A0. 1866. a an dag 2 April. Verschijnt MaandagWoensdag en Vrijdag. algewTeFóvêMgt: iNffi 0 SG HriËMT Nationale Militie. Kennisgeving. 259srE S T A A T S -10 T K H IJ. 'fJi. 1«/ ABO JTETEMEN T: Abonnementsprijs |>er Drie Maanden Franco per Postdoor het gcheetc Rijk f 1.85. - 2.25. (Brieven Franco). ADVEBTBNTIEIÏ: Prijs ran den fjewonen regel Tot 10 regel, f 1.00. Zegelregt voor iedere plaatsing 0.10. - 0.35. Burgemeester es Wethouders vas Schiedam, Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de Militieraad in het 2de district »an Zuidholland, voor dexe gemeente op Dingsdag don 10 si pril aanstaandedas voormiddags tan Tien uretijne Tweede Zitting' zal houden te 1U)TTEKÜAM, in hel Oude Mannenhuis, aan de Hoogstraat aldaar. Burgemeester en Wethouders brengen wijders in herinnering Artt 88en OS der Wet op de Nationale Militie van den 19 Augustus 186l,(óïaaféf- blad no. 73) luidende: Art. 88. Voor den Militieraad.moet verschijnen: 1. Be Vrijwilliger voor de Militie 2. Be Lotcling die vrijstelling verlangt, wegens ziekelijke gesteldheid of gebrekenof gemis van de gevorderde lengte; 3. Hij, die voor een Loleling ais Plaatsvervanger of als numroerverwis- selaar verlangt op te treden. Art. 92 In deTwcedc Zitting van den Militieraad wordt uitspraak gedaan omtrent alle in de Eerste Zitting niet afgedane zaken en omtrent hen die als PLAATSVERVANGER of NUMMEUVER- W1SSELAAK verlangen op te treden Burgemeester cn Wethouders roepen dien tri gevolge op de Lotclingen der ligting van 18Ö0 welke verlangen mogten om zich voor de diensl der Nationale Militie te doen vervangen, om voor gemciden Militieraad ton bepaalden dage te verschijnen, ten einde hunnen Plaatsvervanger of Nummcrvcrwissclnar te doen onderzoeken. En is hiervan afkondiging geschied, waar hel behoort, den3lMaart 1800. /fur^'cfliccstcr en Wethouders van Schicdav^) L. KNAPPERT. Do Secretaris, VERNEUK. Do vraag, oorlog of geen oorlog, in ons vorig nummer ge steld, dreigt, volgons do laatste borigten, in cerstgenoomden zin beslist te zullen worden. Die berigten toch behelzen, dat de koning van Pruissen het bevel tot het mobiel maken van drie legerkorpsen ge- tcekend heeft, terwijl vijf andere legorafdeelingen den lust hebben gekregen zich voorbereid te houden op het ontvangen van eventuele orders. Naar Kiel is uit Berlijn bovol gezonden, om do Pruissische oorlogsschepen onmiddelijkopdon voet van oorlog te brongen. Uit Florence wordt gewaagd van uitgebreide oorlogs toerustingen, terwijl ook nog uit die stad en uit Berlijn wordt gemeld, dut tusschen Pruissen en Italië een bondgenootschap in vollen vorm is goslotcn. '.Vel wordt tegen een en ander aangevoord, dat Engeland en Frankryk to Berlijn een nota zullen indienen, houdende aanmaning om den ingeslagen weg te verlatendo onder vinding heeft echter maur al te zeer bewezen, hoeveel gewigt men aan die identieke nota's hechten kan; men denke slechts aan Polen. Evenzoo wordt door dagbladen, welke min of meer als organen van het Italiaansche gouvernement te boek staan, beweerd, dat er geen grond bestaat voor het dezer dagen medegedeelde gerucht van een overeenkomst, welke tusschen RuslandPruissen en Italië zou getroffen zijn betrekkelijk de zaak der Donau-Vorstendoraroen; ofschoon Italië reik halst naar den dag van Venctie's bevrijding, zegt men, zal de regering niet overgaan tot een zoo gewaagden stap, als oen bondgenootschap met Pruissen. Het geschil betreft bij slot van rekening toch alleen maar het bezit van Holstoin; dat is geen genoegzame reden vooreen oorlogsverklaring; en het zou maar al te ligt kunnen gebeuren, dat er tusschen Pruissen en Oostenrijk op nieuw een overeenkomst als die van Gastcin werd geslotende kosten dier schikking zouden op Italië neerkomen indien het zich intusschcn tot vijande lijkheden tegen Oostenrijk had verbondon. Wat or van die overeenkomst zij. waar of onwaar, wij geloovcn, dat von Bismarck zijn doel zal trachten te bereiken, trots Engeland en Frankrijk, met of zonder verbond