A
I
A0. 1868.
M (1967.
Vrijdag !l D Junij.
ALGEMEEN OVERZIGT.
BINNENLANDSCHE BERIGTEM.
I
hr>
pond.
r: vi'i Vi L--,"
v-*'
'jl.O''
ABO N N E MEN T;
Abimnementaprjj» per Drie Maanden-
Fronto per Post 9 door het geheele Rijk.
f 1.85.
- 8.25.
(Brieven Franco.)
'X lie. KAMER DER STATEN GENERAAL,
■i - JI. Dingsdng is de discussio, nanr aanleiding der interpel
latie van den hoer Koorders, voortgezet. .Hoofdzakelijk
kwamen daarbij ter sprake de ondörwjjs-kweatie/dekolo-
niale kwestie en de kabinets-formatie. y
Wat de eerste aangaat werden ieedwezen en teleurstelling'
betuigd over de intrekking van de onderwjjs-wet door de
beoren Gefken van Wassenaer Catwjick vari Nispen
,vari Knyk. Saaymans Vader, Hoffman, iiaffmansen van der
Does 'de Willébois. De heeren de Bosch ICemper en
Lenting prezen de houding van den minister van binnen-
landacbe zaken en verdedigden de schoolwet.
De kolonialekwestie werd behandeld door de heeren do
JJoseh Kemper, Nierstrasz, van der Huobt, Sloet vun den
Beele en Rochusscn.
- De kabinets-formatie werd besproken door de heeren de
Bosch Kemper en Rochussen; eerstgenoemde gevoelde zicb
tot dit kabinetaangetrokkén en vond zoowel in bet programma
als in de personen der ministers genoegzamen grond otn bun
aanvankelijk zjjn vertrouwen te schenken. Laatstgenoemde
zou gaarne gezien hebben, dat de heer Thorbecke tegen
woordig ware, om inlichtingen omtrent de.kabinets-formatie
te geven.
Gisteren zijn de beraadslagingen omtrent de interpellatie
afgeloopen, De heer Jonckbloet beSprak de onderwijs
kwestie en toonde het onreglvaardige der aanvallen aan tegen
den minister van binnenlandsche zaken gerigt. die met meer
cordaatheid en opregtheid dezeltdo gedragslijn volgde als
zijn voorganger, wiens verklaringen, achtereenvolgens afge
legd, in niets verschilden, ja, soms nog sterker waren dan
■wat de beer Fook als zyn innige overtuiging hud medege
deeld. De heer J. K. van Goltstein wenschte, nu de heer
Thorbecke tegenwoordig was, eenige nadere inlichtingen te
ontvangen omtrent de kabinets-formatie.'De heer Thor
becke zal, geïnterpelleerd op waardige, wyze door een
voteraan-defcvergadeciog^ccn oud parlemontnicmetleali-ijiler;-
antwoord geven zoo vèel hij vermag. Hg acht ziéhniet bevoegd
te spreken over de bezwaren, ontmoet door hen, die vóóc
spreker met voordragten aan den koning tot zamenstolling
van een kabinet waren beiast. Hjj spreekt alleen over bet
geen hem bepaaldelijk aangaat:' over de gedachten, die hein
hebben bestuurd. Hij lieetVin dezelfde gedachte gehandeld,
waarin hij handelde in Maart 1848, toen koning VVillem II
met zyn vriendelijk en welwillend'gelaat hem de vrua'g deed
„Wilt gij mijn minister van binnenlandsche'zaken zjjn
Toen heeR spreker geantwoord: „Zoo het niet anders kan."
Spreker heeft altoos het moreel gezag gesteld boven elk
ander gezag, en uit een natuurlijke zucht tót vrijheid heeft
hjj steeds zoo gedacht en gehandeld, en nu niet mjnder
dan ooit.
Bjj spreker bestond nu noch vroeger de gedachte om zelf
in het kabinet te treden, ofschoon hij bij zjjne politieke vrien
den ontevredenheid heeft ontmoet over zijn onthouding, lljj
wenschte een bewind in den grondtoon van het land, waar
mede een liberaal, een zuiver liberaal bewind overeenstemt;
geen mixtuur.'Waarom de leden van de oppositie niet in het
kabinet zyn getreden, daarop antwoordt by: zoo, mogeljjk
een bewind buiten de leden van de kamer, en dus in de eerste
plaats uitsluiting','van zicb zeiven, en daarom vooral geen
léden 'van'de kamer, om aan het hoog gerezen antagonisme,
waarin men zich in de laatste tijden tégenover elkander be
vond, geen verder voedsel te geven de leden van liet nieuwe
kabinet moesten zoo weinig mogeljjk betrokken zyn in de
parlementaire verdeeldheid der lautstetjjden. Dozego, op het
vorige' bewind behaald,'moest zyn eén zege van beginselen,
niét van personen.' Daarin ligt juist een verzoenende strek-
king, zonder opoffering van beginselen.
