15 F Rinus Gosens: Het is niet meer mi n voetbal Ties Kruize, de beul met de bijl r M V W Rotterdams Dagblad Zaterdag 3 april 1999 Marinus Gosens (van 1-1-1920) werd geboren in de Gorzen, een Schiedamse volkswijk, waar S W heilig was. Als prille tiener verhuisde hij met zijn ouders naar Gouda, waar hij lid werd - van GSV. Bij terugkeer in Schie dam was er voor hem maar één club: SW. Aan dc Havendijk be ëindigde hij ook zijn actieve en succesvolle loopbaan. Vervol gens werd hij trainer van GSV, CW, Fortuna VI., SW, Heracles, weer SW, Eindhoven en FC Den Bosch. Op 58-jarige leeftijd stop te Rinus Gosens als trainer om als jeugdtrainer en scout in dienst te treden bij PSV. Hy woont al ruim twintig jaar in Eindhoven, maar voelt zich nog steeds geen Brabander. „Je moet me ook niet de weg vragen in Eindhoven, want ik weet alleen het stadion van PSV te vinden." Vandaag deel 3 en slot. Door Piet Ocks NA FC DEN BOSCH zat zijn trainersloopbaan er op. „Ik ben toen - en dat mag je best weten - in een gat ge vallen. Had ik echt problemen mee. Maar wie niet? Ik denk dat het gros er moeite mee zal heb ben. Je gaat zoeken." „Op een dag ben ik naar de trai ning van PSV gegaan. Kwam Hans Kraay naar me toe, die was toen trainer. Of ik er voor voelde de jeugd te gaan trainen. Hij zou Ploegsma inlichten." „Ik naar Kees Ploegsma, die was toen manager. Nu zit-ie bij de ma kelaars, de maniakken. Hij zegt: 'Ik zal je 25 gulden per uur geven.' Ik terug naar Kraay. Ik zeg: is dit nou een topclub? Ik maak het wel sn orde, zei Kraay. En dat heeft-ie gedaan. Maar na een paar jaar kwam Huub Stevens. Die was aan het emd van zijn voetballoopbaan. Hu heeft mij eruit gewerkt Zo gaat dat." „Later ben ik nog scout geworden voor PSV, maar dat kan ik niet meer. Ik ben geboren met één oog. Dat wordt slechter, de pupil is uitgezakt. Dan moetje stoppen. Ik ben een beetje Rode Kruis ge worden. Hier en daar een beetje helpen" .Alleen bij Eindhoven kom ik nooit meer. Ik moest een keer als scout een speler van PSV beoor- Rinus Gosens nu: Voetbal is hoofdzaak, geld is nood zaak, maar het is alle maal maffia, vooral die ma ke aars. k noem ze de maniakken. Foto Jaap Rozema/ delen, die bij Eindhoven moest spelen. Ik heb daar zes jaar ge werkt Kampioen geworden, ge promoveerd naar de eredivisie. In die tijd riep de voorzitter van Eindhoven tegen me: 'Je kan alles krijger, zuipen, eten, wat je maar wil.' Ik sta daar in de bestuurska mer, komt de pr-man naar me toe, die zegt: 'U mag hier niet meer ko men.' Zie ik net voorzitter Frans Derckx, een schatrijke vent, aan komen lopen en voordat ik wil vragen waarom ik niet meer bin nen mocht komen, roept-ie: 'So demieter jij naar PSV, lazer op!' „Geloof je dat ik geschrokken ben? Dat kon ik even niet verwer ken. Ik heb er twee uur over ge daan om thuis te komen. Een paar weken later ben ik naar hem toe- gestapt, het zat me zo hoog. ïk zeg tegen 'm: een voorzitter ben je niet, verstand van voetbal heb je niet en je zal je eens als mens moeten leren gedragen. En ik ben zo weer vertrokken. Maar ik was er vanaf, ik had mijn hart gelucht. Mensen die geld hebben - hou .op. Al zitten er natuurlijk ook wel goeie bü" „Toen Rob Jacobs nog trainer was van Eindhoven, ging ik wel eens even bij hem langs. Gezellig even lachen, beetje over voetbal pra ten. Dat mocht op een gegeven moment ook niet meer. Ik mocht er helemaal niet meer in van die Frans Derckx. Ik ben er ook nooit meer geweest, nu nog niet. Wat een gespuis! Willem Leushuis is er nu trainer. Ook zo'n arrogant manneke," „Nu doe ik niets meer. Wat moet je als je loopbaan voorbij is? Je bent te oud, zegt iedereen. Maar wanneer ben je oud? Je komt in een andere wereld, je tweede we- Rinus Gosens op de schou ders na het behalen van het kampi oenschap In de eerste divi sie met Eind hoven in 1976. De ver houdingen met de club zijn inmiddels tot het nul punt gedaald. 