A 1872. BU1TFNLANDSCHE BERICHTEN. BIMHEWLAMsCHT BlRtGHTEM. Vrijdag 28 Juni. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. M 2902. ABONNEMENT: Abonnemenlsprijsper Drie Maandenf 1.85. Franco per Post, door liet gelieelc Rijk2 50. Te Londen is op nieuw de verkoop aangekondigd van een groot aantal kostbaarheden, afkomstig van de ex- keizerin Eugénie. Bijzonder schoon wordt daaronder ge roemd een rozeknop met bladeren met een grooten steen onder aan den stengel; een prachtig hoofdtooisel, be staande in een krans van bladeren, met briljanten bezaaid; een armband waarop de robijnen, smaragden en saffieren de rijkste kleurschakeeringen vormen; een broche in den vorm eener dubbele anjelier, zeer schoon van teekening; een pendant 'van briljanten en paarlen met een groote zwarte parel in het midden; een andere met een grooten vierkanten smaragd en een parel ter grootte van een mus- schen eieen halssnoer met 41 uitgezochte paarleneen prachtige ring met ovalen diamant, vroeger door keizerin Josephine gedragen; een armband, bestaande uit groote vergeet-mij-nietjes, in welker midden een parel; een gouden snuifdoos met diamanten in den vorm van bloemen en het naamcijfer van den khedive van Egypte in briljanten op blauw email. Al deze kostbare stukken, die met elkaar in sierlijkheid en pracht wedijveren,vormen 114nommers; de overige zijn kanten, parasols en waaiers, alle uiterst elegant, een der laatsten is van uitgesneden sandelhout met Chineesche letter s en een gekroonde E. Aan het station te Keulen had dezer dagen een grap pig voorval plaats. Een Franschman was met den sneltrein uit Parijs aangekomen en had aan een tafeltje in het stationsgebouw plaats genomen, toen een pakjesdrager naar hem toetrad en hem 2 silbergr. verzocht voor zijne diensten. De Franschman verstond hem niet, totdat een kellner het bem duidelijk maakte, dat hij 2 sgr. voor het dragen van zijn koffer verschuldigd was; toen sprong hij als door een tarantula gestoken op, en riep onder de hef tigste gebat en driftig op- en neerloopende: «Après les einq milliards encore deux gros 1" "Verleden week trad een welgekleed heer, met een schilderij onder den arm, het magazijn van een kunsthan delaar te Parijs binnen, na eenige ©ogenblikken de voor de glazen uitgestalde voorwerpen te hebben bezichtigd. Hij vroeg naar den prijs van een ivoren beeldje en na slechts weinig te hebben afgedongen, kocht en betaalde hij het. «Wees nu zoo goed het beeldje en ook deze schilderij," zeide hij tot den koopman, «voor mij te bewaren tot heden namiddag, dan zal ik ze komen halen." Een paar uren later kwam een ander bezoeker den winkel binnen en na met aandacht en al het air van een kunstkenner de verschillende voorwerpen tehebben bezichtigd, scheen zijn opmerkzaam heid bijzonder getrokken te worden door de schilderij van den Ijeer die het beeldje gekocht had. Hij bezag het van alle kanten, plaatste het in verschillende richtingen, streek met een vochtigen vinger over de oppervlakte, kortom be handelde het stuk met al het voorkomen van een waar kunstkenner. «Mijnheer,zeide hij eindelijk tot den maga zijnhouder, 2)gjj hebt daar een zeer kostbaar stuk. Wat is de prys daarvan?" Op de mededeeling dat het stuk niet te koop was, antwoordde de verrukte kenner«Dat spijt mij, ik zou er gaarne fr. 3000 voor geven en als gij kans ziet het voor mij te koopen, geef ik u fr. 500 winst" Tegelijkertijd - stopte hy den koopman 25 Louis in de hand, die beloofde zijn best te zullen doen, terwijl de liefhebber des avonds zou terugkomen. Toen de heer die de schilderij in bewaring had gegeven des namiddags terug kwam, was natuurlijk de eerste vraag van den handelaar of hij het stuk wilde ver- koopen, waarop hij een toestemmend antwoord kreeg, doch met de opmerking dat hij er toch niet voor zou willen betalen wat het waard was, want dat hij er fr. 4000 voor vroeg. Na eenig loven en bieden, werd de koopman echter eigenaar van de schilderij voor fr. 3000 en was wel in zijn schik, op deze-wijze een winstje van fr. 500 gemaakt te hebben, De liefhebber kwam echter 's avonds niet opdagen en laat nog steeds op zich wachten om het meesterstuk te halen en zijn makelaar de fr. 3500 uit te betalen, hetgeen hij waarschijnlijk ook wel nooit doen zal, daar het stukje, zoo als laterbleek, misschien geen fr. 300 waard is. SCHIEDAM, 27 Juni '1872. Naar wjj vernemen, doen zich ook hier ter stede geval len voor, dat de tongblaar in meerdere of mindere maté op de menschen overplant. Men zij daarom indachtig, bi het gebmik van melk, die vooraf te laten koken. Gisteren werd te Leiden het standbeeld, voor een onzer grootste mannen, voor Hermanns Boerhaave opge richt, plechtig onthuld. tie plechtigheid had plaats op een afgesloten terrein op het plein voor het Noso-Comium, Het beeld is vervaardigd naar het model, dat uit 16 ingediende modellen op een uit geschreven prysvraag werd gekozen, en bleek ingezonden te zyn door den beeldhouwer L. J. Stracké, te%msterdam; het yverd vau brons gegoten aan de fabriek van do heeren Enf hoven Co., te's Hage, en stelt Boerhaave voor, gehuld in Ven toga, met een boek in de hand, en doceerende. Het (Brieven Franco.j) beeld is 3.5 meter hoog en is geplaatst op een voetstuk van blauwen hardsteen vau dezelfde hoogte ongeveer. Het beeld is bekostigd uit vrijwillige bijdragen. Het voetstuk uit de stedelijke kas. Prof. J. A. Boogaard, voorzitter der hoofdcommissie trad als feestiedenaar op, waarbij hy o. a. iu korte trekke het leven van Boerhave schetste in zijn beteekonis voor tl, geneeskunst, joowel als voor de geneeskundige weten schap. Na de onthulling hield prof. Tilanus een toespraak, om de hoofdcommissie eD allen die tot de uitvoering pu voltooiing van het besluit der maatschappij tot bevordering der geneeskunde hadden medegewerkt en de hand gereikt, dank te zeggen voor het verrichte. De burgemeester vau Leiden verklaarde daarop het standbeeld van Boerhaave uit naam van den gemeenteraad te aanvaarden in eigen dom met den last van onderhoud. Uit Assendelft wordt gemeld, datjl. Woensdag zich aldaar bij den burgerlijkenstand voor het huwelijk hebben aangegeven een jongman van 31 jaren en een weduwe van 74 jaren. De trouwlustige bruid heeft gehuwde kinderen uit haar eerste huwelijk en verheugt zich in gezondheid en levenslust. De stalhouder J. Hoogendoom te Schoonhoven was 11. Woensdag bezig met hooi naar huis te halen uit een land in de Vlist. