkigkan
ik die als politica uitdragen. FotoGPo
de periode waarvoor je bent geko
zen. Hoewel je erg gemakkelijk
met hart en ziel aan de Kamer ver
knocht kan raken, moetje realise
ren dat dit onzeker werk is. Som
migen hebben dat te weinig ge
daan en zich teveel in hun werk
hebben vastgebeten."
Zorgverlof
Ank Bijleveld, geboren op 17
maart 1962 in IJsselmuiden, komt
uit een katholiek gezin. Na haar
gymnasium-A
en het docto
raal examen
bestuurskunde
aan de Techni
sche Hoge
school in
Twente werkte
ze twee jaar als
beleidsmede
werker bij de
gemeente Hen
gelo. Al snel
stapte ze over
naar de lokale
politiek, waar
na ze in 1989 de
sprong voorwaarts maakte naar
het Haagse. Ze trouwde een pro
testantse man en kreeg onlangs
haar tweede kind. „Baby Geertje
is nu bijna vijf maanden."
Haar echtgenoot neemt het groot
ste deel van de opvoeding voor
zijn rekening. „Mijn man is veel
thuis, Anders zou het ook alle
maal niet kunnen. Voor de kinde
ren is het goed dat hij er is. Hij
werkte drie dagen in de week,
maar is onlangs tweeéneenhalve
dag gaan werken. Tenminste,
voor zover dat lukt, want vaak
wordt het toch nog drie dagen.
Crèche en kinderopvang doen de
rest. Gelukkig kan ik zelf vrijwel
elk weekeinde thuis zijn. Alleen
als er een partijcongres is, lukt dat
niet." Vlak na de zomervakantie
keerde Bijleveld van haar zwan
gerschapsverlofterug in de Twee
de Kamer. Graag had ze nog zorg
verlof willen opnemen, maar dat
was niet mogelijk. „Tijd, daaraan
hebben de nieuwe generaties, de
dertigers en de veertigers, vaak
gebrek." En dan, lachend, alsof ze
alle tijd van de wereld heeft: „Het
is ook niet voor niets dat ik voor
zorgverlof heb gepleit."
Bijleveld was een van de samen
stellers van de nota over het ge
zinsbeleid, die begin dit jaar werd
gepresenteerd. Het gezinsbeleid
staat hoog op de agenda van het
CDA. De kritiek dat de nota een
stoffig beeld schetst van de vrouw
achter het aanrecht en de man
naar het werk, vindt Bijleveld
flauwekul. Er wordt juist uitge
gaan van de wensen van de nieu
we generatie om werk, huishou
den en de zorg van kinderen te
combineren. „We pleiten in de no
ta voor een verhoging van de kin
derbijslag, voor een uitgebreider
zorgverlof waar ook vaders ge
bruik van kunnen maken. Ook
willen we dat er opvoedgeld
komt."
„Er zjjn nog maar heel weinig
mannen die werk en zorgtaken
met elkaar combineren. Ik merk
regelmatig dat ik deze ideeen nog
steeds aan mijn achterban moet
verkopen. Gelukkig kan ik die als
politica uitdragen. Aan mijn leven
kunnen mensen zien dat dit in de
praktijk werk. Ik heb daarin een
soort voorbeeldfunctie."
De CDA'ster kan nog niet zeggen
wat er terecht komt van de ideeën
uit de gezinsnota. „We hebben de
nota aan de programcommissie
gegeven. De commissie heeft uit
gebreid gesproken over het zorg
verlof en het opvoedgeld, maar ik
weer niet wat er precies in het ver
kiezingsprogramma komt te
staan."
De discussie over het gezin, haar
inbreng tijdens de debatten over
de ziektewet en haar voorzitter
schap van de fractiecommissie so
ciale zaken bestempelden Bijle
veld tot het 'sociale gezicht' van
het CDA. Haar bijdrage aan de
discussies over het CTSV (College
van Toezicht Sociale Verzekerin
gen) riep waardering op bij haar
eigen partij en bij de regerings
fracties. Ook voor de manier waar
op ze het standpunt van het CDA
verdedigde in de discussie over
de Turkse familie Gümüs kreeg
ze complimenten. Het CDA meen
de dat Gümüs moest terugkeren
naar Turkije. „Voor mezelf vond
ik dit een moeilijk debat, ook
omdat het hier om mensen ging.
