r wk$ m
te^i
*360
A0. i860.
Donderdag J) Augustus.
Verschijnt eiken Maandag en Donderdag.
K
e n n s g c v n g.
fete.V
Het voor dit Blad bestemde wordt aangenomen te:
J. A. Kamsiesssb.
De Syrische aangelegenheden.
l'rijs van liet Abonnement en der Ad ver tent iën:
ABONNEMENT per drie maanden voor SCHIEDAM t.fifi,
ld. voor de overige PUaisen des Rijks franco per I'osl - 1.60.
AOVERTEPiTIEN tul 10 regels 1,00. Iedere regel meerder - 0.10.
Zegelgeld voor iedere plaatsing0,36.
VLAARU1NGEN bij
BAASSLU1S
DELFSHAVEN
OVERSCHIE
J. van Die Endt.
A. VAN VVASaSNAAE.
Sehiedftiu; p. J. VA8J DIJK, Uitgever.
De Burgemeester ex Wethouders vax Schiedam,
Doen te weten Dat door den Raad dier Gemeente in xljne Vergadering
xan den 28 Junij 1800 ia vastgesteld de volgende Verordening.
VERORDENING houdende wijziging van do Artikelen 73 cn
05 der Verordening op do tirundweer binnen do Gemeente
Schiedam vastgesteld den 22 Febrnarij I860,
liet derda lid van Art. 73 der Verordening op de Rrandweer, van 22
February 1880 wordt ge wij lig d als volgt s
sin ieder geval wordt van elk verleend ontslag aan al de belang*
sliebbenden berigt gegeven en bovendien voor xooteel den Opper-
9lJrandmees(erf de lirandmeesters en Onder-Urundmcestcrs betreft,
lopenbare kennisgeving gedaan van wegc Durgemeesler en VVetbou*
sders in de Sehiedamsche Courant."
Iletxtwi/clid van Art. 95 derzelfde Verordening wordt gewijzigd als volgt:
sDe PijpooerdersPompers en Fakkeldragers een geel lederen
sarreband waarop bet nommer van de Spuit waartoe xij behooren
terwijl op den armband der Pijjivocrdera nog de letters P.V. «taan
suilgedrnkt,"
Aldus vastgesteld ter openbare Vergadering van den Gemeenteraad te
Sdhiedam den 28 Junij 1SÖ0.
De Burgemeester
L. KNAPPERT.
Da Aecreturis
VER IS EDE.
Zynde dexe Verordening aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
volgens bun bcrigl van den 1 Auguntus 1800 R, n°. 438Ö (1ste Afd.},
G. S. nu. 28 in afschrift medegedeeld.
En is biervan afkondiging geschied, waar hel behoort, den 7 Aug. I860.
Do Purge meest er
L. KNAPPERT.
Do Secretaris
VERNEUK.
Do teerling is geworpen. Tot <ie expeditie der Europesche
mogendheden, inzonderheid van Frankiijk, naar Syrië is
besloten; reeds zijn de troepen, uit bet kamp van Chalons,
naar Marseille op weg; eerstdaags zullen zy vertrekken,
liet werd tijd. De koele, berekenende naijver van do grooto
mogendheden heeft reeds te lans: duartneê doen dralen; en
1
welke ook de mogelijke gevolgen zullen ztjn, het was nood
zakelijk dat de beschaving,de mensehheid hare regten deden
"gelden tegenover die gruwzame horden, die duizenden ge-
slagt hebben, en nog vele duizenden meer aan ellende teu
prooi gegeven.
In het Britsche parlement hebbende Syriseheaangelegcn-
hedon in do jongste dagen tot veel beraadslaging aanleiding
gegeven. In het hoogerhuis vestigde lord Stratford do aan
dacht op de woelingen dio er in Syrië plaats grijpen, cn
drong er op aan dadelijke en krachtige maatregelen te nemen
ten einde binnen den kortst mogolijken tijd een perk te stel
len aan den drocvigun staat van zaken daar to lande, „liet
is niet mooijelijk, zeidehij, de oorzaak van de Oostcrsche
onlusten op te sporen, zij ligt alleen in de zwakheid van do
Turksche regering; deze zwakheid nu ia alleen daaraan te
wijten, dat do geldmiddelen van Tuikijo niet toereikend
zijn ooi een behoorlijk leger op de boen le houden.
„Do Porte is genoeg gewaarschuwd en zoolang zij in hare
tegenwoordige dwalingen blijft volharden, zoolang zij de
door haar beloofde hervormingen niet ten uitvoer brengt,
zullen do buitcnlandsclie mogendheden geen middel zien om
het kwaad te keerenwaardoor, op een gegeven oogenblik
het rijk op nieuw aan de oorlogsrampen ten prooi kan
worden.