De lieer W. van Goltstein betoogde, dat er vorschil of
tegenstrjjdigheid bestond tusschen do uanvankéljjke mede-
deelingen van het kabinet en de nu verkregen inlichtingen
vandén heer Thorbecke. Dó heer' Koorders beant
woordde! de bezwaren tégen zyn interpellatie' in'gebragt
hetzy 'dbor: de 'ministers) hetzij door sommige leden.Do
heer de Bosch ICemper. wenschte nadere inlichtingen na bet
gesprokene1 door den heer Thorbecke, én deed de bepaalde
vraag oi het ministerie gezind was het land te besturen
zelfstandig ca onpartydig, overeenkomstig de grondwet en
zonder-partij belting of' influencio; waarop de heer van
Bosse volmondig een bevestigend antwoord gaf.
Nadat ook de ministers van binnenlandsche zaken en kolo
niën het woord hadden gevoerd, da eerste ter verdediging
éjjher'houding omtrent dè bn'denvys-wét en om nader big k
te geven van zyn gezindhcid.om bestaande grieven.op to
heffen- 'dé laatste om'andermaal deelneming aatt oen grondig
koloniaal débat "zich voor to béhpuden by gelegenheid der
behandeling van de Indische begrooting, werd de discussie
over de'interpeliattegesloten. ,.'4;-. J;
SC U IE DAM 18 J u ny 1 8 6 8.
Gisteren werd alhier de vorjaardag'vanTL M. de kóningin
bèrdapht, door hét bespelen vun het carillon en het uitsteken
deri vlaggen uit alle open bare-gebouwen en: uit de.wpningen
van zeer vele particulieren, alsmede van de schepen in en
nabjj do havens dezer gemeeijte liggende, Heden wordt
op de gobruikeljjke wijzedayOverwinning by Waterloo in
herinnering gebragt.
r Op uitnoodiging jder hoofdcommissie tot oprigtir.g van
een standbeeld voor Boerhaaveheeft zich eene subcom
missie voor Schiedam en omliggende plaatsen gevormd, .be-
stuande uit de heerenmr. A. J. Beukers, dr. L. J. DelBaerc,
dr. F. J. Jansen, A. Knappert Lz., J. Loopuyt, dr. A. J. M.
Los, dr. A. Maas, P. C. A. Prins en dr. O. J. Vaillant te
Schiedam, dr. F. C.R. Bentfort en dr. A. W. van Meegen
to Vlaardingen, dr. L. A. Brujjn te Delfshaven
dr. E. J. A. Kaiser te Maassluis, dr. E. R, von Eichstorff
te Brielie, dr. B. Albers te Hellevoetsluis, dr. P, Schut
te IJsselmonde, dr. D. H. van Es te Middelharnis, en H.
Visser Jr. te Overschie. De betrekkingen van voorzitter,
secretaris en penningmeester der subcommissie zyn opge
dragen aan do heeren Maas, Vaillant en Loopuyt,
Gisteren morgen had, op de algemeene begraafplaats
alhier, een eenvoudige doch aandoenljjkeplegtigheid plaats.
Het gold hier de begrafenis vaneen 23jurigen jongeling, Dirk
van den Berg, bulponderwyzer aan een der openbare scholen
voorlager onderwys. Zjjne mede-hulponderwijzers en vrien
den droegen enbegeleidden bera grafwaarts; waarby de
hoofdonderwijzers der overige scholen zich hadden aange
sloten.
Behalve de afd. Schiedam van het Zuidholl. onderwijzers-
zanggezelschap, wenschte de liedertafel Orpheus, waarvan de
overledene ook een ijverig en verdienstelijk lid was, mede de
uitvaart by te wonen van een jongeling, wten al do leden
achtten en hoogschatten om zyn veelvuldige goede boeda
nigheden, en hem bij zjjne laatste rustplaats een hartelijk
en weemoedig vaarwel toe te roepen.
De statige stoet op de begraafplaats, waar zich reeds een
overgroote menigte verzameld had, aangekomen, werd ver
groot door den schoolopziener in dit district, den beer.dr.
C.,J-.-VuiUant,-dankw<raketingen-der'vor<i>scbool-en-andere
belangstellenden,- terwjjl bjj de groeve de heeren J. Lechner
en J. Steijnis Gzvoorzitter en secretaris der stedelijke
schoolcommissie, aanwezig waren.
