A.0. 1867. Vrijdag Maart. Verschijnt MaandagWoensdag en Vrijdag. K ennis"'cvin u:. BUITEÜiLAMDSGHË 8ERIGTEN. bImMmLA MPSGHE BERTgTE^, STEDELIJK NIEUWS. BURGERLIJKE STAND. COURANT. ABONNEMBN T: Alonnen)Cnl»|irij» per Ürio Hiomleaf 1.85. Franco per Postdoor het gehcelc Rijt2.25. (Bi'ietcn Franco.) ADVEBTENTIEIT: Prijs ran den gewonen regelƒ0.10. Tot 10 tegel» f l 00. Zegeltegt roor iedere plaatsing - 0.35. DO De Bukgemcestek vax Schiedam, Rtengt hij dete ter kennis ran do Ingcictcncn Dat de Kohieren voor de Belasting op liet Personeel No» 10 en 11 dezer Gemeente, orer bet dienstjaar 18*")^-door den Heer Commissaris des Routngs in dete Provincie, op den 20 Februari) 1867 executoir verklaard, en op beden aan den Ontvanger dor Directe Uolastingenter invordering, zijn over gemaakt. Wordende voorts bij dete herinnerddat een ieder verpligtis tijnen aanslag, op den bg de wet bepaalden voet, te voldoen; alsmede, dat, van beden af, de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag beboeren te worden ingediend. £n is hiervan afkondtginggcscbicd.waar bet behoort, den 7 Haart 1807 üa /Jurgmueostor voornoemd P. J. VAN DIJK. VAN 11 Vl'ENtSSE. Mr. A. I* It S Si. De gisteren aangekomen Indische land-ma' brengt do bevestiging aan der treurmare reeds vroeger n den tele graaf gemeld, maar toen nog in twijfel getrokken, omtrent het overlijden van onzen ever, geachien als honggeplaatsten stadgenoot, wiens naam wij boven dit opstel hebben gezet. Wij geloovon geen betore hulde te kunnen brongen aan zijne nagedachtenis,dan door geheel over te nemen oen levens- berigt vun uit de plaats waar hij werkzaam was en waaruit zoo duidelijk blijkt hoezeer onze verdienstelijke stadgenoot daar werd gewaardeerd. De Javasche Courant van 29 Januavij 11. behelst het volgende: Gisteren ochtend is alhier do treurigo tyding ontvangen van het overlijden van den heer mr A. Prins, in leven vice- president van den raad van Ncderlantfsch Indie. komman- deur der orde van den Nederl. Leeuw en groot-officier der Luxemburgscho orde van de Eikenkroon. Is de vermelding dezer treurmare een pijnlijke taak, het is oen aangename pligt daarbij een woord van hulde te wij den aan de nagedachtenis van dien hoogst verdienstelijken staatsdienaar, die gedurende een zoo lange reeks van jaren ziine. krachten wijdde aan de bevordering der gewigtige be langen hem toevertrouwd in de verschillende "ambten waartoe hij hier te lande achtereenvolgens geroepen werd. Tab ijk en gewigtig toch zijn de diensten, welke de over ledene den lunde heeft bewezen, niet alleen als algemeeno secretaris, lid en vice-president van den raad van Neder- landsch Indie en waarnemend gouverneur generaul, maar ook als rogteilijk ambtenaar, in welke laatste hoedanigheid hij geduiendc do twaalf eerste jaren van zijne ambtelijke loopbaan werkzaam was. Mr. Arie Prins, opden 28 Augustus 1816 te Schiedam geboren, kwam, na tot doctor in de beide regten gepromo veerd to zijn, op den 5 Maart 1839 in Nederlandse!) Indie aan en trad teeds den 15 April daaraanvolgende in 's lands dienst als eersto gezworen klerk by den raad van justitie te Soerabaya. Na achtereenvolgens de betrekkingen van secretaris en fls- kaai bij de regtbank van omgang in deSamarangscbe en do Socrabaijusche afdeelingen, griflier bij don raad van justitie tePndang en fisknal bij dien iaad, lid in de raden van justitie te Socrabaija en te Batavia, en grillier bij liet boog ^geregtshof in N. I, bekleed te hebben, weid hij in 1849, nog geen volle tien jaren na zijn in-dienst-treding, reeds lot de gewigtige betrekking van raadsheer in genoemd opper- rcgierlijk collegie benoemd. Als zoodanig mogt hij nog in datzelfde jaar een vleyend bowys van 's gouverncmonts ingenomenheid met zijne toon reeds aan den dag gelegde uitstekende bekwaamheden vin den