9
Hoe Lubbers miljarden weggaf
f
JE m
Geweld
Sparta
Subsidie profclubs
Koninginneboom
Songfestival
Gemeentelijke belasting:
tussen heffen en tillen?
Lubbers: de top was geslaagd
Rotterdams Dagblad
Rotterdams Dagblad
Dinsdag 23 maart 1999
Onder eindredactie van Annemlek van Oosten, tel.: 010-4004358
De laatste tijd overweeg ik steeds vaker om mij n abon
nement op de krant op te zeggen. Niet om dat ik onte
vreden ben over de krant zelf, maar omdat ik steeds
vaker kotsmisselijk word van de inhoud, zoals het
stuk'Konijnen opgehangen aan hok!'.
Wiédoet nu zoiets? Ik vind geweld altijd zinloos maar
geweld tegen dieren daar kan ik helemaal niet tegen,
want dieren zeggen geen nare dingen, doen niets ver
keerd, en zijn onschuldige wezens. Je moet toch wel
heëFzwaar gestoord zijn om konijnen uit hun hok te
halëa en ze dan vervolgens aan hun hok op te hangen
of dood te schoppen.'Oudere vandalen', ik weet niet
wa0k me daarbij voor moet stellen, welke leeftijd 16
jaar/40 jaar of wat. Ik heb zelf 3 zoons van 19 tot 28 jaar
maar ondanks dat het geen lieverdjes zijn, zoiets ge
stoords zou niet in hun hoofd opkomen. Sterker, als ze
hefzouden zien zouden er pas echt ongelukken ge-
bewen. Mocht een dader dit lezen, één advies; zoek
deskundige hulp wantje bent echt zwaar gestoord.
A.M. Hagboud, Vindingen
Complimenten voorde meer dan uitstekende analyse
die Piet Ocks gaf van Sparta in het Rotterdams Dag
blad van 20 maart. Hij had de moed de trieste realiteit
onder ogen te zien. De veelal oude supporters die Spar
ta heeft leven nog steeds met de resultaten van het ver-
ledén. Sparta zal helaas weer van onderafmoeten be
ginnen. Een mooie 'amateurvereniging-op-niveau' is
ook piet slecht. Het is het overwegen waard,
J. Treij tel, Rotterdam
HiSbij wilik reageren op het feit, dat zowel Sparta als
Excelsior 'gesponsord' worden door de gemeente Rot*
teijjSftm. Voorop gesteld, als voetballiefhebber heb ik
hier geen moeite mee en toevalligerwijze ben ik ook
nogoud-lid en speler van bovengenoemdeverenigin-
gepfechter als amateurbestuurder heb ik hierwel gro
te moeitemee en wel om het volgende:
DeSffriateurverenigmgen behartigen de belangen van
grote groepe nook dejeu gd wordt van de straat gehou
den, maar de rekeningen stromen wel bij de penning
meesters binnen. Alleen veldhuur in Rotterdam kost
al 9.000 gulden per veld. Daarnaast moet betaald wor
den voor water, onroerend-zaakbelastingen, vergun
ningen voor kantine, en2. enz. enz. Ook grote rekenin
gen van de KNVB stromen binnen en als je dan be
denkt dat er al talloze wedstrijden zyn afgelast, dan
kan je indenken hoeveel zweetdruppels de penning
meesters hebben! Dus gemeente Rotterdam subsi
dieer nou eens de amateurverenigingen met uw mil
joenenen u zultzien.dat op gepaste wijze de recreatie*
ve functie voor de burgers hogelijk wordt gewaar
deerd! Met de miljoenen, die u 'sponsort' aan de prof
clubs wordt alleen 'passieve' recreatie vervuld!
JJ.Steenbeek, secretaris Rotterdamse
voetbalvereniging DEH, Rotterdam
VJfl De Deelraad van Kralingen heeft beslist dat de boom
die voor de Koninginnekerk stond, gekapt mag wor-
iii- den, hoewel men weet dat hiertegen zeer velen be-
zwaar maken. Bovendien wist men dat de Crooswij-
kers al zo'n probleem hadden methetslopen van deze
kerkin 1972,Hieruitblijktdatdeelraadsledengewoon
maling hebben aan hun burgers. De leden die kozen
voor de kap, zij n niet waard dat ze deel uitmaken van
die raad. Als burgemeesterOpstelten geen begripkan
opbren gen voor de mensen die hem vragen deze boom
te behouden, mag hij, wat mij betreft rechtsomkeer
naar Utrecht!
