P
m
a
Ü1
n
m
HET JAAR 1867.
if
1
fa
If
f
BsS^f
-j&ill
aan dag J aim a rij.
Verschijnt Maandag-Woensdag ea Vrijdag.
m
A
II
q
M .1868:
f
J
[Si
!:1
VT
vf
Li
lil
cnmsgcvin g.
K
c tl n s s; o v i n g.
ALGEMEEN OVERZIGT.
BUITENLANDSCHE SffiS
BlmWENLAWDSCHE BERjGTEN.
'li
jl f
-a
"ètf
II.
De eerste zamenkomst der nieuw verkazen kamer wordt
■dg
I'll
f:4
»ÖH
C O IIB AIT.
i>Vi
AÏOHBHlNTi
Abonnementsprijs fier l)rio Masnrlen
Fiuw.it Pustduor hot gelieele Bijk
f 1.85.
- 2.25.
(Brieioi» Franco.)
ADVEBTENT1EN:
Prijs Tan den gewonen regel ./"0.10.
Tot 10 regels f I 00. Zegclregt Toor iedere plaatsing 0.35.
K!i f
gij
i
De Burgemeester es Wethouders vak Sciuedam
Brengen bij dezo Ier kennis van dc Ingezetfnendat n.el de sfgifli* aan
hunne huizen Tan de flc&chrtjiin«s>Matten voordo Plaatselijke Üitecte
Belasting dozer Gemeente ingevolge de Verordening voor die belasting
va»lgCKleïd den 30 Januaiij I860 ia aangevangen.
En herinneren de Ingezetenen aan het beptulde bij par. 3 tan art 2 der
Verordening regelende dc invordering der genoemde Bclasling, houdende:
dat «le belastingschuldige» dio geen InschrijTings-Billet ontvangen heeft,
Tcrpligt ia er een op de Gcinecnle beerctaric af le holen.
En is hiervan olkondiging geschied, waar het hehooit, den 3 Jan 1808.
Dnrgcmecstcr en Wethouders vun Schiedam,
P. J. VAN DIJK VAN HATENLSbL.
Do Secretaris,
A. \V. MULDER.
De burgemeester van Schiedam,
Gezien art. 91 der Algcinecne Policie Verordening voor deze Gemeente,
Tan den 27 Mei 1858;
Gelast bij deze alle Ingezetenen, wonende aan Grachten, Havens en
AVatermgen om gedurende de Vorat ecneBIJT voor of achicr hungebouv»
of nevens bun scbip le doen maken van 1 cl 2o dmm in hel vierkant, en
die alle dogen te ducn open houden op verbeurte der geldboete van Cvu tot
vijf gulden bij gemelde Verordening bepaald,
Eu is liicnan afkondiging geschied waar bet behoort, den 3 Jan. 1808.
De Hurgemeestcr van Schiedam,
P. J VAN DIJK. VAN MAUNEbSE.
Is het bezit van Rome als hoofdstad, voor Italië een levens
kwestie; dat doel, waarnunr hot reeds zoo lang streelde, is
voor dit oogenblik meer dan ooit van dut rijk verwyderd,
zoo het al immer onder zyn bereik zal komen.
De laatste pogingen der vryseharenGuribaldinnen of
bandietenbenamingen gegeven al naar gelang van de
"party waarvan zy uitgingen, zijn volkomen mislukt, afge
stuit op de krachtdadige tusschenkomst van Frankrijkdut
in het uiterste oogenblik met bewonderenswaardige snelheid
in de Romoinscbe kwestie ran politiek veranderde: zoo bet
namelijk immer daarin een vaste gedragslijn gevolgd heeft.
Velen geiooven echter en waarschijnlijk niet ten onregto
dat Finnkryks staatkunde zich van de gebeurtenissen van
den dug aflmnkelijk had gemaakt;daarenboven moest
keizer Napoleon in de laatste jaten zijn prestige zoo merk
baar zien verzwakken en zijne plannen ondergingen zoo
menig gei oelig échec. dat bij deze gelegenheid niet onge
bruikt ken laten voorbijgaandie hem weder eenigen steun
'zou geven bij de ovcrgiooie meerderheid vun het Fransclie
volk dut aan het wereldlijk gezag van den pu.js gehecht is
en daarin door de geestelijkheid krachtdadig bijgestaan en
versterkt wordt.