Maar we hadden met z'n allen een
lyn uitgezet. Dan kun je daar niet
zomaar van afwijken."
Tijdens de presentatie van de no
ta over het gezinsbeleid pleitte
Byleveld voor een minister of
staatssecretaris gezinszaken. Nu
ze zelf nummer twee op de kandi
datenlijst staat, is een plek voor
haar in het kabinet niet meer on
denkbaar. „Een ministerschap?
Daar heb ik nog geen seconde
over nagedacht," klinkt het ver
schrikt. In navolging van De
Hoop Scheffer: „Voorlopig heeft
het werk in de Tweede Kamer
mijn voorkeur."
„Het kan natuurlijk dat het CDA
bewindslieden van buiten de par
tij haalt. Vier jaar geleden by voor- i
beeld deed D66 dat ook. Sorgdra-
ger, Wijers en Borst kwamen uit
het niets en werden in één klap
minister. Bij D66 werd dat als po
sitief gezien, terwijl het tegen ons
als kritiek wordt gebruikt Dat
vind ik dus onzin."
Door Sjors Los
De minister van Binnenlandse Zaken was des
tijds zeer verheugd over het resultaat van de
onderhandelingen met de poltiebonden over
de CAO 1997-1S98. Er zouden geen acties komen van
de zijde van de politie-achterban. In die CAO staat
namelijk een unieke afspraak, het zogenoemde 'vre
desartikel nummer 7', waarin de politiebonden toe
zeggen om de nakoming van deze afspraken in de
toen nog niet goedgekeurde CAO er bij hun leden
door te zullen drukken.
Het CAO-akkoord, inclusief het vredesartikel, zorgt
ervoor dat de politiebonden thans 'krokodillentra
nen' huilen. Zij, de onderhandelaars namens de bon
den NPB, ACP, ANPV en de VMHF, gingen immers
akkoord met een fooitje loonsverhoging én met het
inleveren van bijzondere verlofdagen voor verhui
zing, leeftijdsveriofdagen en met het inleveren van
een dag bij herhaald ziekteverzuim, etcetera.
Nu de discussie over de praktische invoering van de
36-urige werkwerk per 1 oktober 1998 in volle gang is,
moet daarom maar eens duidelijk worden (Ét poli
tiemedewerkers wel degelijk hebben bijdragen in de
financiering van de noodzakelijke herbezetting in
verband met de kortere werkweek, al was het bij
voorbeeld maar dm versoberde verlofaanspraken of
door het gedeeltelijk inleveren van de zogenoemde
doelmatigheidswinst.
De politiebonden gokten destijds op een landelijk
aantal nieuwe arbeidsplaatsen van 917. Men rekende
op 100 procent herbezetting voor de politie op straat
en slechts op 30 procent herbezetting by het admini
stratief, huishoudelijk en technisch personeel. Deze
noodzakelijke mensen werden dus weer het kind van
de CAO-rekening.
De concrete plannen van politiekorpsen voor de her
bezetting in het kader van de kortere werkweek die
nen voor 1 januari aanstaande bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken te worden ingediend, dus
breekt nu zo langzamerhand het uur van de waar
heid aan. Zo staat voor mij vast dat er bij een herbe
zetting voor achttien politiechefs, die twee uur per
week minder gaan werken, minstens één nieuwe
chef zal moeten terugkomen. In het geval van een
kortere werkweek voor 180 brigadiers zal er dus spra
ke moeten zijn van een herbezeting van tien nieuwe
medewerkers, bij 1800 agenten van honderd nieuwe
collega's erbij.
Dergelijke rekensommen (henen in 26 politieregiós
zo te worden gemaakt, want het betreft hier immers
de uitvoering van afspraken in een landeljke CAO.
