v:
A*. 1867.
JK?19ï9.
Vrijdag 22 November.
Verschijnt MaandagWoensdag en Vrijdag.
<t*' f K-ïv
v V X>.
v-ft
ALGEMEEN 0VER2IGT.
BUITENLANDSCHE BER1GTEM,
SCHIEBAMSGHE
CB61AKT.
ABONNEMENT:
Abonnementsprijs per Drie Httnilen
Franco per Post, door bet gebeele Rijk
f 1.85.
3.85.
(Brieven Franco.)
ADVEBTENTIEN:
Prps T»n den gewonen regel0,10.
Tol 10 regels f 1.00. Zegclregl roor iedere plotsing - 0.35.
Op de beide in ons vorig nummer besproken troonreden,
van den koning van Pruissen en deo keizer van Frtinkrjjk,
is die van de koningin van Engeland gevolgd. In den
aanhef zegt H. M.dat bet aanvragen der noodige geldmid
delen voor de expeditie tegen den vorst Theodoras van
Abyssinia de hoofdoorzaak is, waarom het parlement thans
werd bijeengeroepen. Met alle overige vreemde mogend-
beden leeft Engeland in vriendschappelijke betrekkingen
ook vreest H. M. niet, dat de algemeene vrede van Europa
zal verstoord worden. Zij vertrouwt, dat de Fransehe troe
pen, nu de Garibaldianen eenmaal totaal verslagen zijn, ook
spoedig Rome weder zullen verlaten, ten einde allo mogelijke
aanleiding tot een misverstand tusschen Frankrijk en Italië
worde weggenomen. Na voorts met een enkel woord ver
klaard te hebbeD dat de wet krachtig op het strafbare Feni-
anisme behoort toegepast te worden, somt H. M. in het slot
barer rede de wets-ontwerpen op, die achtereenvolgend door
de regering bjj het parlement zullen worden ingediend, en
waaronder die betrekkelijk de begrooting voor het volgende
jaar en de verbetering van de volksvertegenwoordiging in
Schotland en Ierland een eerste plaats bekleeden.
Ofschoon de troonrede van den keizer van Frankrijk over
het algemeen een vrjj gunstig onthaal gevonden heeft, zijn er
nogtans Fransehe dagbladen welke daarmede geen genoegen
kannen nemen. Zoo zegt het eeneHet is een lange rede;
evenwel behelst zy niets meer dan deze vier woorden: „ge
wapende vrede, gebreidelde volksvrijheid." Een ander las
daarin met leedwezen het woord Italiaansche eenheid, dat
het nog nooit in een troonrede had aangetroffen.— Een derde
had een meer stellige verklaring verwucht van hetgeen de
keizer voornemens 13 te doen tot duurzame beveiliging van
den Heiligen Stoel, terwijl een vierde de verklaring, dat het
September-verdrag nog van kracht is, een te groote toegeef
lijkheid voor Italië toeschjjnt.
De regeringen van Dusseldorp en Aken hebben in
October jl. de strenge maatregelen op den invoer tot wering
der "rundorpest~ opgeheveir." In~Hannover en~hët~drsïrict
Munster is de invoer van handelsartikelen nog niet geheel
vrij maar de beperkende maatregelen zjjn aanmerkelijk
verzacht.
In Hannover bepaalt zich thans het verbod van invoer
totrundvee, schapen, geiten, verscbe huiden en horens, ge
bruikt stalgereedscbap,gebruikte kleedingstukken en bedden,
lompen en gebruikt scboen- en lederwerk. De koninklijke
beambten, wier gebied aan Nederland grenst,z|jn intusschen
gomagtigd geworden om.bij uitzondering, den invoer van vee
toe te staanwanneer zjj, door verklaring der bevoogde Ne-
derlandsche autoriteiten, de overtuiging gekregen hebben,
dat het in te voeren vee in een onmiddeljjk aan Hannover
grenzende, van de runderpest oevrydo Nederlundaohe pro
vincie gekocht of verkregen is. Elk in te voeren stuk vee
echter zal aan een op kosten van den belanghebbende te doen
veeartsenjjkundig onderzoek onderworpen moeten worden.
