1 Maandag 27 Januarij. Verschijnt Maandag, Woensdag en Vrijdag. A°. 1868. Kennisgeving Kennisgcvi n g. j '"zSth* 0 S A LGEMKNQ V ERZIGT Terwijl de by den Franscben senaat aanhangige wet to' vermeerdering der legermagt benevens de geruchten van een BUÏTÊWÜHDSCHE BER1GTEN. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. I 'fliV tA A (SBIAIT. ABONNEMENT: Abonnementsprijs per Drie Maanden Franco por Postdoor het gehecle Rijk f 1.85. - 2.25, (Brieieis Franco.) ADVBBTENTIEN: Prijs Ttn den gewonen regel0.10. Tot 10 regeta f 1 00. Zegelregt roor Iedere plaatsing 0.35. Burgemeester ex "Wethouders vam Schiedam, Gelet op het bepaalde by art. 151 der Verordening op de Brandweer binnen dezeGemeento van den 22 February 1860, Geven by deze kennisdat zijn benoemd Tot llrm»ilii»«*eBter aan de spólt No. 2do beer A. J VERMEULEN, in de plaats van detTlieer A. tl. RIS, op zijn verzoek eervol ontslagen, en tot Oiialrr-UrniiilHirester nan do spuit No. 4, H REBEUS, in de plaats van J. TilIJSSEN, ont.-ltigen. Gedaan by Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 18 Januarij 1868. 1 De Burgemeester Y. J. VAN DIJK VAN MATENESSE, De Secretaris A. W. MULDER. De Burgemeester em Wethouders vav Schiedam, Gelet op de liep iling van art 8 der wet van den 26 VentoselYdcJaar, betrekkelijk de zuivering der booinen enz. van Rupsennesten, krachtens welke die wet op den 22 Januarij van eik jaar moet worden afgekondigd Doen te wetendat dezelveisvanden volgenden mboud: DE WET VAN 26 VENTOSE lVdc JAAll. Art. 1 Binnen de tien dagen, na de afkondiging dezer •wet, zullen alle Eigenaars, Pachters, Gebruikcis ol ande ren, hunne eigene gronden of die van anderen bebouwen de elk voorzoo veel hem aangaatvcrpligtzijn om de booinen, op die gronden staande van rupsennesten te zuiveren of te doen zuiveren op verbeurte van ecne boete van ten minsten drie cn ten hoogste tien dagen dagloon {welke straf bij hel later ingevoerde ait, 471, no, 8 van het Strafwetboek is gewijzigd). Art. 2. Zij zullen, op dezelfde sirailen gehouden zijn de rupsennesten cn ringen, van de boomen, hagen ol'strui- kenafgenomen,aanstonds te verbranden, cn zulksop zoo danige plaats, waar dit zonder gevaar van brand aan hosschenboomen ofstruiken, of aan huizen en gebouwen kan geschieden. Art. 3. De Bestuurders der Departementen {thans Ge deputeerde Staten) zullen, binnen hetzelfde tijdstip, de boomen, welke zich op de on verpachte Nationale Domei nen bevindenvan rupsen doen zuiveren. Art. 4. De Agenten der Gemeenten cn hunne Ad juncten {thans Burgemeester en fPeZ/»ow/e/\s}zullen, ieder in den zijnen, vcrpligtzijn, op dc uitvoering dezer wet toe te zien; zij zijn verantwoordelijk voor het verzuim, hetwelk ten deze mogt worden ontdekt. Art. 5 Dc Commissarissen van bet Uitvoerend Bewind bij de Plaatselijke Regeringen (thans de Burgemeesters) zijn vcrpligt om, binnen het tweede tiental dagen na de afkondiging dezer wet, ccne schouwing te doen ov er alle met boomen, boutgewassen, hagen of struiken beplante gronden, ten einde zich tc overtuigen, dat de wering der rupsennesten naar bebooren is volbragt, cn oin daarvan aan den Minister, wien het aangaat, rapport te doen. Art. 6 De wering der rupsennesten zal in de volgende jaren vóór den 1 Vcnióscf20 Februarij) moeten geschie den op sirallc als hiervoren is bepaald. Art.7 IngevalccnigcEigcnaarsol'Pachters tegen lietgc- zegde tijdstip hebben nagelaten zulks tc doen zulten de Agenten enliunncAdjunclcn(B«/-gemee^ er cn Wethouders) hetdoorarbcidcrs,ter hunner keuze, ten kosten der nala- tigen latenvcrrigtcn Deop die Eigenaars cn Pachters in vorderbaar verklaarde staat van kosten wordt aan hen op vertoon der quitanticnvan dcarbeiders door den Yrc- deregter {Ilanlonregter) afgegevenzonder dat dc beta ling daarvan van de boete ontheft. Art. 8 De tegenwoordige wet zal op denlstcn Pluviose (22Januarij) van elk jaarop uitnoodiging van den Com missarisvan het Uitvoerend Bewind (f/irtiu Burgemeester) door de zorg van de Agenten der Gemeenten {thans Burgemeester en Wethouders) worden algekondigd. Wordende de ingezetenen dien zulks mogt aangaan bij deze tevens oplettend gemaakt op de verpligtmg, welke uit de vorenstaande wet voor hen, zoowel in hun eigen belang als in dal hunner naburen voortvloeit, tot eeiietijdigezuiveringder hun in eigendom toebeboorende of bij hen in gebruik zijnde boomen, struiken en hagen, vandc daai in aanwezige Rupsennesten, nismede op de schouwingen, die deswege tusscben den 21Februauj en den 10 Maart zullen worden gedaan, en op de kosten en sirailen, die, in verband met de bepaling van art. 471, no. 8 van het Wetboek van Strafregt, bet gevolg van nalatigheid of verzuim ten deze zullen zijn. En is hiervan afkondiging geschied, waar bel behoort, den 22 Januarij 1868. Burgemeester en Wethouders van Schiedam. P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris A.W.MULDER. nieuwe goidlecning voor de schatkist de geduehten des publicks in Fiankrijk bezig houden,is een uitvoerige en, zoo men meent, van hooger hand afkomstige schets van de ware strekking en eigenlyke werking dier wet in het licht ver schenen. Dat opstel besluit aldus: Ziedaar den inhoud dezer wet waarvan in den laatston tijd zoo zonderlinge dingen zijn gezegd. Er is beweerd, dut de sterkte dor jaarlyksche ligting vun reeruten onmatig opge voerd was, en dal een krygsnmgt van buitensporige sterkte uan bet onbopeikte goedvinden der uitvoerende mngt zou worden overgeleverd. De waarheid is, dat bet jaarlyksche contingent niet met een enkel man is vermeerderd, cn dat het afhankelijk blijft van de jaarlijksche beoordeelingen toestemming van het wetgevend ligchaam. Er is beweerd, dat de duur dei verpligte krijgsdienst tot negenen een half jaar zou worden verlengd. De waarheid is, dat de active dienst met twee jaren verminderd en op vyf jaren gesteld is, en dat dit een maximum is, vatbaar soms voor verdere vermindering door vervroeging van het ontslag uit de werkelijke dienst; torwyl de milicien na die vyfjarige dienst tot de reserve overgaat cn in vredestyd tot zijn gewoon bedrijf en het huisgezin terugkeert, zullende bet hem vrij staan te huweu wanneer hy een jaar tot de reserve boboord heeft. Wanneer men beweert, dat de manschappen van de reserve in geen andere gesteldheid verkeeren dan de miliciens onder het vaandel, en wanneer men dan nog de zes maanden, vcr- cischt voor de werkzaamheden der militieraden, by de negen jaren voegt, ten einde te kunnen zeggen, dat de jongelieden gedurende negen en een halfjaar aan het burgerlijke leven onttiokkcn en tot de krijgsdienst gedwongen worden, dan zegt men opzettelijk onwaarheden. Er is ook beweerd, dat do negenjarige dienst nndeelig voor de aangroeying der bevolking zou werken door bet beperken der vrijheid om te huwen De waarheid is, dat de jonge lie den onder do nieuwe wet zes maanden eeider, dan onder de bestaande, vi ijheid zullen hebben om te buwen. Al verder is gezegd, dat de nieuwe wet het platte land ontvolken, gebrek aan arbeidende handen veroorzaken zou De waarheid is, dat hetzelfde aantakarmen als vroeger van de bevolking voor hot leger wordt gevruagd, en dat die urmen twee jaren eerder aan den landbouw en de industrie terug gegeven zullen worden. De tot de reserve overgegane miliciens zullen in volle vrijheid hun bedrijf of beroep kun nen uitoefenen; alleen in één zeer zeldzaam geval, door de wet omschreven, namelijk in bet geval dat het land in oorlog geraakt, zullen