A®. 1867. o 180 rij dag ei. Verschijnt Maandag, Woensdag en Vrijdag. K ennisgevin g. ALGEMEEN 0VERZIGT, BUITENLANDSCHE BERIGTEN. [IIIilT. ABONNEMENT: Abonnementsprijs per Drio Maandenf 1 85, per Postdoor hel gehecle Kijk- 3 25, (Uriet en Francn.) ABVESIiilfïIEïï: Prijs van den gewonen regel ƒ0.10. Tol 10 regeU f 1 00, Zegclregt toot icdero plaatsing 0,35. De Burgemeester ev Wethouders van Schiedam, Ge«en de missive van den lieer Arrondusemenls Uker van den 20 Mei jtno 21 i hoen tc weten* Dat gemelde Arrondisiements Ilker op de hieronder itngcweien dagen binnen deze Gemeente zal zitting houden lol de uit oefening aan den jaarlyksclien IIEKIJk van alle ftederlandsche V oeht-, Tonnen-, Lengte- en liilioudsmaisn mei daartoe bchoorendo Strijker», alsmede van de onderscheiden koperen en IJzeren Gewigttn; von Woenf- dagden 20 Mei aanstaande lol cn met den 12 July daa/oanvolgende, m bel gewone lJklokaalaan de Lange Nieuwstraal alhier, en wel. Voor de Ingezetenen wonende inde wijk A,den3, 4,6cn QJumj, i a b B, TJumj, I i C, 11, 12, 13,14en 17 Juny, i i a a D, 18, 19,20 en 21 Juny, i» a s s E, 27 en28 Juny en ien2 July, ui T, 3 4 5cn8 July, 9» G, 0, 10, 11 cn 12 telken dage van des voormiddags Ö'/j tol des namiddags 2'/a ure. Terwijl voor hel Medicinale en Goud- en Zilvergewigl zal worden ge- viceerd op Woensdag den 29 Met aanstaande, cn voor do Malen van beöedigde Graonmelers op Vrydug den 31 Mei eerstkomende, op beide digen mede des voornuddags van 0'/2 tol2'/2 ure Zullende alle Maten cn Gewigten behoorlijk schoongemaakt cn gereinigd ter herijking moeten worden aangeboden, en geene Maten cn Gewigten na de herijking worden afgegeven, dan tegen voldoening der terschuldigde ijkrrglen cn herstellingskosten. Wordende mitsdien ieder, wien zulks mogt aangaan aangemaand, om ctahter voorkoming van kosten en bekeuringende hierrorcn vermelde tijdstippen ten nutte te maken* En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 22 Mei 1807, /burgemeester en Wethouders van Schiedam, P. J VAN DIJK VAN MATUHfcSnE. De Secretaris, A. \V MÜLUEK, Ton spjjt van degenen, die slechts in den oeriog voor hen en hunne belangen cenig heil zien, verheffen zich dageiyks meerdere siemmen ten voordeele van oen vooridurenden vrede en verbroedering der volkeren onderling, waardoor het eenmaal aan de potentaten onmogelijk zou woiden gemaakt, idui"hX<nne„,uudei.zaten voor~de geringste hunner grillen en luimen ter slagtbank te voeren. Die stemmen doen zich uit alle oorden van Europa hooren; en zij zullen meer en meer weerklank vinden bij de over- groote menigte, die slechts noode naar de wapenen grijpt; menigeen toch, aan haardstede en betrekkingen onuukt, wordt naar elders gezonden om daar zijn medemenschdie hem nimmer eenig leed veroorzaakte, te vermoorden,of zelve den dood te vinden ter voldoening van grieven en heersch- zuchtige plannen,waarbij hij meestal niet het minste persoon lijk belang heeft. liet is voor het menschelijke gevoel een stieelendo gewaar wording, dat, hoe meer het vernuft zich scherpt om de meest moorddadige werktuigen tot een volkomenheid te brengen, waarvoor men siddert en gruwt, de atkeer meer luide cn al gemeen wordt kenbaar gemaakt die de gemoederen bezielt; een afkeer die, hetzy dan ook najaren eenmaal sterk genoeg zal worden om zelfs het monster-kanon van KtUp tot een ecuwig zwijgen te doemen. Van dien meer en meer ontwakenden afkeer tot bloedver gieten cn onderlingen strijd der volken,laten wij hier een paar staaltjes volgen. Zoo wordt een schry ven medegedeeld van den hoogleeraar Fichte uit Sluttgardt, waarin gezegd wordt dat wanneer de vrede afhing van de gevoelens van het Duitsche volk voor het Franscho volk, hij eeuwig zou duren, blaar de lioog- leeroar verwijt Frankrijk, dat bet een begeerig oog op den Rijn heeft en daardoor een wederkeerigen ambilieusen geest van de zjjde van Duïtschland