AUjfMKH OVERZIGT.
oensdag 23 Maart
Verschijnt MaandagWoensdag en Vrijdag.
M 1931.
A0. 1868.
BIMNEMLANDSCHE BER1GTEN,
ABONNEMENT:
Abonnementsprijs per Drie Maandenf 1.85.
Frtmco /ier Post, door het geheele Bijk- 2.85.
Een particulier schryven uit Weenen van jl. Vry'dag
-meldt oa. het volgende: Men kan zich geen denkbeeld
maken van de levendige belangstelling, die by allo standen
dor maatschappij betoond wordt in de beraadslagingen van
hot heerenhuis over de huwelijkswet. Mot een indrukwek
kende meerderheid heeft het huis van afgevaardigden die
wet aangenomen; de meeste der tegenwoordige ministers,
destijds zeiven nog afgevaardigden, hebben met dat besluit
niet alleen ingestemd, maar zelfs krachtig er toe bijgedragen
dat het genomen werd, en het ministerie zou wel niet anders
kunnen doen dan aftreden, indien do wet door het heeron-
buis verworpen werd. in dat geval zou het huis van afge
vaardigden de door de regering gewenschte belastingen niet
bewilligen, en aan mannen als Rechberg, Blomeen Thun
zou het bly ven overgelaten omhetabsoluiismusinOostenryk
herstellen. Van zoo groot gcwigt is Je aanstaande
beslissing.
Inmiddels beeft men berigt ontvangen, dat het heerenhuis'
van den ryksraad in zijne ji, Zaturdag gehouden zitting de
discussion over de huwelijkswet voortgezet, het voorstel
van den graaf von Mensdorff, om de wet vooreerst uit te
stellen met 65 tegen 45, en de afkeurende conclusie van de
minderheid der commissie met 69 logen 34 stemmen ver
worpen heeft. Voorafhad de minister van justitie verklaard,
dat by ten aanzien van deze wet niet kon afwyken vun het
standpunt, dat hij tjjdens bare indiening by het huis van
afgevaardigden had ingenomen. Hy betoogde, dat de wet
een natuuriyk uitvloeisel was van de door den keizer be
krachtigde staategrondwettenj dat het concordaat geen eigen
lijk volkenregtelyk verdrag was, en dat een ministerie, het
welk het concordaat niet vermogt af te schaffen, ook niet bij
magte zoo zyn om de constitutionele beginselen in de rede
ring te doen gelden.
ln den avond daahehhen tnW/ior^n.rinnotmlun.
her votam van bet heerenbnis, groote demonstration
plaats gehad. Vele huizen werden door de ingezetenen uit
eigen beweging verlicht; talryke volksdrommen trokken
door de stad en hieven voor de huizen der ministers lnide
kreten van byval en toejuiching aan, en aan het standbeeld
van Joseph II werd een ovatie gebragt. Bij dat alles bad er
gcenerlei wanordelijkheid plaats.
Het dagblad la France zegt ten aanzien der reis van prins
Napoleon in Duitschland, dat hy aldaar heeft kunnen be-
vestigen dat Frankryk, na de te verwachten gemoedsbewe
ging, die op het kanongebulder by Sadowa gevolgd is, op
loyale wyzo de voldongen feiten van Pruiasons zegepraal
heeft aangenomen, zoodat het doel der reis van den prins
bepaaldelijk van vredelievcnden aard moetgoweeBt zyn.
Hetgeen voorts ook niet anders dan van gnnstigen invloed
op de bevestiging van den vrede zon knnnen zyn, is een reis
van keizer Napoleon naar St. Petersburg. Het gerucht wint
veld, dat Z. M. zoodanig bezoek in den loop van den zomer
j zal volbrengen en dan ook tevens te Berlyn zal vertoeven.
De benoeming van prins Bonaparte tot kardinaal moet
naar men verzekert, een grootere beteekenis hebben dan die
eener beleeldheid van bet hof van Rome jegens hot hoofd der
Napoleontische dynastie. De pau6 zou namelyk in zyne ge
sprekken met de kardinalen den wensch laten doorschemeren,
dat die nieuwe eminentie zyn opvolger mag worden, hetgeen
het beste middel zou zijn om aan het wereldlyk gezag den
steun van keizer Napoleon te verzekeren.
Het Fransche expeditie korps te Rome zal weldra weder
mettwee regementen verminderd worden, die naar Frankryk
terog koeren.