in de hem destijds opgedragen taak, om als gouverne- ments commissaris naar Riouw te vertrekken, ten einde een onderzoek te doen naar en orde te stellen op den minder bevredigenden stand van zaken aldaar. Van die zending teruggekeerd zag hij zieh, nog geen twee 'jaren daarna, geroepen tot de waarneming der hoogst ge wigtige function van algemeenen secretaris. Dot de heer Prins in allo opzigten aan het in bom gestelde vertrouwen beantwoordde, bewees zyn definitieve benoeming tot algemeenen secretaris in bet jaar 1851. Ook als zoodanig viel hem do onderscheiding te beurt van door de regering met commissoriale magt lo worden bekleed, en wol tot regeling der politieke aangelegenheden ter West kust van Borneo, na dealduar plaats gehad hobbende onlus- ten onder de Chinesche bevolking in de jaren 18501854. j Ia die hoedanigheid tol driemalen toe naar gemelde kust gezonden zynde, bragt by aldaar in de jaren 1853,1854 en 1855 de meest doeltreffende en heilzame regelingen tot stand, cn'ontzag hij vormoeijenis,ontbering noch gevaren,om zich te kwyten van de vercerende doch hoogst moejjely ke taak, hem door de regering opgedragen. Kort na zyno terugkomst van zyn laatste reisnaarde Wcster-afdeeling van Borneo viel hem de onderscheiding ten deel van door Z. AL den koning tot lid in den raad van Nederlandsch Indie benoemd te worden, in welke hoedanig heid hy ongeveer een jaar daarna (July 1857), wegens ziekte' genoopt werd voor korten tyd naar het vaderland terug te keoren. Na terugkomst hier te lande en weder-aanvoarding van zyno betrekking werd hy in het jaar 1859 belast met de waarnoming van het ambt van vice-president van den raad van N. L, tot welke hooge bediening de koning hem in dat- Ook werd de hoer Prins in dut jaar benoemd tot president van de hoofdcommissie van onderwijs in N, I. en tot vice- voorziiter van het collegie van curatoren van het gymnasium Willem .III, uit welke eerstbedoelde betrekking hij evenwel het daaraanvolgende juar op verzoek eervol werd ontslagen. Als vice-president van den rand van N. I«, herhaalde ma- Ion belast met do waarneming van het bestuur over N. Ind., kweet do heer Prins zioh van die hoog3t gewigtigo taak steeds op zoo uitstekende wijzo, dat hem daarvoor telkens de meest vleijendo betuigingen van tevredenheid der regering ten deel vielen. 3Iogt de Indische regering, zooveel in huur vermogen was, durtrdoor steeds openly k hulde hebben bewezen aan de hooge verdiensten van den overledene, ook Z. AI. do koning gaf hem de strcelcndsto bewijzen, die verdiensten op boogen pry's to stellen door zijne benoeming tot ridder der orde van den Ncderlandschen Leouw in 1855, tot kommandeur dier orde in 1364, en tot groot-olficier der Luxemburgscho orde van do Eikenkroon in 18G1. Alot niet weinig leedwezen zag dan ook do regering den hoogst verdienstelijken staatsdienaar in hot jaar 1864 's lands dienst verlaten, waaruit hij, op verzoek, op de meest eervolle wijze, en onder dankbetuiging voor de langdurige en belang rijke diensten aan den lande bewezen, door Z. M, den koning werd ontslagen. Kort daarop in het genot van het hom aankomend pensioen gesteld en naar Nederland teruggekeerd zijnde, werd hy evenwel reeds in do maand February 18C5 op nieuw door don koning benoemd tot vice-president vun den raad van Nod. Indie. Alot dezelfde belangstelling en denzelfden ij ver, met de zelfde beginselen van strenge regtvaardigheiden goede trouw, welke steeds de kenmerken van zijuo handelingen waren, wydde de heer Prins, nanrN. I. teruggekeerd, zich op nieuw aan de behartiging der boogo belangen, hom in zijn gewigtig ambt toevertrouwd. Maar de stuat mogt zich niet lang meer verheugen in het bezit van dien trouwen en ij vorigen dienaar. Nadat de heer Prins, bij het vertrek van den afgetreden landvoogd