zy weder tot werkelijke dienst worden ge roepen dat is de ecnige last waaraan de manschappen van de reserve onderhevig bly ven. Er is beweerd, dat de instelling der mobile nationale garde het ganscbe land soldaat maakte. In de daad is zy een onwedersprekelijkc verzachting eener bestaande wet, en zul len daartoe alleen jongelieden van 21-tot 26jarigen ouder dom behooren, terwijl de bestaande wet alle manspersonen van 20 tot 35jarigen ouderdom daartoe bragt. Te Rome is dezer dagen oen klein geschrift uitgegeven onder den titel„Unie in Italië, geen eenheid", opgesteld door het hoofd van het kabinet van Frans II, den gewezen koning van Napels. Verder wordt gezegd, dat de toenade ring tussehen het Franseheen het Pruissischegouvernement, te Florence met bezorgdheid en achterdocht wordt gezien men zou er vreczen.dat Pruissen zich laut overhalen om met Frankiyk een t.ieuwe overeenkomst in den geest van het Septcmbcrverdrag, cn strekkende tot beveiliging van den Heiligen Stoel, tuin Italië op te dringen Dat te Rome de toestand van liet koningryk Italië veeg, en do val dor Italiaansche eenheid door veie lieden aan staande wordt geacht, bly kt uit onderscheiden berigten. De hoop van de vijanden dor Italiaansche eenheid was er ver sterkt door het leit, dat de Fransehe gezant te Rome bij gele genheid der juurw isseting een bezoek aan Frans II bad gebragt. ;(l Volgen3 de Kólniscbo Blatter heeft de koning van Pruis sen aan een deputatie uil Culm geantwoord, dat vol gens zijn overtuiging de waarborg van de wereidlyke roagt des pausen noodzakelijk was en dat by, oven als de andere mogendheden, stappen had gedaan, om de onafhankelykheid van het opperhoold der Katholieke kerk te beschermen, ,,'t Is waar zou de Koning gezegd hebben ik kun slechts morele middelen gebruiken, omdat do geographiseho toe stand van Pruissen niet veroorlooft, materiele middelen aan te wenden." Voor het overige achtte koning Wilhelm den paus door geen enkel gevaar bedi eigd, omdat de Europesche mogendheden geene schending van het giondgebied der pau- selyko staten zouden dulden, terwijl Z. M, hoopte, dat do vereenigde pogingen der souvereinen ten gevolge zullen heb ben de onafhankelijkheid des pausen'to waarborgen. De koperen kist, welke van Wéenen naar Tiiëst is go- zonden en waarin het Ijjk van keizer Maximiliaan met do uit Mexico gekomen kisten word gesloten, is van buiten don kerbruin geschilderd; do kanten van het deksel zyn met vergulde lauwerbladen versierdde bovenste gladde vlakte is gevat in een smalle met ornamenten versierd vergulde lyst. Aan het hoofdeinde van de kist bevindt zich een verguld crucifix, in het midden een verguld medaillon met het keizerlijke Mexicaansche wapen, cn aan het voeteneinde een groot inagelyks verguld medaillon, waarin het volgende opschrift in zwarte letters, in de Latijnsche taal te lezen staat: Ferdinand Maxirailiuan aartshertog van Oostenrijk, geboren lo Schoenbrunn 6 July 1832, die in het jaar 1864 tot keizer der Mexicanen gekozen, den 19 Junjj 18G7 te Queratnro een Moedigen en wreeden dood met heldenmoed onderging. Jl. Zaturdog middng ton vior ure heeft de plegtige by zet ting van het lijk van keizer Maximiliaan in den keizerlijken grafkelder in de Capucijner kapel te Weensn onder den toe vloed van een onafzienbare volksmenigte, plaats gehad. De Bórsen Hallo deelt het volgend voorbeeld der snelheid van de tegenwoordige communicatie-middelen me de. „Jl. Woensdag verzond een handelshuis te Hamburg tegen 12 uur een berigt per overzeeschen telegraaf naar New-York, 's Avonds togen 8 uur had het genoemde huis hierop reeds antwoord. Dit maakte een tweede telegram noodzakelijk dat kwart voor 9 uur werd verzonden en kwart voor twee uur 's nachts