tU 1872.
M 2898.
Zat
e j* dag
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
BUITNLANDSCHE BERICHTE».
♦I a n l.
BlfilWEiaLASyPSCHE BERICHTEN!.
T t
tk
COURANT.
ABONNEMEKT;
Abonnementsprijs, per Due Mmnilenf i 85
Franco per Post, door liot gclicelo RijkDO.
(Brieven Franco. 3
In de zitting der Algemeene Synode der Hervormde
gemeenten in Frankrijk op den '18 dezer, opende de heer
Colani, oud-hoogleeraar- bij de theologische faculteit te
Straatsburg, de discussie. Uwe geloofsbelijdenis, zeide hij
tot do orthodoxe partij, draagt meer het karakter van
schriftgeleerdheid dan van godsdienstzin Zij is niet uitge
gaan van het voile, en niet geschikt voor het volk. Zij is ge
maakt door schriftgeleerden tegen schriftgeleei den. Indien
gij haar enkel verkondigdet als uw persoonlijk geloof, ik
zou er eerbied voor hebben, en ik zou het heiligschennis
achten, u dat geloof te willen ontnemen. Maar nu gij het
aan allen tot vasten regel wilt stellen, moet ik, met alle
kracht die in mij is, er tegen opkomen en het punt voor
fpunt ontleden.
Hierna ging de redenaar de resultaten van de historische
- critiek na, wees op de veranderingen, die de kerk zelve
sedert hare eerste tijden heeft ondergaan, en zeide tenslotte:
Gij lastert u zei ven,' als gij ten aanhoore van de gansche
wereld uw kerkelijk geloof ons allen wilt opdringen; want
gij zijtbeter danuwstelsel; gij zijt in waarheid godsdienstige
mannen. Voor 't overige moogt gij bij meerderheid van
stemmen beslissen wat ge wilt. Wij beioepen ons op Jezus,
niet op den vergoddelijkten Ch) istus, dien wij niet kermen,
en dien iedereen laat zeggen, wat hij zelf goedvindt; maar
op den historischen en authentieken Jezus, die tot ons ge
zegd heeft: nkomt tot mij allen, die vermoeid en belast
zijt;" die, ons mannen van de gedachte, nimmer perken
voor ons onderzoek of ons een minimum van mysterie ter
aanneming heeft gesteld. Wij noemen ons met recht Chris
tenen, zonder aan het bovennatuurlijke te gelooven; want
Jezus zelf hechtte volstrekt geen godsdienstige waarde aan
het mirakel. Wat gij wilt, zou een katholiek kunnen onder
schrijven,wij met onze voorvaderen hebben het even
eens begrepen, en zoo begrijpen hei de protestanten heden
ten dage nog.
Welke booze geest mag toch wel de meerderheid dezer
vergadering geleid'hebben? Gij zijt de Kerk, dat spreekt
van zelf. Gij hebt het uitgemaakt met de meerderheid van
eenige stemmen. Maar der Protestantsche bevolking, welke
gij vertegenwoordigt, zonder dat ze zelf uw bestaan, uw
buitensporig systeem kende, zult gij te eeniger tijd het
woord moeten gunnen. En dan zullen onze oude Hugenoten,
die nog van verontwaardiging trillen wegens de woorden,
onlangs door het hoofd der orthodoxe partij ten gunste van
een verbond tusschen het Protestantisme en het Katholi
cisme gesproken, u tegemoet voeren, dat de nieuwe ge
loofsleer alle kenmerken van het Protestantisme mist.
Wees op uwe hoedede Protestanten willen tot geen
prijs eeB scheuring; maarzij zullen verbitterd zijn als ze u
ten eenemale ontrouw zullen zien worden aan den geest
der Reformatie. Wij voor ons, wij zullen in de Kerk blijven,
even als men in een huisgezin blijft, dat men liefheeft, en
waarin men verbeteringen zoekt te brengen. Zwijgen zullen
we nietgij zult naar ons moeten luisteren, of ons wegjagen.
En wegjagen hunt ge ons niet, want gij zijt niet de Kerk
daarvoor ontbreekt u het vereischte wettige en moreele
gezag. Maar zoo eenmaal de dag mocht komen, dat hel ware
Protestantsche volk tot ons zeide: »Zwijgt of gaat heen!"
dan zullen wij gaan, wel is waar bedroefd, maar toch met
een diep gevoel van verlichting; want de orthodoxie wordt
sedert vele jaren onder ons al minder en minder gods
dienstig.
Zekere kolonel Rips, een Amerikaan, als de beste
zwemmer van de wereld bekend, heeft te Bordeaux een
uitdaging gericht aan alle vlugge zwemmers van Frankrijk.