„Ik heb alleen het woord gevraagd, om van do regering
vollediger inlichtingen te ontvangen dan diewelke de aan
het parlement medegedeelde stukken bevatten, en ik verlang
te weten welke instruction aan den Engclschcn consul-gene
raal in Turkije zijn gezonden."
Lord Wodehouse untwoorddo.dat hij er onmogelijk in kan
toestemmen de gevraagde stukken aan hot parlement mede
to deelen, dewyl zij over uiterst belangrijke en teedore
vraagstukken handelen, en hunne openbaarmaking hetalge-
meeno belang zou benadeolen,
„De verschillende Europescha mogendhedenverklaarde
hij, hebben elkander geraadpleegd over bet Syrische vraag
stuk, en do uitslag hunner beraadslagingen was een protocol,
te Parijs geteekend cn waarin do voorwaarden zijn vast
gesteld, onder welke cene gowupende Europescbe tusschen
komst zal plaats hebben. Dit protocol, dat door de vijf
groote mogendheden en den vertegenwuotdiger der Porto
onderteckend isbepaalt: „dat cene logermagt, niet grooter
dun 12,000 man Europescbe troepen, ntuir Syrië zal worden
gezondendat Frankrijk er onmiddelijk 6,01)0 van zal leve
ren cn dut de overige 6,000in geval zij noodig raogten zijn,
door die mogendheid zullen worden aangewezen die men
daartoe uitkiest; hot verblijf der Europescbe troepen in
Syrië zal zich tot niet langer dan zes maanden uitstrekken.
„De groote mogendheden hebben verklaard,dat zij volko
men belangeloos wilden blijven en lat hare bedoeling, hij do
tusschenkomstniet was eenig uitsluitend voordeel, cenigon
invloed noeh eenig voorrogt te verwerven.
„Do Porto heeft ook reeds maatregelen genomen om do
onlusten te dempen en het doet mij genoegen het huis te
kunnen modcdcclen dat do gouverneur van Damuscus go-
vangen ia genomen en zijn proces zal worden opgemuakt."
Ton slotte betoogde do minister, dat het bestaan van hot
Turksche rjjk voor Europa van het uiterste gowigt isen
datniots zal worden verzuimd, omdat beslaan te verzekeren.
Lord Clanrkarüe bragt hulde nau hot edel gedrag van
Abd-el-Kader te midden der Syrische woelingen, llij ruadt
de regering om eene krachtiger staatkunde ten aanzien van
Turkije le volgen.
Lord Granville is het niet eens dat Engeland, omdut zijne
verontwaardiging ten top is gevoerd door de onverwachte
gebeurtenissen in het Oosten, plotseling cene staatkunde zou
moeten veranderen, die stoffelijk heeft medegewerkt tot den
vrede van Europa en tot het ovenwigt der geheele wereld.
Graaf Derby noodigdo de vergadering uitzich van elke
discussie op dat punt te onthouden en aan de regoring over
te laten welke gedragslijn z\j behoort te volgen.
Lord Stratford de lledclijf'e trok daarop zijne motie in,
In het lagerhuis vroeg de heer Rich welke maaticgelon de
regering ten opzigte van Syrië dacht te nemen
Sir J. Fergusson wenschte, dat de leden geen onvoorwaar
delijk geloofzouden hechten nan alles wat de dagbladen om
trent de Syrische aangelegenheden verspreiden. „Ofschoon
zeide hij dc Christenen de slagtoffers zijn geweestzijn zij
niet geheel onschuldigen de gebeurtenissen van den jong-
sten tijd kunnen grootendeels worden aangemerkt als de ge
volgen van hun eigen gedrag."
De heer Fitzgerald meende datindien de regering in
Syrië tusschen beide kwam, zij zorgvuldig moest waken
om het gezag van den Sultan niet te verminderen.
Lord J.liussell deelde het volgende mede„De laatste
tydingen uit Syrië berigten dat sedert de aankomst van
Fund-pacba te Damascus, de moordtoonoelen grootendeels
hebben opgehouden dat do gouverneur naar Konstantino-
pel is gezonden om daar go\onnisd te worden en dut de
Porte zich jegens hem volstrekt niet welwillend gezind be
toont.
„Frankrijk heeft eene commissie van onderzoek voorge
steld. De Britsche regering en de overige mogendheden
waaronder de Portehebben dit voorstel ondeisteund, doch
toen men berigt ontvingdat de wreedheden nog steeds
voortduurden, heeft Frankrijk den wensch geuitdat de
mogendheden zonden onderzoeken of de gebeurtenissen niet
o o
zoo ernstig waren geworden, dat eene Europesche tusschen
komst noodzakelijk werd om een einde te maken aan de ver
warring in het Oosten,
„De Britsche regeling deelde in dit gevoelen en heeft
met do andeio groote mogendheden, die te Parijs waren ver
tegenwoordigd, besloten, dat ceno overeenkomstonder den
vorm van een protocol, zou worden aangegaan om Europe
sche troepen naar Syrië te zenden en ik kan thans mede-
deelen, dat een piotocol door de vijfmogendheden en Turkije
is onderteckend."