'Ik kom er nooit meer. Wat een ge spuis!' Archief foto Rotterdams Dagblad reld zonder voetbal. In het begin ging ik weieens lopen, maar daar mee ben ik gestopt. Dat moet ver antwoord zijn. Alleen tennis ik nog drie keer per week. Dat kan je tot je dood volhouden. En ik ga nog regelmatig naar de training bij PSV kijken." „Maar ais ik Robson zo bezig zie, dan denk ik wel eens: zal ik naar die man toe gaan en hem op een aantal dingen wijzen. Hij maakt de oefenstof zo moeilijk. Terwijl voetbal toch een simpel spel is. De spelers staan zich achter zijn rug rot te lachen." „Zijn oefenstof is Engels, maar de Engelsen denken anders. De aard van een Hollander is anders dan van een mof en ook heel anders dan van een Engelsman. Wij zijn de besten, wij houden overal en met iedereen rekening. Ik infor meerwei eens zo by een hulptrai ner hoe de sfeer is in het team. Ik krijg steeds weer hetzelfde ant woord. Er wordt in de kleedkamer niet meer gelachen en niet meer over voetbal gesproken, alleen maar over geld." „Een paar jaar geleden werd ik benaderd om stukjes te schrijven in een blad van PSV. Ik voelde me zeer vereerd. Het is mijn tweede leven geworden, want ik schrijf ook wel eens voor het blad de Oe- fenmeester. Ik vind het leuk. Ik kruip er helemaal in. Het is mijn tweede leven geworden. Wat moet ik anders? In een kroeg ga ik niet zitten." „Ik krijg van PSV nog wel steeds een kaartje voor vak F, schuin achter het doel. Ben je vijftien jaar scout geweest... Ik ga niet meer. Het is niet meer mijn voet bal, ik kijk er anders tegenaan. Dat schoppen vanachter, al die opdrachten, dat vastzetten van een tegenstander,die elleboogsto ten, die 'Schwalbes'. Ik word er doodziek van. En dan kan ieder een zeggen, dat je niet over vroe ger moet beginnen, maar in de tijd van Faas Wilkes, Abe Lenstra, Moulijn en later Johan Cruijff - toen zag je voetbal. Maar nu met al die opdrachten en al die schop- pers. Neem nou zo'n Jaap Stam, een simpele mandekker. Veertig miljoen voor zo'n schopper... Véértig miljoen! Toch kom ik er niet van los. Het is nog altijd m'n leven, ik ben er nog elke dag mee bezig, al kijk ik dan alleen nog op televisie. Maar steeds kom ik weer tot dezelfde conclusie: er zijn geen voetballers meer." „Het is allemaal geld. Voetbal is hoofdzaak, geld is noodzaak, maar het is allemaal maffia, voor al die makelaars, ik noem ze de maniakken. Je kan het ouderwets noemen, maar zo denk ik erover. Jongetjes van zeventien, achttien jaar worden door een makelaar bij een club gebracht, omdat de ou ders lekker worden gemaakt met tienduizend gulden op de bankre kening. Ze verkwanselen hun ei gen kind. Ik word er doodziek van." Nooit wennen „Ik woon alweer ruim twintig jaar in Eindhoven, maar ik voel me hier nog steeds een beetje een vreemdeling. Ik weet hier ook nog steeds niet de weg. Ja, het stadion van PSV. Maar ik zal hier nooit wennen. Ik ken niemand. En dan vraag ik me wel eens af: ligt dat nou aan mezelf? Mijn vrouw zegt van wel. Ik weet niet wat het is." „We gaan wel eens naar Schie dam, naar een verjaardag, alleen niet zo vaak. Na een poosje heb ik het wel gezien, dan ga ik even weg, even naar het Hoofd. Zit er een mannetje of zes, allemaal ou de bekenden. Dan gaat mijn hart open. Dat mis ik in Eindhoven. Hier kennen ze mij wel, maar ik ken hun niet" „Het is niet dat het slechte men sen zijn, maar de mentaliteit is hier heel anders. Wij zijn recht voor z'n raap, hier zijn ze een beet je achterbaks. Vooral in het zui den en in het oosten van het land." „Je weet, zodra je een zoon hebt, blijft je vrouw wel Yan je houden, maar jij komt op de tweede plaats. Mijn zoon woont hier in de buurt, in Helmond. Dus wil mijn vrouw hier blijven en niet terug naar Schiedam. Daar leg ik me maar bij neer. Ik ben nu 79 jaar, maar ik pas me nog steeds aan. Sport Is van alle eeuwen. Maar wie waren de Nederlandse top sporters van déze eeuw? Rang lijsten zijn definitief, lijstjes echter veelal arbitrair. De top-50 van deze eeuw is een rangschik king, opgesteld door de sportre dactie van deze krant, met hier en daar een stevig Rotterdams accent Iedere zaterdag in het Rotterdams Dagblad een portret van één van die vijftig helden. Vandaag nummer 38 in 'Eeuwige roem', hockeyer Ties Kniize, Vol gende