18 Thea Beekman denkt nog niet aan pensioen Slavenkas Zierikzee inspireerde schrijfster tot nieuw historisch jeugdboek Jeroen Brouwers zeurt heel mooi 'De zestien lusten' bestseller 1998 De Middeleeuwen volgens Wilmink j Top40 /Boeken vante af£e\ov«v\ week V Rotterdams Dagblad 'f> fv5 Vrijdag 3 juli 1998 De titel van het nieuwste boek van Thea Beekman is 'Vrijgevochten'. Het verhaal begint en eindigtinZienkzee, hoofdpersoon is Jasper Uevenszoon de Bonteen de zei Ivaartm hetbegin van de achttiende eeuw speelt er een belangrijke rol in. Dat waren ook de afspraken twee jaar geleden tussen deschnjfster, haaruitgevenj Lemmseaatin Rotterdam en de Slavenkas in Zierikzee, een verzekenngsfonds. Afgelopen woensdag werd het boek officieel gepresenteerd. Thea Beekman kwam er persoonlijk voor naar Zierikzee. Er wachtte haar, mede inverband met haar vijfenzeventigste veqaardagop23juli, een feestelijke ontvangst. Ook werd ze vanwege haar grote verdiensten alsjeugboekenauteur benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Door Ali Pankow In haar woning in Bunnik vertelt Thea Beekman; „Het begin van een boek is voor my altijd een los idee; in dit geval dus de Slavenkas, een in 1735 gesticht verzekeringsfonds." Ze heeft inmiddels 22 jeugdboeken op haar naam staan. De meeste ver halen spelen zich af tegen een histo rische achtergrond. De kinderkruis tochten in het begin van de dertien de eeuw, de Middeleeuwen in Frankrijk, Rotterdam aan het einde van de vijftiende eeuw, de Franse bezetting van Utrecht en Utrecht in de tijd van de beeldenstorm bieden de historische decors voor enkele van haar veelvuldig bekroonde boe ken. 'Zwerftocht met Korilu* kreeg in 1971 een Zilveren Griffel. Driejaar later kreeg ze een Gouden Griffel voor 'Kruistocht in spijkerbroek' en voor hetzelfde boek mocht ze ook de Europese prijs voor het beste histo rische jeugdboek in ontvangst ne men. „Ach, ja", zegt Thea Beekman, ter wijl ze een antiek tabaksdoosje opent en geconcentreerd een shag- gie begint te draaien. „Ik schrijf graag verhalen, die zich in het verle den afspelen. De voorbereiding is zo leuk, ik voel me net een soort detec tive, Bovendien zijn die verhalen tijdloos. Verhalen in deze tijdverou deren zo snel. Een boek als 'Mijn va der woont in Brazilië' wordt nog steeds verkocht, maar het is eigen lek verouderd en ik wil niet dat er nog een nieuwe druk van uitkomt" Het losse idee, dat aan het boek Vrijgevochten' ten grondslag ligt, is de Slavenkas, het verzekerings- fonds dat ruim tweeëneenhaive eeuw geleden werd opgericht voor het vrijkopen van Zïerikzeese zee lieden, die door Barbarijse kapers in Noord-Afrika tot slaven waren ge maakt, Hooguit de rijke families van kapitein en stuurman waren in staat hun verwanten vrij te kopen. Het lot van de bemanningsleden in lagere rang was niet te benijden. Ze weden als gevangenen meege voerd en moesten vaak als Christen slaven dienen op de schepen van de piraten uit de Noord-Afrikaanse kuststaten Marokko, Algerije, Tune sië en Tripolitanië. Slavenkas Thea Beekman zegt waardering te hebben voor de oprichting van dit verzekeringsfonds. „Vele andere havensteden hadden ook te maken FICTIE i Het lazarusklnd J-j Afiessffnsé Kronieken (4) Weduwe voor een jaar tl} Anna, Manna en Johanna (-) LM. (-} Dorar (3) Onderwereld {2} Het Béd én tie waarheid (-) De tuinen van Tuan Allah (r) Da baal van Kara-Bogaz (6) Nat en droog, Rijkswaterstaat (2) Het verfraai gaat, deel 2 Nico ter Unden (3) De teldulvel Hans Enzensberger (7} Vaderlandse geschiedenis Herman Belién hi een notendop - 1 (8) Breng mij naar Rotterdam terug P. Blanker e.a. {1} WBhefmlna - v Cees Fasseur B Een ongewoon gesprek met God NeaJeWalscb I (4} De maffiavan?iaMjG Frank Bovenkerk I (5) Hoe God verdween uit Jorwerd Geert Mak [9) Zfjnentijd met die Barbarijse kapers, maar Zie rikzee deed er tenminste wat aan." Ze had nooit van de Slavenkas ge hoord totdat H. Uil, presidentcom- jnissaris van dit fonds, haar erop at tent maakte. Het werd de start voor een nieuw boek. De schrijfster gunde zichzelf een ruime voorbereidingstijd. Al in de herfst van 1996 dwaalde ze doelbe wust door Zierikzee, dook ze in de archieven yan de Slavenkas en las ze boeken over de zeilvaart en de slavernij. Ontdekken wat er in die tijd wel en niet was, dat is van be lang, volgens de schrijfster. In het voorjaar van 1997 besloot ze een reis door Tunesië te maken. Dochter Marianne vergezelde haar moeder, „Het echte centrum van de slavernij in die tijd was Algiers, maar het trok me niet om in deze tijd naar een land als Algerije te gaan." Thea Beekman houdt van reizen en verzamelt een veelheid aan gege vens, die ze meent te kunnen ge bruiken voor haar boeken. Je kunt, vindt ze, niet over een land schrij- 'Zodra ik be gin, zet ik alle schrijftheo- rieén over boord en doe ikgewoonwat mijn hart me ingeeft.' Foto GPD/PeterArno Broer ven als je er nooit geweest bent. Pas na alle voorbereiding begint het ei genlijke schrijven. Hoe gaat ze te werk om vanuit histo rische gegevens een roman te schrij ven? Krijgt het verhaal voorrang of blijft ze vooral trouw aan dé feiten? Zuchtend: „Ik vind het zo moeilijk om over het schrijven te praten. Een heleboel gaat intuïtief. Zodra ik be gin, zet ik alle schryftheorieên over boord en doe ik gewoon wat mijn hart me ingeeft. Ik verzamel altijd veel te veel, maar beter te veel dan te weinig. D$n kan ik tenminste alle kanten op." Nieuwjaarskind In 'Vrijgevochten' maakt de schrijf ster de lezers deelgenoot van de eer ste achttien levensjaren van Jasper de Bonte. Hij werd op 1 januari 1705 in de Ravestraat in Zierikzee gebo ren. Een Nieuwjaarskind! „Die heb ben altijd geluk," zei de vroed vrouw. Maar dat klopte niet hele maal, want drie dagen later stierf Jaspers moeder. Zijn vader, de timmerman Lieven de Bonte had geen flauw idee hoe hij een pasgeborene moest verzor gen en in leven houden. Hij zocht een min voor de zuigeling en vond die ook. Op 10-jarige leeftijd keert Jasper terug naar het huis van zijn vader. Hij is voorbestemd zijn vader ais timmerman op te volgen, maar hij wil zo graag naar zee en staat vaak aan de Nieuwe Haven of bij het Havenkanaal te kijken hoe de sche pen binnenlopen en uitvaren. Op een dag krijgt hij de kans om met de Anna-Maria naar Lissabon en Cadiz te varen als duvelstoejager. Het schip wordt voor de kust van Portugal gekaapt door een piraten- galei onder gezag van de Akbar Abdallah. die is geboren en opge groeid in Vhssingen, maar nu be keerd is tot de islam en als berucht piraat te keer gaat. De scheepsbemanning overleeft de kapmg. Maar daar is alles mee ge zegd. Wat gaat er met de mannen van de Anna-Maria gebeuren? Wor den ze zelf op de galeien gezet om vastgeketend aan elkaar le roeien en andere schepen te overvallen? Moeten ze in de mijnen gaan wer ken of worden ze verkocht om de rest van hun leven als slaaf te wor den afgebeuld? Zierikzee heeft nog geen Slavenkas. Hoe historisch zo'n verhaat ook is, het zijn altijd twintigste-eeuwers, die erin rondlopen, zegt Thea Beek man. „Je kunt niet in de huid krui pen van iemand, die een paar eeu wen geleden leefde. Je kunt met in