met Italië, als hot hem slechts gelukken mag koning Wilhelm op zijne zijde to houden. Bij do tegonwoordigo meer dreigend wordende verwikke lingen tusschen Pruissen en Oostenrijk, achten wij hot niet onbelangrijk een beknopt overzigt to geven der hangende zaak; een vernieuwde aanleiding daartoe vinden wij in de woorden, dezer dagen in een dagblad opgenomen, die in hoofdzaak bevattenwat door ons in de laatste weken als oas gevoelen werd vooropgesteld Gij vraagt mij hoe ik denk over de tegenwoordige buiten- landsche aangelegenheden. Het antwoord op dio vraag is uf zeer gemakkelijk 6f zeer moeijeljjk te gevenal naarmate men zich op een of ander standpunt plaatst. Gemakkelijk, wanneer men zich tevreden stellen wil met het naschrijven van een of ander bmtenlandsch dagblad; mooijelijk wanneer men een zelfstandig oordeel vellen wil cn de zuken onpar tijdig poogt na te guan. Ik bepaal mij tot een korte uiteenzetting van den tegen- woordigen staat van zakendan kan ieder voor zich zclven zijne conclusion maken. De toestand is deze: Pruissen wil tot eiken prijs Holstoin bezitten. Oostenrijk is niet ongeneigd van zync regten afstand te doendoch verlangt daarvoor ver goeding 6f in geld 61 in grondgebied. Dit laatste nu is Pruis- son, ten minste tot op dit oogenblikvolstrekt niet van zins toe to staan. Mogten nu beide mogendheden hot niet eens kunnon worden, dan zal laatstgenoemde lioog9t waarschijn-- ljjk do heide étappe-wegen in-tlolstein bezetten. -Maar dit zal zoker door Oostenrjjk als een casus belli beschouwd wor den. Bij do conventie van Gastein toch is wel het gebruik dier wegen toegestaanmaar tusschen gebruik en bezetting is groot verschil. Ilct eerste geschiedt met goedvinden van beido partijen; bezetting is een daad van geweld, die door Oostenrijk niet lijdelijk kan woiden aangezien. Zie daar den stand der zaak. Nu is er in de laatste dagen 'veel geschreven en gesproken over toebereidselen tot den krijg; sommige bladen verwijten Oostenrijk, dat het die het eerst zou hebben gemaakt. Wat is daarvan Het is waar, Pruissen is niet begonnen met het mobiliseren van zijn leger; doch niot minder waar is het, dat in een conferentie, welke werd bijgewoond door do voor naamste generaals van hot Pruissische leger en door graal' von der Goltzden Pruissischen gozant to Parijsde vraag is overwogen: welken uitslag men te verwachten had van een krjig met Oostenrjjk? Men zal nu wel niet behoeven te zeggeu, dat graaf von Bismarck voor den oorlog gestemd was. In die conferontio bleef bij echter in de minderheid. Do meerderheid verklaarde zich vooral daar tegen do oorlog zuchtige staatkunde van don Pruissischen premieromdat graaf von der Goltz volstrekt geen zekerheid heeft kunnon geven omtrent do houding eventueel door Frankrijk tegen Pruissen aan to nomen. Indien men nu echter mogt meenen, dat graaf von Bismarck zich door dit votum der conferentie van zijn eenmaal opgevat plan zou hebben laten afbrengendan vergist men zich zeer in het karakter van Pruisscns eersten minister. Men kan gerust van hem zeggen: de eik breekt, maar buigt niet. Oostenrijk weet dut ook zeer goedcn van daar dan ook dat men in Weonen gemeend heeft, zich op alle gebeurtenis sen te moeten voorbereiden. liet spreekt echter van zelf, dat granf von Bismarck, al is bij op dezen oogenblik mngtigtoch niet oppermngtig is, Er bestaat nog een man boven hem: de koning. Deze heeft lang geaarzeld alvorens hij een besluit nam. Hij ontveinsde zich de gevaren van een vredebreuk niet; maar ten slotte schijnt toch zjjn booze genius de bovenhand te hebben behou den. Ivoning Wilhelm's eerste minister kent het zwak van zjjn heer en tastte hem daarin aan; hjj wistderoliitaire eigen liefde van den koning zoodanig te strooien, dat dezo thans geheel in het vaarwater van zijn premier is verzeild. Te veel echter moet graaf von Bismarck niet op zijn overwinning stoffen. Waar koning Wilhelm thans één stap voorwaarts heoft gedaanis hij ook woder tweo stappen terug getreden cn het woord