week nummer 37: wielren ner Wint van Est De lijst tot nu toe: 50. Just Göbel, voetbal 49. Bep van Klaveren, boksen 48. Betty Stöve, tennis 47. Bok de Korver, voetbal 46. Marcel Wouda, zwemmen 45. Kees Verkerk, schaatsen 44. Ellen van Langen, atletiek 43. Piet van de Pol, biljarten 42. Rintje Ritsma, schaatsen 41. Piet Rozenburg, dammen 40. Rik Smits, basketbal 39. Jan Raas, wielrennen 38. Ties Kruize, hockey Door Mare Kok DE OUDSTE ZOON van ex- intemational Roepie Kruize krijgt de hockey- sport met de paplepel ingegoten. Het beweeglijke en drukke baas je, dat al rap zijn bovenmodale ta lenten toont, werkt op straat spe lenderwijs aan zijn techniek en precisie, Tien over Ties', een boek over de sportieve carrière van Kruize dat ter gelegenheid van zijn afscheid in juni '87 op de markt verschijnt, verhaalt hoe Kruize aan een optimaal rich- tingsgevoel schaaft en de basis voor zijn vermaarde strafcomer legt. 'De lantaarnpalen en straat naambordjes tn de knusse Haagse - wijk Marlot gaan tegenwoordig aanzienlijk langer mee dan in de jaren zestig, toen de jeugdige Ties Kruize mei zijn vriendjes het da gelijkse potje straathockey afsloot met het onder spervuur leggen van voornoemd openbaar bezit. Raak- te je een lantaarnpaal, dan kreeg je één punt; ronde verkeersborden waren goed voor twee punten en de ranke, langwerpige straat naambordjes leverden driepunten op.' Op zijn twaalfde debuteert Kruize in de Nederlandse jeugd, amper drie jaar later mag-ie voor de eer ste maal het shirt van Jong Oranje aantrekken. In 1969 wü de toen malige bondscoach Piet Brom berg een beroep doen op de ont luikende klasse van Kruize, maar vader Roepie wil dat de oudste van zijn vijf kinderen eerst eind examen doet Na het behalen van zijn schoolpa- piertje vormt het WK van '71 de internationale vuurdoop. Het toernooi in Barcelona is bepaald geen succes. De 18-jarige Kruize is onervaren en heeft nog niet ge leerd hoe hij zichzelf in bescher ming moet nemen, waarna hij door de Pakistani letterlijk hard handig het veld wordt uitgesla gen. Ties Kruize is echter een snelle leerling. Amper een jaar na Barce lona groeit de onbekende en nieuwbakken international uit tot topscorer van de Olympische Spe len van München. In de tijd dat hockey nog op natuurgras wordt gespeeld en de strafcomers met de hand gestopt worden, beukt hij de bal met zijn zware, 27 ounce wegende stick liefst 18 maal ach ter de vijandelijk goalie. Een ab soluut record. Het is echter niet altijd goud wat er blinkt. Pech loopt als een rode draad door de internationale car rière van het krachtige comerka- non. Voor belangrijke toernooien tobt Kruize, die in '80 met een in gezet stuk rendierpees van een W53& Twee Hollandse kaasmeisjes feliciteren Ties Kruize na de 1-0 zege op de Sovjet-Unietijdenshet WK hockey van 1986 In Londen. Archieffoto anp Ties Kruize tijdens zijn afscheid als actief speler, juni 1987. Hij deed dat in Europees team dat tegen een Azië-Australiè-combI- natie uitkwam. Archieffoto ANP onwillige enkelband wordt afge holpen, geregeld met lichamelijk ongemak. Voormalig bondscoach Wim van Heumen meende ooit 'dat blessures nou eenmaal bij Kruize hoorden, net als zijn enor me slagkracht, taktische inzet en ogenschijnlijke gemakzucht.' Op momenten dat Van Heumen het niet meer 2ag zitten, kwam Kruize steevast met één van zijn kenmer kende uitspraken: 'Maak je maar geen zorgen coach, het komt wel goed. We hebben tijd genoeg.' Nonchalante houding Het tekent de persoon Kruize. Op geruimd karakter, zeer positief ingesteld. De nonchalante hou ding van de Hagenaar valt echter niet altijd in goede aarde bij met name de Utrechtse inbreng van Oranje. Harde werkers als André Bolhuis en Paul Litjens plaatsen weieens een kanttekening bij de vooral op techniek terugvallende Haagse hockeyers als Kruize en Wouter Leefers. Collega-corners pecialist Litjens: „Ik ben er van overtuigd dat Ties zuinig met zijn energie omsprong. Hij kon door zijn uitstekende techniek soleren als geen ander, maar op momen ten dat ie verwachtte dat hij het zou moeten doen om die