De regering te Monster heeft de verordeningen van 15
December 1866, 5, 20 en 24 January 1867, betreffende de
certificaten van oorsprongen de keuring van het vee,die van
5Fobruarjj 1867,op het transport van veelangsspoorwegen,
die van 20 July 1867, op het bezoek van veemarkten door
buitenlanders, en die van 21 Mei 1867,betrcffende het grens
verkeer, opgeheven en vervangen door de volgende voor
schriften van 10 October jl. Op bet verkeer voor de grens
tusschen Nederland en de kreiz Ahaus en Horken
1. De invoer uldaar van hoornvee, schapen en geiten,
vorsche runder- en andere dierhuiden en horens, gebruikt
stalgereedscbap, gebruikte kleedingstukken en bedden, lom
pen en gebruikt schoen- en lederwerk is verboden.
2. Personen uit Nederland komende, mogen de grens vrij
overgaan, met uitzondering van kooplieden in vee en leder,
slagers, loojjers en vilders, aan wien dit, op de daartegen be
dreigde straffen, slechts is toegestaan langs de straatwegen a
bjj do Glanerbrug, b by Sanderskupor, c by Oldenkoth, d bjj
Zwillbrock, e bjj Hemden (Schaffeld). bjj Dotten, g by Su
dor wtek en h by Grop en Argens, nadat zy zich vooraf aan
een van wege de politie en tolbeambten op te leggen desin
fectie in de aldaar voor dit doel ingerigte lokalen onderwor
pen zullen hebben.
Tot beweiding van over de greDS gelegen gronden kunnen
Nederlandsehe grondbezitters vergunning verkrygen van de
]aadraden,die gemagtigd zyn biljetten af te geven, waarmede
men het vee vrjj over de grens mag voeren.
Men scbrylt uit Brussel, dd. 17 dezer: Een commissie,
bestaande uit een kolonel en een kapitein der genie van het
Nederlandsehe legerheel) dezer dagen, op last van den
minister van oorloggen generaal van den Boscb.den onlangs
door de heeren Montigny en Christophe alhier uitgevonden
„mitrailleur" in oogenschouw genomen en onderzocht. Gis
teren is dit wapentuig beproefd in de koninkljjke manége
alhier, in bjjzyn van den koning en den minister van oorlog,
die hunne bjjzondere tevredenheid te kennen gaven, vooral
over de hoogst eenvoudige samenstelling,
Men stelle zich vooreen gewoon kanon,intusschen met 19,
SI of 37 loopenjal naar het gelang van het kaliber). De loopen
cjjn getrokken en aan de achterzijde open. Achter deze ope
ningen wordt door een der drie manschappen, die het stuk
bedienen, een ijzeren plaatje bevestigd, in hetwelk zich even
veel gaten bevinden alshet stuk loopen telt. In elk gat van de
plaat (beweegbare enlas) bevindt zich een patroon. Achter
aan het kanon bevinden zich twee horizontale stangen, die
als geleiders dienen voor een beweegbare electrische batter jj,
welke op hare beurt aan de achterzijde van een hefboom is
voorzien. Door dezen hefboom naar beneden te drukken,
brengt do tweede der manschappen de battery* naar voren
tegen de culas met de patronen. Het stuk is alsdan geiaden
en tevens van achteren gesloten. In de batterij bevinden zich
met het aantal loopen overeenkomende en met deze corres
ponderende punten.
Het stuk moet nu nog door den derden artillerist gelost
worden. Deze brengt daartoe een kruk in beweging, welke
zich aan een der zjjdcn van de batterij bevindt. Naar gelang
der snelheid, waarmede hjj dat doet. worden de schoten
achtereenvolgens of te gelyk gelost. Zoodoende kunnen in dén
minuut 150, 250 of 800 schoten worden gedaan. Dit hangt
natuurljjk af èn van het aantal loopen van den mitrailleur
èn van do wjjze, waarop mot de kruk wordt gewerkt. Bij
de gisteren genomen proefnemingen werden 100 patronen
verschoten, zonder dat een enkele weigerde. Te Berljjn,
Petersburg, Weenen en Dresden werden echter scherpe
patronen gebruikt en met betzelfde gevolg op elk dier plaat
sen telken male 11,000 schoten op een afstand van 1200
1800 ellen gelost. De Russische regering heeft dan ook
onmiddelijk twee mitrailleurs besteld, dezelfde die bij het
onderzoek der Nederlandsche commissie en bij de gisteren
genomen proefnemingen hebben gediend.
lie KAMER DER STATEN GENERAAL.