De heer Gladstone beeft in het lagerhuis zyn voorstel
betreffende de afschaffing der staatskerk in Ierland inge
diend. Hy wil den werkkring van geestclyke commission
aldaar beperkt hebben tot zaken van dringenden aard,
overeenkomstig de beslissing van het parlementen dat een
adres aan de koningin zal worden gerigt, strekkende om de
belangen dier kerk en die der geestelijkheid aan het parle
ment over te dragen.
lie KAMER DER STATEN GENERAAL.
Indezitting van jl. Zaturdag traden de lieeren Insïnger,
de Bosch Kemper, Koorders en Godefroi in repliek op
vroegere redevoeringen; de heer van der Linden deed
hoofdzakelijk uitkomen, dat de oppositie niet bad aangedron
gen op de overlegging der diplomatieke bescheidende
boor do Willebois betoogde, dat geen enkele grief meer tegen
den minïstor van bnitenlandscbe zaken was overgebleven
de heer Kalff deelde het gevoelen van vele sprekers, dat het
verslag noch onzydiuftnooh onpartijdig was gesteld. Hy
meende, dat de minister van buitenlandsche zaken alleen
werd miskend in zyn eigen vaderland; do heer Dullert
toonde aan, dat de regering thans het buitenlandsch beleid
in het debat heeft gemengdde minister van binnenland-
sohe zaken een enkel woord, door hem in het vuur der im
provisatie gebezigd, terug nemende, bleef volhouden, dat het
rapport dér commissie',een party-stuk was; de heer de
Brauw drong op afdoening van zaken aande heer Pyn
appel jBtèlde een wijziging op de conclusie van het rapport
1
(Brieven Franco.)
voor, .welke strekte, om den minister dank te betuigen voor
.de overlegging van stukken, waardoor de erkenningen wuar-
dering bevorderd worden van het aandeel, dat do Nederland-
sehe regering van haar standpunt\£had heeft in bot afwenden
der gevaren, waarmede Europa en Nederland bedreigd
worden. Die wyziging op verschillende gronden door den
minister van binnenlancLÜche zaken en de heeren do Brauw,
de Bosch Kemper en van Wassenaer Catwijck bestreden,
werd door den voorsteller ingetrokken, en do conclusie van
bet rapport der commissie met 55 tegen 18 stemmen aan
genomen.
Tegen stemden de beeren: Pynappel, Haffmans, Storm
van 's Gravesande, Saaymans Vader. Kalff, van der Hncht,
Taets, Insingor, van der Does de Willebois, Borret, Simons,
van Nispen, Smitz, van Foreest, de Casembroot, Verheyen,
W. van Goltstein en Begram.
Maandag zyn de beraadslagingen voortgezet, naar aanlei
ding van de interpellatie—Thorbecke en de daarby voorge
stelde motieBinssd, luidende: ,,do kamer, gehoord de
inlichtingen der ministers, is van oordeel dat geen landsbelang
de jongste ontbinding der kamer vorderde, en sluit do be
raadslaging."
De heer Blussd nam, tor beantwoording dor opmerkingen
en beschuldigingen tegen zyn motie ingebragt, als uitgangs
punt de negen ponten, hoewel in gewyzigde orde, door den
heer de Bosch Kempor in de zitting van 6 Maart, ter bestrij
ding dier motie, gesteld. De motie was wèl reglementair en
grondwettig, omdat zy was een verklaring dat de kamer
niet voldoende acht de inlichtingen door do regering gegeven
op een interpellatie, die grondwettig is. De motie miskende
niet de regten der kroon, dat heelt de minister van binnen-
landsche zaken zelf erkend bij zyn antwoord aan den beer
Vader zy bad niet de strekking om onzen regeringsvorm
in een republiek te veranderenware dat de strekking,
spreker had haar niet voorgesteld. Datzjj nadeelige gevolgen
hebben, was mogelijk, maarJtoejvas.
twistpunt alvorens motie ging
rogtsti eeks op het doel af, zeide de spreker, op het doel om
af te keuren de hebbelijkheid der regering tot het geven van
advies om te ontbinden. De regering beeft het middel in
handen, de voorgewende dubbelzinnigheid der motie weg te
nemeadoor te verklarendat zy er een kabinets-kwestie
van maakt.
De minister van binnenlandsche zaken gaf te kennen reeds
verklaard te hebben, dat de regering een kabinets-kwestie
zag: 1. Zoo de kamer weigerde de inlichtingen des ministers
van buitenlandsche zaken te hooren.en 2. zoo een afkeurende
conclusie ware voorgesteld geworden. Zy kan zich dus, na
de dubbelzinnigheid der motie te hebben betoogd, van verder
debat onthonden.