In een politieregio zoals Rotterdam-Rijnmond zou
den we tijdens deze regeringsperiode al extra politie
mensen hebben moeten zien verschijnen, bijvoor
beeld op Goeree-Overflakkee of in Bleiswijk. Maar u
en ik weten dat als er al sprake zou zijn geweest van
meer personeel, deze medewerkers wel erg goed ver
stopt zouden zijn gehouden.
Het is alleen al vanwege de behoefte aan meer men
sen te hopen dat de landelijke politiebonden (slechts
60 procent van het politiepersoneel in Rotterdam-
Rynmond is by deze bonden georganiseerd) zich niet
meer laten ringeloren door een minister. En dat die
bonden nu eens echt voor alle politiemensen gaan
knokken. Bijvoorbeeld voor de politiesurveillanten,
die de belofte van meer blauw op straat in Rijnmond
echt hebben waargemaakt. Of voor rechercheurs die
elders in het land een hogere salariswaardering krij
gen dan in Rotterdam-Rijnmond.
Het gevecht om een goede herbezetting moet dus
ook gaan over de formatie van administratief en
technisch personeel. Handen af van deze collega's,
zij zijn, zoals in eik ander bedrijf en andere organisa
tie, onontbeerlijk. Zij zyn niet te vervangen door
computers of ander dood materiaal.
Laat het voor eens en voor altijd duidelijk zijn. Het
zijn de mensen die de politieorganisatie die voort
gang geven, die het nodig heeft Mensen! Zij vragen
niet om een gouden handdruk, maar gewoon om
werk. Om werkgelegenheid.
(Sjors Los is brigadier-rechercheur en onafhankelijk
lid van de ondernemingsraad 5tj de regiopolitie Rot
terdam-Rijnmond)
Amnesty In
ternational,
dat geregeld
acties tegen
de doodstraf
organiseert,
registreerde
in 1995 2931
executies in
41 landen en
4165 ter dood
veroordelin
gen In 79 lan
den. Archieffoto
John de Pater
De doodstraf deugt niet. Gerechtigheid kan
zonder beul. Dat is de mening van gevange
nispredikant Hans Abma. In zijn gelijkna
mige studie, waar hij onlangs op promo
veerde, stelde hij dat recht op leven voor al
les gaat. Zelfs oorlogsmisdadigers mogen
niet terechtgesteld worden. De samenle
ving dient de waardigheid van een ieder,
dus ook van criminelen, te respecteren.
Door Robert van de Woestyne
De doodstraf is wijdverspreid. Van de 194 lan
den in de wereld is in slechts een kwart (54)
de doodstraf volledig afgeschaft. In ongeveer
de helft van de landen wordt de doodstraf re
gelmatig toegepast. Amnesty International
registreerde in 1995 2931 executies in 41 lan
den en 4165 ter dood veroordelingen in 79
landen. Dat was vermoedelijk maar een klein
deel van het werkelijke aantal. Veel landen
maken namelijk geen cijfers bekend. Koplo
per is China, waar Amnesty in 1995 3110
doodvonnissen en 2190 executies kon achter
halen.
Wereldwijd zijn twee tendensen te bespeu
ren. Aan de ene kant neemt het aantal landen
dat de doodstraf afschaft toe. Maar tegelijker
tijd past een groep andere landen in versterk
te mate en voor steeds meer delicten de dood
straftoe.
Hoewel de doodstraf nog steeds zeer omstre
den is, zit de discussie erover muurvast. De
argumenten over en weer zijn al twee eeuwen
nagenoeg dezelfde. Voorstanders beweren
onder meer dat de doodstraf een effectief af-
schnkkmgsmiddel is in de stryd tegen de
zware misdaad en dat vergelding voor moord
noodzakelijk is om recht te doen aan de
slachtoffers. Oog om oog, tand om tand.
Tegenstanders, zoals Amnesty International,
beroepen zich vaak op het recht op leven voor
iedereen. Vanuit zijn betrokkenheid bij Am
nesty besloot Hans Abma te onderzoeken of
dat laatste een ethisch geldig argument is.