In de zitting van jl. Woensdag is aan de vergadering
medegedeeld dat door de afdeelingen de rapporteurs voor
verschillende wels-ontwerpen benoemd zyn. Daarna zjjn
aangevangen de algemeene beschouwingen over de bogroo-
tingswetten voor 1868. De heeren van Ueldeuen Dullert
traden in een beoordeeling van het beleid van den minister
van "finuntiënTwaaraan "z|f hunne goedkeuring meenden te~
moeten ontzeggen; de heeren Bicbon van IJsselmondeen
Keucbenius bespraken de handelingen van het ministerie in
het algemeen, en onderzochten in hoever dit had medege
werkt om de onderwijskwestie en de koloniule aangelegen
heden tot oplossing te brengen. De heer Blom deed de
vraag of de regering zich met die van Engeland bad verstaan
omtrent de wjjze van uitvoering van het tusschen beide ge
sloten tractaat aangaande do heffing van regten in de weder-
zjjdsche bezittingen ter kuste van Guinea,De minister van
buitenlandsche zakenvan binneniandsche zaken en van
ünanliën beantwoordden de in den loop der beraadslagingen
gemaakte aanmerkingen.
De eerste trad in een wederlegging der politieke beschou
wingen, en verdedigde meer in het bijzonder het vroeger
door het ministeiie genomen besluit tot ontbinding der
kamer, waarover de heer Keuchenias gesproken had; de
tweede gewagende van de onderwjjskweslie, zeido o. a., dat
bet voornemen der regering waB om, vóór het einde van dit
zittingjaar, te kennen te geven of er termen bestonden om de
wet op het lager onderwjjs te wijzigen, hopende hjj echter,
dat vóór dien tjjd het voorstel van den heer de Brauw betref
fend dat onderwerp in behandeling zou zjjn genomen, De
minister van finantiën verdedigde zieb legende verwjjten
welke omtrent zyn bestuur wnten ingebragten boant-
woordde de bedenkingen welke tegen de begiooting van uit
gaven en de voorgedragen middelen in bet ulgemeen gemaakt
waren, zich voorstellende om later meer in bjjzonderheden
de onjuistheid der gemaakte bezwaren aan te toonen. In
antwoord op de door den heer Blom gedane vraag gaf do
minister van buitenlandsche zaken te kennen, dat tusschen
de beide regeringen, welke het tractaat hadden gesloten geen
verschil omtrent de opvatting daarvan bestond, maar dat,
zoo later mogt blijken, dat de toepassing bezwaar opleverde,
tot een herziening zou kunnen worden overgegaan.
PROVINCIALE STATEN VAN ZUIDHOLLAND.
In de zitting van jl. Woensdag zjjn behandeld: 1. het ont
werp van nadere wyziging in het reglement op het gemeen
waterstaatsbelang van Voorne en Putten, en is die wjjziging
aangenomen met 59 tegen 6 stemmen; 2. de ontwerp-
provinc'mle verordening ter verzekering van den goeden
toestand der Gouwekaden. Aangenomen met eenige wjj ziging
met 45 tegen 7 stemmen.
Niets meer aan de orde zjjnde, is deze najaars-vergadering
der staten in naam des konings door den voorzitter, den heer
mr. J. Loudon, gesloten.
Het onderstaand adres is dezer dagen aan Z. M, den
koning opgezonden
Sire l
„Geven met den diepsten eerbied te- kennen de onderge-
teekenden, allen kooplieden, reeders.kargadoors,expediteurs,
commissionnairs en verdere belanghebbenden bjj den Rotter-
damscben handel
„Dat door de goedgunstige beschikking van Uwe Majes
teit al sedert eenige jaren een plan is ontworpen en'tot begin
van uitvoering gekomen, om een beteren waterweg van Rot
terdam en do verdere handelssteden, langs de Maas gelegen,
in en uit zee daar te Btellen
„dut zjj supplianten met dankbaarheid daarin weder een
be w jjs te meer erkennen van de goede vooruitziende zorg van
Uwe Majesteit
„dat wanneer toch de volstrekte Eoodzakeljjkheid van een -
zoodanigen verbeterden waterweg al sedert lang gebiedend
werd gevorderd, de ondervinding heelt aangetoond, dat die
voor den bandei van de steden aan da Maas onmisbaar is en
er zelfs geen dag gedraald mag worden met dien geheel ge
reed te maken, zoodat er werkelijk door do scheepvaart ge
bruik van zal kunnen worden gemaakt
„Dat toch, nadat eerst de gewone halfjaarl jjksche verwis
seling van de sluisdeuren in bet kanaal van Yoorne had plaats
gehad, waardoor de scheepvaart op Rotterdam en do verdero
