^'#a A°> 1869. M 2231. Woensda ecember. Verschijnt dagelijks^ititgezonderd Biagsdag. I A H, MIDDELBAAR 0NDEIIWIJSV00HMEISJËS en de heer YIN KUYIL J. Dc heer van Kuyk is, naar wij vernemen, een in tncnig opzigt geschikt burgemeester van Delft. Even wel in die kwaliteit wenschen wij hem niet tc bespre ken. Wij willen onze lezers in kennis brengen met den man, die als mandataris ook tan de Scliiedamsclie kiezers de belangen van het vaderland moet behartigen. Welnu, de heer van ICuyk is een man, wiens "goede bedoelingen wij geen reden hebben in twijfel te trekken. -Hij eischt voor zich, en dat is een deugd, geen onmatig aandeel van den nationalen lijd. Dit zijn zeker twee niet te versmaden eigenschappen, maar toch zij maken den volksvertegenwoordiger nog niet Het komt ons voor, dat de heer van Kuyk in onze tweede kamer volstrekt niet op zijn plaats is. Betrekkelijk zelden (d. w. z. juist genoeg) laat de heer v a n K u y k zich op de rol der sprekers inschrijven. Wij willen hem daar natuurlijk geen verwijt van maken. Maar wat wij hem wel verwijten is, dat als hij over een kwestie liet woord voert, zijn adviezen niet alleen kleur loos zijn, maar zich door een groot gemis van logischen gedachtengnng onderscheiden. Men versta ons wel. De heer Nierstrasz houdt heel prettige redevoe ringen, doorspekt met gezellige anecdolen. Dat nu de burgemeester de gaaf van opdissclien niet bezit, den zeeofficier eigen, duiden wij hem niet ten kwade. Neen, dat de adviezen van den heer van Kuyk ver velend zijn, wij vergeven het hem gaarne, maar dntze de sporen dragen van liet meest oppervlakkig en gebrekkig nadenken over de gewigtigslc kweslicn is een niet te vergeven fout, Het middelbaar onderwijs voor meisjes. Zietdnar een groote kwestie van den dag, zictdaar tevens een kwestie waar de naam van den lieer van Kuyk op een wijze mede is verbonden, die onwillekeurig menig een doet glimlngclicn. De lieer van Kuyk stelde zich bij die kwestie in de kamer op den voorgrond; hij stelde een amendement voor, om de voorgestelde sub sidien voor meisjesscholen te schrappen. Trouwens dit is het eigenaardige terrein vnn den burgemeester van Delft.In den zomer werd in den Delflschen gemeente raad de kwestie behandeld of cr in Delft een middelbare meisjesschool zou worden opgerigt. Dat denkbeeld vond hevigen tegenstand, schier geen gemeenteraadslid of bij had cr een argument tegenieder sloofde zicli uit domeestcn bleven op finantieel gebied,een nnder had be zwaren van pnedogogisclien aard; weer een ander vond het niet picus jegens de Delflsclic grootmoeders de achter-kleinkinderen iets meer tc laten leeren. Men vreesde zelfs voor de lieftalligheidDe voorzitter van Kuyk sloot zich waardiglijk bij dat debat aan met een advies, waarin allerlei dooreen wemelde zonder verband; waarin alles of niets werd gezegd. De heer van Kuyk is op die wijze een specialiteit in dc kwestie van middelbaar onderwijs voor meisjes geworden. Geen wonder dat bij in de kamer voor een deel zijn gemeen teraad-speech reproduceerde. Aan de hand van den heer van Kuyk wenschen wij de zaak van het middelbaar onderwijs voor meisjes eens voor onze lezers tc bespreken. Wij bespreken daarmede te gelijk onzen afgevaardigde en een gewigtigc kwestie van den dag. De heer van Kuyk besprak in zijn rede, Bijblad pag. 639)het middelbaar onderwijs voor meisjes: „Overdrijving"! Ziehier een schoon Hierna voor de speeches van conservative leden, die niet veel te zeggen hebben. Het woord overdrijving is gemakkelijk aan te wenden. Men is liet in beginsel eens maar is tegen die overdrijvingBij den heer van Kuyk is het woord overdrijving het grond-thema van zijn gchcele middelbanr-onderwijs-spcccli. Hut woord overdrij ving is hier echter niet op zijn plaats; liet is een schoo- nere vorm wanneer men eigenlijk wil, dat