Als die Koninginnetoren er zo nodig moet komen, kan
hij ook aan de andere kant van de Boezem staan,of op
de plek van het benzinestation. Desnoods op de Boe
zemsingel, waar de tijdelijke woningen staan. Maar
gun deze boom, waar zovelen aan gehechtzjjn,deplek
waar hij nu staat. Zeer veel Rotterdammers zullen U
dankbaar zijn.
H. Lodewijkx, Rotterdam
19-
3 Als het zo is dat de mooiste kunst in tijden van eeono*
mische achteruitgang wordt gemaakt kan ik het een
beetje begrijpen in deze economisch gouden tijden,
maar slechts een beetje, want als de tien liedjes die
zondagavond liveopde televisie gebracht werden, het
mooiste is wat Nederland op hel gebied van de lichte
muziek momenteel te brengen heeft is dat meer dan
- bedroevend. Hoe is het mogelijk dat mensen die waar-
schijniijk toch van muziek houden en er veel mee be-
zig zijn, zo eenongelooflijke hoop bagger weten te pro-
duceren. Ik weet natuurlijk ook wel dat het songfesti
val, en zeker het nationale songfestival een folkloris
tisch evenement is met een opeenstapeling van platte
cliché's. Maar een goed songfestivallïedje moet toch
minstens een origineel couplet en/of refrein hebben.
Iets wat we als bouwvakkers en huisvrouwen mee
kunnen fluiten.
Maar wat w'i vorige week zondag te zien kregen was
tien keer niks. Het was werkelijk om je dood te seha-
menzo slecht. Hoe is het mogelijk dat Paul de Leeuw
1 zich voor de presentatie leent Wordt er dan echt niets
fatsoenlijk meer gemaakt op dit gebied? Is het Neder-
Iandse publiek of althans, de doelgroep, waarop het
nationale songfestival zich richt, totaal toondoof en
hersendood geslagen door het overschot aan onzin-
zènders, welke allemaal gevuld dienen te worden met
voorgekauwde, en vooral niet te moeilijke pulp?
Hoe gaat eigenlijk zo'n selectiecommissie te werk?
Wie bepaalt wat er een goed liedje is? Het kan gewoon
nietwaarzijndatdiemensenvaRmuziekhouden.Hoe
durven ze dit soort rotzooi gewoon uit te zenden? Het
kan niet anders of de opzet moet zijn om internatio
naal voor lui te staan. Waarom is my een raadsel, wil-
len we perse verliezen om niet de organisatie van het
volgende festival te moeten verzorgen?
De kleine hoopvolle opleving diehet festival vorig jaar
had met de alleszins redelijke Edsilia, die hoop is dit
jaar met een moker de grond weer ingeslagen met de,
voor het publiek, ronduit beledigende parade van
schuifdeurartiesten.
Ze hadden zelfs geen orkest meer genomen om die
koekenbakkers te begeleiden.Rest ons niets anders
dan een direct aftreden te eisen van de hele jury en or
ganisatie en alles en iedereen die met het nationale
songfestival te maken heeft, desnoods gevolgd door
een parlementaire enqüete hoe het zo mis heeft kun-
nen gaan.
M. Hietbrink, Hoogvliet
Tekening
Theo Gootjes
HULP AAN KÖ50V0
Doorprof. dr. L. G. M. Stevens
Tijdens een nachtelijk beraad in
Holyrood Castle te Edinburgh,
werd beklonken dat Nederland
meer zou gaan betalen aan de
Europese Unie dan het terug
krijgt uit BrusseL Zeven jaar la
ter probeert bet kabinet-Kok
met man en macht de scheefge
groeide situatie weer wat recht
te trekken. Waarom ging het des
tij ds mis en hoe zal het gevecht
om de poen deze keer aflopen?
