it I! A?.>1866. M aandag October. Verschijnt Maandag, Woensdag en Vrijdag. Kennisgeving. K e n n i s g e v i n g. ALGEMEEN QVERZIGT. BUITENLAÏ^GHËlBËËÏGTËiï! BINNENLANDSCHE BERIGTEN, iii f 5fl i 'II ju ril lil i- fevyy S L_ 'H t jl i h Ai I ÈD 1 - M Py.jc U i'» it* El 111 IT. A'B O N N E ME N T: Abonnementsprijs per Drie Haandenf 1.85. Franco per Postdoor het'geheele Rijk- 2.23. (Brie*cn «Franco.) ADVERTENTIE Ni Prijs tan den gewonen regel ƒ0.10. .Tot 10 regels f 100. Zrgelregt toor iedere plaitsing 0.35. rf. De Bübgemeestku ks Wethouders vaï* Schiedam, i Doen le weten Dat de beide Processen-Verbaalvan dejff jyien'24 en 35 dercr plaats gehad hebbende Stemopneming, tftó^Mrkicimg van Veicniien Lcjlen«eener Commissie'uit de InB«etenetr(A*t. 131 der Gemeentewet) buiten de Leden vin den Raad, vanbed^naf, ter ^inzage tan ee|vi^der4o^de^Sfi^tpt*i^e.dete|'Jleincente-nederfle[rad*en tereiwlbyh afschrift aangeplakt iijar/^ En ia hiervan afkondiging geachied, waar het behoort, den 28Sept 1800. Burgemeester en Wethouders vim Schiedam P. J. VAN DIJK VAN Dl AT EN bi» SE, De Secretaris, VEUNEDE. Burgemeester es Wethouders van Schiedam, Brengen ter kennnue der Ingezetenendat hel primitief Kuhier van de Plaatselijke Directe Belaaiing deier Gemeenie, vnor de dienst *an het jaar I860, den 4 September 1808 donr den Gemeenteraad *asigeateld en den 18 September I860 door lleeren Gedeputeerde Stalen der Provincie Zuid» bolland goedgekeurdaan den Ontvanger der Gemeenie ter invordering is overgemaakt. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen ainaTag op de bepaalde termijnen le voldoenop straffe van vervolging volgens de Wet Ea is hiervan afkondiging geschied, waar bel behoort, den 20 Sept. 1800. Burgemeester on Wethouders van Schiedam, P. J. VAN DIJK VAN JlAfENEbbE. De Secretaris, VhllNÈDK In bet te Londen, in de Fransche taal, uitkomend dagblad, IInternational, vnn den 26 September jl., ia, onder het op schud: de nationaliteit van Holland, een hoofdartikel opge nomen, met de hoofdzakelijke mededeeling waarvan wij, zoowel urn den inhoud als de strekking, vermeenen onzen lezers geen ondienst te zullen doen. tiet luidt als volgt: De openingsrede van den koning derNoderlanden, vroeger koningrjjk Holland, aan zijne staten'generaal of aan zjjuo beide kamers gehouden, vestigt in 't bijzonder de aandacht i op de stelling waarin hot plotseling ontstaan van het groote Pruissen het in Europa plaatst. De koning, gelukkig dat hij te midden der jongste gebeurtenissen in goede verstand houding was gebleven met de buitenlandtcho mogendheden, verheugde er zich nogtans in, dat do geldmidddelen in vol doenden staat waren om, des noodig, te voorzien in de ver dediging vun het koningrijk, als ook dat hjj in den ijver van vrijwilligers om zich in den wapenhandel te oefenen een nog veel steikor waatborgvond voor de onafhankelijkheid. liet valt niet moeijelyk het gowigt der woorden van den koning der Nederlanden te vatten. Het schjjnt, bij den eersten oogopslag, dat Holland niets kan te vreezen hebben van eenige annexatie hoegenaamd, onder voorwendsel van noodzakelijkheid tot samensmelting van gioote gelijksoortige massa's. Holland toch, is werkeljjk, in tegenstelling met België, zyn nabuur, dut zich van hem losgescheurd heelt, een nationaliteit door zyn oorsprongdoor zjjne instellingen, doorzijn tanl. Het heeft een verleden, een volksaard, een letterkunde, een roeping, zuken die allen aan Belgie ont breken. De oorsprong van Holland kan evenmin alszyne taal ver mengd worden met dien van üuitscbland. Het heelt zijn grond zelve veroverd, daargesteld; het heeft zich temidden zijner rivieren, dijken en moerassen, een zelfstandigen aard en bijzondere toekomst geschapen en steeds heldhaftig zijne nationaliteit verdedigd. De oude graven van Holland, in de middeleeuwen, waren de meest onaf hHnkelyko en hooghar tige vassulen vun het Duitsche keizerlijk, veel meer meester