In boeven e do tusschenkomst der Franscho chnssopot-
geweren geregtvimrdigd kun worden door do vroegeie dub
belzinnige houding van het I(uliuunschetkubineiluien wy
ter beslissing over van den geschiedschrijver; bet onderzoek
daaromhent zou ons bij dit overzigt to ver leiden één
zaak staat echter onzes inziens vast, namelijk deze: dut de
niet-naleving van de September-conventio een nooit te regt-
vaardigen smet zou doen kloven op hem, die duartoe de eerste
aanleiding gaf; ultyd in de verondetstelling geredeneeid, dut
er in de politiek van moraliteit sprake kim zijn.
Dat er in do geheele Romeinsche kwestie meer dnn één
tooneelspel is vertoond, is zeker; dat die toonee!ver
tooningen echter in een bloedig drama moesten eindigen
was door de hooidactcurs te voorziende noodlottige gevol
gen danrvan mogen zij kunnon verantwoorden.
Nadut het ministerie Raltazzi, wolligt op aandrang van
Frankryk. zyn ontslag had moeten nemen, trad een nieuw
kabinet onder het voorzitterschap van den generaal Mena-
brea op, doch ook dit moest weldra voor een voturn van
wantrouwen der kamer van vertegenwoordiging wyken en
bij het einde des jaars was het den president-minister, wieu
de zamcnstelling van een nieuw ministerie werd opgedragen,
nog niet gelukt in zijne taak te slagen.
Rustiger, dnn het zich bij den loop der laatste gebeurte
nissen liet aanzien schikt zich tot nog het Italiaunscbe volk
in bet onvermijdelijke, ofschoon zijn hoogsten wonseli niet
opgevende en dien ook geenszins verhelende. Of Italië
zich echter zoo rustig en kulm zou godragen, wanneer zyn
omstandigheden van dien aard waren, dat het zich onbelem
merd bewegen kon; dat is een andere vraag, waarop wy
geen,volmondig ja durven uitspreken. Men tracht nu het
volk to sussen met de belofte, dut Rome toch eenmaal langs
andere en vreedzamer wegen Italio's hoofdstad zal zyn.
Tegen die belolte echter druischt lijnregt de verklaring
van keizer Napoleon, dat by de woteldlyke mogt van den
paus zul beschermenen dat dit voor het tegenwoordige zyn
ernstige wil is heeft hy maar al te zeer getoond en toont het
b|j voortduring nogdoor de Franscho troepen in den
Romeinsuhon Staat to laten, on door de maatregelen welko
te Toulon genomen zyn oio, zoodra zulks noodigmogt zyn,
versterking daarheen te zenden. (Wordt vervolgd1
Hij gelegenheid van do receptie op nieuwjaarsdag heeft
keizer Nupoleon den pauselyken nuntius, die als woordvoer
der van het corps-diplomatique was opgetreden,geantwoord;
Ik nclit mij gelukkig bij den aanvang des jaars als steeds
omringd te zyn door de vertegenwoordigers van alltrferójjend-
heden en weder te kunnen verzekeren dat het mijno voort
durende begeerte is, om met lmur de beste verstandhouding
te bewaren. Ik dank u voor do wenschen, welko gij in aller
naam hebt geuit voor Frankt ijk. mijne lamitie en mij zeiven,
De keizer den aartsbisschop van Parijs antwoordende,
zeido De wenschen, die gy ten hemel hebt gezonden voor de
keDerin, den keizerlijken prins en mij hebben mij diep ge
troffen. Zij spruiten voort uit een edel hartik weet dut gij
do belangen der godsdienst, niet scheidt van die van het va
derland en de beschaving.
In do jl Dingsdag gehouden zitting van het Franscho wet
gevend ligebiiam heelt do minister van oorlog de voorgedra
gen wetsbepalingen lot vorming eener mobile nationale
garde, als reserve bestemd voor de dienst binnen 'slunds in
tyii van oorlog, toegelicht en verdedigd Hy beeft daurbij
o a. hot volgende gezegd
Ik voor my verwacht van do instelling der mobile natio
nale garde veel goeds voor de toekomst. Als ik zie dat
Europa als in een groot legerkamp herschapen is en zich uit
put om zich te wapenen, zeg ik by mij zeiven, dut het niet
lang zoo kan blijven. Er zijn onder ons lieden die geiooven
dat zulk een staat van zaken op niets anders dan oorlog kan
uitloopen.
