13 'Bij 't Gooi deed ik de warming-up in m*n tuin' Bep van Klaveren, een leven van boksen %,ÏÏ%ik0f Rotterdams Dagblad "%6w ?f 'WS' Zaterdag 15januari 1999 Bob Janse (78) was vanaf de eindjaren veertig tot midden zeventig een even populaire als succesvolle trainer bij een handvol clubs. Zijn gloriejaren ken de hij bij Xerxes en Excelsi or. Ook was hij werkzaam bij Hermes DVS, waar hij begon, 't Gooi, Emma, NAC en FC Dordrecht. Vandaag deel 2. Door Piet Ocks Het is 1950. Zijn eerste periode by Xerxes heeft Bob Janse afgeslo ten. Hij moet op zoek naar een nieuwe club. In eigen omgeving komt de dan 30-jange, nog steeds ongediplomeerde trainer niet aan de slag. „In een advertentie had ik gele zen dat 't Gooi een trainer zocht. Ik naar Hilversum. We speelden daar regelmatig voor een dikke zes-, zevenduizend mensen, want 't Gooi was mateloos populair. Het was de club van al die bekenden van de radio als Jan de Troye en Kees Kranenburg. Televisie had je toen nog niet." „Maar hoe ik zo achterlijk heb kunnen zijn... Ik woonde op de Rotterdamsedijk. Met de tram naar het Maasstation - was ik al een klein uurtje kwijt. Moest ik in Utrecht overstappen, treintje Soestdijksestraatweg en dan naar het sportpark, waar nog niet eens een kantine was. Alleen een paar onverwarmde kleedkamers, ver der niets." ,,'s Avonds om vijf over tien ging mijn laatste trein terug. Gebeurde het wel eens dat ik 'm dreigde te missen. Sprong ik achterop de motor van een speler en kon ik nog net de rijdende trein halen. Later leerde ik de stationschef kennen, een Gooi-supporter. Die presteerde het we! eens om de trein vyf minuten voor my op te houden." „Kwam ik's avonds over twaalven weer op het Maasstation aan en was ik om kwart vopr een thui?. De volgende dag hetzelfde liedje. Weer om elf uur de deur uit, weer die trem m. Het enige wat ik er van geleerd heb is kruiswoord puzzels oplossen." Rinus Schaap „Bij 't Gooi speelde Rinus Schaap, in die tijd international en de al lereerste voetballer die naar Frankryk vertrok. Hy had een enorm gevoel voor humor. En de Janse met Ki ll). destijds internatio nal. „Hij was de allereer ste voetbal Ier die naar Frankrijk ver trok. Rinus had een enorm ge voel voor hu mor. Archleffo- Dagbtad yiu'> Bob Janse: „Emma was niks, eaozooye.ik bebdaar drie voorzfttersen vier penningmeesters mee gemaakt. Na een maand of zeven ben Ik opgestapt*"- Fotoja*> RoiooWRonsrdams oagbiad gave om in een mum van tijd zyn oren naar binnen te draaien om ze met een beweging van zyn hoofd er weer uit te laten floepen. Zaten we voor een uitwedstrijd tegen Vi tesse in Arnhem in een café een kop koffie te drinken en tegen over ons zat zo'n aristocratisch echtpaar. Op zeker moment viel de blik van die vrouw op Rinus, die zijn oren weer eens naar bin nen had gedraaid. Die vrouw stootte haar man aan en wees naar Rinus' oren. Maar tegelijker tijd: floep er weer uit Dus toen die man keek, was er niets te zien. Even later hetzelfde ritueel en nog een keer. Kregen die twee een bonje. Die man rekende woedend af en wilde naar buiten lopen. Ri nus op ze af. Draait zijn oren naar binnen, zegt 'goedenmiddag me vrouw, meneer' en floep..." „We zaten in een hotelletje in Oos terhout. 's Ochtends gezellig met z'n allen aan de koffie, vraagt zijn broer Jan: 'Hebben jullie Rinus gezien? Ik begrijp niet waar hy blijft. Hij is al een kwartier gele den naar het toilet gegaan.' En Rinus bleef maar weg. 