door een der bladen eenmaal gebezigd; „De nakomelingschap zal koning Wilhelm van Pruissen den wan kelenden koning noemen," sehjjnt thans met volle regt te kunnen worden toegepast. Vervolgens wordt in dit stuk gewezen op de nota van den Engelschen minister, alsook op de circulaire door Oostenrjjk aan zijne diplomatieke agenten in Duitsehlanden Nederland, voor Limburg, lid van den Duitschen Bond, gezonden, waarin het voornemen te kennen wordt gegeven om do zaak der Hertogdommen aan de beslissing van de Bondsverga dering te onderwerpen, in welk geval Oostenrijk bijna ver zekerd kan zijn van de overwinningdaar vier dor grootste Bondsstaten, Baksen, Beijeren, het groot-hertogdom Hessen en Wurtembcrg, hunno medewerking hebben toegezegd. Ten slotte wordt de tegenwoordige goede verstandhouding tusschen Frankrijk en Oostenrjjk besproken, alsook betoogd, dat de betrekking tusschen Oostenrijk en Ratio van vcei minder vijandigen aard is dan eenigen tijd geleden, hetgeen voor laatstgenoemd rijk een reden te meer zal zijn om zich niet andermaal van den Pruissischen vogelaar te laten ver lokken, vooral daar Italië zich deerlijk vergissen zou, wan neer het op hulp van Frankrijk rekende. Aan hot bezoek van den Italiaanschen generaal Govone te Berljjn wordt geen de minste politieke waardo gehecht, en de wijze waarop hij daar is ontvangen als komedic-spol aangemerkt. Naar aanleiding van het verbod van vee-invoer uit Nederland in Engeland wordt van daar het volgende geschre ven: Het is moeijeiijk to veronderstellendat zulk een ver bod lang beperkt kan blijven bjj Ncdcrlandsch vee. Het Duitscho veo toch kan ieder oogenblik even zoo gevaarlijk worden ais het Hollandsche. Wij weten niet hoe het stelsel van inspectie in Holland is, waarover lord Granville zich beklaagt, maar hot is duidelijk dat daarop geen regtmatigo blaam kan worden geworpen op grond van hot laatst ge beurde. Wanneer toch onze ambtenaren do ziekte niet in do dieren kondon ontdekken, toen deze liicr te lande aankwa men, dun kan het ons ook geenszins verwonderen, dat do Hollandsche inspecteurs de ziekte niot bemerkten, eer het vee uit Holland werd verzonden. Intuschon heeft men hier met hetzelfde bezwaar te doen, waaromtrent wij reeds vroe ger ten opzigte van ons inlandsch vee een oplossing nan de hand hebben gedaan. Het gevaar, voortvlooijende uit den doorvoer van veo, wordt namelijk bestreden door singling op do plaats van afzending, zoodat or naar de hoofdstadin plaats van levend vee, slechts vleosch wordt aangevoord. Nu is het duidelijk, dat diezelfde maatregel, ook op bot bui- tenlandsch veo kan worden toegepast. Zoodra dit vee onze -kust heeft bereikt,staan ton dien opzigte deomstnndighedon gelijk met dio van ons eigen veo en derhalve behoorde daar mede op dezelfde wijze te worden gehandeld. Er moesten dus middelen worden aangewend, om dat vreemde vee op do plaats waar het hier ontscheept wordt te doen slagton en er behoorden quarantaine-stallen te worden opgerigt voor het vee hetwelk niet dadelyk tot voeding noodig is, ofhot- goen men in voorraad wil houden. Wanneer zulk een maat regel werd genomen, dan zou er even weinig roden bestaan tot belommering van den invoer uit het buitenland, als tot afmaking van don geboelen Britschcn veestapel. SCHIEDAM, 81 Maart I860. Do commissie der Branders-Vorccniging van Schiedam, en omstreken hoeft den 30 dezer, ingevolge de bepalingen bij artt. 2 en 4 der overeenkomst, ondcrspcciale verwijzing naar art. 3 van genoemde overeenkomst, besloten, datin de bran derijen der contractanten van af 2 April o.k., tot nadcro kennisgeving, wekoljjks één dag zal worden stilgestaan. Het provinciaal gercgtsliof van Zuidholland beeft heden tot do straflo des doods, uit te voeren binnen Delfs- bavcn, veroordeeld, Ludwig Wilhelm Miilder, beschuldigd van brandstichting in ccn huis in dc Gouverncstraat te Delis- huven, op 21 November laatstleden. Aan burgemeesters en wethouders der gemeenten in do provincio Zuidholland is te konnon