x^wé mi A0. 1861 aandag 4 lovembcr. Verschijat MaandagWoensdag en Vrijdag. ALGEMEEN OVERZIGT. BUITENLAKDSCHE BER1GTEN. l$I IS tl lli if! Hl frt EflO AH ABONNEMENT: Abonncmcntsprija per Drio Maanden i Franco per Post, door iel gclicclc Rijk. f 1.85. - 2.26. rieicin JFrnnco.) ABVUJtlBNIIEN; Prije tan den gewonen regel.ƒ0.10. Tot ID regel» f 1 00. Zcgclregl roor iedere plaatsing 0.36. Nog altyd blyTter grootc onzekerheid heerschen omtrent den waren stond der zaken in den Romoinachen Staat. Ter- tfyl van den oenen kant wordt verzekerd, dat de Fransche troepen nog te Civita-Vecchia zyn,wordt van de andere zijde gemeld, dat twee Fransche brigades to Rome gekomen en door de bevolking neerslagtig en stilzwijgend ontvangen zyn. Do een wil Garibaldi voor de poorten van Rome, de andere meent te weten, dat hy naar Monte-Rotondo is teruggekeerd ten einde root Itulinanscbe afgevaardigden te onderhandelen. Inmiddels bevat het Italiaansche regeringsblad het vol gende Onze troepen zijn over do pauselijke gi onzen getrok ken. Het besef der nationale waardigheid en du pligt om do beginselen van orde en vryheid te handhaven maakten dit beèluit tot een gebiedende noodzakelijkheid. De September-convenlie is voor beide partijen, die haar onderteekend bobben, in gely ke mate verbindend, en legt aan beiden dezelfde verpligtingen op. *s Kon inga gouvernement kon zich aan die verpligtingen niet onttrekken. liet hoopt mitsdien dut de Fransche regering in het genomen besluit een bewijs zal zien van het vaste en eerlijke voornemen en den opregten wcnsch des Itaiiaanscben gonvernements om al het mogelijke tot vereffening der moeyelijkheden te doen. De keizerlyke regering weet, dat waar do Italiaansche vlag wappert, do orde beveiligd is en nllo groote beginselen gehandhaafd worden. Met een geestdrift, die niet dubbel zinnig is. ontvangen de bevolkingen onze troepen, welke niet afgezonden zyn om burgertwisten te voeden, noch om be treurenswaardige onheilen uit te lokken, maar om hulde te doen aan de beginselen, die de oorsprong van onze weder geboorte zyn en het wezen van onze nationale overleveringen uitmaken. De bevolking weet dus, dat de tegenwoerdigheid onzer troepen een waai borg is voor de naleving diir begin selen en dat, ter wy 1 hare regten en bare veiligheid beschermd wordon. do kwestie omtrent haar toekomstig lot geen nu- deelige wyziging ondergaat. Wy vertrouwon, dat bet besluit der regering Garibaldi zal bewegen om niet hardnekkig te volharden in het ver meerderen van ernstige moeijelijkheden, maar om mede te werken tot bevrediging des lands en tot de oplossing van do Romeinsche kwestie, welke daardoor gemakkelijker ge maakt zou worden. Verschillende Fransche dagbladen bevatten artikelen waarin betoogd wordt,dat het binnenrukken der Italiaansche troepen in den Kerkdijken Staat een abnormalen toestand te weeg brengt, die gevaarlijk is voor het behoud van den vrede. De Patrie ging zelfs zóó ver, dat zy een artikel onder bet opschriftOorlogsverklaring ten beste gaf, dat c'en algemcene sensatie te weog bragtzelfs zóó. dat de ministe riele Constitutionnel bet raadzaam achtte daar tegen op te komen met de volgende verklaring De Patrie heeft in baar nummer van dozen avond een artikel openbaargemaakt, ge schikt om een indruk te maken dien men betreuren moet; want er is niets dat grond geeft om te gelooven, dat de thans bestaande verwikkelingen tot zulk een uiterste zouden leiden. Dal blad landt daardoor een zware verantwoordelijkheid op zich, die geheol voor zijn eigen rekening is, en waarin het gouvernement niet in het minst wil deelcn. Uit welk oogpunt men echter de zaak ook beschouwthet is niet te ontkennen, dat de tegenwoordige positie uiterst hagchelyk is. Het lot van den dag ligt niet meer alleen in de handen van Napoleon, Victor Emanuel of Garibaldiliet leger en de bevolking hebben ook een woord mede te spi eken; en een ontydig geweerschot het zou niet voor de eerste maal zjjn is voldoende