Eo gesprek met spelers van
toen. 'Ons probleem is: wij wor
den niet graag onsympathiek ge
vonden.'
Door Paul Koopman
Het was al laat in de avond toen de
Europese regeringsleiders in
Edinburgh hun perszaaltjes op
zochten. De Duitse Bondskanse
lier Helmut Kohl was in een op
perbeste stemming, „Met mijn
opleidingsniveau was ik op het
laatst niet meer in staat de discus
sie te volgen," zei hij schertsend.
Maar wat telde was dit: Europa
was gered. Intweevergadeidagen
hadden de twaalf chefs een ak
koord bereikt over het Deens 'nej'
tegen het Verdrag van Maastricht,
en de financiering van de ge
meenschap tot het jaar 2000. De
Britse premier Major, voorzitter
van de top, triomfeerde. „Dit is
een succes!"
In de Nederlandse delegatieka
mer, een paar verdiepingen ho
ger, was de stemming minder uit
gelaten. „De miljarden vlogen
over de tafel," zegt Piet Dankert,
destijds staatssecretaris Europese
zaken. Een huge ambtenaar, die
zeven jaar later nog steeds liever
niet 'on the record' wil spreken,
herinnert zich: „In de handge
schreven briefjes die we van de
minister van Buitenlandse Zaken
kregen, zag je de bedragen met
het uur oplopen. Wij zeiden: toe
maar, toe maar. De enige troost
die we hadden, vonden we in ons
whiskyglas."
Edinburgh was de bijeenkomst
van de open portemonnee. Terwijl
de top van regeringsleiders deze
week in Berlijn in het teken staat
van de 'nullijn', werden de Euro
pese uitgaven in december 1992
spectaculair opgevoerd. De toen
malige commissievoorzitter
Delors wilde de Europese begro-
Lubbers toost met Frangois Mitterrand op het Verdrag van Maastricht. Het akkoord zou een Jaar
later worden gebruikt om Nederland financieel beentje te lichten. Foto Archief Rotterdams oagbfad/EPA
ting met liefst 33 procent verho
gen van 145 naar 193 miljard gul
den per jaar. De fondsen voor so
ciaal en regionaal beleid zouden
verdubbeld moeten worden, de
hulp aan het Oostblok uitgebreid
evenals de steun aan de vier arm
ste EU-landen. Delors kreeg vrij
wel volledig zijn zin. Hij schatte
na afloop dat hij ongeveer 85 pro
cent van zijn wensen had verzil
verd.
Vanwaar die enorme vrijgevig
heid? Dat is een vraag die nog
steeds niet afdoend is beant
woord. Frans Andriessen, destijds
als Eurocommissaris aanwezig bij
de Raad, heeft wel een idee. „Het
klimaat was toen anders: men
voelde nog voor Europese integra
tie. De situatie was bovendien
nogal dramatisch omdat de De
nen het Verdrag van Maastricht
in een referendum hadden ver
worpen. En dat maakte de rege
ringsleiders soepeier. Daar komt
bij dat de Spaanse premier, Gon
zales, snoeihard heeft onderhan
deld. Hij dreigde weg te lopen als
de steun aan Spanje niet verdub
beld werd. Uiteindelijk ging Kohl
door de knieën."
Nederlandse netto-bijdragen aan de EU
De neito-bijdrage is het verschil tussen de
uitgaven voor de Europeso Unie en de ont-
vangsten uit diezelfde Unie. fs deze som negatief
dan betaalt Nedertartd meer dan ze krijgt, in 1997
valt de balans minder slecht uit dan in de omliggende jaren.
