V r ij d a g Maart. A». 1868. J923.; Verschijnt Maandag, Woensdag en Vrijdag. K e n n i s g c v n g. 1 i LGËÉEÉfï ÖVËRZIGTV 1V a I i on a le M i li l i e. JV a t i o n al e Mil i l i e. j Ken n i s e v i n g. BINNENLANDSCHE BEBIGTEN. /u f '1' OV' COBRAS i ABOIHEMIS T: AI>onn<-monlS|>rijs j>cr Drie Uaamlen Franco per Post, door hel geliecle Itijk f 1.85. - a.ae. (Krielen Franco.) ADVEHTEHÏIEH: Prijs van den gewonen regel 0.10. Tot 10 regels f 1.00. Zegclregl voor iedere plaatsing 0.86. BüRGEMKESTER en "WETHOUDERS VAN ScilIEDAM Brengen Ier kennis *an Uc belang Ij ebbenden dat de Militieraad in Bet 2de distriet ton Xuiilïiollendvoord ere Gemeente op IJingsdag den 17 /II uar i aanstaandedos voormiddags ten Elf ure t ïijuc Eerste Zitting tal Louden le ROTTENDAMin het Oude Mannenhuis, aan tie Hoogstraat aldaar. Burgemeester cn Wethouder» brengen wijder» m herinnering Artt. 8S en 91 der Wet op tip N«tionalc Militie t«a den 19 Augustus 1861, (£7aafJ- 1/lad no. 72) luidende: Art. 83. Voor den Militieraad moet verschijnen 1. De Vrijwilliger voor de Militie; 2. De holdingdie vrijstelling verlangt, wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of gemis van de gevurdt rde lengie; 3. 11 ij die vooreen Lolcling als ï'Uatsmvanger of als Nummcrvervm- selasr TCriangt op te treden Art. 01. lu de Eerste Zitting vau den Militieraad wordt uitspraak gedaan omtrent: De verschenen Vrijwilligers voor de Militie; De holdingen, die redenen van vrijstelling hebben ingediend; De Lotelingcnin de Artt. 65 en 60 bedoeld Alle overige Lotelingcn, Burgemeester en Wethouders ro'j.tn dien tengevolge op de l.olelingen der ligling van 1808, om ten bc^>-- lett dage voor gemcldcn Militieraad tc verschijnen. Ea is hiervan afkondiging gcschieu, waarhet behoort, dcnÖAliuii 180S. liurgcmcestor en ll'ethoudcrs voornoemd t i\ J. VAN DIJK. van MATENESSE, Do Secretaris A. W. MULUER. Burgemeester eu Wethouders vau Schiedam, Gelet hebbende op Art, 150 der \N et van den 19 Augustus 1881, [Staatsblad no. 72) Roepen btj deze alle Lotelingcn op, die verlangen mogten hij de ZEEMILITIE tc dienen, om daarvan voor den 1 April aanstaande ter Gemeente-Secretarie aangifte te doen. En is hiervan af bondiging geschied, waar het behoort, den 5 Maart JLSÖ8. (Ue-w-r v. ^^öinefst^ 'eiV\V^elhöudc7sv6bi'ndcmd't 1». J. VAN DIJK VAN MATEN ESSE. Do Sccrotaiis A W. MOLDEN. Do koning fan Pruissen heeft jl. Zaturdag don landdag in persoon, met een troonrede, geslolen, waarin o. n. het volgende voorkomt: Mijne regering heeft zich in de betrek kingen met het buitenland aanhoudend ten doel gesteld, liaron.invloed voor de instandhouding en bevestiging van den Karopeschen vrede tc doen gelden: en met voldoening knn ik getuigen dut deze pogingen, daar zij van den kunt der buiten, landsche regeringen met welwillende en vriendschappelijke gezindheid ondersteund worden, den waarborg cener goede uitkomst in zich' dragen. Ik mag daarom de vaste verwach ting koesteren, dat hel meer cn meer bevestigde algomeene vertrouwen degewenachte vruchten voor de bevordering van de zedelijke cn stoffelijke belangen en de welvaart der natie zal dragen. Z. M. de koning Lodewijk I van Begeren, grootvader vnn don thans regcrenden koning, isjl. Zaturdag te Nizza,in den ouderdom van 82 jaren overleden. Hij was in 1825 zijn vader op den troon van Boijeren opgevolgd, maar had in Maart 1818 ten behoeve van zijn zoon, den in 18GI over leden konmgMttximiliaan II, afstand van de regering gedaan. In Frankrijk; neemt men meer en meer een spanning der gemoederen waar, die slechts op een geschikte golcgeuheid schijnt te wachten, om tot een uitbarsting te geraken. Die uitbarsting te voorkomen zou voor de regering een mopijelijk problema zyn; dat daarin alleen zijn oplossing kan vinden, wanneer de harlstogtcn naar elders konden worden afge leid. Zoo althans redenoren