mr. L. A. J. W. baron Sloet van do Beelc, als waarnemend gouverneur generaal vun Ned. Indie was opge treden. werd zijn gezondheids toestand, welke reeds te voren veel had te wenschen overgelaten, zóó zorgwekkend, dat hij zieh genoodzaakt zag, op den 10 Decembor jl. het dagelijksch beleid der zaken op te dragen nun het lid van den raad van Ned. Indio, mr. A. Loudon ton einde zich, vrij van allo be slommeringen van het bestuur, in het koele klimuut van het boven Buitenzorg gelegen Sissipnn onverdeeld aan een zorgvuldige geneeskundige behandeling te onderwerpen. Aldaar eindigde in den vroegen ochtend van gisteren, den 28 dezer, zijn werkzaam leven, nu een eervolle ambtelijke loopbaan van ruim 27 jaren. Groot is hol verlies, dat destant lijdt door den dood van den heer Prins, wiens nagedachtenis niet ligt uit het geheu gen zal worden gewischt vun zijne talrijke vrienden en van allen, die hem loerden hoogachten. Zijn stoffelijk overschot werd heden ochtend in don tuin by het paleis te Buitenzorg ter ruste gelegd. Vele autoriteiten en andere belangstellenden woonden die treurige plegtigheid bij Aan het graf bragt do gouverneur generaal hulde aan de nagedachtenis vun den overledene, waarop door den predi kant der Protestantsehe gemeente to Buitenzorg, dr. J. J. Diost Lorgion, ook een toepasselijk woord gesproken werd. lie KAMER DER STATEN GENERAAL. In de zitting van jl. Dingsdag is do beraadslaging over de bogrootingswetien voortgezet en kwam Hoofdstuk IV7J (Roomseh-Katholieke EeredienstJ in behandeling. Bij do algeraeenc beschouwingen over dit hoofdstuk werd in ver band met hoofdstuk VIK7, aangaunde de administratie der zaken voor de Hervormde en andere «erediensten behalve dio der Roomseh-Katholieke, hoofdzakekijk de kwestie van de opheffing van de beide administration van eeredienst en de gehoelo afscheiding van kerk en staut besprokenwaarbij aan den eenen kant de wonschclijkheid der afscheiding be toogd, en aan de andere zijde de nadecien der toepassing van zoodanig beginsel werden uiteen gezet. De ministers van justitie en van finaotien beantwoordden de bedenkingen van hen die zich tegen het behoud der beide administratie!) hadden verkluard, waarop het hoofdstuk met 36 tegen 80 stemmen werd aangenomen. Woonsdag word Hooldstuk VII(7( Hervormde- en andere ccrediensten) bediscussieerd en ten slotte mot 43 togen 26 aangenomen, waarna Hoofdstuk V (Binnenlandsche zaken) in behandeling kwam, en hoofdzakelijk over afdeelin', U nationale militie en schuttorijen, het woord werd govoe» 1 un beraadslagingen over dat hoofdstuk liepen echter in die vo ting nietten einde. v Volgens een ontvangen berigt uit Japan, heeft den 14;December te Jeddo een brand gewoed, nog erger dan die van 26 November te Yokohama. Bij de afzending van dit irnn i»; dezer ramp aldaar nog niet bekend, doch naar men zeiuo, had de brand zich uitgebreid over een uitgestrektheid van vier mjjten. Men verneemt, dat do vlammen het eorst waren uit gebroken nabij do Niphon Bashï, do grootc brug, waarop verschillende wegen on straten uitkomen, en dat het vuur ook is doorgedrongen in do wy k der gouvernementsgebouwen, torwijl er vermoeden bestond dut de oorzaak van het onheil aan kwaadwilligheid moest worden toegeschreven. 