9 Hoe Lubbers miljarden weggaf f JE m Geweld Sparta Subsidie profclubs Koninginneboom Songfestival Gemeentelijke belasting: tussen heffen en tillen? Lubbers: de top was geslaagd Rotterdams Dagblad Rotterdams Dagblad Dinsdag 23 maart 1999 Onder eindredactie van Annemlek van Oosten, tel.: 010-4004358 De laatste tijd overweeg ik steeds vaker om mij n abon nement op de krant op te zeggen. Niet om dat ik onte vreden ben over de krant zelf, maar omdat ik steeds vaker kotsmisselijk word van de inhoud, zoals het stuk'Konijnen opgehangen aan hok!'. Wiédoet nu zoiets? Ik vind geweld altijd zinloos maar geweld tegen dieren daar kan ik helemaal niet tegen, want dieren zeggen geen nare dingen, doen niets ver keerd, en zijn onschuldige wezens. Je moet toch wel heëFzwaar gestoord zijn om konijnen uit hun hok te halëa en ze dan vervolgens aan hun hok op te hangen of dood te schoppen.'Oudere vandalen', ik weet niet wa0k me daarbij voor moet stellen, welke leeftijd 16 jaar/40 jaar of wat. Ik heb zelf 3 zoons van 19 tot 28 jaar maar ondanks dat het geen lieverdjes zijn, zoiets ge stoords zou niet in hun hoofd opkomen. Sterker, als ze hefzouden zien zouden er pas echt ongelukken ge- bewen. Mocht een dader dit lezen, één advies; zoek deskundige hulp wantje bent echt zwaar gestoord. A.M. Hagboud, Vindingen Complimenten voorde meer dan uitstekende analyse die Piet Ocks gaf van Sparta in het Rotterdams Dag blad van 20 maart. Hij had de moed de trieste realiteit onder ogen te zien. De veelal oude supporters die Spar ta heeft leven nog steeds met de resultaten van het ver- ledén. Sparta zal helaas weer van onderafmoeten be ginnen. Een mooie 'amateurvereniging-op-niveau' is ook piet slecht. Het is het overwegen waard, J. Treij tel, Rotterdam HiSbij wilik reageren op het feit, dat zowel Sparta als Excelsior 'gesponsord' worden door de gemeente Rot* teijjSftm. Voorop gesteld, als voetballiefhebber heb ik hier geen moeite mee en toevalligerwijze ben ik ook nogoud-lid en speler van bovengenoemdeverenigin- gepfechter als amateurbestuurder heb ik hierwel gro te moeitemee en wel om het volgende: DeSffriateurverenigmgen behartigen de belangen van grote groepe nook dejeu gd wordt van de straat gehou den, maar de rekeningen stromen wel bij de penning meesters binnen. Alleen veldhuur in Rotterdam kost al 9.000 gulden per veld. Daarnaast moet betaald wor den voor water, onroerend-zaakbelastingen, vergun ningen voor kantine, en2. enz. enz. Ook grote rekenin gen van de KNVB stromen binnen en als je dan be denkt dat er al talloze wedstrijden zyn afgelast, dan kan je indenken hoeveel zweetdruppels de penning meesters hebben! Dus gemeente Rotterdam subsi dieer nou eens de amateurverenigingen met uw mil joenenen u zultzien.dat op gepaste wijze de recreatie* ve functie voor de burgers hogelijk wordt gewaar deerd! Met de miljoenen, die u 'sponsort' aan de prof clubs wordt alleen 'passieve' recreatie vervuld! JJ.Steenbeek, secretaris Rotterdamse voetbalvereniging DEH, Rotterdam VJfl De Deelraad van Kralingen heeft beslist dat de boom die voor de Koninginnekerk stond, gekapt mag wor- iii- den, hoewel men weet dat hiertegen zeer velen be- zwaar maken. Bovendien wist men dat de Crooswij- kers al zo'n probleem hadden methetslopen van deze kerkin 1972,Hieruitblijktdatdeelraadsledengewoon maling hebben aan hun burgers. De leden die kozen voor de kap, zij n niet waard dat