en gezien ten hunnent dan het toen ter tijd ooit de graven van Vlaanderen of Brabant waren, die alleen een schyn van on afhankelijkheid konden ophouden, op voorwuurden dat z'y, even als de nationaliteit van hunne onderdanen,tusschen don keizer van Duitschland,den koning van Frankrjjk of den ko ning van Engelund weifelden. Toen door het toeval der erfenissen die beide landen aan do domeinen van de Spaansche monarchie vervielen, waren het de Noordelijke provinciën alleen, de tegenwoordige No- dorlonden, die na een heldhaftigon strjjd, met hulp van Hen drik IV hunne geheele onalhankelijkheid van Philippus II wisten te bevechten. Zy is een nieuwe natie, die Frankrijk als petemoei aan hare wieg heeft gehad. - In de zeventiende eeuw heeft Holland een groote rol ge speeld het heeft geworsteld tegen de willekeur van Lodew jjk XIV; het heeft in verre streken de meest belangryko koloniën veroverd en zich aangesloten aan de beweging die do groote zeemogendheden van Ëuropanaar Indie voerde. Napoleon I begreep de nationaliteit van Holland. Yd<5r do dwalingen wadrin do blokkake van hot vaste land hem wiorp, had hjj het erkend. - Dit klein en glorierijk landje werd het eerst door hem tot koningrijk verheven, en het was niet dan door de gevolgen van droevige vergissingen dat hij hot in een overgroot keizer rijk inlyfde. In 1815 herstelden zich,,zoo als te voorzien was, de Nederlanden, omdat zjj den grondslag tot bestaart had; maar het was toen alleen het wantrouwen van Frankrijk dat men Holland belastte met de zuidelijke provinciën, Fransche, \Waalsche.of andore, welke zy zelve had losgelaten tjjdens zyn grooten worstelstrijd voor de onafhankelijkheid en die voor dat land niet anders dan een lust en een gevaar konden zyn. De omwenteling van 1880 is voor Holland, verlost van Belgie, heilrijker geweest, dan voor dut land, dat sedert dien tjjd door zichzelven is belemmerd geworden. Derhalve, Holland ibezit^ppr. zich een verleden en een -nationale en roèmryke gcsehieïïehïarHb'rta evenmin dcetïïyk" zyn verleden te verloochenen als zyn taal en zyn letteikunde te vereenigen met de geschiedenis van Duitschlund of van Frankrijk. Kan Belgie hetzelfde zeggen F Zyn oorsprong verliest zich in dia van Frankrjjkzijn taal, de provincialis men uitgezonderd, is de Fransche. Holland heeft een grond sui generis; het bewaakt de groote uitmondingen van drie groote waterstroomen. Do grond van Frankrijk daalt op natuurlijke wijze tot in Belgie door do hellingen van de Ardennen en de heuvelen van Artois zoowel nis door de zamenvloeijingen van de Schelde en de Maas, Tracht eens voor Belgie een verleden, een geschiedenis te vinden Ik versta daaronder een onafhankelijk verleden, een nationale geschiedenis Inde middeleeuwen kende men het graafschap Vlaanderen, het hertogdom Brabant, bot graaf schap Namen, bet bisdom Luik Er bestond geen Belgie. Later kende men do Bourgondische Nederlanden, de Spaan sche Nederlanden, de Oostenryksche Nederlanden, de Hol- landsche Nederlanden, dit is alles. Waar is de onafhanke lijkheid? Waar is de nationale geschiedenis? Er bestaat daar geen plaatselijke, provinciale geschiedenis zoo als die van Franche-Comté of van Provence. Wat den naam van Belgie aangaat, gegeven aan die gekunstelde en diplomatieke schepping van 1830. men heelt dien ontleend aun het oude Gallie, waarvan Belgie, inderdaad, toen niets anders dan een gewest was. Holland, ofhet koningrijk der Nederlanden, heeft een roe ping en een Europesche roeping. Op het vaste land bewaakt het de monden van den Rijn, die noch aan Frankrijk, noch aan Duitschland mogen hohooren, omdat die groote stroom is eq moet blijven onverdeeld tusschen die beide volken. Bui ten het vaste land heeft hot roemvolle kleine koningrijk zyn deel genomen aan de Europesche magtsontwikkeliog, met zijne koloniënin de andere deelen der wereld. Drie millioen Hollanders tellen in Amerika en in Azie meer dan vijftien