Onder hen, die den handschoen hebben opgenomen, be
hoort de heer Alfred Lhéritier, lid eener vereeniging tot
redding van drenkelingen. Hij is dichter, zeeman, tooneel-
kunstenaar en bovendien lid van het Letterkundig Genoot
schap te Parijs Op veertienjarigen leeftijd redde hij reeds
voor de oogen van den Prins de Joinville een zijnor scheeps
kameraden uit de Middellandsche zee.
De boekhandel van Engeland deelt niet in den algc-
meenen vooruitgang. In 1860 werd aan boeken ongeveer
een half<millioen p. st. uitgevoerd; in 1870 was dit cijfer
niet meer dan 030,855 p.st. Nog ongunstiger is de invoer:
bedroeg die in 18GO ongeveer '100,000 p. st., in 1870 was
hij slechts 18,871 moer. De grootste verbruikers van
Ikpieche boeken zijn de Vereenigde Staten, die van den
-'jatvoer alleen 208,000 p. st. gebruikten. Was de invoer
r Frankrijk en Duitschland verminderd, die uit Neder
land, België en de Vereenigde Staten was redelijk toege
nomen.
Zekere Mahonye, een Iersch kunstenmaker, gaf in
de vorige week een voorstelling in de omstreken van Man
chester. Onder zijn ntroep" bevond zich een krachtig ge
bouwd meisje dat, in Patagoonsche kleederdracht, keien
placht stuk te slaan op zijn lichaam en tevens slangenbe-
zweorster was. Nauwelijks was Mahonye begonnen zijn
Patagoonsche met een snorkende rede aan 't publiek voor
te stellen, of er klonk een hartverscheurende kreet door de
tent, en egn rnan' vraagde den vertooner, als buiten zich
zeiven, of hij wel zeker was, dat het jouge meisje uit Pata-
gonie afkomstig was. John verklaarde nadiukkelijk van
ja en do werkzaamheden" namen een aanvang. Edoch
Mahonye meende op te merken, dat de keien op gevoeliger
wijs in stukken sprongen dau anders. Men was tot het
elangenlooneergcvoulerd. De Patagoonsche floot 7 haar
boa schoot toe en slingerde zich om haai' heen. Maai' op
't oogenblik, dat niemand er op veulacht was, deed het
meisje een ander grillig gefluit hooren, beginnende met
een triller en door korte schrille klanken afgebroken.
Plotseling ontrolde zich de boa en wierp zich met een
sprong op John. Hij verbleekte en wankelde. De toc-
schouweis begroetten het gewaande kunststuk metoor-
verdoovonde toejuichingen. De Patagoonsche stond onbe
weeglijk en floot op nieuw. En ditmaal veibrijzelde de
slang haar meester in haar omhelzing. Thans wendde
zich het meisje bedaard tot de toeschouwei's en riep
sWie heet hier Cunningham
»Die ben ik", antwoordde dezelfde man, die eenigentijd
te voren Mahonye aangesproken had.
»Ik ben uw dochter Lijdia," vervolgde zijs'khebu
dadelijk herkend. Wacht mij in 't hotel Ihe Star and
Garter."
Middelerwijl was het publiek als één man opgestaan om
't afschuwelijk tooneel te ontvluchten. Het bleek later,
dat Mahonye Lijdia op achtjarigen leeftijd ontvoerd had,
om haar tot kermiskind af te richten.
De heer Ilenry Ward Beecher heeft zich onlangs in
ceno voorlezing op de volgende wijze over de theorie van
Darwin .uitgesproken»Ik lees de werken van denJieer
Darwin met veel belangstelling, en geloof, datdeweield
hem binnen een niet al te lang tijdsverloop recht zal laten
wedervaren. Ofschoon ik mij niet in staat ge voel, al zijne
speculatieve theoiien te volgen, ben ik hem toch ten
hoogste verplicht voor zijne practische gevolgtrekkingen.
Ik behoor in geenen deele tot hen die terugschrikken voor
het denkbeeld dat de mensch is voortgekomen uit een soort
van wezens dat op een lager trap van ontwikkeling staat
ik verlang alleen dat men mij bewijzen zal hoe ik van den
aap los gekomen ben, en dan is 't mij verder gausch onver
schillig of die aap voor vijftig eeuwen mijn voorvader was.
Maak het verschil tusschen aap en mensch maar groot
genoeg, en ik beu voldaan. Het denkbeeld dat ik vau een
aap zou afstammen, is mij niet onaangenamer den dat ik
van dezen of genen zou afstammen dien ik nu en dan tegen
kom. Ik wil voorts weten waar ik heenga, waar ik vandaan
gekomen ben, kan ik toch nooit te weten komen."