er „niets" gedaan wordt. Er licersclit overdrijving, zegt men, en die overdrijving iseen post van f8050 voor subsidie aan meisjesscholen; welk een overdrijving, als men be denkt, dat de subsidie van één jongens-burger-school l 5000, f1000, ja zelfs f 12.000 bedraagt! De heer van Kuyk-zal zeker niet van overdrijving beschuldigd kunnen worden; hij stelt voor, die over dreven hoogc som tot billijke proportion terug te brengen; hij stelt voor, om de overdreven f 8050 tot 0 lever- minderen... Ilij stelt ecu nmcmlemcrt voor die /"SOöO uit de begrooting te schrappen. Alleen dc reeds bestaande meisjesschool te Haarlem mag subsidie ont vangen!! „Laat cr cen'school zijn voor die enkelen die een zoodanige opleiding verlangen," zegt de royale heer v a n K u y k. Haarlem alleen mag subsidie hebben. Men weet nog niet of dc subsidie voor Haarlem goed besteed is. Men stelt de mogelijkheid, dat er door een dergelijk onderwijs een impicteit tegen de Dolftschc grootmoeders begonnen wordt. Men is er nog niet zeker van dat de „lieftalligheid' door dat onderwijs niet zal worden geschaad, cn tochWelnu, als cr zijn die hunne dochters onpicus en onlieftallig willen opvoeden, laten wij dan toch maar wat geld daarvoor geven Mijn heer van Kuyk, wanneer geen wet de subsidie voor schrijft en gij vindt het gevaarlijk in die ligting voort te gaan, dan is het toestaan van subsidie eenvoudig een zwakheid. En verder, wat belcekcnt dat toch eigenlijk Niemand van de kamerleden is tegen grondig en uitgebreid onderwijs voor meisjes, doch hier is er kwestiewat volgt er van slecht ondertei/'sneenvan het geven eener subsidie aan scholen waar jihgsica, chemie, botanie, staathuishoudkunde,wordt gedoceerd. Hebben die woorden een zin, dan is het deze, dat meisjes-onderwijs slecht is waar die vakken in hel program zijn opgenomen. Zeker, de Delftscho grootmoeders wisten van die vakken heel weinig; de Delftschegroot vaders misschien ook niet veelmaar is liet een axioma, dat die vakken van het onderwijs moeten worden uitge sloten. De lieer van Kuyk geeft later te kennen, dut de zaak nog niet genoeg onderzocht is. Wij willen hem er aan herinneren, dat argumenten niet alleen voor de tegenpartij verbindend zijn. Welnu, mijnbeer van Kuyk, als de zaak nog niet onderzocht is, weet gij ook niet of meisjes pliysica moeten leeren, ja of neen. Maar, mijnheer van Kuyk, pliysica wordt reeds op de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs door een dame zonder de noodige hulpmiddelen gedoceerd. Die dame heeft alle vakken voor haar rekening, ook natuurkunde; nu moet gij cr heuscu eens over denken, of, wanneer de meisjes toch eens natuurkunde leeren, het niet beter ware, dat een deskundige, van de noodige hulpmiddelen voorzien, die doceerde. Onze hoofd onderwijzeressen zullen de eerste zijn tc ei kennen, dal zij niet bij mngte zijn, bij alle andere vakken zonder hulp middelen een vak even goed te doceren als een deskundige met hulpmiddelen. Er zijn-er heel wal die uit eigen beweging dat vak aan een vokrman opdrogen. - Gij beweert,' dat de zaak nog moet opdei^odht wor den; „de heer Sou ten dam, lid van den 'jtfèlftschcn gemeenteraad, heeft de zaak ni onderzocht én is tot de conclusie gekomen, „dut dc dames geen ooreii hebben voor exacte wetenschappen." Zoudt u soms te veclon'der den invloed van dat (ons overigens onbekend) raadslid hebben gestaan? Maar in alle gevallen, mijnlieer van IC u y k, do incnschen denken wel eens meer, dat ietnahd die tc dom is voor natuurkunde, heel best die andere wetenschappen, als letterkunde, kan leeren, Dat'is' toch hcusch een heel verkeerd idee; de letterkundige vakken zijn nu juist zoo speciaal gemakkelijk niet wel is cr geen flink verstand voor noodig, om con grammairc of vocabulaire te leeren opdreunen, maar even goed kan men chemische