„Het was mij opgevallen dat vrijwel geen en
kele filosoof of ethicus zich de moeite heeft
getroost om dat te onderzoeken terwyl dat
voor abortus of euthanasie wel het geval is."
Machteloosheid
Abma komt in zijn boek tol de conclusie dat
hoewel het recht op leven met absoluut is, de
doodstraf in ieder geval een aantasting is van
de moraal van de samenleving. „Een ge
meenschap mag een crimineel niet ter dood
veroordelen omwille van de menselijkheid
die zij hoog in haar vaandel draagt. Boven
dien is een samenleving niet in staat om on
feilbare oordelen over mensen uit te spre
ken Het recht op leven beschermt de gave
van het leven en mag niet doorbroken wor
den ter wille van vergelding en straf.
Maai moet er in geval van moord dan geen
recht gedaan worden aan de nabestaanden?
„Jazeker, straf is noodzakelijk. Maar dat be
tekent niet dat in zo'n geval alleen de dood
straf de gerechtigheid kan herstellen."
Dat geldt zelfs voor oorlogsmisdadigers,
vindt Abma. Ook zij mogen niet terechtge
steld worden. Niet omdat zij vanwege hun da
den geen straf zouden verdienen, maar van
wege de waarden van de samenleving die
zich daartegen teweerstelt. In het geval van
oorlogsmisdadigers wordt bovendien zicht
baar hoe ontoereikend de doodstraf in feite
is.Als je met de straf probeert de dader zo
veel leed toe te voegen als hij zijn slachtoffers
heeft aangedaan, dan is de straf een beledi
ging voor hen en hun nabestaanden. Neem
iemand als Eiehmann, die de dood van mil
joenenjoden op zyn geweten heeft. Dat is on
herstelbaar, Zijn dood als vergelding voor die
miljoenen was ontoereikend. Het was niet
meer dan een symbool van machteloosheid,"
Abma acht de doodstraf ook geen effectief
middel in de strijd tegen de zware misdaad.
„Het is nooit onomstotelijk vast komen te
staan dat de doodstraf daadwerkelijk herha
ling van halsmisdrijven voorkomt Verreweg
de meeste moordenaars plegen hun delict
slechts eenmaal. Ook is nooit bewezen dat de
doodstraf crimininelen meer afschrikt dan
andere straffen."
Zelfmoord
In een land als de Verenigde Staten wordt
daar heel anders over gedacht. Een groot deel
van de bevolking is om die reden voor de
doodstraf. Dat steeds vaker tot uitvoering van
de doodstraf wordt overgegaan, heeft volgens
Abma alles te maken met die publieke opinie.
.Als je als politicus pleit tegen de doodstraf,
pleeg je politieke zelfmoord."
Overigens wordt de doodstraf vaak heel se
lectief toegepast. Niet iedereen die de dood
straf Verdient' krygt haar ook. Uiteindelijk
wordt in de Verenigde Staten maar één pro
cent van de moordenaars ter dood veroor
deeld. Leden van minderheidsgroeperingen
lopen veel meer kans de strop te krijgen dan
anderen. „Wie afwijkt en 'gewone' mensen
angst inboezemt, loopt meer kans geselec
teerd te worden." Daarom maken zwarten in
de VS een onevenredig aandeel uit van de
groep terechtgestelden.
Abma constateert ook dat in veel gevallen de
doodstraf als ritueel fungeert. Een misdadi
ger wordt ter dood gebracht als een soort of
fer voor het rechtsgevoel van de gemeen
schap. Zo wordt tevens het noodlot van de
misdaad afgewend. „Geweld wordt met ge
weld bestreden. Dat verbindt mensen met
elkaar en neemt onderlinge onlust- en
schuldgevoelens weg." Ook dat is goed te
zien in de VS, waar in de nacht van de execu
tie soms uitzinnige menigten zich verzame
len bij de gevangenispoort Verwerpelijk,
vindt Abma. De christelijke theologie moet
zich daartegen teweerstellen.