Dat is het gevolg van de varkenspest, die Nederland behoor- -
- Ii|k wat Europese steun opleverde om de epidemie te bestrijden. -
iaren:1870 75 '80 '01 '82 '83 '84 '85 '86 '87 '88 '89 '90 '91 '92 '93 '94 '95 '96 97 '98 '99
BfOn Jaarraporten Europese flakankamsr/Ministen# van finanüèo Rott*rd«m« D*Qbla<t/GPD
De top in Edinburgh werd in 1992 als geslaagd beschouwd. Vooral de
toenmalige minister van Financiën, huidig premier Kok, droeg ver
antwoordelijkheid voor de financiële gevolgen. Zo luidt, in het kort,
de reactie van oud-premier Ruud Lubbers op bijgaand artikeL
Libbers voelt er eigenlijk weinig voor om op de top die Nederland
miljarden guldens kostte, terug te blikken. Interview-aanvragen
worden afgewimpeld, de oud-premier verwijst naar andere zegslie
den en is pas op de valreep bereid een aantal vragen per fax te beant
woorden. Zijn reactie blijft zeer summier.
Een reeks vragen over de Nederlandse inzet en onderhandelingsstra
tegie destijds, doet Lubbers af met de opmerking: „Ik zou mij gron
dig in de dossiers moeten verdiepen om u serieuze antwoorden te ge
ven. Bovendien liggen ze goeddeels op het terrein van de minister
van Financiën."
Lubbers ontkent dat zijn Europese ambities een rol hebben gespeeld
by rijn soepeleopstelling: „Wat ik lees is nieuw, en mynsinziens on
juist Ik heb dat van hem (ambassadeur Bot, red.) nooit eerder in
woord of geschrift vernomen. Wel kan ik natuurlijk zeggen dat er
een collegiale inspanning was van Bondskanselier Kohl, premier
Gonzales, mijzelf (maar waarschijnlijk ook van anderen, met name
van Jacques Delors) om eruit te komen. Maar dat onderscheidde
Edinburgh niet van andere toppen." Tot slot schrijft hij: „Het is in-
derdaad zo dat de top van Edinburgh toen als geslaagd werd be
schouwd."
Gonzales' onderhandelingsposi
tie was ijzersterk, omdat hij zijn
collega's met het door Kok en
Lubbers opgestelde Verdrag van
Maastricht' om de oren kon slaan,
merkt Andriessen op. In dat ver
drag stond dat de armere EU-lan
den via speciale 'cohesiesteuri
klaargestoomd moesten worden
voor de eenheidsmunt, de euro.
Andriessen: „De blanco cheque
werd eigenlijk al in Maastricht
uitgeschreven. En niet de Britse
premier Major, maar Lubbers en
Kok waren toen de onderhande
laars."
Alleen
Dankert beschrijft hoe Nederland
tijdens de top in Edinburgh
steeds meer alleen kwam te staan.
„Ook toen wilden we de EU-uitga-
ven drukken. Maar om als mid
delgroot land iets te bereiken heb
je altijd de steun van ofwel Groot-
Brittanniè, ofwel Duitsland nodig.
En Major vond de hogere uitga
ven geen probleem meer, zodra
hij de Britse terugbetaïingsrege-
ling, de rebate, had veilig gesteld.
Toen Kohl de Europese steun aan
de voormalige DDR binnen had,
ging ook hij overstag. De Fransen
profiteerden als vanouds van de
landbouwpolitiek. En tja» toen
konden we niet zoveel meer. We
zagen wel dat we netto-betaler
werden, maar dat werd gezien als
een fact of life. Het was het logi
sche gevolg van de EU-toetreding
van Spanje, een groot en arm
land, in 1986."
Een onderhandelaar van destijds
erkent achteraf: „We hadden geen
duidelijke strategie. De enige dui
delijke wens van Nederland was
een lagere bijdrage aan de Britse
rebate. Maar dat was vanaf het
eerste uur trekken aan een dood
paard. Dat wisten we eigenlijk
ook wel. Major stond er binnen
lands-politiek zwak voor. Hij kon
zich geen aanval op de rebate per
mitteren en niemand wilde That
cher terug in de raad."
Actief
De onderhandelingen werden de
tweede dag van de top door Lub
bers afgekaart. Andriessen herin
nert zich nog scherp hoe dat ging.