ze deel uitmaken van die raad. Als burgemeesterOpstelten geen begripkan opbren gen voor de mensen die hem vragen deze boom te behouden, mag hij, wat mij betreft rechtsomkeer naar Utrecht! Als die Koninginnetoren er zo nodig moet komen, kan hij ook aan de andere kant van de Boezem staan,of op de plek van het benzinestation. Desnoods op de Boe zemsingel, waar de tijdelijke woningen staan. Maar gun deze boom, waar zovelen aan gehechtzjjn,deplek waar hij nu staat. Zeer veel Rotterdammers zullen U dankbaar zijn. H. Lodewijkx, Rotterdam 19- 3 Als het zo is dat de mooiste kunst in tijden van eeono* mische achteruitgang wordt gemaakt kan ik het een beetje begrijpen in deze economisch gouden tijden, maar slechts een beetje, want als de tien liedjes die zondagavond liveopde televisie gebracht werden, het mooiste is wat Nederland op hel gebied van de lichte muziek momenteel te brengen heeft is dat meer dan - bedroevend. Hoe is het mogelijk dat mensen die waar- schijniijk toch van muziek houden en er veel mee be- zig zijn, zo eenongelooflijke hoop bagger weten te pro- duceren. Ik weet natuurlijk ook wel dat het songfesti val, en zeker het nationale songfestival een folkloris tisch evenement is met een opeenstapeling van platte cliché's. Maar een goed songfestivallïedje moet toch minstens een origineel couplet en/of refrein hebben. Iets wat we als bouwvakkers en huisvrouwen mee kunnen fluiten. Maar wat w'i vorige week zondag te zien kregen was tien keer niks. Het was werkelijk om je dood te seha- menzo slecht. Hoe is het mogelijk dat Paul de Leeuw 1 zich voor de presentatie leent Wordt er dan echt niets fatsoenlijk meer gemaakt op dit gebied? Is het Neder- Iandse publiek of althans, de doelgroep, waarop het nationale songfestival zich richt, totaal toondoof en hersendood geslagen door het overschot aan onzin- zènders, welke allemaal gevuld dienen te worden met voorgekauwde, en vooral niet te moeilijke pulp? Hoe gaat eigenlijk zo'n selectiecommissie te werk? Wie bepaalt wat er een goed liedje is? Het kan gewoon nietwaarzijndatdiemensenvaRmuziekhouden.Hoe durven ze dit soort rotzooi gewoon uit te zenden? Het kan niet anders of de opzet moet zijn om internatio naal voor lui te staan. Waarom is my een raadsel, wil- len we perse verliezen om niet de organisatie van het volgende festival te moeten verzorgen? De kleine hoopvolle opleving diehet festival vorig jaar had met de alleszins redelijke Edsilia, die hoop is dit jaar met een moker de grond weer ingeslagen met de, voor het publiek, ronduit beledigende parade van schuifdeurartiesten. Ze hadden zelfs geen orkest meer genomen om die koekenbakkers te begeleiden.Rest ons niets anders dan een direct aftreden te eisen van de hele jury en or ganisatie en alles en iedereen die met het nationale songfestival te maken heeft, desnoods gevolgd door een parlementaire enqüete hoe het zo mis heeft kun- nen gaan. M. Hietbrink, Hoogvliet Tekening Theo Gootjes HULP AAN KÖ50V0 Doorprof. dr. L. G. M. Stevens Tijdens een nachtelijk beraad in Holyrood Castle te Edinburgh, werd beklonken dat Nederland meer zou gaan betalen aan de Europese Unie dan het terug krijgt uit BrusseL Zeven jaar la ter probeert bet kabinet-Kok met man en macht de scheefge groeide situatie weer wat recht te trekken. Waarom ging het des tij ds mis en hoe zal het gevecht om de poen deze keer aflopen? Eo gesprek met spelers van toen. 