Vervolgens legde de minister de reeds bekende bepalin
gen van deze ovoreenkomst bloot.
„Bij een tweede protocolvoegde hij er bij is bepaald
dat gceae der mogendheden bij hare tusschenkomst in de
zaken van Turkije eene uitbreiding van grondgebied noch
eenig handelsbelang zal beoogen."
De lieer Bright deelde zijne aanmerkingen mede over de
inmenging der legering in de Turksche zaken. Zijns inziens
moesten du mogendheden onderling overeenkomen wat zij
bij den val van liet Turksche lijk zullen doen, want hij is
overtuigd dat de Porte zich niet lang moor zal kunnen hand
haven.
Dat lid zou ook wensehon dat Syrië een gouvernement
bezat onafhankelijk van dut van Eonstuntinopel.
Lord Palmerston vermeende, „dat, ofschoon Turkije nog
onmetelyke schreden voorwaarts moet doen, wil hot op
gelijken trap staan met dc beschaafde volkeren van Europa,
hot evenwel, als men het aan zich zetven overlaat,niet in zul
stortenzoo als de heer Bright gelooftdie zeker de oogen
sluit voor do noodlottige gevolgen welke de door hem aan
bevolen staatkunde onvermijdelijk na zich moet slepen."
Men ziet uit deze woorden vun den Britsclien minister,
hoe noode hij tot de tusschenkomst in Syrië is overgegaan
cn hoezeer lij nog op do handhaving van liet Turksche rijk
staat. Het is ullijd zijn schrikbeeld datindien dat instoi t
Rusland liet grootste deel van den buit zal erlangen wclligt
te Konstantinopel postvatten, en ook Frankrijk in Syrië
door al hetgeen het overwigt van die mogendheden in de Mid-
dellandscho zee zoa verzekerd worden en tevens de Brit
sche handelen bezittingen in Indiöeinstigbedreigd. Daarom
is de tusschenkomst, door het verontwaardigde Europa ver
langd zoo eng mogelijk beperkt, zoo wel wat tal als duur
betreft.
De generaal Beaufort d'Uautpoul is aan 't hoofd derFran-
sche expeditie gesteld, waarbij zich ook Zouavcn uit Algiers
zullen voegen.
Om eonigermato de gebeurtenissen to doen kennen, doelen
wj hiermede een schrijven uit Damascus, onder dagtcekc-
ning van 17 Julj ll.,aanhetFrunschercgeiingsbltidontleend:
„Onze vrees, leest men daar, hoeft zich maar al tospnodig
bewaarheid. Maandag den i) July ten twee ure in den na
middag is het oproer in de stad uitgebroken hot gepeupel
ia in menigte naar do christenwijk getrokken on do moord
heeft een aanvang genomen, zonder dut do troepen dc minste
poging aanwendden om zich daar tegen te verzetten. De aan
val was zoo wol overlegd dat de christenwijk binnen eon half
uur op onderscheidene punten te gelijk verraeesteid was.
Terzelfder lijd dat men de bewonets oinbragtslak men de
uitgeplunderde huizen in brand. Dc moord heeft tot Maan
dag den 16 Julij voortgeduurd, doch de drie eerste dagen
wuien het verschrikkelijkst. De brund heeft eerst opgehou
den toen do vlam niets meer vond om te verteren de chris
tenwijk is thans niets meer dan een puinhoop, lloewel het
onmogelijk is nu reeds het getal slagtoffers van alle kunnoen
leeftijd op te geven die meedoogenloos zijn omgebragt, kan,
men het bij begrooting op 8000 schatten. Over hetalgemeen
werden de vrouwen gespaard, voornamelijk de jongste, dio
gevankelijk werden weggevoerd of raishundelingen hadden
te verduren, vrtesselijker dan do dood zelf. Dit is sedert acht
dagen do toestand van Damascus en het is eene treurige
waarheid, dat de overheid geen oogenblik getracht heeft den
opstand te beteugelen hare houding begunstigde dio veeleer
cn de soldaten zelve namen deel aan de plundering.