„Lubbers was erg actief. Hij pen
delde voortdurend heen en weer
tussen Kohl, Mitterrand, Blair en
Gonzaies. Hij wilde dat er iets op
tafel kwam waar ook Gonzales
mee kon leven. Je zag aan alles
dat 'e'en wens hem dreef: resul
taat bereiken. Als compromisma
kelaar was Lubbers bij zo'n top al
tijd in zijn element. Een van de
weinige regeringsleiders die zo
wel het Frans, Engels als Duits
machtig was. Hij wilde er iets van
maken. Ik durf te beweren dat
Lubbers een grote rol heeft ge
speeld."
Rpinhatd Bot, ook toen al Neder
lands ambassadeur by de Unie,
zal dat niet tegenspreken. In een
interview met Elsevier zei hij on
langs onverbloemd dat Lubbers
zelfs méér op het oog had dat een
akkoord: hij wilde zijn kansen op
het voorzitterschap van de Euro
pese Commissie verhogen. Zo be
zien de kostbaarste sollicitatie ter
wereld, die niet eens succesvol
was. Bot: „Het was een afweging.
We waren, bereid iets op te offeren
om die andere vis te vangen: een
Nederlandse voorzitter van de Eu
ropese Commissie. Dat spel is he
laas mislukt. Maar het is doelbe
wust gebeurd."
Volksaard
Andriessen ziet een fundamente
ler probleem: de Nederlandse
volksaard. „Dat is bij harde onder
handelingen over geld altijd las
tig. Wij worden niet graag onsym
pathiek gevonden. Dan een vrouw
als Thatcher! Zij vond het zelfs
leuk als zij alle collega's op de
kast ha"d gejaagd. Dankzij die ka
raktertrek heeft zijn in Fontaine-
bleau een miljardenkorting op de
Britse EU-afdracht uit het vuur
gesleêpt. Maar een Lubbers voelt
zich in zo'n situatie wat ongemak
kelijk. Lubbers wilde niet thuis
komen met het verhaal; ik heb de
top laten mislukken, want het be
viel me niet. En eerlijk gezegd: ik
zie ook Kok dat nog niet doen. Als
enige regeringsleider een voorstel
van tafel vegen waar de overige
veertien het met pijn en moeite
over eens zijn geworden: daarvoor
moet je wel van zeer goede huize
komen."
Dankert beaamt: „Alleen blokke
ren, dat kon je niet maken. Dat
kwam in het denken gewoon niet
voor. Als Kohl zei: zo kan het wel,
moest je wel heel sterk in je
schoenen staan om nog je vinger
tje op te steken. Het probleem was
ook: hoe geloofwaardig is Neder
land ais het over centen praat? Al
le regeringsleiders weten dat Ne
derland als open handelsnatie
enorm profiteert van de Europese
interne markt."
In de Tweede Kamer viel na af
loop van de top nauwelijks een
klacht te horen over de gepeperde
rekening die Lubbers en Kok had
den geaccepteerd. De toenmalige
regeringsfracties CDA en PvdA
toonden zich zelfs ingenomen
met het financiële resultaat. Pas
later werd de ware omvang van de
besluiten in Edinburgh duidelijk,
toen een akkoord volgde over de
verdeling van de structuurfond
sen en de Nederlandse baten uit
de landbouwfondsen wegsmol
ten.
Dankert: „Wat we niet goed in de
gaten hadden, was dat onze netto
positie zo'n enorme opdonder zou
krijgen van het landbouwbeleid.
Het werd een optelsom die we
nooit goed hebben uitgerekend.
De zaak schoof in de laatste minu
ten ook erg snel op. De miljarden
vlogen er gewoon doorheen. Nu
kon Lubbers erg goed rekenen,
maar het was toch wel lastig om
overzicht te houden," Andriessen
is het daar niet mee eens: „Lub
bers heeft de kosten scherp in het
vizier gehad, maar uiteindelijk
was het voor hem niet doorslagge
vend."
Zal het in Berlijn beter gaan? An
driessen is somber. „Nederland
zal de sigaar zijn, dat kan ik nu al
voorspellen. Een paar miljard te
rughalen lukt niet, om de simpele
reden dst je de gevestigde lecii-
ten van een groot aantal andere
lidstaten niet zomaar ontman
telt."