'Ons probleem is: wij wor den niet graag onsympathiek ge vonden.' Door Paul Koopman Het was al laat in de avond toen de Europese regeringsleiders in Edinburgh hun perszaaltjes op zochten. De Duitse Bondskanse lier Helmut Kohl was in een op perbeste stemming, „Met mijn opleidingsniveau was ik op het laatst niet meer in staat de discus sie te volgen," zei hij schertsend. Maar wat telde was dit: Europa was gered. Intweevergadeidagen hadden de twaalf chefs een ak koord bereikt over het Deens 'nej' tegen het Verdrag van Maastricht, en de financiering van de ge meenschap tot het jaar 2000. De Britse premier Major, voorzitter van de top, triomfeerde. „Dit is een succes!" In de Nederlandse delegatieka mer, een paar verdiepingen ho ger, was de stemming minder uit gelaten. „De miljarden vlogen over de tafel," zegt Piet Dankert, destijds staatssecretaris Europese zaken. Een huge ambtenaar, die zeven jaar later nog steeds liever niet 'on the record' wil spreken, herinnert zich: „In de handge schreven briefjes die we van de minister van Buitenlandse Zaken kregen, zag je de bedragen met het uur oplopen. Wij zeiden: toe maar, toe maar. De enige troost die we hadden, vonden we in ons whiskyglas." Edinburgh was de bijeenkomst van de open portemonnee. Terwijl de top van regeringsleiders deze week in Berlijn in het teken staat van de 'nullijn', werden de Euro pese uitgaven in december 1992 spectaculair opgevoerd. De toen malige commissievoorzitter Delors wilde de Europese begro- Lubbers toost met Frangois Mitterrand op het Verdrag van Maastricht. Het akkoord zou een Jaar later worden gebruikt om Nederland financieel beentje te lichten. Foto Archief Rotterdams oagbfad/EPA ting met liefst 33 procent verho gen van 145 naar 193 miljard gul den per jaar. De fondsen voor so ciaal en regionaal beleid zouden verdubbeld moeten worden, de hulp aan het Oostblok uitgebreid evenals de steun aan de vier arm ste EU-landen. Delors kreeg vrij wel volledig zijn zin. Hij schatte na afloop dat hij ongeveer 85 pro cent van zijn wensen had verzil verd. Vanwaar die enorme vrijgevig heid? Dat is een vraag die nog steeds niet afdoend is beant woord. Frans Andriessen, destijds als Eurocommissaris aanwezig bij de Raad, heeft wel een idee. „Het klimaat was toen anders: men voelde nog voor Europese integra tie. De situatie was bovendien nogal dramatisch omdat de De nen het Verdrag van Maastricht in een referendum hadden ver worpen. En dat maakte de rege ringsleiders soepeier. Daar komt bij dat de Spaanse premier, Gon zales, snoeihard heeft onderhan deld. Hij dreigde weg te lopen als de steun aan Spanje niet verdub beld werd. Uiteindelijk ging Kohl door de knieën." Nederlandse netto-bijdragen aan de EU De neito-bijdrage is het verschil tussen de uitgaven voor de Europeso Unie en de ont- vangsten uit diezelfde Unie. fs deze som negatief dan betaalt Nedertartd meer dan ze krijgt, in 1997 valt de balans minder slecht uit dan in de omliggende jaren. Dat is het gevolg van de varkenspest, die Nederland behoor- - - Ii|k wat Europese steun opleverde om de epidemie te bestrijden. - iaren:1870 75 '80 '01 '82 '83 '84 '85 '86 '87 '88 '89 '90 '91 '92 '93 '94 '95 '96 97 '98 '99 BfOn Jaarraporten Europese flakankamsr/Ministen# van finanüèo Rott*rd«m« D*Qbla<t/GPD De top in Edinburgh werd in 1992 als geslaagd beschouwd. Vooral de toenmalige minister van Financiën, huidig premier