de vlammen des oorlogste doen ontbranden, wier loop alsdan niet te beiekcncn zoude zijn. De Luxemburgscbe stonden zyn jl. Dingsdagdoor p ins Hendrik dor Nederlanden, stedehouder van den koning- grootliertog, geopend. In do troonrede wordt gezegd, dat de staat der finantiën bijzonder gunstig is, daar de ontvangsten over 1867 een vry aanzienlijk overschot zullen aantoonen. Verder wordt verklaard, dat de losmaking van het groot hertogdom van zjjne vroegere banden een herziening der con stitutie noodzakelijk en ook in een liberalen zin mogcljjk heeft gemaakt. Dien ten gevolge zal aan de stenden een ontwerp dier herziening worden aangeboden. Ook zullen by de verte genwoordiging wets-ontwerpen worden ingediend betreffende do drukpers,het regt vun vereeniging.het openbaar onderwijs, alsmede een nieuwe kieswet. De vertegenwoordiging wach ten dus vdo werkzaamheden. Op den 1 Junij dezes jaars besloot de tweede kamer der stalen generaal, drieëndertig by haar ingekomen adressen tot wijziging der armenwet, wat hot domicilie van onder stand betreft, te stellen in handen van den minister vun bir.nenlündsche zaken, met verzoek om inlichtingen. Om het gowigt der zaak, gelooven wy menigeen geen oudienst te doen hier een zoo beknopt mogclyk uittreksel to geven van 's ministers uitvoerig antwoord, waarin de redenen sjjn blootgelegd, waarom bij hom geen geneigdheid bestaat, lót een herziening dor armenwet over te gaan. t Het hoofdbezwaar, waarbij de minister meent uitsluitend fe moeten stilstaan, is, dat de werking der wet in plaats van, zppals" de -wetgever zich had voorgestelddo kerkelijke armenverzorging uit te breiden ea de burgerlyko te ver minderen, juist het tegenovergestelde zou hebben te weog gebragt, en dat dit een te zwuren druk voor de finantiën, be paaldelijk der kleinere gemeenten ten gevolge zou hebben. Hier verwijst echter de minister naar het rcgcringsverslag van 1865, waarin met cijfers is aangetoond, dat van 1851 tot 1865 het getal armen vry aanmerkelijk is vermindord, en dat die vermindering vergelijkenderwijs nog grooler was bij do burgerlijke en gemengde dan bij dokokelijko armbesturen. Bestond vroeger rooeijolykheid bij het onderzoek naar dc vraag, wat regtstrceks, dat is, zonder tusscbenkomst van, or zonder verhaal op armbesturen, uit de gemeentekassen ter zuke van de ondersteuning van armen wordt uitgegeven, die moeyelijkheid ondervindt do regering nog by hare pogin gen om de tabellen, bij bet jaarlykseh verslag gevoegd, te wyzigen, en zoo in te rigteu, dat de finantiële werking dor wet in alle dcolen meer volledig dan thans kan worden ge- kond. De regering zal trachten dit doel voor 1867 zooveel mogelijk te bereiken. De minister merkt op, dat het thans voor de tweede maal is, dat van den kant van sommige gemeentebesturen pogingen zijn gedaan om een algemeen petitionnement tot wijziging der armenwet in het leven te roepen. In 1856 en 1857 hebben evenwel van tusschen de 1100 en 1200 gemeenten op ver na geen 200 aan die roepstem gehoor gegeven. Thans nu die pogingen met zooveel te meer aandrang zyn herhaald is het cijfer van 200 ook niet bereikt. De minister ontkent niet, dat er bezwaren, vooral ten platten lande bestuun, doch wijt dit hoofdzakelijk daaraan, dat do wet niet overal in den geest der aanschrijvingen en naar barer, waren zin is toegepast. De vraag, of het zoo gemak kclyk is, ais de adressanten zich het schijnen voor te stellen, do wet te veranderen op zoo danige wijze, dat zy niet uanleiding geve tot nieuwe en welligt nog grootere ongelegenheden dan thans worden on dervonden, moet de minister ontkennend beantwoorden. Voor de wetgevende magt wordt do zaak te moeijelijker, omdat de ondervinding heeft geleerd, dat by het in werking treden van iedere wet over dit onderwerp vele bestuurders uit te ver gedreven zueht om de geldelijke belangen van het hun toevertrouwd beheer, naar hunne inzigtea van hetoogen- blik, te behartigen, alleen opsporen, welke