Dankert zucht: „Het spel is nu an
ders. Duitsland let veel meer op
de centen. Dat maakt het lastiger.
Toen konden de verschillen tus
sen de lidstaten nog worden afge
kocht met een grote zak extra
geld. Nu is die poen er niet"
Gemeentelijke belastingen hebben een grote
'irritatiefactor; groter dan de rijksbelastin
gen. Dat is opmerkelijk, want in verhouding
tot de rijksbelastingen zijn ze slechts van zeer beperk
te omvang. Toch blijken zij een dankbaar onderwerp
waarop de burger zijn frustratie over gemeentelijk be-
leid botviert. De belasting als prijs voor de gemeente
lijke voorzieningen wordt al gauw als te hoog ervaren.
Dat is pikant als men bedenkt dat de gemeentelijke
belastingen slechts ongeveer 10 procent van de ge
meentelijke kosten dekken. De rest wordt bekostigd
door het Rijk. Bij die verhoudingen is de waardering
van de burger voor gemeentelijk beleid toch wel zorg
lijk slecht ontwikkeld.
Gemeentelijke belastingen worstelen met een hoog
democratiseringsgehalte. Binnen de korte afstand
tussen de belastingheffende gemeente en de burger
moet fiscaal beleid worden ontwikkeld dat rechtvaar
dig, doelmatig en. effectief is en dat moet passen bin
nen de kaders die de rijksoverheid aan de gemeenten
opgeiegt. De communicatieve uitdaging is deze nood
zaak aan de burger, die daar vaak geenoren naar heeft,
duidelijk te maken. Dat luktmaar matig, Debelasting-
betaler ervaart de gemeentelijke belasting eerder als
een kwestie van tallen dan van heffen. Door de media
wordt dit beeld eerder versterkt dan genuanceerd.
De onroerende zaakbelastingen (OZB) zijn vaak het
mikpunt van kritiek. Met name over de wijze van
waardering doen vele indianenverhalen de ronde.
Daarbij wordt vergeten dat de Wet Waardering onroe
rende zaken (Wet WOZ), waaraan alle trammelant
wordt toegeschreven, de belastingheffing professio
neel op een hoger plan heeft gebracht. Degene die nog
weet hoe weinig objectiviteitsgaranties in de vroegere
waardering besloten lagen, ervaart de huidige waar
deringsmethodiek als een grote stap voorwaarts. De
belastingdienst, gemeenten en waterschappen han
teerden voorheen allemaal hun eigen verschillende
waarden voorhetzelfde pand. Ookwasheteenpubliek
geheim dat gemeenten beleidsmatig onderwaardeer
den, maar dit compenseerden door een hoger tarief,
Deopbrengstbleef gelijk,maar deburgerwas feitelijk
zijn bezwaar- en beroepsmogelijkheid ontfutseld.
Door de invoering van een uniforme waardemaatstaf
meteen landelijk gelijke waarderingsprocedure wer
den de vroegere tekortkomingen pijnlijk zichtbaar.
Uiteraard heeft deze kwalitatief hoogwaardigere uit
voering zijn prijs. Het gekerm daarover wordt echter
vaak overtrokken. De uitvoeringskosten van de WOZ
in verhouding tot de opbrengst zyn immers beperkt.
De jaarlijkse opbrengst van de WOZ-gerelateerde be
lastingen bedraagt 10 miljard, waar slechts 200 mil
joen WOZ-kosten tegenover staan (2 procent).
Voor gemeenten betekende de nieuwe waarderings
methodiek evenwel een omslag in de beleidseultuur.
Er moet een permanent proces van dataverzameling
en waardeverificatie worden onderhouden dat vol
doende garanties biedt dat het uitgebrachte taxatie-
rapport en de waardebeschikking steunen op objec
tief juiste basisgegevens en actuele marktgegevens.
De professionalisering van het uitvoerend werk en de
beleidsmatige aandacht voor kwalitatief hoogwaardi
ge procesbegeleiding is echter een zorgenkind. Veel
gemeenten zyn nog onvoldoende doordrongen van
het besef dat de waardevaststelling van onroerende
zaken een procesmatige aanpak vereist
Mijn positieve kwalificatie van de WOZ betekent niet
dat er niets meer te verbeteren zou zijn. Binnendeon-
roerende-zaakbelastingen liggen uitdagende moge
lijkheden voor vereenvoudiging binnen handbereik.