onderhoudt. En dat de heer Fiehte met dit bewei on In zijn volle regt is, bewijst het volgende Een Fransch dagblad spreekt over de feestelijkheden ter eero der hooge bezoekers van dc tentoonstelling gegeven of te geven, en knoopt daar de volgende opmerkingen aan vast. Daar de beheerschers vnn Europa zich verwaai digen ons te bezoekenzoo laat ons alles doen om hen waardig te ont vangen. Laat ons mild zijn met onze feestensparen wjj noch geld noch vriendelijke glimlachjes, betoonen wy aan do caesaren dien conventionelen eerbied,welke hun toekomt spreiden wjj voor die koningen van alle geslachten en gods diensten in overvloed de rijkdommen van Frankrjjk uit, En daar Parjjs nu eenmaal voor een wonder der wereld woidt gehouden, zoo mogen wjj niet beneden onzen kosmopoliti- achen naam bljjven. Maar nadut wjj alle Europesche en exotische majesteiten, van den koning dor Belgen af tot den keizer van Rusland en van den koning van Pruissen af tot den schaeh van Por/ie, verblind en betooverd hebben, laat ons ook bedacht zijn, om onzen gasten een schouwspel te bereiden, dat een groot volk waardiger is dan het schouw spel der feestenparades en gala's, Tooncn wij Europa, dat ons bezoekt, wat de natie, die de revolutie van 1789 gemaakt heeft, was cn wat zjj heden nog isoen bovenal gastvrjje, beleefdo en beschaafde natiewelke in de feesteljjke ure do hagchelyke kwestien weet ter zijde te stellenmaar ook een natiedie ernstig is en vol geestdrift voor haar vaandel 't welk dat dor revolutie isen voor hare vrjjheiddie zij ven oudsher met de vrjjheid des menscheljjken gcslachts I heeft vereenzelvigd. Een Duitsch dagblad komt op tegen de ploiseling knjgs- lustig geworden demociaten, ultramoiitanen enz en zegt: Meent een Duitscher dat Pruissen, ondanks den koning dor Nederlanden en ondanks alle vreemde mogendheden, in Luxemburg had moeten blijven, daaneme bij het wooid; wij zjjn niet van zjjn opinie. Welk Duirfeller'is'ecbtcr geregtigd tot het innemen van dat standpunt Dnaronboven is het een ergerlijke inconsequentie, als ook zulke lieden op die trompet blazen, welke anders over het caesarismo der Pruissische politiek plegen te klagen. Aan lieden die beweren, dat Pruissen sinds velleden jaar een be- dieiging voor alle naburige volken geworden is, aan zulke valsche profeten past het slechts thans te spreken van een „achteruit krabbelen" van Pruissen of Duitschland bij ge legenheid van de Londensche conferentie, Wjj deelen ook nog het volgende uittreksel mede uit een brief van een hooggeplaatst Fransch ambtenaar aan een vermaard geleerde te Berlijn, die om zyn warmedaitsch- gezindheid algemeen bekend is Ik ben het in den grond der zaak volkomen met u eens en aarzel niet te verklaiendat een oorlog tusschen Frank rijk en Duitschland een burgeroorlog en tegelyk een godde- looze oorlog zijn zou. Zouden wij inderdaad nog niet verder gevorderd zijn in een tijddat beide natiën zich met een zoo regtmatige fierheid op hare beschavingop hare vorderingen in wijsbegeerte en christendom verheffen Ik kan het niet gelooven, cn met mijnen vloek zal ik de wilde hartstogten treffen, die tot het plegen van zoodanige heiligschennis zou den aanzetten. Een oorlog als de bedoelde zou moeten doen wanhopen aan de levenskracht der nieuwe bescha ving.—- De keizer van Oostenrijk heeft gisteren den rijksraad ge- openden bij die gelegenheid een troonrede gehouden, waaiin hy o.a, zegt. dat hij met een bjjzondero voldoening den rijks raad om zich vergaderd ziet. Wat hij vooroogen had, toen hy voor de eeiste maal den rijksraad op deze plaats mogt begroeten, is steeds onveranderd het doel zjjner pogingen gebleven: de vestiging van constitutionele instellingen op vaste grondslagen heeft hjj steeds onveranderd in het oog gehouden. Doch dat doel was niet te bereiken zoolang er geen overeenstemming was tot stand gebragt, tusschen vroegere