formulen zonder begrijpen lecreii op zeggen. Het is een heel verkeerd begripdat-het vrouwelijk geslacht te dom voor natuurkunde, maar precies slim genoeg voor letterkunde we.zcn zou. ALGEMEEN OVEBZIGT. H BUITENLANDSCHE BERIGTEN. it a CO II Alt ~.s cf^r A B O NNE H E N T;: rAbonnencotiprijt, per Dfie Maanden. f 1 85. Franco par Post, door het (jeheele Rijk2,50. (Brieven Frnuco.) In de derdeptaats(\u<l hij liol tegen) overdrijving in de oprigling vnn iels nieuws, namelijk in liet geven vnn subsidie aan meisjesscholen voer middel- baar onderwijs. Schijnbaar is liet eene zeer eenvoudige raak, maar toch vnn ^liet grootste aanbelang. Niemand onzer zal tegen bet oprigtcn van goede scholen met grondig en uilgcbroid onderwijs voor meisjes zijn; dit moet voor;ha,ir even goed zijn als voor do jongens en elke verbetering op dat gebied aangebragt, zal door mij ondersteund worden; doch hier is cr quaoslic van het geven eener subsidie aan scholen voor middelbaar onderwijs, waar wiskunde, pliysica, chemie, dierkunde, botanie, staathuishoudkunde enz. wordt gedoceerd. Dit is oen geheel nieuw beginsel, waarvan bij dc eerste voordragt van wet zelfs geen sprake was. In liet voorloopig Verslag werd do aandacht d.iarnp gevestigd, en tevens de mcening te kennen gegeven, dat instituten of kweek scholen, waar meisjes lot onderwijzcrcssou worden opgeleid, ats middelbare scholen zijn te beschouwen. Dus eigenlijk ecno school vvnar men opgeleid werd om ondcr«i)zciosse tc vvoiden. Niemand zou dan daartegen lichlicn. Nu brengt do minister een subsidie op dc licgiooting voor Haarlem en dan nog in hot algemeen ecno som voor nog op te riglen meisjesscholen in deze ofgeno gemcenlo, hetgeen dan even goca meisjesscholen kunnen zijn. Tegen dal laatste heb ik bezwaar. v, Do minister zegt, dat het tijdis, dat in die rigting iets wordt gedaan. Wclkg «s die rigting? Die, waarvan men hier en daar hoort gewagen, van de emanci- V 'K S- P'ilio dor vrouw, opleiding der vrouw tol mannelijke bedrijven en waardig heden? 4> Ik vind liet zeer gevaarlijk, dal/alvorens het noodzakohjke of nuttige daarvan is onderzocht, in die rigting met ovci ijling iels gedaan vvoi dt. Vaten zullen lictzferjuüjj; vmifÊirèn wenschohjk achten, dat hel onderwijs aaifmefsjes'öp"dié wijze gegeven wordt eiTde" weg lot con gelicclo omkroriiig vnn zaken worde geopend, maar ook voio anderen zijn van gevoelen, hetgeen eek geeei birnhgd mag worde», dat hot oeno ramp is voor do nuatsch ippij, en zien d mm hel veilugkcn van den laatste» hand, die ons nog aan iicthuissclijk leven bindt liet hgtonlictwisthair in den tijdgeest; d ilzil ik niet ontkennen. In dc gemeenten Duidrccil, 's Gravcnlngc en Dellt heeft men plotseling en te gclijkcr tijd eene poging gedaan om mei-jcsscholen zoo als ik bedoel op to rigicu. Die pngmg ia echter mislukt. Jluogst vvcnsthcbjkzou ik hot vinden indien de minister den stioom vnn den tijd wilde leiden, min als hijzirli vooram plaatst en mei omziet, zat hij ondanks zijn wil tc ver worden gedreven. Ik heb cr niet tegen dal liet subsidie aan II larlein gegeven wordt, dal boven dien beloofd is. Lnit er ééne school zijn vuoi die enkelen die eene zoodanige opleiding verlangen, tk wil Uaaileni het subsidie niet ontnemen, maat zeer veel heli ik logen de aangcviaagde f 8050 voor eventueel te vcilccncn subsidicn aan nader up tc rigtcn scholen, als d.it meisjesscholen zijn, hetgeen dan weer een wedren zal openen voor andere gemeenten, vvelhgt legen hun zin, maar omd it zij hel met laten kunnen. Ik heb d in ook liet v uoruciiien een amendement voor te stellen om die som van dc begroeiing af te nemen. ABVEBTSNTIEKi Prijs: van 1 lol 10 gewone regel» f 1.00; ieders rrgel meer /I0.10. Voo r den verkenden.eland cn oor weldadigheid, de helft van den prijs. lie KAMER DER STATION GENERAAL. In da zitting van jl. Zaturdagzjjn de algeméena beraad slagingen voortgezet overdehoofdstukken oorlogen tiariné.