Men doelt uit Ritzebuttel de volgende niet onaardige
historie mede: Bij de terugkomst van een der vele bezoeken,
die Niebur, de bekende reiziger in Afrika, den wilden
stammen in den omtrek der Tsehadzee gebracht had, vond
hij bij een der kleinere vorsten van het rijk van Tunis een
buitengewone vriendelijke ontvangst. Die vorst, geheel ver
trouwd met de Turksche beschaving, bezat overeenkomstig
de aan den Bosphorus in zwang zijnde gebruiken een harem
met uitgelezen schoonheden, doch hij was jn zooverre ver
standiger dau de oven zoo gelukkig Turksche grooteu, dat
hij bereidvaardig den hem met een bezoek vereerenden
vreemdeling het bezichtigen zijner levende schatten ver
oorloofde. Daardoor wenl Niebur in de gelegenheid ge
steld, om op zekeren dag een in de'Tunische taal gevoerd
wordenden liuiselijkou twist, tusschen zijn vorstelijken gast-
heereneendcrachtfavorieten,eenrijzigegeslaltemetbreede
schouders, maar aanminnige gelaatstrekken, bij te wonen.
Hij verwonderde zich niet weinig, toen die dame plotseling
den vorst den rug toekeerde en aan den twist een einde
maakte met de woorden: »Du oiler buller'oallerich 1" (Je
oude bullebak!) Niebur in hetdorp Ludingwordth geboren,
was opgetogen, toen de vaderlandsche klanken in zijn ooi-
drongen en vroeg in do Iloogduitsche taalsMijn kind,
waar zijt ge van daan?" »Uit Ludingwordth in het land
Iladoln", luidde het antwoord. Verbaasd over deze zeld
zame ontmoeting, deed Niebur zijn vriendelijke dorps-
genoote het voorstel om liaar te bevrijden en naar haar
vaderland terugte doen keei en. Doch de gelukkigeTunisché
antwoordde: Ach, lot mi man hie, die Mannsluu biunssin
oocli nicli b.iter, als min ollcr bulloiballerich" (Ach, laat
mij maar hier, de manslui bij ons zyn ook niet beter, dan
mijn oude bullebak). En met dit genadig bescheid moest
Niebur zich tevreden stelleu.
SCHIEDAM, 21 Juni 1872.
Verslag vau.het verhandelde in de zitting van
Woensdag den 19 Juni "1872, van de Kanier van Koop
handel en Fabrieken te Schiedam.
Afwezig de heeren J. T. Beukers, T. H. B. Snijders, T. P.
Jansen en L. W. C. Widraven. Laatstgenoemde met kennis
geving.
4. Resumtie der notulen van de vorige vergadering.
2. Mededeeling der ingekomen stukken.
3. In vei band met de ingekomen stukken, betrekkelijk
de geldleening tot goedmaking dor kosten voor de over
dekking van het Beursgebouw, deelt de voorzitter mede
A D V E R4T E N T I B N j
Piijs van l 'lol 10 gewone regels f I 00; iedere regel meer f0 10.
Vuui don workendoi! stniil en VjDor welihdigheiil, de licIO van den prij-.
dat door do "zorgen'van den secretaris der Kamer, tegen
afgifte der daartoe verstrekte recepissen, de gelden zijn in
ontvangst genomen, waarvoor door de verschillende koop
lieden was deelgenomen. Alteen eene firma alhier had zich
ontheven geacht van haie verplichting tot deelneming-—
naardien de overdekking niet voor I November 1871 was
voltooid en zij deze voorwaarde op de inteekenlijst had
geplaatst. Een lid der Kamer had alstoen, ter vermijding
van onaangenaamheden hierover, het aandeel dier firma
voor zijne rekening genomen.
4. Wordt besloten voorloopig af te zien van verdere
stappen ten aanzien der door de Hooge Regeering voorge
nomen verbetering van het Hillegat en daarvoor een gun
stiger tijdstip af te wachten.
5. Het in de vorige vergadering ingediende voorstel om
zich nogmaals te wenden tot de Tweede Kamer der Statea-
Generaal, ten einde te verklaren dat nocli de door de
Hooge Regeering voorgedragen wijzigingen, noch het
amendement van den heer Gratania, verandering hebben
gebracht in het gevoelen der Kamer nopens de voorge-
di agen inkomsten-belasting, wordt ingetrokken, naardien
het daartoe strekkende wetsontwerp, na afstemming in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal van het eerste artikel,
door de Iloogo Regeering is ingetrokken.