01' het tot oorlog zal leiden weet ik niet; doch hot is mijn
overtuiging, dat het in allen gevalle ten laatste op vrede zal
uitloopen en dat men den tegenwoordigen toestand moede zal
worth n. Maar zal men zich eensklaps gaan ontwapenen,
eensklaps afzien van het houden van staande legers Dat
zou oen buitensporigheid zijn, welke mogendheid ia er die
zich thans zou durven ontwapenen? Misschien zie ik onjuist;
doch naar het mij voorkomt, slaan wy thans tot optossing
van het vraagstuk een middenweg in, waarop wy met zeer
geringe kosten zullen geraken tot de vorming eener gewa
pende magt die vatbaar is voor groote ontwikkeling en ge
schikt om allengs een stiydkracht van waarachtige sterkte
op te leveren. Daarin ligt een kiem van iets groots voor de
toekomsten het is zeer mogelijk, ja zeker,dut de ontwikke
ling der mobile nationale garde allengs den weg zal banen
tot inkrimping der staande legers cn tot hunne vervanging
door een mugt die veel minder geld kost. Daarom hecht ik
aan de aanhangige voordragt groot gewigt voor de toe
komst.
in een overzigt van do gesteldheid van ünitsehland in het
afgeloopen jaar,wordt dooreen der Duitsche bladen Duitsch-
hutd geluk gevvonscht mei het tut stand komen van de consti
tutie vun denNoord-Duitschen bond Met vol vertrouwen Iaat
dut blad aan de toekomst de verdere ontwikkeling vun het
aangevangen werk over.
tiet bondslcger is, zoo goed als het Pruissische leger zelf,
in staat ieder oogenblik te velde te komen. Alle groote
mogendheden, hebben den bond erkend. De scheiding tus-
aclu-n Noord- cn Znid-Duitschinnd is weikelyk overwonnen
door de militaire en handels-verdragen. Het Duitsche volk
voelt zich dén en magtiger dun ooit 10 voren. De vergadering
wordi buitenslands erkend. Duitschlund wordt in_alle groote
beslissingen gekend «Is in staat om het groote gewigt van
zijn nationale kiucht in de schaal te werpen. De volksgeest
ca do wil dor legering waarborgen nieuwe krachtsontwik
keling en streven voor alles naar het behoud van den vrede.
In een beschouwing der politieke gesteldheid aan het eind
van het nu afgeloopen jaar zegt de Londcnsche Morning
Herald, een ministerieel orgaan: „De Oostersche kwestie
begint een zeer dreigend voorkomen aan te nemen. Rusland
schijnt daarin te weifelen tussclien dc stualkunde vun krach
tig doortasten en diovnu geduldige werkeloosheid. De beslis
sing zal vallen in de diplomatieke conferentie die to St.
Petersburg bologd is, en waartoe de Russische gezanten uit
Paiijs, Kotislunttnopel en Weenen ontboden zyn. indien ti!-
duur zoogenaamde menschlievendheid de bovenhand heeft
en indien Rusland stappen doet om do Christenen op Kreta
onafhankelijk te maken en om de verlangens van Servio lot
verwezenlijking to brengen, dan staat aan Europa in het
begin van 1863oorlog voorde deur."
Onder de zorgbaronde verschijnselen in Ierland bonooi t
een verklaring die door den deken der Katholyke gecstelyk-
heid van Limerick cn door een aantal andere geestelijken
van de Katholyke kotk in Ierland onderteekend en in het
laatst der vorige maand openbaar gemaakt is Zy zegt, dat
dc geduchte om Ierland te komen vermeesteren thans een
denkbeeld van millioencn menschen is, en vervolgt aldus:
„Terwijl dit land bestendig uitziet nuar verandering, en
elke verandering van het bestaande aanmerkt als een goede
kans dio vurig te wenschen en gretig aan te grypen is, wordt
ieder vyand van Engeland juist door die vijandschap ecu
vriend van Ierland.
„Er is een stryd gaande, dia tot beginsel heeft een onver-
zoenlykon vijand tegen te streven en die van de tegenstreving
zelro het hoofddoel maaktin dien geest is Ierland geneigd
om alle inzigten van 's ryks gouvernement af te keuren of te
misduiden of te dwarshoomen,
„Dat alios is voor den invloed des rijks alom ter wereld
nndoeiig; en hoe lang Ierland ook moge hobbeu te wachten,
het zal ten laatste het tijdstip tot wedervergelding vinden.
Wij geiooven geenszins vijanden der burgermaatschappij te
zijn, wanneer wij haar zoeken te behoeden voor zulke be
proevingen, als waarop do zoo even geschetste staat van
zaken vooruitzigt geeft.
„Het oenigc middel om Ierland werkelijk tot rust en
vrede te brengen is herstel der Iersehe nationaliteit. Da
werkzaamheid van den algemeenen wetgever des rijks, hot
Britscho parlement, zal altijd ongesehikt zijn tot het vervul
len der taak om Ierland te onderwijzen, tc koesteren, te
ontwikkelen en op le beuren. Zulk een parlement zal nooit
voldoen aan de brandende verlangens van oen geheel volk,
welks geest en hart zamenstemmen in den kreet om natio
naliteit.