sommige bladen, die nog altijd den oorlog in het voorjaar verwachten en gestadig verwijzen naar de Oostorsche kwestie en de onafgebroken voortzetting van hot vorbeteten en vermeerderen van Frank- rjjks oorlogsmateriaal. •Omtrent het eerste punt kunnen wij ter geruststelling onzer lezers het volgende mcdedeelen, dat overgenomen is uit een artikel van den Morning Herald: Een feit is (hans zeker, zegt dat blad, on dit feit is, zoo lang het voortduurt, de groote waarborg voor Europa's vrede; bot feit namelijk, dut Engeland, Frankrijk en Oostenrijk eenparig besloten hebben geen gewelddadige aanranding van Turkye's integri teit te gedoogen. Daar Rusland in het volle bezit zyner langt, nu een tiental jaren geleden, voorde krygsmagt van twee dier drie mogendheden bezweken is, volgt daaruit do gevolgtrekking, dat hot nog minder bestand zou zijn togen do vereonigde magt der drie genoemde mogendheden. Het is te st. Petersburg genoegzaam bekend, dat elke openlijke poging om Konstantinopel met vijandelijke bedoeiingen te naderen, terstond op het gewapend verzet van het westelijk Europa zou stuiten. Dat er in Servie, Rumanie, Montenegro en Bulgaryo voor de stichting van een groot Sloren-rijk wordt gcyverd, mag waar zyn; doch dio woelingen zullen vruchteloos blijken, zoolang Engeland, Frankrijk en Oosten rijk cendragtïg voornemens blijven de sloopiDg van het Turksche ryk niet te gedoogen. Wij kunnen den sultan waarborgen tegen aanvallen van buiten *s lands. Doch hoe zullen wij hem waarborgen tegen zijn eigen onderdanen, tegen een binnenlandsche revolutie? De natuurlijke loop der gebeurtenissen in Iiuropeeseh Turkije is gerigt op de vorming van een aantal zelfstandige vorstendommen; die rigting belmoren wy niet tegen te stre ven maar te leiden. Met gewelddadige stapper, is er thans voor de belangen dor OosterscbeChristenen niets te winnen; maar door onderhnndeling en door den bijstand der mogend heden zal er welligt veel lot bevordering dier belangen kun nen worden gedaan. Op de aan koning George toegekende 16 millioen tbalor, door Pruissen voor Hannover uan hem toegekend, is door^ koning Willem I, op de voordragt van het ministerie en onder voorbehoud der goedkeuring van den landdag, voor- zlgttgheidshalve beslag gelegd. e o o o o lie KAMliU DEli STATEN GENERAAL. Jl. Dingsdagzïjn de dïscussien voortgezet naar aanleiding der interpellatie Thorbecke. De heer Fransen van de Putte schetst de uitdagende houding die deze regering steeds tegenover de kamer heeft aangenomen en vraagt of er ooit grooter partij-ministerie in Nederland aan't bewind is ge weest als dit kabinet? Met verontwaardiging bestrijdt hij de beschuldiging in de laatste tyden tegen hen ingebragt, die dit ministerie niet steunen, dat zij vijanden van het huis van Oranje zijn. De beer de Bosch Kemper acht deze kamer geheel nieuw te zijn zamengesteld en als zoodanig niet gebon den aan hare antecedenten. Hij beschouwt hot nemen van collectief ontslag door deze regering als te overijld; eerst moesten de andere ontwerpen der staatsbegrooting zijn afge daan. Hij zal geen oordeel vellen over het regeringsbeleid van den minister van buitenlandscho zaken voordat hy naauwkeurig de toegezegde stukken heeft nagegaanen O O O O O 7 meent dat de werkelijke vooruitgang medebrengt thans niet mede te werken tot aftreding van dit ministerie. De heer Bjusïjd betopgt, dat debcido k.wostiën ter benntwoording waarvan dit ministerie is opgetreden: het onderwys en de koloniale aangelegenheden, onafgedaan zijn gebleven, zoodat er geen reden bestaat tot aanblijven van dit kabinet, dat niets te doen heeft dan öf hoe eerder hoe liever op nieuw te ontbinden, bf hoe eerder hoe liever af te treden. De heer 8aayraans Vader betoogt dat de kamer niet de bevoegdheid heeft over de ontbinding in discussie Ie treden on den goeden trouw der ministers in twijfel