voelen hoe die op de wereld zou rea geren. En als je da- als schrijver wel zou lukken, dan begrijpen de lezers van nu die reacties niet." Puinruimen Haar boeken komen in drie versies tot stand. „Ik schryf gewoon op de typemachine, met op een tekstver werker. De eerste versie noem ik een kladje Dan komen er allerlei personen dat verhaal binnen wande len, van wie ik va3k nog met weet wat ik met ze moet. Sommigen gooi ik er ook weer uit. Puinruimen noem ik dat. Puinruimen en rang schikken gebeurt in de tweede ver sie. En voor het dan naar de uitgever gaat, maak ik nog een derde in het net." Denkt ze aan een doelgroep als ze schrijft? „Nee. nooit. Dat ligt by de jeugd ook vaak zo verschillend. Ik probeer gewoon met een strakke compositie het verhaal een beetje spannend te maken. Bastaardwoor den probeer ik te vermijden en met experimenteren ben ik erg voorzich tig. Ik heb eens langs twee verhaal lijnen geschreven, die uiteindelijk by een kwamen, maar die kloof pik ten ze met op. Ik zorg ervoor dat de jeugd de draad van het verhaal met kwijtraakt. Verder hoefje voor jeug dige lezers met opje hurken te gaan zitten. De meeste 12-jarigen hebben al een woordenschat als een volwas sene." Thea Beekman zegt vaak te worste len met het laatste hoofdstuk. „Dat vind ik het vervelendste van een boek schrijven. Er zijn allemaal spannende dingen gebeurd en dan inoet het verhaal nog worden afge rond. Dat laatste hoofdstuk mag na tuurlijk geen anticlimax worden. Ik zit er altyd mee te worstelen. Ook nu weer. Ik was zelf al met tevreden en in overleg met de uitgever heb ik het laatste hoofdstuk van 'Vrijge vochten herschreven. Eerst het ik Jasper na zyn terugkomst in Zierik zee niet meer naar zee gaan, maar hij is crtoch de jongen niet naar om een brave huisvader te worden. Van daar de nieuwe versie." Weduwe Denkt ze al aan stoppen met schrij ven? Er zyn tenslotte mensen die veel eerder dan hun 75-ste ophou den met werken. Thea Beekman met „Nee, hoor. Ik vind het prettig om te werken. Ik ben sinds vier jaar weduwe. Ik zit dus maar alleen, maar ik ben nog fit Ik reis graag en ik schrijf graag. Er zyn op het ogen blik twee idecen, maar daar zeg ik nog niks over, want dat is allemaal nog zo onzeker." Ze begon haar schrijversloopbaan in de journalistiek. Jarenlang vulde ze wekelijks een column m het Utrechts Nieuwsblad. Insteek wa ren haar belevenissen met haar dne kinderen. „Ik schreef er altijd twaalf vooruit. Ik beoordeelde ze en twee ervan gooide ik weg, om de tien bes te over te houden." Een specifiek lichtend voorbeeld in haar vak kan ze met noemen, wel zegt ze veel waardering te hebben voor het werk van Paul Biegel. Vrijwel elke tiener kent enkele titels van Thea Beekman, 'Kruistocht in spijkerbroek' wordt veelvuldig ge noemd. „Zelf heb ik minder met dat boek. Mijn lievelingsboeken zyn 'Hasse Simonsdochteren' en 'Het helse paradijs'. Daarbij viel het alle maal zo lekker op z'n plaats. En "Vrijgevochten1 was ook fijn om te schrijven." Thea Beekman: 'Vrijgevochten'. Lemniscaat,/29,50. Rotterdams Ligbta<frt)30798 Door Hans Warren LouisPaul Boon heeft eens geschre ven: „Zeker is dat iets, antwoordde hij, maar alles is iets..." Aan die uit spraak ontleende Jeroen Brouwers (58) de titel van de nieuwste afleve ring van zijn persoonlijke tijdschrift Feuilletons, Hij schrijft het vol, treedt op als redacteur, en geeft het (onder protectoraat van uitgeverij Atlas) ook zelf uit. Het is een vorm die geknipt is voor deze auteur die eens heeft opge merkt: „Een schrijver moet uit stallen, wat hij uit zijn kelders en onderkelders heeft opgedolven/' In de loop van de jaren heeft hij véél opgedolven en zo werd zyn oeuvre een zeer gevarieerde uitstalling. Naast zijn romans publiceerde hij drie delen Kladboek, verzamelde hij literaire anekdoten in Zachtjes knetteren de letteren en schreef hij essays, herinneringen, schotschrif ten en nog veel meer. In zijn Feuilletons kan hij het alle maal kwijt, zijn polemieken en zijn ontboezemingen, zijn invallen en zijn uithalen. 