handelsplaatsen langs de Maas al sedert eenige dagen zeer
belemmerd was geweest en veel oponthoud bad ondervonden,
onmiddeljjk daarna een Engelsch brikschip in hetzelve ka-
naai, door een plaats gehad hebbende aanvaring, midden in
bet vaarwater is gezonken, waardoor alle scheepvaart door
hetzelve voor een geruimen tjjd,ja van meer dan acht dagen,
is gestremd geworden en daardoor de handel van en op ver
schillende gemelde havens bjjna geheel bad opgehouden,
omdat er geen schepen van eenigen diepgang konden aanko
men of vertrekken, uithoofde men, het Zeegat van de Goede
reede binnenkomende, toch niet naar de Maassteden komen
kon de, en de andere zeegaten geen diepgang genoeg aanbie
den, om een schip van slechts eenigen diepgang het in- of
uitkomen toe te laten
„dat wel is waar enkele binnenkomende stoomschepen van
minder diepgang de reis tot aan Dordrecht hebben kunnen
voortzetten, doch ook aldaar, door mindere diepte van het
water, de reis hebben moeten staken en hunne ladingen met
ligtersnaar Rotterdam hebben moeten doen vervoerenhet
welk niet alleen een groot oponthoud in den aanvoer en
aflevering der ladingen ten gevolge heeft gehad, maar zulke
enorme lasten na zieb sleepte, dat dit niet dan voor een
"enkelen teer te dóen is
„dat bovendien verschillende schepen, met kostbare ladin
gen van levensmiddelen aan boord, gedurende dagen in het
kanaal zjjn moeten bljjven liggen, zonder naar zee te kunnen
komen, waardoor die ladingen gedeelteljjk bedorven zijn en
de eigenaars daarvan een enorm verlies zjjn lijdende;
„dut het voor U we Majesteit wel geen betoog zal behoevcD,
dat een zoodanige toestand, die zich toch dageljjks met de
meer en meer toenemende scheepvaart kan herbalen, op den
duur onhoudbunr is, en daarvoor te minder reden bestaat,
wanneer de weg om dit te verhelpen en voor het vervolg
onmogelijk te maken, voor de hand ligt;
„dat deze weg als van zelf is aangewezen, wanneer Uwe
Majesteit slechts de noodige orders gelieve to geven, om den
nieuwen waterweg met allen mogelijken spoed en kracht te
doen afwerken;
„dat die afwerking naar het bescheiden oordeel van hen
supplianten echter tot heden too veel te wenschen overlaat!
„dat zjj ook even bescheiden vermeenen, dat de schuld
daarvan niet ligt aan den ingenieur, met de leiding der werk
zaamheden belast, evenmin ais aan de verdore ambtenaren,
daarbij geplaatst, maar dat het zeker is, dat ofschoon de be-
noodigde onteigeningen een geruimen tijd vereischt hebben,
die sedert zjjn overwonnen, er echter niettemin daarna al
weder een lange tijd is vorloopen, en de thans meer dan ooit
bewezen ongenoegzaamheid van het Voornsche kanaal het
volstrekt noodig maakt, dat alle mogelijke pogingen in het
werk worden gesteld, om te trachten den verloren tjjd in lo
winnen, ten einde de werkzaamheden met die kracht en dien
spoed worden voleindigd, die het waarachtig belang van den
handel van Rotterdam en de verdere plaatsen aan de Maas
volstrekt noodig maakt
„Redenen waarom zij supplianten zich met den diepsten
eerbied tot Uwe Majesteit zjjn wendende, met eerbiedig
verzoek, dat het U we Majesteit moge behagen, goedgunstig
de noodtge maatregelen te willen beramen en te doen nemen,
opdat de nieuwe waterweg mot den meest mogeljjken spoed
worde voleindigd, waardoor Uwe Majesteit een groote wel
daad aan den bandei van Rotterdam en meergemelde plaatsen
langs de Muas zult bew jjzen.
Rotterdam den 20 November 1867.
't Welk doende" enz.
Voorzien van 271 handteekeningen.
Een dito rekwest is aan Z. M. verzonden van Schiedam,
voorzien van 146 handteekeningen, en van Vlaardingen,
mede voorzien van een aantal handteekeningen.
De heer Amdddo Fhilibert, een aanzienljjk grondeige
naar in Zuid-Rusland, deelt het volgende mede: Van alle
middelen, die ik beproefd heb om mjjo vee voor de runder
pest te bewaren, heeft er geen beter gewerkt dan ditaan
hel vee, in plaats van toet water, zeewater te geven, Aile run
deren,waarop deze behandeling werd toegepast,zjjn gespaard
gebleven, niettegenstaande zjj opzetteljjk en voortdurend in
aanraking werden gebragt met zieke dieren,