gegevendat do beer G. J. Ilengevcld, voorzitter der commissie wegens den vce- typhus.opzijn verzoek, door don minister van binnenlandscho zuken gemagtigd is, om zijn tijdelijk vcrbljjfop 1 April a.s. van Schiedam naar Leyden over to brongen. Do Nederl. Handelmaatschappij vraagt scheepsge legenheid voor bet transport naar Java van 151 militairen, waaronder 13 onöcroilicicrcn, benevens 3 kajuitspassagiers, to embarkeren don 21 April. Aanbiedingen worden inge wacht tot Woensdag den 4 April des voormiddags ten 11 ure, of bij do agenten tot Dingsdag den 3 April. Bij de op jl. Woensdug plaats gehad hebbende her stemming, ter verkiezing van een lid van den gemeenteraad te Delfsbavon, heeft zich het zeldzame geval voorgedaan,dat op ieder der beide kandiduten een gelijk getal stemmen is uitgebragt. De heeren P. Boezomeijor on L. 11. Schonken berg van Mierop, tusschen wie de herstemming moest: plaata heb ben, bekwamen^amelijk van do uitgebragto 14 G stemmen, ieder 72, terwijl/twee briefjes van onwaarde werden ver klaard, het een in blanco, het andere ingevuld met den naam van L. II. van Mierop. De heer P. Boezomeijer is dien ten gevolge als oudste in jaren, tot raadslid benoemd. Uit Vlaardingen wordt gemeld, dat jl. Donderdag van do werf van den scheepsbouwmeester Jan J. Roelants.mct bet beste gevolg van stapel is geloopen het koopvaardij-hoe- kersehïp de Nieuwe Maas, gevoerd zullende worden door kapt. D. van der Valk, voor rekening van den heer A.lioo- gendijk Jzn. Onmiddelijk daarna zijn de kielen gelegd voor een bunhockerschip en een- sloepschip, beide bestemd voor de haring- cn kabeljaauw-visscherij. Jl. Donderdag avond is te 's Gravenhage, in bijna 75 jarigen leeftijd, aao do gevolgen cener langdurige ongesteld heid, overleden de hoor mr. F. A. baron van Hall, minister van staat. Uit Schcvcningcn wordt gemeld, dat behalve de twee steuren, van do kleinste soort, die jl. Dingsdag voormiddag op den afslag wnren verkocht, cn waarvan wij in ons vorig nummer hebben gewaagd, er in den avond van dien dag nog negen stuks werden aangebragt; de een gold f 1G en de acht anderen te zamen ƒ62; nooit gehoorde prijzen. Deschuit van den reeder L. de Jager, dezelfde die in de vorige week na oen afwezigheid vanslechts twee etmalen, f 290 besomde, is dicnzeU'den dag met een vangst van één etmaal aangeko men, die ƒ93 heeft opgobragt Een schuit van den reeder A. Pronk, die ook slechts 24 uren op de visscherij was ge weest, besomde G2. Do walvtsch, welke te Scheveningen ter bezigtiging van het publiek was gestold, verkeert in zulk een staat van ontbinding, dat hij nadeelïg voor de openbare gezondheid wordt geacht, weshalve hij niot verder to bezien zal zijn, maar men zich onledig houdt met de afstroopingen nadcro conservntio van bet riff, voor 't museum te Lcydon bestemd. By de verkiezing van oen lid dor pro v. staten van Zuid bolland, in het kiesdistrict Soctermeor, heeft niemand de vol strekte meerderheid verkregen. Er moet een herstemming plaats hebben tusschen de heeren O. baron van Wussenner Gatwijoken A. N. Molenaar, die respectievelijk 212 en 101 stemmen bekwamen. Do beroemde verzameling schilderijen van wijlen den heer II. de Kat van Bavondrecht, te Dordrecht, die in Mei te Parijs publiek verkocht zal worden cn waarvan dc ten toonstelling op heden gesloten wordt, is deze week door meer dan 1000 personen bezocht geworden, waaronder II. M. do Koningin, Z. IC, II. prins Alexander, met gevolg, vele loden van het corps diplomatiquecn meer hoog geplaatste personen. Prijson en Promiiin van f 100 011 dnarhovcn. Ve Kt. 14e Trckk.23 Jlaart. No. 20112398, 2510. UÖ25en 10014 ieder/101)0 N» 4525, 515S cn 14183iedcr(400. No 0112, 831.1. 10050. 11100. 1183713035 en 17520 ieder (ZOO. No. 855, 1000 2345.2742,4190,4933, 6810, 7884,11004,10318,10113cn 192S0 ieder/'100. Ve Kr. löe Treltk.,29Maart No.5505,1537t15SI4. 182S5 cn 10907 ieder ƒ1000. No, 14300(400. No 8223,10725,15709,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1866 | | pagina 1