Toen hot ljjk in het graf was nedergekten, hieven de zan
gers een vierstemmig koraal aan met de woorden
Geljjk het gras is ons kortstondig loven;
i Gel jjk een bloera, die op het veld verheven,
Wel sierlijk pronkt, maar krachtloos is en leêr;
Wanneer de wind zich over 't land Iaat kooren,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer,
die op diep gevoelden toon gezongen in het hart der aanwe
zigen doordrongen en menigen traan aan de oogen van velen
ontlokten.
Vervolgens hield de heer Vaillant een korte doch schoone
toespraakwaarbij bij aanmerkte dat wel nimmer deze
woorden toepasselijker en gevoelvoller gezongen waren dan
bjj deze gelegenheidhjj sprak van den onlslupene als van
een jongeling van schoone verwachting, die reeds bljjken
had gegeven diep doordrongen te zjjn van het gewigt zjjner
betrekking; hjj achtte het overbodig zjjne andere goede
hoedanigheden in herinnering te brengen aan 'zjjne méde-
hulponderwijzers en vrienden alsmede aan de hoofdorider-
w jjzers die hem op zijn pad hadden onderwezen en gesteund,
daar zij hem heter hadden gekciid en konden waarderen dan
hjjgelijk hij .ook den diepbedroefden vader, wiens veelbe
lovende eenige zoon ten grave'1 was gebragt, dien zoon niet
behoefde af te schetsen, wiens deugden en gebreken hem zoo
goed bekend warenhij wees' item er op hoe veel troost er
in do deelneming'van zoovélen voor hom gelegen was bjj hot
gemis van dén dierbare, wiêas ligchaam wel aan de groeve
der vertering was prjjs gegeven,'doch wiens geest hem en al
zjjne betrekkingen en vrienden bVyft omzweven.
Ten slotte noodigde de sprefier de zangers uit een laatst
vaarwel aan den ontslapene toé'te roepen, waaraan op tref
fende wijze werd voldaan door hét aanheffen .van de volgende
coupletten:
Slaap zacht, o dierbre Vriend 1 slaap zacht in *t stille graf!
Do wreede dood sneed vroeg den draad uws levens af.
01' boven U vol glans de blaauwe hemel lacht,
In 't stille sombre graf, daar heerscht een eeuw'ge nacht.
Slaap zocht nu, trouwe Vriend 1 Dit is het laatste lied,
Dut uil het treurend hart de vriendschap U nog biedt.' v
Hoog in de blaauwe lucht zingt big het voog'lenkoor,
Daar.jn uw somber graf dringt nooit een juichtoon door.
Maar ging ook 't ligchaam héen/uw geest bljjft onsnabjj.
't Herdenken schenkt ons iröóst. hoe smartlyk 't afscheid zy.
Al snélt dé tjjd daarhëén,- al toont de' dóód zjjn magt,1
Vergeten doon we U nooit! slaap zacht, o Vriend, slaap zacht.
- De indruk die deze eenvoudige plegtigheid op velen had
-gemaakt was dnidclyk merkbaar."-"- c:rl. s
Opmorgén; 19 dezér,'zal Willem Kool vjjftig achter-'
jfenvolgende jaren, trouw, eorljjk én vljjlig werkzaam zyn
/geweest in de koperslagerij5 éan !de heéren Ro'zestraten én
1 Legner en hunne voorghngersVdat wjj met te méér genoegen'
ABVEBÏEHTIEK:
Prgt vut den ge-nonen regel0.10.:'
Tot 10 regels f 1.00, Zegelregt roor iedere pjietung - 0.3ff,;
Vermelden, daar zjjne patroons bljjkens achterstaande adver
tentie aan zjjne verdiensten hünnè opënlyke hulde toe
brengen. -
Door hot departement van flnantiën is medèdeeling ge-
daan van de volgende opgave der op 15 Juny 1868 in\de
Amsterdam
Rotterdam
Schiedam
Dordrecht
Middelburg
23,210,673
17,249,085
1,394,725
1,296,053
1,681,413
M
ir
V
Totaal 44,831,649 pond,
De opbrengst der Hollandsche IJzeren Spoorweg
maatschappij is goweest: 18G8. 1867.
(Rott— Amst.— Helder) (Rolt.—Amst.j
In Mei. f 180.338.60s /"162.534.71s.
Sedert 1 Januarjj - 690,767.44 - 569,528.96s.