en latere grondwettige regten, die, bij opregte erkenning van de zijde van hetkoningryk Hongarije.het alleen mogelijk zal maken om van de andere koninklijke en overige landen, bij hunne volle toewyding aan het rijk, ook voor hen zeiven liet ongestoord genot der grondwettig verleende regten en vrij heden,zoowel als een met don* tijd voortgaande ontwikkeling te verzekeren. De zware rampspoeden, die het rijk bobben getroffen, waren te meer een ernstige aanmaning tot regtvaardiging dezer noodzakelijkheid Er is ten behoeie dor landen onder de Hongaarsche kroon een bevredigende overeenkomst ge troffen, waardoor de vereenïging met do gezamenlijke mo narchie, zoowel als haar binneiilandsebo vrede en de positie des rijks ten aanzien van bet buitenland geheel verzekerd is geworden. De keizer voedt de hoop, dat de rijksraad aan doze regeling zijne goedkeuring niet zal onthouden. Het verledene, het tegenwoordige en de toekomst vermanen ge zamenlijk daartoe rustig de handen ineen te slaan, om het eenmaal aangevangen werkte voltooijcn. De ryksraad zal het niet miskennen, hoe de nieuwe order van zaken, de grondwettige regten en vrijheden der Hon gaarsche landen met nieuwe on onomstootelyke waarborgen omgevende, noodwendig in de gevolgen moet leiden tot die zelfde zekerheid ook voor de overige koninklijke en andere landen. Dit vooruitzigt evenwel zal eerst wezenlijk gegrond worden door bevestiging der grondwet van 20 October 1860 en van 26 February 1861 in al die landen, wier vertegen woordigers thans weder zyn bijeengekomen. Daartoe wordt een openhartige beraadslaging van den ryksraad gebiedend gevorderd. Terwyl den keizer de gedachte steeds vreemd is gebleven van de afzonderlijke koninklyke en andeic staten in de hun toekomende regten te willen verkol ten, is het tevens zijne bedoeling, hen in overeenstemming met den rijksraad zoo danige uitbreiding hunner autonomie te waarborgen, als met hunne wensehen ovcieenkomt en zonder gevaar voorde gezamenlijke monarchie tot stand gebiagtkan worden. Het slot dier rede luidt als volgt: Laat ons heden, nu wij oen aanvang maken met de beves- tiging van het werk van vrede en eondragt, den sluyer der vergetelheid werpen over het laatst vervlogen tydpcrk, het welk aan het ryk diepo wonden heeft geslagen. Laat ons ter lmrte nemen wat dio tyden ons leeien, maar laat ons tevens daaruit onverbroken moed, krocht en wil scheppen, om hot rijk zijn aanzien binnenslands en tegelyk zijne mugt naar buiten weder te geven. Ik vind daartoe een waarborg in do trouw mijnor volken, die zich ook in tijden van den meest dringenden nood heeft geliundhaafd. Het mag nia'. de ge heime gedachten van wedervergelding zijn, dio onze schreden leidt. Een meer odele voldoening zal ons deel zjjn, wanneer hot ons meer en moer gelukt om, door hetgeen wij toestaan en vcstigon, allen tegenzin cn vijandschap te doen overgaan in achting en genegenheid. Dan zullen de volken van Oostenrijk, tot welken stam zij ook behonren, welke taal zy ook spreken, zich om do keizer- lyko banier scharen en meteen verheugd hart zich vertrouwd maken met het woord van een my nor voorvaderendut Oos tenrijk onder de bescherming van den Almagtige tot in late eeuwen in een duurzamen bloei zal verkoeren. Deze troonrede werd herbaaldclyk afgebroken door de luide betuigingen van bijval. lie KAMER DER STATEN GENERAAL. Jl. Dingsdng zijn de beraadslagingen over het aanhangige wets-ontwerp met art. 65 voortgezet, dat tot grondslag heeft om, in verband met de inschrijving voor do schutterlijke dienst op 21 jarigen leeftijd en de oproeping, te beginnen met den oudste bij voorkeur voor het giootsto gedeelte de pas uit dc dienst ontslagen miliciens dndelyk in de schutterij in te deelen, hetgeen verdedigd werd met het oog op de bevor dering der weerbaarheid en bestreden op grond van groote onbillijkheid ten aanzien eener klasse