'Alles is iets' bevat vol gens de ondertitel dagboekbladen en brieven. Inderdaad krijgen we vooral de mentale boekhouding van de boze man van Zutendaal te lezen. Want Brouwers wordt in zijn dorp in Belgisch-Limburg steeds bozer. Op de wereld en vooral op zichzelf. Hij lijdt aan verschrikkelijke de pressies: „Ik viel en bleef maar val len, in een gat zonder bodem." En hij is diep ontgoocheld over wat hij in het leven heeft bereikt. „Niet mijn literaire productie is mislukt," wil hij in een helder moment nog toegeven, „maar mijn literaire carri ère, de maatschappelijke zijde van het schrijverschap: teleurstellende verkoop van mijn boeken, dus aan houdende armoe." Gecompliceerd Het ligt, als ïk het goed zie, nogal ge compliceerd bij hem. Aan de ene kant klaagt hij over het uitblijven van commercieel succes, maar an derzijds weigert hij (anders dan vrij wel alle andere auteurs) met zijn werk te leuren. Hij leeft zo terugge trokken als maar kan en voor 2ijn uitgeverij bedacht hij de dreigende naam Noli me tangere. Raak me niet aan, blijf van me vandaan: dat is de houding van deze auteur. De aantekeningen in 'Alles is iets' getuigen van een diepe innerlijke verscheurdheid. Zijn zelfhaat en zijn eigenliefde blöven even op recht. Immense trots en heftige kri tiek op zichzelf strijden om voor rang. Hij wil tegelijk onopgemerkt blijven én door iedereen worden ge zien. Tegenover het schrijven staat hij niet minder ambivalent. In ver schillende notities maakt hij duide- Immense trots en heftige kritiek op zichzelf strijden om voorrang in het nieuwste werk van Jeroen Brouwers, Foto GPO/FritsWidderhoven lijk dat schrijven nutteloos is, maar inmiddels is schrijven het enige waarvoor hij leeft. Hij wordt ook nog eens verteerd door liefdesleed. De oorzaak is een zekere M., maar helaas blijven de achtergronden even vaag als haar naam. Al het verdriet heeft de hu mor van Brouwers niet aangetast. Zo kan hij razen wanneer hij door de kerstdrukte nauwelijks brieven ont vangt: „Hoe ouder ik word, hoe meer ik de pest aan dat Kindje Jezus krijg: tweeduizend jaar na zijn Ge- boort zit ik godverdomme vergeefs op Post te wachten!" Verstoorde bruiloft Hij kan ongelooflijk zeuren, maar ook ongelooflijk mooi vertellen. Een van de hoogtepunten in deze uitga ve is het verslag van een verstoorde bruiloft. Nog altijd blijkt hij een scherp beoordelaar van literatuur. Van die meneer J. J. Voskuil gaat hy schreeuwen van verveling en hij herkent in A. F. Th. van der Heijden een nieuwe Israël Querido. De laat ste is nu volstrekt vergeten, maar destijds wpi-den zijn epische roman- cyclusser /iet zo enthousiast ont haald als 'De tandeloze tijd'. Fraai zijn verder de anekdoten met hoofd rollen voor Karei Jonckheere, Bert Schierbeek, S. Carmiggelt en Brou wers zelf. Hij vertelt over een ontmoeting met de Belgische koningmweduwe Fa- biola. 