'Hij had weliswaar al de hele dag last van zijn maag,' vertelde Jan, maar zo lang,.. Jan ging ziöh ongerust ma ken en hij naar het toilet. Op de deur bonken en roepen: Rinus, Rinus, hier is je broer Jan, doe eens open, Geen gehoor. Zijn ze een hamer en een schroeven draaier gaan halen om die deur uit zijn scharnieren te tillen. Zat Rinus mefczyiv-breek.omlaag .on verstoorbaar eerrboekje te lezen.'' Spuugzat „Op een dag kom ik thuis en zeg tegen Co: ik krijg er de balen van, ik schei ermee uit. Ik' was dat heen en weer reizen naar Hilver sum na zo'n drie jaar spuugzat. Want ook op mijn vrije maandag moest ik erheen. Bespreking met de elftalcommissie. Die stelde het elftal toen nog op. Het bestuur had er begrip voor, 'maar', zeiden ze, 'kom nou maandag met je vrouw, dan praten we verder.' Ik met Co naar Hilversum. Worden we naar een pracht van een villa gereden, zegt de voorzitter: 'Kyk, dit hebben we veertien dagen ge leden gekocht.' Het wès me een huis! Het lag pal achter het sportpark, waar ook de draverijen werden gehouden. Mochten we er voor dezelfde huur in als we m Schiedam betaalden. Alleen gebruikte het bestuur het atelier als bestuurskamer. Hiel den we nog twintig kamers over. En een tuin'. Daarin deed ik zon dags de warming-up." „Kreeg ik ineens te horen dat ik mijn diploma moest gaan halen, omdat de termijn van mijn dis pensatie aan het eind van het sei zoen zou aflopen..Inmiddels.had ik wel bij Henk de Boer - die oud- Spartaan -mijn kandidaat-oefen- meester gehaald., maar ik moest elke week naar Jaap van der Leek' in Amsterdam. Doordeweeks al die regiementen in mijn hoofd stampen en de medische kant. Een ellende! Ik deed tegelijk exa men met Leen Vente. Dat schrif telijke examen haalde ik met mijn hakken over de sloot. Voor het praktische gedeelte was ik wel een type. Moest ik een ploeg van De Vole- wijckers les geven. Na tien minu ten zei zo'n examinator dat ik mocht stoppen. Ik naar de kleed kamer, steekt Jaap van der Leek zyn hoofd om de hoek en stak zijn duim in de hoogte. Had ik einde lijk mijn grote diploma." „Dat jaar degradeerde ik met 't Gooi van de tweede divisie naar de amateurs. Na een jaar keerden we weer terug naar het betaalde voetbal, maar toen ben ik daar Vertrokken." Emma 195.G- „Wij terug haar Schiedam. Kornuik.Rio.us Dronkers tegen. Die werkte bij de'belasting. Hij was belast met het controleren van de boeken by Emma, omdat daar fraude waagepleegd. Ik naar Emma; Leuk elftal met spelers als Bram vhr^der'Hoeven, Freek en Jppus van der Gjjp; Van der Star- rer.Uor'tóh der'Gijp was dat sei zoen naarFeyenoord vertrokken en-Wim naar Sparta, Moesten we naar GVAV, Een be stuurslid had een prachtig plan. 'Als we de koffers nou a derdag op de trein zetten,' hadue bedacht, 'dan hoeven we zondag niet zo te sjouwen.' In Groningen konden ze in een depot, zo had hij geïnformeerd. Komen we in Groningen aan, hangt er een bordje op de deur van het depot: 'Zondags gesloten'. Lekker, sta je daar zonder koffers. En tot overmaat van ramp had dat bestuurslid ook nog het re^uutje thuis laten liggen. Wy praten met die stationschef en eindelijk krij gen we hem zover, dat wij na het storten van een borgsom die kof fers mochten ophalen." „Maar het ergste was, dat ik on derweg bij het overstappen in Amersfoort de helft van mijn elf tal was kwijt geraakt Die waren naar een verkeerd perron gelo pen. Kwamen ze net op-tijd met taxi's aafrliri'kre^en Wóok'nog eens met een nulletje of zeven op ons kloten." „Emma .was, jyks„ een^oolje.' Ik heb daaridrie voorzitters en-vier penningmeestershfeegeïrtaakt Na een maand of zéven ben ik op gestapt." Volgende week Mm van Hane- gem: 'Bob Janse is mijn voetbal vader geworden.' SPORT IS van alle eeuwen. Maar wie waren de Neder landse topsporters van déze eeuw? Ranglijsten zijn definitief, lijstjes echter veelal arbitrair. De top-50 van deze eeuw is een rang- "-schririring, opgesteld door de sportredactie van deze krant, met hier en daar een stevig Rotter dams accent. Iedere zaterdag in het Rotterdams Dagblad een por tretvan een van die vijftig helden. Vorige week nummer 50, voetbal keeper Just Göbel; vandaag num mer 49, bokser Bep van Klaveren; en volgende week in 'Eeuwige roem', tennisster Betty Stove. Door Ruud Paauw De ring was de plaats waar hij zich als geen ander