Kok, droeg ver antwoordelijkheid voor de financiële gevolgen. Zo luidt, in het kort, de reactie van oud-premier Ruud Lubbers op bijgaand artikeL Libbers voelt er eigenlijk weinig voor om op de top die Nederland miljarden guldens kostte, terug te blikken. Interview-aanvragen worden afgewimpeld, de oud-premier verwijst naar andere zegslie den en is pas op de valreep bereid een aantal vragen per fax te beant woorden. Zijn reactie blijft zeer summier. Een reeks vragen over de Nederlandse inzet en onderhandelingsstra tegie destijds, doet Lubbers af met de opmerking: „Ik zou mij gron dig in de dossiers moeten verdiepen om u serieuze antwoorden te ge ven. Bovendien liggen ze goeddeels op het terrein van de minister van Financiën." Lubbers ontkent dat zijn Europese ambities een rol hebben gespeeld by rijn soepeleopstelling: „Wat ik lees is nieuw, en mynsinziens on juist Ik heb dat van hem (ambassadeur Bot, red.) nooit eerder in woord of geschrift vernomen. Wel kan ik natuurlijk zeggen dat er een collegiale inspanning was van Bondskanselier Kohl, premier Gonzales, mijzelf (maar waarschijnlijk ook van anderen, met name van Jacques Delors) om eruit te komen. Maar dat onderscheidde Edinburgh niet van andere toppen." Tot slot schrijft hij: „Het is in- derdaad zo dat de top van Edinburgh toen als geslaagd werd be schouwd." Gonzales' onderhandelingsposi tie was ijzersterk, omdat hij zijn collega's met het door Kok en Lubbers opgestelde Verdrag van Maastricht' om de oren kon slaan, merkt Andriessen op. In dat ver drag stond dat de armere EU-lan den via speciale 'cohesiesteuri klaargestoomd moesten worden voor de eenheidsmunt, de euro. Andriessen: „De blanco cheque werd eigenlijk al in Maastricht uitgeschreven. En niet de Britse premier Major, maar Lubbers en Kok waren toen de onderhande laars." Alleen Dankert beschrijft hoe Nederland tijdens de top in Edinburgh steeds meer alleen kwam te staan. „Ook toen wilden we de EU-uitga- ven drukken. Maar om als mid delgroot land iets te bereiken heb je altijd de steun van ofwel Groot- Brittanniè, ofwel Duitsland nodig. En Major vond de hogere uitga ven geen probleem meer, zodra hij de Britse terugbetaïingsrege- ling, de rebate, had veilig gesteld. Toen Kohl de Europese steun aan de voormalige DDR binnen had, ging ook hij overstag. De Fransen profiteerden als vanouds van de landbouwpolitiek. En tja» toen konden we niet zoveel meer. We zagen wel dat we netto-betaler werden, maar dat werd gezien als een fact of life. Het was het logi sche gevolg van de EU-toetreding van Spanje, een groot en arm land, in 1986." Een onderhandelaar van destijds erkent achteraf: „We hadden geen duidelijke strategie. De enige dui delijke wens van Nederland was een lagere bijdrage aan de Britse rebate. Maar dat was vanaf het eerste uur trekken aan een dood paard. Dat wisten we eigenlijk ook wel. Major stond er binnen lands-politiek zwak voor. Hij kon zich geen aanval op de rebate per mitteren en niemand wilde That cher terug in de raad." Actief De onderhandelingen werden de tweede dag van de top door Lub bers afgekaart. Andriessen herin nert zich nog scherp hoe dat ging. „Lubbers was erg actief. Hij pen delde voortdurend heen en weer tussen Kohl, Mitterrand, Blair en Gonzaies. Hij wilde dat er iets op tafel kwam waar ook Gonzales mee kon leven. Je zag aan alles dat 'e'en wens hem dreef: resul taat bereiken. Als compromisma