te trekken, die door den koning benoemd zijn. De minister van binnen landsche zaken merkt op, dat do beschuldigingen tegen de rogoring gerigt, nooit den persoon des konings kunnen tref fen. De heer Viruly betoogt, dat deze regering noch bij de'JL'yd-mannen, noch bij de anti-revolutionaire partij, noch by de conciltanle partij steun vindt, zoodat zy niet in staat is haar gezag te blyven handhaven. De heer Jonckbloet toont aan, dut de minister van buitonlandsche zaken gisteren het debat op een ander terroin heeft willen brengen dan waarover het liep. Niet het beleid van dien minister word; thans besproken maar alleen de meer of min constitutionele zin van het geheelo kabinet. Spreker verlangt voorts een duidelijke verklaring der regering omtrent de onderwijswet en omtrent de milïiiowet. De heer van Bcyma bestrydt eveneens do opvatting alsof bij de liberale partij mindere liefde dan bij een andere partij voor den koning bestaat, De heer de IIruijn Kop3 hoewel een van de 15 nieuwe leden zyndo, vindt in de openingsrede het onderwerp zijner intreö- rode. Olschoon deze nieuwe leden verondersteld worden geen aniecedentcn te hebben, meent hij, dat men de vraag moot stellen: Wat zijn de antecedenten der regering tegen over de collectieve volksvertegenwoordiging? - De minister van Hervormde Eeredienst is bereid bij de behandeling van zyn hoofdstuk der staatsbegrooting alle inlichtingen te geven. De minister van binnenlandsche zaken antwoordt op oenigo vragen en bestrydt de anntygingen en beschuldi gingen d«or de sprekers heden cn gisteren tegen do regering aangevoerd. Dq minister van ooi log geeft te kennen, dat do herziening der miiitiewet in overweging is, maar dat zoo do eiscben der dienst het niet vorderen, het contingent niet verhoogd zal worden. De hoer Heijdenrijck ontzegt der regering zyn vertrouwen, Nadut nog kortelyk door de heeren Blussd en van Bosso en door don minister van binnenlandsche zaken is gerepli ceerd, wordt do vergadering gesloten. Woensdag werden de discussien voortgezet en vorklaar- den zich de heeren van dor Linden en Storm van's Gravc- sande tegen den ontbindingsmaatrogelterwijl do lieer Haffrarms dien verdedigde. Onderscheiden sprekers kwa men vervolgens nog terug op vroeger geuite meeningon ter- wy 1 de minister van buitonlandsche zaken zjjne houding in de verschillende kwestien met bet buitenland verdedigde. Ten slotte stolde de heer do Bosch Kerapor een motie van orde tot sluiting der discussie voor, welke echter met 39 tegen 32 stemmen werd verworpen; terwyl een motie door den heer Blussé voorgesteld, houdende dat de kamor.gehoord de ministers, van oordeel is, dat geen landsbelang de jongste ontbinding der kamer vorderde, overgaat tot sluiting der beraadslagingen. De discussien zijn ovor die motie aange vangen, SCHIEDAM, 5 Maart 1868. Volgens de schoolberigten in de Nieuwe Bijdragen van February 1868, bedraagt hot getal vacante scholen Openbare voor gawoon lager onderwijs 32 en öifo voor meer uitgebreid ouderwijs 3; bijzondere voor gewoon 1, gesubsi dieerde bijzondere voor gewoon en meer uitgebreid 1 en dito voor meer uitgebreid onderwijs 1. Het aantal vacante hulponderwijzers-betrekkingen is 28. Bodankt voor het beroep naar de Hervormde gemeente te Kethcl c. a.de heer F. C, Magendans, predikaat te Baumbrngge. Uit Deifshaven wordt, dd. 3 dezer, geschrevenDe heer G. J, Moreau, onlangs, op zijn verzoek, door Z, M. eer vol als kapüein-kommandant der dienstdoende schattcry alhier ontslagenwerd dezer dagen op het aangenaamste vermat door een bezoek van de overige heeren officieren dier schutterij, die hem daarbij, als een blijvend bewys hunner hoogachting en als aandenken aan de goede leiding der schutterij onder zijn langdurige kommando, een paar prach tige met zilver gemonteerde karaffen ten geschenke hebben aangeboden. De heer D, KoordersOost-Indisch