De heer de Boscb Kemper beantwoordde den heer Blussd,
naar aanleiding van diens bestrijding van zyne argumenten,
welke hy nader uiteonzeite,terwyl hy bleef volhouden dat de
eenige grondwettige weg washet aanbieden van een eer
biedig adres aan den koning. Hy zon de indiening van znlk
een adres voorstellen. De beer Dumbar zou voor de motie
stemmen, hoewel door do verklaring der regering dat zy
daarvan niet haar „zyn of niet zyn" afhankelijk stelde, het
belang der motie was verloren. De heer Fransen van de
Putte deed uitkomen de zonderlinge stoute wending van het
ministerie sedert Zaturdag, waarbjj hy aantoonde dat het
zodelyke kracht miste, Nadat de minister van binnen
landsche zaken den vorigen spreker beantwoord, de heer
Haffmans de motie bestreden en de regering verdedigd, en
do heer Koorders verklaard had dat hij niet in het algemeen
moti.en als ongrondwettig beschouwde, doch wel tegen deze
motie zou stemmen, waarop de heer Jonckbloet nog het
woord voerde, werd de motie aangenomen met 89 tegen 84
stemmen.
Tegen de heeren: Hoffman, Nierstrasz, Pynappel, Insinger,
van Goltstoin, van Wassenaer, van der Does, W. van Golt
stein, van Foreest, Kemper, do Branw, Hardenbroek,
Gefken, Verheyen, Simons, Bergman, Roohussen, Kien,
Smitz, van Voortbuyson, Casembroot, van Nispen, Borret,
Koorders, Begram, vau Naamen, van Syposteyn, Saaymans
Vader, van Kuyk, van der Hucht, Tuets, Kalff, Haffmans
en do voorzitter.
SCHIEDAM, 24 Maart 1868.
Jl. Vrijdag werden voor de regtbank te Rotterdam de
pleidooijen gehouden in een proces, waarvan de uilslag voor
den Schiedamschcn graanhandel niet van belang is ontbloot.
Het geldt namelyk de vraag, of schippers uit den vreemde
ladingen aanbrengende, gehouden zyn aan een te Schiedam
bestaande gewoonte, om op zooveel verschillende plaatsen te
lossen, als de geconsigneerde goedvindt.
Schipper L„ komende van den Rjjn met 88 last granen,
bestemd voor een handelsfirma alhier, was bezig die ter aan
gewezen plaatse te ontladen,'toen hem van wege don gecon
signeerde gevraagd werd, om met zyn schip te verhalen en
voor een tweede pakhuis de lossing voort te zetten, waaraan
door hom werd voldaan. Hier geeft de geconsigneerde hom
i -»
CIIIAIT.
V AIVDBISnilBH;
Prijs tan den gevroncn regel0,10,
Tot 10 regel» f 1.00. Zegelregt voor Iedere plaatsing - 0.35.
op nieuw te kennen, dat hy wederom moet verhalen en voor
eeD. derde pakhuis bet overige lossen. Ook dit verklaart do
schipper aan te nemen, mits de geconsigneerdo, want hy zal
een sluis hebben te passeren op gevaar af van schade toe te
brengen nan z'yn schip, voor die eventoöle schade wil instaan.-
De geconsigneerde beschouwt dit als een weigering en her-
haait zyn verlangen by geregtelyk exploit, met aanzegging,
dat hy den schipper in verzuim stelt, voor hel geval deze
daaraan thans niet voldoet. Van de zyde des schippers lokt
dit eon con tra-insinuatie uit, doch voor hot oogenblik beeft
de zaak verder geon gevolg, daar de geconsigneerde het nog
te lossen gedeelte in een ligter laat overbrengen. Nu echter
de schipper zyn vracht en vergoeding wegens overligdagen
in region eischt, verdedigt de firma zich daartegen, op grond,
dat do schipper niet nagekomen is datgene, waartoe hij vol
gens het genoemd gebruik verpligt was, verzoekende het
bestaan daarvan met getuigen te bowjjzen, terwy I hy op zyne
beurt (reconventioneel) eisebt, vergoeding der kosten, ver
oorzaakt door het overbrengen in den ligter.