De huidige OZB kent momenteel twee onroerende-
zaakbelastingen: de gebruikersbelasting en deeige-
narenbelasting.Heffingenplegenec-hterdoorheteeo-
nomisch krachtenspel te worden afgewenteld op an
dere marktpartijen. In de praktijk worden zodoende
zowel de eigenarenbelasting als de gebruikersbelas-
tinguiteindelijk toch door de gebruiker gedragen. Het
juridische verschil tussen een eigenaren- en gebrui-
kersbeiastingverdoezeltslechtshetzichtopdewerke-
lykebelastingstructuur.Deafzonderlijkegebruikers-
belasting betekent een onnodige verzwaring van de
uitvoeringslast. Afschaffen dus! We kunnen volstaan
met de veel eenvoudiger uitvoerbare eigenarenbelas
ting. Als voorts de heffing van de waterschapsomslag
via opcenten op de OZB zou verlopen, zou dat de ver
eenvoudigingswinst spectaculair vergroten.
Ook de geschillenregeling kan worden verbeterd. Na
de bezwaarprocedure by de belastingdienst volgt de
beroepsgang naar de belastingkamer van het Ge
rechtshof, Daar waar de gemeentelijke belastingen
per belastingplichtige soms relatief geringe bedragen
betreffen, zijn de financiële en praktische drempels
nogal hoog. Als verbetering van de rechtsbescher-
ming zouden gemeenten de afdoening van bezwaar
kunnen overdragen aan een onafhankelijke interge
meentelijke bezwaarcommissie. Voor de klagende
burger heeft deze werkwijze het voordeel dat de graad
van zorgvuldigheid en objectiviteit naar verwachting
toeneemt. Niemand isechter gediend met klagen om
pietluttigheden. Juistomdatdetoegangtotderechter
maatschappelijk zo belangrijk is, moet deze niet ver
stopt raken door marginale discussies die in eenwaar-
deringsproceson vermijdbaarzijnHetisdaaromwen-
selijk een bandbreedte van 5 procent van de waarde
aan te houden waarbinnen correcties van de waarde
niet rechterlijk kunnen worden afgedwongen.
Ook verkorting var. het WOZ-tijdvak is gewenst. De
belastingheffing geldt voor een tijdvak van 4 jaar op
basis van een waardepeildatum die twee jaar vóór de
aanvang van het WOZ-tijdvak ligt. Zodoende kan een
heffing gebaseerd zijn op een waarde diezes jaar gele-
denisvastgesteld.Ineen tydvanwaardestijgingenzal
de burger daar weinig moeite mee hebben. De ge
meente zal echter zijn tarieven aanp assen om zijn hef-
fmgsvolume op peil te houden. In tijden van waarde
dalingen roept deze waardevertragingsfaetor echter
bij de burger grote spanningen op. Verhoging van de
waarderingsfrequentie is synoniem voor een verbe
terde kwaliteit van de heffing. Het loont daarom de
moeite constructief-kritisch te sleutelen aan de WOZ,
Hoofdredactie: J. Prins en LP. Pronk.
Chef Central Desk: F J. Eckhardt.
Rubriekschefs:
EindredactieA Vorm ge vi ng RLJvan Zee 1st.
Stadsredactie Rotterdam: J.S. Boolster, Regio Voome-
Putten: C. GBuitend ij k. Regio Waterweg: JHBunte. Regio
Ussel en Lek: M.E. Verwaaljen. Regio Zuid: C.H. Soeters.
Nieuwsdienst/BinnerVbulteniand: B.V. Verkade. Cultuur
Leven: MJ.F. Maas. Economie: N.P. de Vries. Illustratie: F.
van Someren. Informatiebeheer. Th. C. Kiffers. Sport P.
Ouwerkerk. Eindredactie Rotterdams Dagblad TV: M. de
Jong.