thuis voelde. Rot terdammer Bep van Klaveren (1907-1992) was er zowel letterlijk als figuurlijk niet weg te slaan. Zijn carrière omspande maar Hefsrdertig jaar. Eigenlijk bleef 'Ry zijn hele leven bokser. Tot op hoge leeftijd trainde hij nog dage lijks !op de zak' en bleef zo uitzon derlijk fit Tijdens een diner voor oud-Olympisch kampioenen in 1984 zei de toen 77-jarige meï zijn karakteristieke, ruige stem dat ie dereen die hem te na zou komen nog kon rekenen op 'een beste kuist voor zijn kanus'. Bep van Klaveren groeide op in Crooswijk, het volkse Rotterdam van ver voor de oorlog - zo mar kant door hem verteld aan Jules Deelder in diens boek "The Dutch Windmill'. Zijn moeder handelde in vis en allerlei andere dingen, zijn vader was een beruchte vech tersbaas en in de woorden van Van Klaveren 'een zeer slecht ap paraat'. Kattekwaad uithalen en straatvechten, deed Bep al op heel jonge leeftijd. Zijn oom Nol Steenhorst, zelf een bokser met reputatie, bracht hem de eerste beginselen van de bokssport bij. Van zijn zestiende jaar kwam hyj in wedstrijden uit. Van Klaveren bracht het als enige Nederlandse bokser in de historie tot een Olympisch kampioen schap. Dat gebeurde in 1928 in Amsterdam, in het vedergewicht. De verhalen die hij daarover later vertelde, waren uitermate schil derachtig. Vooraf aan de Spelen was er een uitgebreid trainings kamp van de Nederlandse bok sers in Edam. 'De pleuris verveel de ik me daar. Ik kwam er ook nog met de politie in aanraking omdat ik appels uit een boomgaard had gejat. Ontzettend op m'n sode mieter heb ik toen gehad van de trainer. We zaten daar vlakbij het raadhuis en dat had een klokken spel dat om het kwartier 'In een blauw geruite kiel' speelde. Gek werd ik daarvan. Ik heb nog ge probeerd dat ding stil te zetten, maar dat is niet gelukt'. Oude verslagen Over zijn overwinning in de Olympische finale tegen de Ar gentijn Peralta gaf hij in later ja ren hoog op ('Ik sloeg die vrijer een paar keer met een hoek tegen de grond'), maar wie de oude ver slagen er op na leest kan slechts tot de conclusie komen dat zijn overwinning nogal omstreden was. Aan het eind van de Spelen van 1928 reikte koningin Wilhel- mina, staande achter een grote ta fel, aan alle Olympisch kampioe nen de gouden medaille uit. Voor ik dat ding ontvang, komt er een vent naar me toe, een jonkheer, die zegt: Van Klaveren, je moet straks een buiging voor de konin gin maken. Hij doet voor hoe dat moet en ik moet het nadoen. Ik bak er niks van. Hij doet het weer voor en ik zeg wat een gezeik, ik kan dat ding toch wel gewoon krij gen? Toen het zo ver was, viel het i erg mee, hoor. De koningin reikte die medailles met een kolere vaart uit, dus ik hoefde met eens een buiging te maken'. Van Klaveren die in die tijd (als vegetarier!) voor een slagerij werkte, bleef nog een jaar ama teur en stapte toen over naar het profboksen. In 1931 al werd hij Europees kampioen lichtgewicht door de Belg Sybilie in de tweede ronde k.o te slaan. Hij verdedigde zijn titel een paar keer en verloor hem toen aan de Italiaan Locatel- li. Samen met manager en toever laat Theo Huizenaar vertrok hy naar Amerika in de hoop een ge vecht om de wereldtitel te kunnen krijgen. Het werd een fiasco. Meer dan trainen deed hij niet, er kon maar geen behoorlijk gevecht worden geregeld, en na een paar maanden was hij, barstensvol heimwee, te rug in Rotterdam. Maar niet voor lang, want een Nederlander die zei goed de weg te weten in de Amerikaanse bokswereld haalde hem over het nogmaals te probe ren. Van dat moment af nam zyn leven de vorm aan van een avon turen- en schelmenroman. Onder- wereldfiguren hadden in Amerika een forse greep op de bokssport en de regeling van wedstrijden. Als manager had Van Klaveren een dranksmokkelaar, die met overvallen en bedreigingen te ma ken kreeg. Van Klaveren raakte Bep van Kla veren (I) tij dens zijn ge vecht met Luc van Dam In 1947 om het Neder lands kampi oenschap middenge Feyenoord- stadion. Foto's De nog jonge Bep bij zijn terugkeer uit Amerika. Lambertus(Bep)van Klaveren, ge boren 26 september 1901 Rotter dam, overleden 12 februari 1992 Rotterdam. De meest besproken en kleurrijkste bokser, dte Nederland heeft geleend. Zijn carrière besloeg zo'n dertig jaar. Op 48-jarige leef tijd bokste hij nog om de Europese titel. Was Olympisch kampioen ve- dergewicktin 1928 en als prof Euro pees kampioen lichtgewicht in 1931 en middengewicht in 1938. Verbleef vele jaren m de VS waar hij tal van overwinningen boekte. daar af en toe ook bij betrokken. Krankzinnige toestanden maakte hy mee. Als bokser boekte hij aardig wat successen, nadat hij zich de Ame rikaanse 'vechtstijT had meester gemaakt. Hij kreeg hoge gages, maar op geld lette hij niet. Inte- ressseerde hem ook niet Boksen was het enige dat telde. Zijn ma nagers wisten wel raad met zijn centen en bedrogen hem soms op onthutsende wijze. Bovendien had hy een vrouw (hij was in 1935 getrouwd met een Amerikaanse 'sinaasappelkoningin') die het geld bij bakken tegelijk uitgaf. Het bracht hem wel eens tot wan hoop. Berooid en alleen keerde hij in 1937 naar Nederland terug. Hij kwam weer onder de hoede van Huizenaar, één van de weinige fatsoenlijke managers in zijn car rière. Door een zege op de Frans man Trenet werd hy een jaar daarop al weer Europees kampi oen, nu in het middengewicht. Maar een half jaar later was hij die titel kwijt aan de Griek Christofo- rides. Huizenaar wilde het ge vecht op zeker moment stoppen, omdat Van Klaveren 'allerlei scheuren in zyn kop had'. Maar toen die dat merkte zei hy: 'Als je de wedstrijd durft te stoppen, schop ik je kop in elkaar. Ik blijf knokken tot ik er dood bij neer val, want ik wil die titel houen'. Hij had een mentaliteit van gra niet In 1939 trok hij opnieuw naar Amerika, boekte weer talloze overwinningen, maar toen de Ver enigde Staten in 1941 in de we reldoorlogbetrokken raakte, stop te hij met wedstrijdboksen. Hy werd boksinstructeurin het leger, en belandde tenslotte met ande?e Nederlandse militairen in Austra lië. Daar trouwde hy met een ver pleegster en kwam na de bev^jft ding terug naar Nederland. Zijn bokscarrière leek, op 39-jatige leeftijd, nu toch wel voorbij. •«pi» Luc van Dam Van Klaveren dacht er anders over. In 1947 bokste hy in korte tijd drie geruchtmakende gevech ten met de veel jongere Luc van Dam om de Nederlandse midden-" gewichttitel. Hij won er één en verloor er twee. Een jaar later was hij zelfs weer zo ver dat hij met 'de Belg Delannoit om de Europesë ti tel zou boksen. De contracten wa ren al getekend, maar Van Klave-j ren liet het, onkarakteristiek, af weten. Zijn vrouw kon niet aar den in Nederland en wilde met kind per se op stel en sprong'te rug naar Australië. Van Klavö^n volgde haar met diepe tegenzin," tot grote woede van Huizenaar. Vijf jaar hield hij het daar uit, deed er van alles behalve boksen, 1 en was toen terug in Rotterdam. Zesenveertig was hij, geen leef tijd om nog in de ring te komen, zo redeneerde iedereen. Van Kla veren had geen boodschap aan dat soort praatjes. Hjj had zich-in puike conditie gehouden. Roken en drinken waren trouwens altijd al voor hem taboe geweest. Na een serie opmerkelijke overwinnin gen van Van Klaveren regelde Huizenaar voor hem in 1955 weer een gevecht om de Europese titel, tegen de twintig jaar jongere Fransman Idrisse Dïon. De 48-ja- rige, in de laatste ronden gehin derd door een zware ribblessure, verloor met klein verschil op pun ten. Als het aan Van Klaveren had gelegen was hij nog jaren doorge gaan, maar Huizenaar vond dat er nu een punt achter diens carrière moest worden gezet Hem restte daarna slechts het leven met de stootzak.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1999 | | pagina 1