kelaar was Lubbers bij zo'n top al tijd in zijn element. Een van de weinige regeringsleiders die zo wel het Frans, Engels als Duits machtig was. Hij wilde er iets van maken. Ik durf te beweren dat Lubbers een grote rol heeft ge speeld." Rpinhatd Bot, ook toen al Neder lands ambassadeur by de Unie, zal dat niet tegenspreken. In een interview met Elsevier zei hij on langs onverbloemd dat Lubbers zelfs méér op het oog had dat een akkoord: hij wilde zijn kansen op het voorzitterschap van de Euro pese Commissie verhogen. Zo be zien de kostbaarste sollicitatie ter wereld, die niet eens succesvol was. Bot: „Het was een afweging. We waren, bereid iets op te offeren om die andere vis te vangen: een Nederlandse voorzitter van de Eu ropese Commissie. Dat spel is he laas mislukt. Maar het is doelbe wust gebeurd." Volksaard Andriessen ziet een fundamente ler probleem: de Nederlandse volksaard. „Dat is bij harde onder handelingen over geld altijd las tig. Wij worden niet graag onsym pathiek gevonden. Dan een vrouw als Thatcher! Zij vond het zelfs leuk als zij alle collega's op de kast ha"d gejaagd. Dankzij die ka raktertrek heeft zijn in Fontaine- bleau een miljardenkorting op de Britse EU-afdracht uit het vuur gesleêpt. Maar een Lubbers voelt zich in zo'n situatie wat ongemak kelijk. Lubbers wilde niet thuis komen met het verhaal; ik heb de top laten mislukken, want het be viel me niet. En eerlijk gezegd: ik zie ook Kok dat nog niet doen. Als enige regeringsleider een voorstel van tafel vegen waar de overige veertien het met pijn en moeite over eens zijn geworden: daarvoor moet je wel van zeer goede huize komen." Dankert beaamt: „Alleen blokke ren, dat kon je niet maken. Dat kwam in het denken gewoon niet voor. Als Kohl zei: zo kan het wel, moest je wel heel sterk in je schoenen staan om nog je vinger tje op te steken. Het probleem was ook: hoe geloofwaardig is Neder land ais het over centen praat? Al le regeringsleiders weten dat Ne derland als open handelsnatie enorm profiteert van de Europese interne markt." In de Tweede Kamer viel na af loop van de top nauwelijks een klacht te horen over de gepeperde rekening die Lubbers en Kok had den geaccepteerd. De toenmalige regeringsfracties CDA en PvdA toonden zich zelfs ingenomen met het financiële resultaat. Pas later werd de ware omvang van de besluiten in Edinburgh duidelijk, toen een akkoord volgde over de verdeling van de structuurfond sen en de Nederlandse baten uit de landbouwfondsen wegsmol ten. Dankert: „Wat we niet goed in de gaten hadden, was dat onze netto positie zo'n enorme opdonder zou krijgen van het landbouwbeleid. Het werd een optelsom die we nooit goed hebben uitgerekend. De zaak schoof in de laatste minu ten ook erg snel op. De miljarden vlogen er gewoon doorheen. Nu kon Lubbers erg goed rekenen, maar het was toch wel lastig om overzicht te houden," Andriessen is het daar niet mee eens: „Lub bers heeft de kosten scherp in het vizier gehad, maar uiteindelijk was het voor hem niet doorslagge vend." Zal het in Berlijn beter gaan? An driessen is somber. „Nederland zal de sigaar zijn, dat kan ik nu al voorspellen. Een paar miljard te rughalen lukt niet, om de simpele reden dst je de gevestigde lecii- ten van een groot aantal andere lidstaten niet zomaar ontman telt." Dankert zucht: „Het spel is nu an ders. Duitsland let veel meer op de centen. Dat maakt het lastiger. Toen