2e schudde hem de hand met de woorden: „Ik cheb chet cheel mooi kefonden..." Brouwers schrijft: „Ik cheb sedert die avond mijn chand niet meer kewassen." Jeroen Brouwers: Alles is iets - dag boekbladen en brieven. Atlas, ƒ29,90. Door Margot Engelen Volgens eert landelijk bekende boekverkoopster uit Delft wordt de roman 'De zestien lusten' van de Amerikaan Robert Hellenga dé bestseller van 1998. Er zijn tal van eigenschappen denkbaar die een boek tot bestseller kunnen maken en in het geval van 'De zestien lus ten' is dat de soepele stiji, een vleugje erotiek en enige spanning. Wat helaas ontbreekt is een of meer prenten uit het Italiaanse erotische manuscript waar de roman over gaat. Hellenga zet sterk in met een hila rische scène in een trein, waar de hoofdpersoon meegeniet van een intieme conversatie tussen twee Amerikaanse vrouwen die door Eu ropa reizen om materiaal te verza melen voor de cursus prozaschrij ven die ze at jaren volgen. Letter lijk alles is de moeite van het note ren waard, hetgeen geschiedt met een sereniteit en concentratie een nuttiger zaak waardig. Hellenga koos een vrouw als zijn hoofdpersoon, een dappere keuze voor een debutant, en maakte een sympathieke, geloofwaardige fi guur van. haar. De jonge Ameri kaanse gaat als boekconservator naar Florence, waar als gevolg van een enorme overstroming talloze 'kunstschatten worden bedreigd. Fresco's glibberen van muren, door wateroverlast of door verkeerd ge kozen remedies; schilderijen ver schimmelen en hele bibliotheken lijken reddeloos verloren te gaan door het vocht Margot Harrington zal proberen kostbare banden te herstellen en met een legertje jeug dige vrijwilligers tussen alle Flo rentijnse bladzijden Japans vloei papier te leggen. Tabakschuren worden ontruimd om boeken in te dregen; kosten, moeite noch 'man kracht worden gespaard om 1e ca tastrofe zoveel mogelijk te beper ken. Heerlijke tijd Margot, niet helemaal maagd maar tot dusver weinig gelukkig in de vleselijke liefde, wordt verliefd op een oudere, getrouwde man met wie ze in allerlei opzichten een heerlijke tijd beleeft. Zijn vrouw stemt echter niet m met een echt scheiding op grond van twintig jaar impotentie en hij kiest uiteindelijk voor haar, ook omdat hij weinig fi ducie heeft in een langduriger rela tie tussen een Italiaanse man en een Amerikaanse vrouw. Juist terwijl bun verhouding het hevigst is, vertoeft Margot in een nonnenklooster. Ze restaureert de kostbare boekencollectie van de nonnen, maar ontsnapt geregeld aan het vaste regime om bij haar minnaar te kunnen zyn, wat door de abdis oogluikend wordt toege staan. De spanning komt in het verhaal als een van de nonnen bij toeval, al vloeipapier leggend, een zestiende-eeuws pornografisch werk ontdekt dat is ingebonden sa men met een gebedenboek. Het zyn zestien onbeschaamde eroti sche sonnetten van Pietro Aretino, wellustig geïllustreerd door Mar- cantonio Raimondi en Gulio Roma no. Deze zestien stances, beschre ven en getekend, brengen het non nenklooster in rep en roer. Weerzinwekkend De abdis, die de schrijver een mo derne, feministische en wereldse lm-c-fisbeschouwing meegaf, blijkt op de hoogte van het bestaan van 'Aretino's standjes', waarvan in 1525 op last van de Paus alle exem plaren vernietigd werden. Het le gendarische werkje dat .volgens de beroemde milder en kunstkenner Vasari te weerzinwekkend was voor oog en oor, zou nu wel eens een vermogen waard kunnen zijn. Moeder overste, in geldnood, redt zich uit een lastig parket door zich niet zelf met het schunnige boek te bemoeien, maar dat over te laten aan Margot Zo houdt ze schone handen, ook ten opzichte van haar superieur, de Bisschop van Floren ce, die eveneens zijn zinnen op het manuscript heeft gezet - waarbij niet duidelijk wordt of hij het om de waarde of de inhoud begeert