millioen onderdanen, en dat in de best en meest vrij zinnig bestuurde koloniën, alles ten voordeele van den Euro- peschen handel en van den algemeenen vooruitgang der beschaving. Bovendien beschikt Holland over een der meest achtenswaardige marines van den tweeden rang. Wat is er van de rol op het vaste land of van de beschavende roeping van Belgie? Onafhankelijk, is het slechts een voorwerp van ongerustheid, een oorzaak van wanorde, een tooneel van t wist welko het zou kunnen vermijden door zich grenzen te geven. Waarom dan tnh toont de koning der Nederlanden eenige ongerustheid ove, betgeen gebeurd is in Duitschland, en waarom steunt hjj op zjjne geldmiddelen en op zjjne vrijwil ligers? Over de laatste verschijning van graaf von Bismarck in het Pruissische huis der afgevaardigden wordt gemeld: Ter wijl de minister von der Heydt voor de derde maal hot woord voerde, kwam von Bismarck binnen, zeer bleek. Met lang zamer tied dan gewoonlijk voortschrijdend, maakt hjj voor de tribune van den president een buitengemeen hoffoljjkc bui ging en laat zich op zjjn stoel neêrvollen. Hoe geweldig hij zich ook inspant, om zijne gewone houding to bewaren, is 't voor ieder duideljjk, dut hjj slechts door buitengewone krachtsinspanning tegenwoordig kan zijn. Onmiddeiijk na von der Heydt staat hij op en spreekt, veel langzamer dan anders, maar met vasten, krachtige» tnon. In een ommezien brengt hjj de debatten uit liet cijlergebicd in dat der politiek over; ieder woord is ernstig, waardig en wegslepend. Den Iigtzinnigen ironischen toon, dien hjj in nood zoo vaak nunslaat, schijnt hij voor altjjd vaarwel te hebben gezegd. Hjj schetst den ernstigou toestand, hij verzekert dat het geld slechts tol 'slands verdediging zal aangewend worden, hij vereenzelvigt met nadruk de regering met hetcompromis Michaelis. Onder den indruk dezer redevoering wordt de algemeene discussie geslotende kamp was beslist, en het voorstel werd met overgroote meerderheid aangenomen. Graaf von Bismarck Ï9 er erger aan toe dan men wel openlyk wil bekennen. Do aanneming van het leentngs- voorstel moet beschouwd worden als een votum van ver trouwen jegens do buitenlandscho politiek van bet ministerie. Daar doSleeswjjk-Holsteinsche aangelegenheid geen drin genden haast vordert, zoo stelde het ministerie een verdaging voor tot 12 November; zonder tegenspraak wordt dit aan genomen. lie KAMER DER STATEN GENERAAL. In de zitting van jl. Donderdag is, zooals wij reods korto- ljjk in ons vorig nummer per telegraaf hebben vermeld, do motie Keucbenius met 39 tegen 23 stemmen aangenomen. De motie werd bestreden door de heeren de Brauw, van Ljjnden van Sandenburg en W, van Goltstein. De heer van Eek onderzocht de exception welke tegen de aanneming der motió van orde waren opgeworpende heer Jonckbloet sprak over de handelwijze van het kabinet te dezen opzigte in afkeurenden zin, gelijk mede de heer van der Linden, die' tevens nadere ophelderingen van de regering wenschte te bekomen aangaande de door haar tegen den afgetreden gouverneur-generaal gorigto beschuldiging, als of deze buiten zyn bevoegdheid zou hebben gehandeld. De heer Keucbe nius beantwoordde de tegen zjjn motie ingobragteiibeden- Tïingëh,'eT)"ërk*ehdQ^ari33^afkeUring'derbèhöetnif)'g*"v'aW*"'" den heer Mjjor een gevolg zjjner motie was en een votnm van wantrouwen jegens het ministerie van zelf daarin lag opgesloten.Een motie tan den heer de Brauw werd af gestemd. Verscheiden leden voerden daarna nog het woord; ook de minister von justitie nam deel aan de beraad slaging en behandelde de vraag of do kamer do voorgedragen motie van den heer Keucbenius, met het oog op do grondwet, kon en mogt aannemen, welko vraag hjj ontkennend beant woordde. Daarna werd do paragraaf van hot adres goed gekeurd en nadat de motie aangenomen was, en de ministers de zaal verlaten hudden, was zulks ook hot geval met het ontwerp-adres van antwoord. Het