konden de verschillen tus sen de lidstaten nog worden afge kocht met een grote zak extra geld. Nu is die poen er niet" Gemeentelijke belastingen hebben een grote 'irritatiefactor; groter dan de rijksbelastin gen. Dat is opmerkelijk, want in verhouding tot de rijksbelastingen zijn ze slechts van zeer beperk te omvang. Toch blijken zij een dankbaar onderwerp waarop de burger zijn frustratie over gemeentelijk be- leid botviert. De belasting als prijs voor de gemeente lijke voorzieningen wordt al gauw als te hoog ervaren. Dat is pikant als men bedenkt dat de gemeentelijke belastingen slechts ongeveer 10 procent van de ge meentelijke kosten dekken. De rest wordt bekostigd door het Rijk. Bij die verhoudingen is de waardering van de burger voor gemeentelijk beleid toch wel zorg lijk slecht ontwikkeld. Gemeentelijke belastingen worstelen met een hoog democratiseringsgehalte. Binnen de korte afstand tussen de belastingheffende gemeente en de burger moet fiscaal beleid worden ontwikkeld dat rechtvaar dig, doelmatig en. effectief is en dat moet passen bin nen de kaders die de rijksoverheid aan de gemeenten opgeiegt. De communicatieve uitdaging is deze nood zaak aan de burger, die daar vaak geenoren naar heeft, duidelijk te maken. Dat luktmaar matig, Debelasting- betaler ervaart de gemeentelijke belasting eerder als een kwestie van tallen dan van heffen. Door de media wordt dit beeld eerder versterkt dan genuanceerd. De onroerende zaakbelastingen (OZB) zijn vaak het mikpunt van kritiek. Met name over de wijze van waardering doen vele indianenverhalen de ronde. Daarbij wordt vergeten dat de Wet Waardering onroe rende zaken (Wet WOZ), waaraan alle trammelant wordt toegeschreven, de belastingheffing professio neel op een hoger plan heeft gebracht. Degene die nog weet hoe weinig objectiviteitsgaranties in de vroegere waardering besloten lagen, ervaart de huidige waar deringsmethodiek als een grote stap voorwaarts. De belastingdienst, gemeenten en waterschappen han teerden voorheen allemaal hun eigen verschillende waarden voorhetzelfde pand. Ookwasheteenpubliek geheim dat gemeenten beleidsmatig onderwaardeer den, maar dit compenseerden door een hoger tarief, Deopbrengstbleef gelijk,maar deburgerwas feitelijk zijn bezwaar- en beroepsmogelijkheid ontfutseld. Door de invoering van een uniforme waardemaatstaf meteen landelijk gelijke waarderingsprocedure wer den de vroegere tekortkomingen pijnlijk zichtbaar. Uiteraard heeft deze kwalitatief hoogwaardigere uit voering zijn prijs. Het gekerm daarover wordt echter vaak overtrokken. De uitvoeringskosten van de WOZ in verhouding tot de opbrengst zyn immers beperkt. De jaarlijkse opbrengst van de WOZ-gerelateerde be lastingen bedraagt 10 miljard, waar slechts 200 mil joen WOZ-kosten tegenover staan (2 procent). Voor gemeenten betekende de nieuwe waarderings methodiek evenwel een omslag in de beleidseultuur. Er moet een permanent proces van dataverzameling en waardeverificatie worden onderhouden dat vol doende garanties biedt dat het uitgebrachte taxatie- rapport en de waardebeschikking steunen op objec tief juiste basisgegevens en actuele marktgegevens. De professionalisering van het uitvoerend werk en de beleidsmatige aandacht voor kwalitatief hoogwaardi ge procesbegeleiding is echter een zorgenkind. Veel gemeenten zyn nog onvoldoende doordrongen van het besef dat de waardevaststelling van