De heer mr. Burger, de advocaat van den schipper, be
twist, dat het getuigenbowjjs toelaatbaar'zou zyn. Want, al
bestaat inderdaad to Schiedam de meergenoemde gewoonte,
zy zon den eischer toch niet binden. Immers gewoonte geeft'
slechts regt,^ waar de wet er uitdrukkelijk naar verwijst, en
dit is hier niet het geval. Doch de gedaagde beroept zich op
de wetsbepaling, dat contracten niet ailoen verbinden £ot
hetgeen er uitdrukkelijk by" is bepaald, maar ook tot al het
geen door de billy kheid of het gebruik wordt gevorderd, eea
voorschrift, dat echter alleen kan ingeroepen worden, waar
er is volonté commune prdsnmdo. En nu is het ongerijmd te
onderstellen, dat bevrachter en schipper, in het buitenland
contracterende, stilzwijgend zouden hebben gewild, dat deze
zich zou godragon naar de gewoonte van Schiedam, die hun
volkomen onbekend is. Ook het beroep op art. 498 Wetboek
van Koophandel, voorschrijvende, dat, als de bevrachting
.buitenslands geschied)4e.echlnner gehouden ls«fin rio.No
wel, dat bij schepen, die rivieren en binnenwateren bevaren,
omtrent de lossing ook gelden.de plaatse! jjkegebruiken
maar het schip van den eischer kwam van buitenslands en is
dus een zeeschip. De eiscber beeft in allen geval niet gewei
gerd om te lossen, waar de geconsigneerde wilde, maar zich
daartoe bereid verklaard, mits men hem de schade waar
borgde, en zelfs al mogt de eischer in verzuim geweest zyn,
dit is volkomen gedekt en toegegeven,nu de ged. eenige uren
daarna,het graan in den ligter heeft laten overladen in plaats
van alles, van bet oogenblik der in gebrekestclling af,te laten
voor rekening van den eischer.
De heermr. K. A. Poortman, optredende voor den gecon
signeerde, wijst op het groote gewigt van *s regters beslissing
in deze, voor den handel van Schiedam. Immers spoed en
goedkoopte zyn hoofdzaken in den handel, en worden dit by
de toenemende concurrentie dageljjks meer. En wanneer nu
de Schiedamscbo kooplieden overgeleverd zullen zyn aan de
willekeur der schippers, dan zullen tijdverlies en kosten
daarvan voor hen het gevolg zyn. De eischer heeft wel
degelijk geweigerd aan hot verzoek van ge'daagde te voldoen
een bereid-verklaring onder een voorwaarde staat gelijk met
onwil. En toch hy was verpligt zich aan de gewoonte te
hondenwant bet is niet de eerste maal dat hij te Schiedam
kwam; by was gewoon daarheen ladingen over te brengen,
dus volkomen bekend methetSchiedAmsch gebruik; daurom
moet men aannemen, dat hot de wil dor contracterende par
tijen is geweest, zich daarnaar te gedragen. De billijkheid
vordert het evenzeer, dat de schipper aflevero ter plaatse,
waarde geconsigneerde de goederen noodig hooft.
Overigons kan men er den gedaagde geon grief van maken
dat hy na de sommatic, in stede van het graan misschien te
laten verbroeyen, den eischer voor nog grootere schade ge
vrijwaard heeft, en concludeert by dus tot ontzegging van
den eisch. De uitspraak deelen wjj later mede.
Een onzerstadgenooten, schipper Simon Bijl, is opeen
reis naar Amsterdam, den 19 dezer, des morgens len half zes
ure, in de nabyheid van Oudshoorn, van zyn vaartuig afge
gleden en verdronken. Twee zijner kinderen, die met hem
aan boord waren, hebben te vergeefs alles beproefd om hun
nen vader te reddenzy waren in het hartverscheurende
geval hem voor hunne oogen to zien verdrinken, De nijvere
man, die steeds ijverig bezig was in de behoeften van zyn
talrykgezin te vooizion, laat een weduwo met 8 kinderen na,
waarvan de oudste den ouderdom van 17 jaren bereikt beeft.
Nnar wy vernemen worden er pogingen in het werk ge
steld om de ongelukkige weduwe in hare droevige omstan
digheden te hulp te komen on circuleert er oen Ijjst waarop
ieder nnar goedvinden voor een bydrage daartoe kau
teekenen; wy zonden het beleedigend achten voor den
bekenden en zoo dikwyls betoonden weldadigheidszin onzer
stadgenooten, indien wy eenige aansporing noodig oordeelden
om een zoo zwaar bezocht buisgezin blijken vim deelneming
en troost te geven in zyn smartelyken toestand, mot een zoo
donkore toekomst in het verschiet.
Men loest in een correspondentie uit Rome aan de
Katnische Zeitung: Onder do prolnten die den H.Stoel in bet
buitenland vertegenwoordigen, heeft de internuntius te
'a Hoge, mgr. Cattani, zich hot meest beyverd om tot de ver-