Parallel aan de mislukkende lief desgeschiedenis tussen Margot (29) en Sandro (54)Ioopt het succes verhaal van de vernuftige wijze waarop zij het manuscript het land uit smokkelt en er op de veiling by Sotheby's in Londen een topprijs voor verwerft. Aan het eind van de roman overweegt Margot een ogen blik om zelf als non het klooster in te gaan, maar ze prefereert toch de 'standjes' boven de stilte. Robert Hellenga: 'De zestien lus ten'. Vassallucci, 39,90. Door Hans Warren Als Willem Wilmink (61) een reisje naar Reims maakt, heeft hy er geen idee van dat hij in de trotse hoofd stad van de champagne is beland. Het belangrijkste wat hij over de stad weet te vertellen is: Schuin te genover de gevel van de kathedraal van Reims, links, als je er met de rug naar toe staat, is een horecabe drijf waar je tripel van Leffe kunt nuttigen. Zo'n argeloze mededeling is onthullend. We kunnen eruit op maken dat Wilmink een man is van bier in plaats van champagne, ie mand die weinig oog heeft voor het elegante maar des te meer voor het volkse. Hij bezoek' melijk kathe dralen en drinkt graag trappisten bier, wat op een voorliefde voor de Middeleeuwen zou kunnen wijzen. De geciteerde zin is afkomstig uit Wilminks pas verschenen Mijn Mid deleeuwen. Ook die titel is veelzeg gend. Inderdaad heeft hij een grote interesse voor de Middeleeuwen. Maar hij kijkt er wel op een heel ei gen en dus onvermijdelijk eenzijdi ge wijzenaar. Het is eigenlijk net als met het bier en de champagne. Hij heeft bijvoorbeeld geen belangstel ling voor de verfijnde Franse hof kunst van rond 1300, onlangs gepre senteerd in het Parijse Grand Palais in de spectaculaire expositie L'Art au Temps des Rois Maudits. Maar over een lofdicht op de haring - des tijds goedkoop volksvoedsel - of een vers over het lot van degewone man kan hij enthousiast worden. Zijn voorkeur is trouwens ook op een an dere manier eenzijdig: hij vertelt vooral veel over de literatuur uit de Middeleeuwen. De liefde is al vroeg,, in zijn eigen omgeving, ontloken. In het lange en helaas weinig geïnspireerde gedicht Kathedralen waarmee het boek opent, lezen we onder meer: 'Twee oude kerken in het Twentse land zijn de oorsprong van mijn kathe- dralendrift.' Het gaat om de kerk die 't fraai Oot- marsum domineert en de Sint-Pe ehelmus in Oldenzaal waar hij als kind zo vaak de koelte zocht en hij ook als puber nog rond dwaalde. Als jongen had hij zelfs een museum waar je na betahr g van een cent een door Wilmink zelf opgegraven ha mer uit het Stenen Tijdperk kon zien. Ook met het vertalen van oude teksten begon hij al vroeg, schrijft hij. En met het studeren is hij nooit opgehouden. Hij heeft trouwens al tijd minstens evenveel op zijn ver beelding als op zijn kennis ver trouwd. Zo fantaseert hij dat hij een gedicht in het gastenboek van Char les d'Orléans mag schrijven met re gels als: 'Ik ben de man die nooit iets nieuws verzint, bij 't ouder worden jonger dan als kind.' Wilmink doet af en toe aardige ob servaties. Hij schrijft dat Pierre- fonds in Noord-Frankrijk het mid den houdt tussen een middeleeuws kasteel en een kasteel in een pret park van Walt Disney. Over Brugge zegt hij fijntjes: middeleeuwser dan de Middeleeuwen ooit waren. Maar zyn werk roept ook deze keer nogal eens irritatie op. De oorzaak daar van is dat hij regelmatig populair met banaal verwart. Nee, ik vrees dat zyn Middeleeuwen niet helemaal de mijne zyn. Willem Wilmink: Mijn Middeleeu wen, 128 pag./gefllustreerd, Bert Bakker

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1998 | | pagina 8