middelen do wet aan de hand geeft voor hot streven om den Jast der arm verzorging van hun beheer af te werpen en op dut van anderen over te brengen. Dat streven openbaarde zich onder de vroegere wet; het openbaart zich ook onder do tegen woordige. Na hiervan cenige voorbeelden te hebben opgenoemd, gaat de minister aldus voort: De ware oorzaak, uit welke de ondervonden bezwaren zijn ontsproten, moet gezocht worden in de verandering van de:i wetteiijken toestand der kerkelijke armbesturen. De overige in de adressen voorkomende punten worden daarna door den minister beantwoord, die ten slotte betuigt, dat het hem aangenaam was, door het ver langen der kamer in de gelegenheid gesteld te zyn, dit zoo gewigtig ondorwerp, van een minder eenzijdigstandpunt dan uit den aard der zaak door de adressanten is ingenomen, nader too to lichten. Ook bij zal zijn aandacht daaraan bljjven wyden, en mogt hem een aannecmbanr middel voorkomen, om do bestaande bezwaren te doen ophouden, zonder andere oven groote of nog grootere in het leven te roepen, dan zal hij niet nalaten de ovet weging daarvan aanhangig te maken. Aan het antwoord van den minister van binnenlandscho zaken, ingezonden op bet voorloopig verslag der tweede kamer, beirclfende de begrooiing voor den aanleg van staats spoorwegen, ontleenen wij bot volgende Voor bet nemen cener beslissing omtrent de verbindingen te Rotterdam en te Atnsleidam, zal natuurljjk niet kunnen gewacht worden op een plan.dat alle belungen bevredigt, doch or mag niet worden voorbijgezien, dat, bij do gewigtige be langen die het hier geldt, togen elk plan meer of minder gegronde bezwaren bestaan, die do keuzo uiterst moeyelijk maken. Voor de verbinding te Rotterdam heeft intusschen een zoo uitgebreid onderzoek plaats gehad, dat een bepaald voorstel thans wel spoedig zul kunnen worden gedaan. Mon schryft uit Rome, in dato 2<t October 11. Gisteren beeft In den Engelenburgt een taforeel plaats gehad, hetwelk alleen, zegt de verslaggever, door het penseel eens meesters kan weergegeven worden. Meer dan tweehonderd gevangen Garibaldisten waren in een zaal veroenigd. Eensklaps wordt de deur der gevangenis geopend eu er treedt een man, in een wit gewaad gekleed, binnen. Het is de H. Vader, die alleon, zonder eenig gevolg, te midden der Garibaldisten verschijnt. Zijn gelaat waarop de rust geteekend staat, welke in zyn gemoed heerseht, schitterende van majesteit. Hy plaatst zich te midden der gevangenen, en allen met vadetljjke goed heid aanziende, zegt hy tot hen: „Mijne vrienden, ziet my hier, de vampier, waarvan uw aan voerder spreekt, staat thans voor u. Hoe 1 gij hebt de wapenen opgenomen om tegen my te strijden, en gy ziet hier niets dan een armen grijsaard 1" Diepe stilte heersobte in de zoal, waarin nog vóór weinige oogeablikken do meest goddeloozelasterirtgen weergalmdon, en ulle Garibaldisten lagen voor den II. Vader op do knieën.' Zigtbanr aangedaan door den aanblik van deze neergeknielde gevangenen, die nog voor cenige uren do wapenen tegen hem gevoerd hadden, naderde de H. Vader toteenigen hunner; „Mijne vrienden," zoo sprak Z. II. tot ken:„ik zie dat-gij aan kloedcrcn gebrek hebt, aan schoeisèl.'a'an linnen. Welnu, do paus, togen wien gy nog zoo even te velde trokt, is voor nemens u te kleeden en naar uwe famiiiën terug te zenden, aan wien gij zijn zegen zult overbrengen. Voor te vertrek ken zult gy echter ter liefde van my, als Katholykon, aan een geestelijke afzondering deelnemen. Do paus smeekt u hierom." Alle Garibaldisten verzochten de gunst om tot den voet kus te worden toegelaten, en een aantal hunner weende. Na hen allen dezo gunst te hebben toegestaan gaf do II. Vader bun zijn zegen. Twee uitdrukkingen van graaf von Bismarck hebben in de laatste zitting van den rijksdag zeer de aandacht getrok ken. De eeno luidde: „Uet is in tjjden als die, welke Europa thans beleeft, en waarin bet zwaard welligt een afdoend gc- wigt in de schaal kan