Aan de tweede kamer der staten generaal is ingèdiend
een adres van den heer T.J. Stieltjes, oud-lid dier kamer,
waarin hij met uiteenzetting der gronden aan de kamer ver
zoekt, mede te werken: 1. dat zoo spoedig mogeljjk bet
artillerie-materieel uit Njjmegen bezuiden de Waal (fort
Krajjenhof uitgezonderd) worde weggevoerd; 2. dat geen
uitgaven meer geschieden tot onderhoud van cigenljjke ves
tingwerken in datzelfde gedeelte der positie, veel minder nog
aan den bouw van nieuwe vestingwerken; 3. dat dit ge
deelte der positie zoo spoedig doenlijk, 't zij door het rjjk,
't zjj door particulieren óf door de gemeente, gesloopt woéde
en 4. dat de noodige gelden worden toegestaan om da
werken op den noordeljjken oorer, tegenover Njjmegen
gelegengeheel te doen beantwoorden aan hunne bestem
ming, om namelijk den overtogt van do Waal aan den
vijand te betwisten. f
Uit Hellevoetsluis wordt gemeld, dat men sedert eeni-
gen tijd bezig is van bet wrak de Vartry goederen op te
visschen en zoo mogeljjk het vaartuig' zelf vlot te krijgen.
-De uiikomBten-daarvan-rijn~Bog^rïng'abeBicnenVléifzichj''r
do moeijelijkheden te zullen kunnen overwinnen; De
goederen dio men tot dusver heeft boven gehaald,zjjn genoeg
zaam onbeschadigd.
Het plan is aangenomen om voor het station van den
spoorweg Gooda—'s Gravenbage, dat op laatstgenoemde,
plaats aan den Bezuidénhoutschen weg zal worden opgeri^L
een zeer aanzienlijk gebouw daar te stellen. Twee toegangen
zullen naar het station leiden: de eene begint aan den Bezui-
denboutschen weg naast het hótel Bellevue en zal loopea
langs den tain van dit hótel, en de andere aan den Zuid-Oost-
Buitensingel. Tegenover dezen tweeden toegang zal een brng
over het water gemaakt worden tusschen den Zwarten We»
en den Zuid-Oost-Buitensingel.
's Gravenbage zal volgens een door den gemeenteraad
attngenomon voorstel de twee toegangen naar het station van
de Rynspoorwegmaatschappjj overnemen en voor behoorlyke
bestrating en verlichting zorgen. Het totaal der kosten, met
het maken der brng, wordt geraamd op/"37,595, waartoe
de spoorwegmaatschappij 10,000 zal bjjdragcn.
Aan de getneenteljjke politic van Dantumadeel en da
rijksveldwacbt aldaar is het jl. Dingsdag mogen 'gelukken'
drie der Maandag ontvlugte gevangenen (twee waren reeds,
den eigen dag weder in de magt der justitie gevallen) in han
den to krijgen bjj het dorp Rinéumageest. Da vierde.wist het.
nog te ontkomen. Zwaar geboeid werden zjj des namiddags
met do Dokkumer trekschuit naar Leeuwarden gebragt.
Onder weg sprong een hunner over boord;slechts als lijk
werd hij weder opgehaald. Onder do gearresteerden bevindt
zich do beruchte öchenk. ,v
In den afgeloopen nacht bobben zy al dadeljjk, ten èindo
geld en k'eedereri te bekomen, bjj een ingezetene van bet
dorp Roodkerk ingebroken én zich aldaar 'van gouden én'
zilveren voorwerpen, geld, mans lijfdriigt eh linnengoed
meestergemaakt: •- r'
Nog wordt nader omtrent die zaak uit Lceuwardéni dd. 16'
dezer geschrevenDe arrestatie dér bntvlngtë gévangen'eh'
is, naar wij vernemen/geschied bij een korenveld, waarim zjj
zich hadden verborgen; daar zjj over dag niet teyoorschjjo'
durfden komen. Ook naar aanleiding van don heden nacht'
door hen gepleegden diefstal was de justitie hun övérïgena
reeds op het spoor gekomen. De gevangenneming geschiedde'
niet zonder moeite, maar toch niet met zoodanig verzet, als'
men wel had mogen verwachten; Zij waren trou wens ook
zeer afgemat. Gelijk reeds geméld is, wist eénWilhelm
Spilleken, weder te ontvlugten,Hjj was hot/die doórzijn1
hoofd uit het koren op te steken tot dé ontdekking leidde/
De persoon, die zich bjj het transporteren met dé trékschuifr
heeft verdronken, is Heinrich 8chultz; niet de'mihst gevaar-
ljjke'van allen. - t-ïov'-""
Toen 'zjj naar de gevangenis werden ternggebragt, had er'
natuurlijk een groote" oploop van 'volk1 plaats.* Eéri 'zeer
ernstig onheil viel daarbjj voor. Velen die vah déoverbreni'
.ging -getuige wilden .zjjn; begaven zich iri dépbnt'tWschéh"
den
a
vangents
last, én bjjna midden" in 'do':gracht'gokbmën;'zonkrzjj mét1
allon (20 k 30) die er io waren. Het was cen hartvèrèchou-!