„Gedurende deze schriktooneelen lileef' Abd-el-Kader en
dc Algerijnen die hij aanvoert niet werkeloos. De Emir, die
den opstand niet van den beginne af aan kon sluiten, omdat
hij met zijn handvol troepen het hoofd niet vermogt te bieden
aan eene razende bevolking ondersteund door een gedeelto
dc3 legers, stelde niettemin alle pogingen in het werk om het
grootst mogelijke getal Christenen teredden, 11000 hebben
hem hun levensbehoud te danken en hebben gedeeltelijk in
zijne woning, gedeeltelijk in zyne wijk een schuilplaats ge
vonden; de meeste echter in de citadel, waar Ahmet pacha
hen tegen wil en dank heeft moeten opnemen. Do agenten
der Europesche mogendheden en hunne landgonooten heb
ben geene betere behandeling dnn de rayasondervonden.,
De meeste consulswonirigcn zijn uitgeplunderd en verbrand,
en ter naauwernood zijn er eenige consuls den dood ontko
men. Het klooster van Tcrra-Santa is eveneens geplunderd
en verbrand, In weerwil van de pogingen des Fransehen
consuls, om de Franciscaner monnikendie zich daarin be
vonden, te redden, zijn zes vaders cn twee broeders ver
moord. Het klooster der Lazaristen en dat van de zusters
van liefdadigheid zijn ook in de asch gelogdmaar do loden
dier heide genootschappen hebben hunne toevlugt tot Abd-
el-Kader kunnen nemen."
„Er loopt een gerucht dat ook to Horns en llama Christe
nen zouden zijn vermoord." i
Een brief uit Beyreuth van den 19 July jl. deelt het vol
gende schrijven van Abd-el-Kader mede, dat hy uit Damas
cus, onder dagtcekoning van 18 Julij aan zijne vrienden
in eene nabij gelegen plaats rigttc.
Mijne Heerenwaarde en geachte Vrienden
„Ik ben zeer verlangend u te zien en bid Allah u te be
schermen. Ik heb uwen geëerde van don 13 Julij ontvangen,
waarin gij mij vraagtwat er met do Christenen te Damas
cus is geschied. Tot antwoord strektdat Maandag den 9
Julij, ten twee ure des namiddags het oproer is uitgebro-1
ken cn wel ten gevolge van eeneslrafdoor den gouverneur
dier stad aan eenige Muzelmannen opgelegd, die Christenen
hadden beleedigd Deze Muzelmannen geraakten in woedo
en liepen met alles wat hun onder de hand kwam naar do
huizen der Cliiistenen, waar zij te gelijker tijd doodsloegen,
brand stichtten en plunderden. De Turksche soldaten on-
der den schijn van het opioer te willen stillen, kwamen aan-
gesneld doch maakten gemcenc zaak met het moorden',
plunderen ea schenden eenige oude Muzelmannen beproef
den deze ongeregeldheden te stuiten, doch de aanvoerdeis
der Turksche benden wilden van geen vrede hooren en hit
sten integendeel hunne soldaten tegen de ongelukkige Cln is-
tenenaan welke soldaten door horden plunderaars van allo
secten werden bijgestaan. Toen ik dien staat van zaken zag,
haastte ilc mij al deze ongelukkige Christenen onder mijne
bescherming te nomen ik nam mijne Algerijnen mede, en
wij voeiden mannen vrouwen en kinderen mot ons terug.
„Gedurende dien staat van zaken, die Maandagen Dings-
dag aanhield cn wantin de oproerlingen dc Christenen onop
houdelijk met moord, lool'cn brand vervolgden, zonder dat
de legering iets tot hunne verdediging ia het werk stelde,
liet ik de heer Lttnusseconsul van Frunkryk, en verschei
dene nndeic Fransehen tot mij brengen. Woensdag, onder
voorwendsel dat twee Muzelmannen vermoord waren ge
vonden (hetgeen ceno on waai beid was), breekt de strijd op
nieuw uit; ondcrtusschcn hoeft Damascus een gouverneur,
doch het is even goed alsof die stad er geen had,
„Wat mij betreft, ik beklaag het ongeluk, aan do arme
Christenen oveikomon; men herkent de plaats niet meer
waar hunne woningen bobben gestaanalles ligt in do asch
men weet het getal duoden niet, doch tnen schat het op
3000 slagtoffers, Allo Europeanen en Christenen die ik lioii
kunnen bijeenbiengen zijn in mijn huis in veiligheid; ik
verschaf hun ai liet noodige en bid Allah deze arme Christe
nen uit dc handen dier onverlaten te redden,"
(get). Abd-el-Kader, Ebn Mahhiethlin."
Deze onpai tijdige berigten van don cdolaardigon Emir
(die wegens zijn gedrag mot het legioen van eer bogiltigd
werd), behooven gceno loclichting, Zij zijn verpletterend
voor do Turksche ovcihedcn en ton bowijzo wat er is voor
gevallen.
Die jammoilooneolonliet lot van nog vele duizenden, die
aan gebrek en kommer zijn ovorgogeven, hebben hy alle'
gezindheden in Europa <5éu gevoel doen uilbarstoir, dat van
verontwaardiging aan de cene, dat van zucht om liefdegiften