ambtenaar, is belast met de lessen, die vroeger door wijlen dr. Keyzer werden gegeven, aan de inrigting tot opleiding van Oost- Indische ambtenaren te Delft. Uit Leyden wordt van den 3 dezer gemeldDe werk lieden van den aannemer der fundering voor het nieuw te bouwen ziekenhuis op den Vestwal, bezig met liegen, ver langden gisteren hooger loon dan hun gegeven kon worden en staakten dientengevolge hun werk. Na hier en daar eenig opwekkend vocht te hebben gebruikt, om zich in hun voornemen te versterken, trokken zy in troepjes de stad door en pleegden hier en daar wanordelijkheden, hetgeen een oploop van menschen ten gevolge had,zoodat de tusschen- komst der politie niet alleen noodig was, maar spoedig on voldoende bleek te zijn. Do hulp der gewapende magt werd ingeroepen, en eerst door het aanrukken van paardenvolk raogt het gelukken de zaamgedrongen massa uit elkander te dry ven. De rust bleef verder den avond ongedeerd. De heer J. F. Zylkcr, lid der tweedo kamer, isjl, Maandag to Winschoten overleden. UitDragten wordt van 1 dezer gemold: Gisteren voor den middag is de diligencedie na aankomst van den eersten trein te Veenwouden naar Heerenveen vertrekt, ia de nabyheid van genoemd dorp, alwaar men bezig was een pomp door den weg to leggen, in het losse zand geraakt en omgestort, met het treurig gevolg, dat do tolgaarder die mede bij dit werk bezig was, onder don wagon geraakte en terstond een lijk was. De passagiers zijn cr met ligle kneu zingen afgekomen. Op het bal, dat ter gelegenheid van "s konings ver- jaardog den 19 der vorigo mnand door den graaf van Bylandt te Zwolle werd gegeven, droeg een dame een groen geverwd ktcedingstuk. Na den afloop van het bal werd die dame on gesteld, terwijl zij, die het kleedje vervaardigd had, reed3 eeo paar dagen onpasselijk was. De verdachte groene kleur leidde tot het denkbeeld van vergiltiging, naar aanleiding waarvan een gedeelte van het kleedingstuk chemisch werd onderzocht, waarvan het resultaat was, dat zich daarin een aanmerkelijke hoeveelheid arsenicum bevonden had. Do dame en de naaister zijn beiden hersteld. By de jongste verkiozing voor do tweede kamer meendo een kiezer te Elburg zyn stembiljet in de stembus te hebben gedaan, toen do voorzitter van het stembureau hem opmerkzaam maakte, dat, naar het hem toescheen, vol gens den omvang, niet het stembiljet, maar iets anders in do bus was gegleden. Do kiezer in twyfel gebragt wegens deze opmerking, ging huiswaarts, doch keerdo weldra terug; zeg gende, dat hy, in plaats van zijn stembiljet, een loterylyst in de stembus had gestoken. Toen werd hem vergund, ook zyn stembiljet daarin te doen cn is later door het hoofdstem- bureau te Zwolle in de Elburgsche stombus do ioterijlyst gevonden. Uit Utrecht wordt vernomen, dat jl. Zaturdag nacht aldaar door de ijverige bemoeijingen der politie zyn gearres teerd oenigo leden van een en dezelfde families, hotstuka- doorsvak uitoefenende, die verdacht worden zich te hebben schuldig gemaakt aan de vervaardiging van de valsche munt, die in den laatsten tijd is in omloop gebragt. Maandag zyn zij naar do cellulaire gevangenis met een gevangenwagen overgebragt, waarop men ook een kinderwieg heeft opge merkt. Do commissaris van rykspolitie te Alkmaar beeft de aandacht gevestigd op zekere Catharina Schieok, zich ook wol noemende Catharina Schicck van Rogge, wier portret ten zijne burele berust, oud 27jaren, gouvernante, gowoond hebbende in het laatst van 1867 naby Haltem en daarna te Ryp (Noordhollandj. Uit een by den commissaris van rijks politie borustende correspondentie blykt, dat zy een zeer ge vaar ly ka persoon is van een verregaand zedeloos gedrag, het land heeft doorgereisd ais gouvernante en op verschei dene plaalsen zeer ongunstig bekend staat.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1868 | | pagina 1