'To Yoko hama was men, sedert den genoemden brand van 26 Novem ber, zoo ijverig aan het werk geweest met het herstellen der sehade, dat een gedeelte reeds nagenoeg herbouwd was, Bij deze gelegenheid hoeft do Britscho gezant, in overleg met deFransche.Nedorlandscheen Amerikaanschc gezanten, met het Japansch gouvernement een overeenkomst gesloten, tot een aanmerkelijke verbetering in den aanleg der stad. Do steenkoienvclden van de Vereenigde Staten van Amerika zijn verspreid over vier grooto landstreken, te zamen tusschen de 60 en 70,000 vierk. Eng. mylen gioot. De mijlen van Ponnsylvanio ulloon kunnen 20,000,000 ton nen por jaar opbrengen; in Maryland ligt de kool 14 voeten dik, over een lengte vun 50 mijlen. Prof. Sweaton schat do steenkolen-lagen van negen graafschappen in Alissouri op een inhoud van 38,000,000,000 tonneneen ander noemt die voor 3000 jaren toereikend, uls er dagelijks 100,000 (it 1000 kilo ieder) gewonnon worden. Prof. Rogers berekent don voorraad steenkolen van Illtnois op 1,277,500,000,000 tonnen; een kwantiteit tienmaal grooter dan die van al de steenkool beddingen van Groot-Brittannie, en volgen3 hem voor 100,000 jaren in alle behoeften kunnende voorzion. Pittsburg eindelijk beroemt zich een voorraad te bezitten van 55,516,430,000 tonnen. Deskundigen beweren, dat er ook in Brazilië uitgestrekte steenkolen lagen bestaan, en wel tusschen de Plata-rivier cn kaap St, Rogue. SCHIEDAM, 7 Maart 1867. De Nederl. Handelmaatschappij vraagt scheepsgele genheid voor het transport naar Java van 125 militairen, waaronder8 onderofficieren, benovens 4 5 5 kajuitspassagiers, te ombarkeren den 30 Maart. De reoderij van fret nnn te nemen schip moet zich verbin den geen petroleum te laden, alsmede om slechts steenkolen tot een vierde der gemeten ruimte in te nomen. Aanbiedingen worden ingewacht tot Dingsdag den 12 Aluart, des voorraiddags ten II ure, of bij de ugeoten tot cn met Maandag den 11. Zij zullen tevens moeten inhouden de juiste ligplaats van bet schip. Dezer dagen overleed te 's Hage in zeer armocdigen toestand een zekere persoon op een klein zolderkamertje. Do overledene voorzag in den laatstcn tijd zijns levens in zijne behoefte, zoo het heet, door op een kleine bleekery te mangelen. Zonder bekende erfgenamen of familie zynde, hebben zich de bevoegde autoriteiten met hot inventariseren van zynen inboedel belast, die over 't algemeen zeer schraal was, doch men vond in een kist voor circay2000 aan effec ten, eigendomsbewijzen van verscheiden huizen en op andere panden verschafte hypotheken. De gierigheid ging bij den overledene zooverre, dat bij zich hot noodigo voedsel onthield; men vond nog stukken beschimmeld brood en be dorven gerookte visch in zyn kist, die hy waarschijnlyk op do straat gevonden en tot zijn onderhoud bestemd had, Uit Breda wordt gemeld, dat do instructie in zake Pieter den Boef, die bekend heeft den gruwely kon moord op Cornelia Jacoba Laven, in den avond van den 15 November 1864, te Dinteloord gepleegd te hebben, begonnen is. Deze booswicht verliet op 14jarigen leeftijd de ouderlijke woning, is van trap tot trap in do ondeugd opgegroeid, en bevindt zieh thans op 50jarigen leeftijd, voor de derde maal in de grooto strafgevangenis te Leeuwarden. De volgende week moet zyn voormalige byzit, te Fynaart woonachtig, voorden regter-commissaris een verboor ondergaan. Grlioren i 2 Maart. Pietertje, dochter van P. de Jager en IC. GuijsHagastraat. 5. Neeltjedochter van AI. Plooij en C. van Waart, Taansteeg. Johannes Anthony Marie, zoon van W.H.Jansen en J. AI, A. H. A. Nolet Kethelstraat6. Willem, zoon van W. Warmer en P, van Zadel Maasstraat. Johanna Petronella, dochter van C, Ruiter en C. M. van der Graaf Nieuwsticht, Wilhelmina, dochter van N. Vink en E. Noordijk, 77eerenstraat. 7. Clara Johanna Theodora, dochter van H. W. Allewelt en W. den Herder, Nieuwe Buurt. Os t'i'Ieilfii i 4 Maart. Levenloos aangegeven zoon van B. Busche en C. Busker, LI oogstraat. 5. Adrian» Petro- nella Albers, oud 12 dagen. Nieuwe Haven. Maria Cathn- rina Agatha Exlcr, oud 5 dagen, Hoogstraat. Dirkje Nels, oud 49 jaren,echtgenoot van J.Nauman, Hoogstraat.— 6. Johannes Hermanus Exler, oud 6 dagen, Hoogstraat. Maria van Putten, oud 82 Jaren en 7 maanden, wed. van* J. T, tor Velden, Nieuwe Haven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1867 | | pagina 1