6. De voorzitter rapporteert dat de Kamer, vertegen
woordigd door eenige barer leden, hare opwachting heeft
gemaakt bij den heer Commissaris des Konings in deze
•provinciebij gelegenheid van diens bezoek aan deze
gemeente. Hij meent daarbij te mogen voegen, dat de door
Zijn Excellentie betoonde belangstelling aanleiding gaf tot
eene korte vermelding van eenige harer werkzaamheden.
7. Aan 'eene commissie van drie leden wordt opge
dragen een onderzoek in te stellen, vooral met het oog op
de belangen onzer gemeente, nopens don voorgenomen
aanleg van een spoorweg van Rotterdam naar den Hoek
van Holland.
Tot leden dier commissie worden benoemd, de heeren
J. T. Beukers, J. F. Legner en A M. F. van Deventer.
Een afdeeling van de Algemeene Nederlandsche
Vrouwen-vereeniging 3 Tesaehchade" is alhier gevestigd,
waarvan bestuurderessen zijn: 'mevr. E. M. Poortman
van Katwijk, mevr. J. J. E. Pigeaud-Dermout en mejufvr.
C. G. J. Brillenburg.
De N. II. M. vraagt scheepsgelegenheid voor den
overvoer naar Soerabaija van een stel stoomwerktuigen,
ketel en toebehooren, deels in losse stukken, deels in kisten
verpakt, wegende circa 67,000 kilogrammen. De ketel is
lang 3.13, breed 4.454 en hoog 4.565 meter. De specificatie
ligt ten kantore van de maatschappij en van hare agenten
te Rotterdam ter inzage. De goederen zyn te bezichtigen
aan de fabriek van de heeren Christie, Nolet'en de Kuyper,
te Delfshaven. Aanbiedingen worden ingewacht tot Don
derdag 27 Juni a. s.des voormiddags ten elf ure.
Nu do tijd van het bloeieD der aardappelen nadert,
herinneren wij aau een middel tegen de gevreesde aard
appelziekte, volgens een landbouwkundig tijdschrift, reeds
met goed gevolg door een landbouwer aangewend. Het be
staat hierin, dat omstreeks den tijd dat de aardappelplant
in bloei is, deze met een schop of spa eenigszins worde op
gelicht, zoodat er onder de plant lucht kan komen. Hierdoor
meent men dat de ontwikkeling wordt voorkomen of althans
tegengehouden van de schimmelplant, aan welks ontwik-
keling de aardappelziekte wordt toegeschreven. Het is een
eenvoudig weinig kostbaar middel, dat althans gemakkelijk,
bij wijze van pi oef, over een kleine uitgestrektheid kan
worden aangewend.
De Kamper Ot. geeft uit Tubbergen (Twenthe) dit
bericht
»In bet naburige Albergen hebben voor een jong gehuwd
paar de traditioneele zes wittebroodsweken nog te lang ge
duurd; luciferskoppen op jenever konden den gemaal niet
smaken, ook vergiftigde tabak hielp niet, zoodat de vrouw,
om van haren man ontslagen te worden, tot schietgeweer
de toevlucht namdoor een gat in de bedstede werd een,
tot den tromp geladen geweer gestoken, dat met in petro
leum gedrenkt vlas en spiet omwonden was, hetgeen, ter
wijl de boer te bed lag, aangestoken werd, doch ook deze
toeleg mislukte, daar de brand geen voortgang had en de
boer, gelukkig niet getroffen, door een gat in twee wanden
te maken, den dans ontspringen kon. De justitie heeft wel
de liefhebbende vrouw opgepakt, doch tot grooten spijt
weer losgelaten, wegens gebrek aan bewijs. Men zegt, dat
de oude lui alleen met de vrouw tehuis waren, zoodat mén
genegen is het er voor te houden, dat het edele drietal
onder een hoedje speelt."
De Chineezen die ons'in alles vooruit zijn, overtreffen
ons ook in verfijnde wreedaardigheid. Als een staaltje
daarvan kan de volgende eigenaardige strafoefening gelden
welke in het Code Pénal Chinois schynt voor te komen!
Een Chinees die een valsch getuigenis voor de rechtbank
heeft afgelegd, wordt veroordeeld om een zeker aantal
slagen op den mond te ontvangen en dat wel met een leeren
riem en zoolang tot al de tanden den schuldige uit'den
^mond/yn geslagen. Eenige Engelschen die ditbarbaar-
sche schouwspel hebben bijgewoond, vragen met aandrang
ih