nummer van jl. Zondag van de Mdraoriul-Diplo- matique, een Franseh dagblad, is in beslag genomen en zat geregtelijk worden vervolgd wegens het onderstaande arti kel: In de hoop van daarmede de talrjjke afpersingen, welke de Pruissen zich ten opzigte van de vreedzame bevolking van Boheme en Moravie hebben veroorloofd, te vergoêlyken, beschuldigde deKölnische-Zeitur.gonlangsdeOosteurjjkscho gekwetsten, linnen uit de hospitalen te Berlijn te hebben medegenomen; zjj voegde daarbij„In Pruissen noemt men dat stolen." Wij veroorloven ons de vrijheid aan de Iiblnische- Zeitung te vragen, hoe daden als de volgende in Pruissen worden genoemd Prins Lobkowitz had op zjjn landgoed in Boheme een kudde echte merino3 schapen, welk een aan zienlijke som gelds waard is. De koning van Pruissen was z<5<5 getroffen door de schoonheidjan die schapen, dat hjj de geheele kudde conftskaerde en naar zjjn eigen goederen zond, zonder daarvoor de geringsto schadevergoeding aan te bie den. De generaal von X., een hooggeplaatst persoon, verge zelde zjjnen souverein naar het kasteel van Nicolsburg, dat aan de gravin von Mensdorff, de echtgenoot van den Oosten- rjjkachen minister van buitenlandscho zaken, toebehoort. Generaal von X. koos in de stallen der gravin de twee beste paarden uit en nam die mede naar Berlijn, zonder iemands toestemming te vragen. Is het vreemd, dat, bjj zulke voorbeelden, door de aan voerders van het Pruissische leger gegeven, de gewone sol daat, buiten zich zelve» door den behaalden roem, in Bo heme en Moravie buitensporigheden heeft bedreven, welko aan de invallen der barbaren in do Middeleeuwen doen denken. De door de letter X aangewezen generaal is de generaal von Koon. de Pruissische minister van oorlog. Op aanspo ring van den Pruissischen gezant en als een daad van hoffe lijkheid, dio waarschjjnljjk, indien het geval zich voordoet, ook wederkeerig aan Frankrijk zal worden betoond, is bevel gegeven het Mdracrial-Diplomatique te vervolgen voor een urtikel, dat bjj zijn verschy'nen nan de aandacht der oIHcielo inspecteurs van de dagbladpers was ontsnapt. Een dagblad te Dublin meldt, dat een pachter een proces heeft ingesteld tegon lord Portalington, aan wiens weerkundigo voorspellingen men in Ierland veel geloof hecht. Genoemde pachter vraagt aan het gerogtsbof om den lord te veroordeelen toi de betaling van de waarde van het hooi, dat door den regen geheel bedorven is en hij niet had binnenge haald, zich verlatende op de voorspellingen van schoon wcór, door den edelen meteorologischen lord gedaan. Omtrent de ontvangst, aan prins Hendrik der Neder landen en zjjne gemalin, by bunne aankomst te Luxemburg, te beurt gevallenwordt nog het volgende uit een brief van een ooggetuige medegedeeld: Nooit zag ik hier zulk een geestdrift heerachen. De gansche bevolking der hoofdstad was op het punt bijeengestroomd, waar de vorstelijko reizi gers den spoorwagen zouden verlaten, om zich naar het kasteel van Berg te begeven. Het schijnsel van honderde flambouwen verhoogde nog het indrukwekkende schouwspel, dut de talrjjke schare opleverde, die op het oogenblik, waarop de trein stilhield, eenstemmig het Wten Neêrlandsck bloed aanhief. Toen het doorluchtige paar uit den trein stapte, weergalmden do kreten van: Leve de groothertog! Love do prinsLeve de prinses 1 verscheiden minuten door de lucht. Met stilzwijgen ga ik voorbjj de aanbieding van een monster-bouquet; den bloemenrogen dio ovor den stadhouder en zijne gemalingedurondo den ganschen weg, dien zy hadden af te leggen, weid uitgestort, on de toespraken, die over en weêr gehouden en door do menigte levendig toege juicht werden. SCHIEDAM, 29 September 1866. Bij kon. besluit van 18 September jl., no. 49, zjjn, op verzoek van do heeren G. Visser Bz. en J.E. Penning, te Schiedam, de statuten der vereeniging Arena,gevestigd 3 i i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1866 | | pagina 1