— Nadat door onderscheiden sprekers verschillende ponten behandeld waren, heeft de minister van oorlog in een breed voerige rede dio spreker» beantwoord, en getracht dé-'gëop- perde bezwaren te wedeileggen. In de avondzitting van Znlurdag hebben de ministers vnn oorlog, van marine en van iinantien nog nader over de hoofd stukken betrekkelijk het defensiewezen, in bet algemeen, het woord gevoerd. Daarop is dc algemeens beraadslaging over beide hoofdstukken gesloten en dat voor marine in afzonder lijke behandeling gekomen. Het voornaamste punt van debat was do aanbouw ook vnn gepantserd materieel op particuliere werven, dat door de hecren Nierstrasz en de Öaserabroot zeer bestreden, door don minister herhaaldelijk zoo wel uit een technisch als finantieel oogpunt, verdedigd werd. Do heer Nierstrasz heeft een amendement op art. 19 voorgesfeld tot vermindering met 3'/aton, ten einde de kwestie te doen beslissen. In do zitting van Maandag is het amendement van den hoer Nierstrasz, waaraan, volgenssoramigen, een portefeuille- kwosiie was verbonden, verworpen met44 tegen 81 stemmen. Daarna is liet gehcclc budget van murine aangenomen met 54 tegen 23 stemmen. 1 Door den minister van marino is in deze zitting medoge- deeld. dut, ingevolge zijner vroegere belofte,Commendab, aan de kust van Guinea, getuchtigd is. Hjj het examen eener burgerschool te Londen, 't welk ook de lord mayor bjjwoonde, word naar Engelsch gebruik een uitvoerig rapport voorgelezen over de inrïgting, de me thode van onderwijs, dc leerlingen en de vruchten der school, dat met algemeen genoegen werd ontvangen. Doch de lord mayor zeide: Ik heb met groote belangstelling hot rapport otingrhoord on het examen bijgewoond, maar als oen oud koopman maak ik de opmerking, dat ik geen schrij/boeken heb gezien Dit verzuim werd aanstonds hersteld en de lord mayor vervolgde: Good schrjjvcn is een vaardigheid van onberekenburo waarde. Ik wjjd daarover uit omdat wjj in die kunSt ten achteren zijn en van nabjj beschouwd meer achteruit dan vooruitgaan. Wjj deelen dien wenk mede; omdat hij ook elders van pas kon zjjn. - i. Eenige jaren geleden weid een persoon van oen zwaro misdaad beschuldigd, maar door de jury vrijgesproken De voornaamste getuige een politie-ngent, met nameTeehan, een man vun onbesproken gedrag, een nud solduat met do Kngelsche, Frnnsche en Tutkscho medaille gedecoreerd, en lijj zijn superieuren geacht en bemind, woid dientengevolge ontslagen en stierf koit daarna van hartzeer. Thans is de zelfde persoon op nieuw van een gelijksoortige misdaad be schuldigd en va» zjjn schuld overtuigd. Do Times w jjdt aan dat voorval een warm geschreven artikel, ten betooge. dat zoo het goed en wenscheljjk is, dat tien schuldigen worden vrijgesproken, liever dan dat ddn onschuldige wordt veroor deeld, die waarheid niet op hare beurt tot schromelijke on- regtvaardigheid mag leiden, door den getuige ontuiddeljjk- ais een valsohe getuige aan schande cn ellende pi ijs te geven.- De regter mng irr dorgoljjko gevallen nooit vergelen, dat schuld evenzeer mogeljjk isulsonschuld,endoor overhaasting de regtvaardiging door den alles ontdekkende» tijd van den aanklager niet verjjdelen. Troppman schjjnt weder bekomen te zijn van de kort stondige zenuwachtigheid ten gevolge van het bezoek van zjjn broeder. Tot Donderdag kon hjj appelleren van het vonnis, waarbjj hjj in staat van beschuldiging gesteld werd. Hij liêoft dit/vrnclitoloosifit8iel niet gezocht. Hjj verbeeldt zich, dut hjj altijd do middelen zat hebben, om, inogt hjj tor dood veroordeeld worden, zich'zoil' in ijds van het devon tó be- -V- 7 V w" t St7 C* v-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1869 | | pagina 1