der bevolking, die reeds zwaron dienstpligt had volbragt. Het artikel werd door den heer Thorbecko verdedigd, als het eenige middel om de sehuttery goed te organiserenen het daarop door den heer Fokker voorgestelde amendement, dat do ongelykbeid wilde opheffen, ingetrokken, onder voorbehoud dat het artikel zelf in stemming zou worden gebragt, dut daarop is aangenomen met 38 togen 22 stemmen. Op art. 95, dat in verband staat met do zamenstelling der onderdeelen van de sehuttery tot afzonderlijke korpsen, en waarop een amendement van de hoeren Stieltjes en de Roo is voorgesteld en verdedigd, dat de strekking heeft om den blijkbaren geest tot militaire orga nisatie van do sehuttery, tot oplossing der burgerwapening in de militie te keer te gaan. De heer Storm van 's Grave- sande verdedigde echter het artikel en heeft van de aan neming van het amendement zyn stem over degeheele wet afhankeiy'k gemaakt. Woensdag was aan de orde het amendement Stieltjes- de Roo op art. 95, welk artikel door den heer Thorbecke bestreden werdhet amendement werd aangenomen met 41 tegen 19 stemmen. De minister van binnenlandsehezaken heeft, naar aanleiding van die beslissing, te kennen gegeven, dat de regering een wyziging zou voorstellen op art. 180. Op art 97 werd door de regering een amendement van de hoeren de Roo en Stieltjes overgenomen, om do aanstelling vao een inspecteur over de schutterkorpsen verpligtend te maken. Dit gaf aan den heer van Kerkwijk aanleiding om een amendement voor te stellen, strekkende om de oorspron kelijke bepaling van de regering te behouden, ten gevolge waarvan wel de bevoegdheid, maarniet de verpligting be staat. Dat amendement werd aangenomen met 41 tegen 21 stemmenterwijl hel oorspronkelyke art met 33 tegen 29 stommen werd goedgekeurd. Art. 98, over de benoe ming en het ontslag van officieren lokte ve8l discussie uit en daarop werden vele amendementen voorgedragen, waarover de beraadslaging niet afliep, De couranten spreken van een nieuw uitgevonden moordwerktuig dat men aan een scheikundige uit Weenen, Leinclbroek, to danken zou hebben. Deze had nl. het middel ontdekt om in glazen bolletjes een elektrische vonk op te sluiten sterk genoeg om een mensch te dooden. Deze bolletjes zyn omgeven door een stalen omhulsel in de ge daante van een kegel. Daarmede dringen zy in het vleesch en springen by geringe drukking uit elkander. Dieicn waarop men deze uitvinding beproefde, vielen neder als door den bliksem getroffen en zelfs zij, die maar oven geraakt wa ren stierven aan de gevolgen. De bolletjes zyn niet grooter dan grove hagel, waarvan er 6 op een geweerlading gaan. Mogt men besluiten om van deze uitvinding in don oorlog gebruik to maken, dan kon het weldra onmogelijk worden oorlog te voeren. De transatlantische kabel is, blykens officiële mede- deelingen op slechts anderhulve myl van het vusteland beschadigd, zoodat het gebrek spoedig en met weinig onkos ten zul hersteld zijn. Op een der paarden, dat bij de Derby-wedrennen zal loopen, zyn weddingschappen aangegaan ten bedrage van een half miliioen pond sterling. Den 17 dezer is in do Rue de 1' Arcade, te Parijs, het schaakspelers-congres geopend. De bijeenkomsten zullen vun 's ochtends tien tot 's avond3 elf ure aanhouden. Do grooto vrodstryd om den prys, door keizer Napoleon uitge- loold, zal den 1 Junij oen aanvang nemen. In der. omtrek van Clmrtres werden in korten tyd350 personen blykbaar door loodvergifiiging ziek en 20 stierven uan de gevolgen. By nader onderzoek is gebleken dat de molenanr enkele naden en barsten in de molensteenen met lood had gevuld. Dit lood sleet af en het afgeschaafde deel vermengde zich met het meel. Scheikundig onderzoek heeft bewezen dat het meel lood bevatte, deels in metaaltoestand deels als koolzuur cn azynzuur zout,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1867 | | pagina 1