onroerende zaken een procesmatige aanpak vereist Mijn positieve kwalificatie van de WOZ betekent niet dat er niets meer te verbeteren zou zijn. Binnendeon- roerende-zaakbelastingen liggen uitdagende moge lijkheden voor vereenvoudiging binnen handbereik. De huidige OZB kent momenteel twee onroerende- zaakbelastingen: de gebruikersbelasting en deeige- narenbelasting.Heffingenplegenec-hterdoorheteeo- nomisch krachtenspel te worden afgewenteld op an dere marktpartijen. In de praktijk worden zodoende zowel de eigenarenbelasting als de gebruikersbelas- tinguiteindelijk toch door de gebruiker gedragen. Het juridische verschil tussen een eigenaren- en gebrui- kersbeiastingverdoezeltslechtshetzichtopdewerke- lykebelastingstructuur.Deafzonderlijkegebruikers- belasting betekent een onnodige verzwaring van de uitvoeringslast. Afschaffen dus! We kunnen volstaan met de veel eenvoudiger uitvoerbare eigenarenbelas ting. Als voorts de heffing van de waterschapsomslag via opcenten op de OZB zou verlopen, zou dat de ver eenvoudigingswinst spectaculair vergroten. Ook de geschillenregeling kan worden verbeterd. Na de bezwaarprocedure by de belastingdienst volgt de beroepsgang naar de belastingkamer van het Ge rechtshof, Daar waar de gemeentelijke belastingen per belastingplichtige soms relatief geringe bedragen betreffen, zijn de financiële en praktische drempels nogal hoog. Als verbetering van de rechtsbescher- ming zouden gemeenten de afdoening van bezwaar kunnen overdragen aan een onafhankelijke interge meentelijke bezwaarcommissie. Voor de klagende burger heeft deze werkwijze het voordeel dat de graad van zorgvuldigheid en objectiviteit naar verwachting toeneemt. Niemand isechter gediend met klagen om pietluttigheden. Juistomdatdetoegangtotderechter maatschappelijk zo belangrijk is, moet deze niet ver stopt raken door marginale discussies die in eenwaar- deringsproceson vermijdbaarzijnHetisdaaromwen- selijk een bandbreedte van 5 procent van de waarde aan te houden waarbinnen correcties van de waarde niet rechterlijk kunnen worden afgedwongen. Ook verkorting var. het WOZ-tijdvak is gewenst. De belastingheffing geldt voor een tijdvak van 4 jaar op basis van een waardepeildatum die twee jaar vóór de aanvang van het WOZ-tijdvak ligt. Zodoende kan een heffing gebaseerd zijn op een waarde diezes jaar gele- denisvastgesteld.Ineen tydvanwaardestijgingenzal de burger daar weinig moeite mee hebben. De ge meente zal echter zijn tarieven aanp assen om zijn hef- fmgsvolume op peil te houden. In tijden van waarde dalingen roept deze waardevertragingsfaetor echter bij de burger grote spanningen op. Verhoging van de waarderingsfrequentie is synoniem voor een verbe terde kwaliteit van de heffing. Het loont daarom de moeite constructief-kritisch te sleutelen aan de WOZ, Hoofdredactie: J. Prins en LP. Pronk. Chef Central Desk: F J. Eckhardt. Rubriekschefs: EindredactieA Vorm ge vi ng RLJvan Zee 1st. Stadsredactie Rotterdam: J.S. Boolster, Regio Voome- Putten: C. GBuitend ij k. Regio Waterweg: JHBunte. Regio Ussel en Lek: M.E. Verwaaljen. Regio Zuid: C.H. Soeters. Nieuwsdienst/BinnerVbulteniand: B.V. Verkade. Cultuur Leven: MJ.F. Maas. Economie: N.P. de Vries. Illustratie: F. van Someren. Informatiebeheer. Th. C. Kiffers. Sport P. Ouwerkerk. Eindredactie Rotterdams Dagblad TV: M. de Jong.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1999 | | pagina 3