werpen, geen kleinigheid, wanneer een staat van geringen omvang, die niet by magie zou zijn om te midden van een Europcesch conflict zichzclven to verdedigen, zich kan beroepen op (ik wil thans geon cjjfers noomon) het vergelijkenderwijs gesproken onbeperkt getal bajonetten, waarmede het Noordduitsch-Verbond dien staat bijspringen kan." Bij dezelfde gelegenheid zeide do graaf von Bis marck nog: „Levendig herinner ik mij. dat een man met algemeen bekende Duitsche sympathiën, en die langen tyd een tegenstander van Pruissen geweest is, de heer von der Pfordtentoen ik tijdens de vredes-ondcrhandelingen te Nicolsburg verklaarde, dat wij van het nemen van het op den regter Muin-oever gelegen gedeelte van Frankenland afzagen, indien Bcyeren bet hem in beginsel toen reeds be kende bondgenootschap aannamdat de heer von der Pfordten toen, terwjjl de onhedriogelijkste vreugde op zyn gelaat te lezen stond, tot my zeide, dat by aan die mede- deeling bespeurde, boe'onverdiend raïjne Duitsch-gezindtfeid in twijfel getrokken was geworden, en dat in mjjno borst, even goed als in de zjjne, een Duitsch hart klopte." In den avond van den 29 October groep op het Pols dammer station te Berlijn een ernstig onheil plaats. Ten half negen ure nameljjk vernam men plotseling oen vreesse- lijkon slag, ten gevolge waarvan do ruiten der huizen, in de nabyheid van het station, allen sprongen cn do gazhehten werden uitgedoofd. Eerst toon men eenigermate van den schrik bekomen was en do lantaarns weder had anngestokon, kon men ten volle over het onheil oordeelen, dat door het navolgende veroorzaakt was. In een der bureaux van expe ditie was een kist bezorgd om naar Maagdenburg te worden verzonden, die gevuld was met de een of andere ligt ontvlam bare stof. De kist was reeds op een der wagons geladen, waarmede de goederen naar het station worden vervoerd, toen de ontploffing plaats had. Do conducteur bleef op de plaats dood, terwijl zijn ligchaam vreesselijk verminkt was; oen andere bcambto wus gevaarlijk gewond, zoodat zyn been onmiddeljjk moest worden ufgezet. De aanblik van het too- neel der verwoesting was verschrikkelijk. Uil een verhandelingonlangs door den bekenden technicus Furstedlcr, te Weenen gehouden, vernoemt men dat in China reeds sedert eeuwen, echte paarlen door kunst uit den paarl-mos3Pl worden verkregen. De zeldzaamheid en de schoonheid der paarlen hebben haar reeds in de gryzo oudheid, tot gezochte en zeer kostbare versierselen verheven, en volgens Strabo zyn reeds voor eeuwen proeven genomen om de paarlvorming in het schelp dier te vermenigvuldigen. Linnaeus schijnt het middel daartoe gekend to hebben, maar als dit werkelijk zoo is, dan is het met bom verloren gegaan. De Chinezen echter oefenen do kunstmatige paarlen-productie met goed gevolg uiteen hot ware wel der moeite waardig die kunst ook in Euro- pesche en andere paarl-mossel-bcddingen in te voeren. Men veronderstelt namelyk, dat de paarl ontstaat, door het indrin gen van een ofander klein vreemd voorworp, binnen de schelp van bet dier, en dat dit door de mossel roet paarlemoer om huld wordt; om de schuring en do wryving van het vreemde voorwerp, tegen zyn week en gevoelig ligchaam, te voor komen. Hierop gronden do Chinezen hunne methodezij leggen kleine korrels, zelfs kleine heiligenbeeldjes, in de schelp, die dan langzaam mot paarl-stof wordt overtrokken. Furstedler toonde zulk een paarl door dr. Scherzer uit Chiua medogebragt. SCHIEDAM, 2 November 186 7. De gemeenteraad alhier zal Dingsdng den 5 November, des namiddags ten zes ure, oen openbare vergadering houdende alsdan ter behandeling aan do orde gestolde onderwerpen zijnIngekomen stukkonBehandeling van do bogrooting der dd, schutterij voor 1868; Idem der' gemeente-begrooiing voor 1868. f Naar wij vernemen hebben de volgëride personen zich' bij adres tot den gemeenteraad gewend, om to wordon be .«,V «tt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1867 | | pagina 1