doorslag gevende factor te worden, liet hij het te vaak afweten. Hij trainde altijd hard. Dat bewees hij tijdens conditietrainingen. Maar toen ik hem 'Superstars' (een populair AVRO-programma, waarin top sporters het tegen elkaar opna- Ties Kruize, geboren 17 november 1952 in Den Haag, groeit in de jaren zeventig en tachtig uit tot één van de beste hockeyers ter wereld De Hagenaar maakt vooral naam door een snoeiharde strafcomer. Met 'de bijl', zoals zijn loodzioare stick door het leven gaat, voert hij vele executies uit. Met 18 olympische treffers kroont de onervaren intema- tiona! zich tot koning van de Spelen van München '72. Als speler van Klein Zwitserland verovert hij acht maal de landstitel en twee Europa Cups. Met Omnje wordt Kruize één keer wereldkampioen ('73 Amstel veen), één maal Europees kampioen ('83 Amstelveen) en wint hij tioee keer de Champions Tropky f'81 Karachi, '82 Amstelveen). Op 18 oktober 1986 sluit Kruize zijn indrukwekkende carrière na 202 duels en 167 goals af met een teleurstellende zevende plaats op het WK tnLonden. men, red.) zag winnen, was ik er van overtuigd dat hij zich bij het hockeyen nooit voor honderd pro cent gaf. Dat hij altijd op reserve speelde. Hij had het in zich om 'The King, de 'Superstar' van het mondiale hockey te worden, maar dat kwam er niet uit." Niettemin is zijn klasse evident. Kruize, die in '74 met succes de 'scoop' introduceert en dankzij zijn gevoel voor ruimte de vijan delijke verdediging voor grote problemen stelt, woidt zelfs ver geleken met grootheden als Jo han Cruijff, Hij is in staat om zijn team in z'n eentje drie klassen be ter te laten spelen. Kruize kan al les met de bal. Ooit vragen enkele jonge hockeyers aan hem om de bal drie maal achtereen vanaf de cirkelrand op de bovenkant lat te pushen. Geen probleem voor Kruize. Auto-ongeluk Op 25 september 1975 lijkt er een vroegtijdig einde te komen aan de carrière van de hockeyer. Na een dag van hard werken en trainen met de nationale selectie, raakt de naar huis rijdende Kruize betrok ken bij een zwaar auto-ongeluk. Kruize wordt het ziekenhuis bin nengebracht met onder meer een hersenschudding, een gebroken rib, een kaakfractuur, trombose en een longembolie. Waar menig een denkt dat Kruizes loopbaan als topsporter voorbij is, ervaart de bijna invalide hockeyer het als een uitdaging om het tegendeel te bewijzen. Kruize mist weliswaar de Olympische Spelen van '76 in Montreal, maar is na anderhalf jaar revalideren weer terug op de velden. Juni '87 verklaart hij: „Ik wilde'dolgraag weer spelen omdat ik er zoveel plezier in had. Dat is altijd mijn grootste drijfveer ge weest. Daarom heb ik het ook zo lang volgehouden." Kruize, die in warme landen vaak onder zijn kunnen speelt, werpt zich tijdens zijn loopbaan op als 'brenger van de ware hockey sfeer'. Deze benaderingswijze is mede verantwoordelijk voor zijn grote populariteit. De makkelijk relativerende Kruize is er tevens de persoon niet naar om zich blind te staren op het hockey. Zelfs de meest vernederende ne derlaag is de veelvoudig aanvoer der van Oranje al na een half uur vergeten. „Ties genoot van het le ven, zijn sport. Al had hij één punt waarop hij onverbeterlijk was," stelt Wim van Heumen in Tien over Ties'. „Hij had een neuroti sche obsessie voor roken. Een per manente drang naar een sigaret. Soms stopte hij abrupt, maar ie dereen wist dat het bij Ties slechts tijdelijk was. Gestopt met roken en dan stiekem op het toilet een trekje nemen. De topsporter, de neuroot Fijne kerel." Na zijn carrière stort Kruize zich op de verzekeringswereld. De in woner van Wassenaar, die binnen kort wordt benoemd tot voorzitter van Klein Zwitserland, is tegen woordig actief als makelaar in as surantiën en pensioenadviseur in de Haagse Javastraat, Deson danks zal zijn naam voor altijd on losmakelijk verbonden blijven met de hockeysport. Of zoals voor malig Oranje-aanvoerder Mare Delissen het ooit verwoordde: 'Heb je het over hockey, dan heb je het over Ties Kruize.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1999 | | pagina 1