ontving het Hamburgsche huis het tweede antwoord hierop uit New-York, Te Blackburn heeft in de vorige weak oen ambachts man zijne vrouw aan een anderen man verkocht voor de som van 1 pond sterling. Een voor deze gelegenheid opgemaakt stuk is door de drie belanghebbende personen, benevens twee getuigen, onderteekend. De voormalige echtgenoot heeft se dert bekend gemaakt, dat hy niet aansprakelijk is voor schulden, welke zijne gewezen vrouw mogt aangaan. Volgens de balansopgemaakt van de afgeloopen wereldtentoonstelling te Parijs en door den heer le Play oan den keizer ter hand gesteld,bedraagt de winst in ronde cyfers twee miilioen francs. Te Rotman is dezer dagen een byna honderdjarige vrouw overleden, die Charlotte Corday, waardoor Marat werd doodgestoken, ontmoet bad, terwijl deze, op hare be kende reis van Caen naar Parys, in een herberg te Lisieux om nachtverblijf kwam vragen. De oude vrouw baalde die herinnering gaarne op, en wist bet voorkomen en de kleeding van Charlotte nog tot in de geringste bijzonderheden te beschrijven. By eenschry ven van denSpaanschen minister-president is het verzoek tot de Nederlandsche regering gerigt, dat in liet vervolg in de gezondheidspassen van zoodanige schepen, die naar Spaansche havens bestemd zyn of dio havens aan doen, nnauwkeurig aantoekening geschiede van denamen der passagiers en van hen die tot de equipage behooren, op het oogenblik van het vertrek uit de Nederlandsche haven, alsmede dat de veranderingen worden opgegeven die onder weg in het personeel mogten hebben plaats gehad. -— Deze maatregel heellt ten doel moeijelijkheden te voorkomen tus scben de gezagvoerders der schepen en do Spaansche auto riteiten, met het toezigt op den gezondheidstoestand belast. SCHIEDAM, 25 Januarij 18 6 8. De gemeenteraad alhier zal Dingsdag den 28 January, des namiddags ten zes ure, een openbare vergadering houden; de alsdan ter behandeling aan de orde gestelde onderwerpen zijnIngekomen stukken-^Deliberatieover: Adres der firma Nolet en Dricssen, om afstand van grond; adres vun den hoer C. Kok, om vrijstelling van betaling van huishuur; instruction voorden directeur cn den boekhouder der gazfabrickvoorstel totwyziging der verordening voor de plaatselijke schoolcommissie; idem, splitsing der jaar wedden van het ondci wyzond personeel voor de hoogere burgerschool, ter berekening der pensioena bijdragen welk voorstel is ter visie gelegd. Benoeming van een lid der commissie voor de Bank van Leening. Idem van een lid der commissie voor het Bnrgerljjk Armbestuur, Idem van een directeur der gazfubrieken verdere voorstellen en medcdoelingen. - Naar wy vernemen heeft de heer C. A. van der Burg, /president der kamer van koophandel en fabrieken albicr, als zoodanig zijn ontslag genomende kamer heeft den heer J. Loopuyt, thans vice-piesidenttot president en den heer J. M. van der Schalk, tot vice-president benoemd. I Aan den wind- en stoomhoutzaagmolen van den heer F. W. van der Eist alhier, had heden middag een eenvoudige plegtigheid plaats. De eigenaar dier uitgebreide inrigtingen heeft daaraan den naam gegeven van Oud-Burgemeester Knappertwelke naam heden voor hel eerst daar op waB geplaatsten zulks in tegenwoordigheid van den beer L. Knappert en conigo genoodigden. De heer IC. J. van Erpecum hield namens den heer van der Eist, die, ofschoon hierby tegenwoordig, daarin door cene keel-ongesteldheid verhinderd werd, een hartelyka toespraak welke door den hoer Knappert werd beantwoord. Het terrein was feestelyk ingorigt cn de molen versierd' met vele vlaggen. De werklieden der fabriek worden dezen avond van wage den heer Knappert onthaald. d i i k t!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1868 | | pagina 1