„Ten nanhoore van Ierland en van do ganscbo wereld
leggen wij deze verklaring af voorde belangen van hemel-
achen en van wereldlijken aard, van den huidigen dag en
van de toekomst. Aun de bedachtzame mannen, die de aan
gelegenheden dezer koning!ijken bestieren, laten wy de
beslissing overdoch onze eigen eer en ons geweten vorderen
dat wij de waarheid en louter waarheid, zeggen mot het
oog op gebeurlijkheden waarvoor geen christen-geestelijke
de verantwoordelijkheid op zich zou willen nemen. Wy
hebben ons van onzen pligt gekweten; de beslissing vun zoo
groot gewigt staut nu aan Engelands staatsmannen."
Do koningin van Pruissen beeft dezer dagen ongeveer
zeventig dames, en wel voornamelijk uit den handelsstund,
bij zich ontboden, ora maatregelen te treffen, ton einde hulp
to brengen aan de noodlijdenden in de provincie Pruissen.
Er werd besloten, in het koninklijk paleis een bazar te hou
den op grootsche schaal. Onmiddelyk constitueerde zich een
commissie, zoodat de bazar waarschijnlijk in de laatste weck
van deze maand zal geopend worden.
Men leest in de Westfalische-Zoilung, welke te Dort
mund uitkomt, dat aldaar eenigc dagen geladen een dienst
meisje in het Jokannes-hospitaal is opgenomen, by hetwelk
men alle verschijnselen der trichinen-ziekte waarnam. Het
door den geneesheer van het hospitaal, dr. Morsbacb, inge
steld microscopisch onderzoek hoeft dat vermoeden beves
tigd, daar men in een stukje uit den arm der patiënte gesne
den vleosch inderdaad een groote menigte levende trichinen
ontdekte.
Een zeldzaam proces is thans, volgens het dagblad van
Posen, te St. Potersburg aanhangig. Vyftig postbeambten
zijn voor den regtcr gedaagd, ais beschuldigd een vereeniging
te hebben georganiseerd om de waarden uit de brieven te
stelen. Die maatschappij dagteekent al van 1862. Hare deel
hebbers werkten met de grootste behendigheid, onder de
oogen van het gouvernement. Geen industrieëlo vennoot
schap kan beter werken. In do reglementen is zelfs bepaald
hoe de buit moet verdeeld wordenvoorts zyn er dividenden
cn premiën enz. Alles werd met de grootste getrouwheid
uitgevoerd.
SCHIEDAM, 4 Jauuarij 186 3.
Z. M. de koning heeft goedgevonden, by besluiten van
2 Januarij jl., nos. 68 en 69, op het rapport van den raad
van ministers, dd. 1 January 1868, een ministerieel departe
ment voor de zaken der Hervormde en andero eerediensten,
behalve die der Roomsch Katholyke; alsmede een ministe
rieel departement voor do zaken der Roomscb-Katholyko
eeredienst, in te stollen.
By koninklijk besluit van den 2 January jl.no. 91,
zyn, mot ingang van den 15 January 1868, benoemd:
tot minister voor de zaken der Roomsch Katholyke eere
dienst do heer mr. A. F. X. Luyben; cn
tot minister voor de zaken van de Hervormde en andere
eeicdiensten, behalve do Roomsch Katholyke, de heer mr.
C. F. baron van Lyndon van Sandcnburg;
beiden laatstelijk loden van de tweede kantor der staten
generaal,
By koninklyk besluit van den 2 Januarij jl,, no. 92,
is, met ingang van den 4 dezer maand benoemd tot minister
van justitie mr. W, Wintgens, lid van de tweede kamer der
stalen generutvl, on met dezelfde dugteckening van het tijde
lijk beheer vun dat departement onthevon mr, J. Heemskerk
Azn., minister van binnenlandsche zaken, met dankbetui
ging voor de in deze betiekking bewezen diensten,
By koninklyk besluit van 3 Junuuiij jl., no. 61, wordt
de tweede kamer der staten generaal ontbonden met do dag-
teekening van dat besluit. 1
De vorkiezingen van leden voor eeno nieuwe tweede ka
mer zullen plaats bobben op Woensdag 22 January, cn de
herstemming in de kiesdistricten, waar die noodig mogt zyn,
op Dingsdag 4 February 1868. j t
1 v- 1 ,♦!,-.<» >i* V i
1 1*0 -1 1
\k\
J
ti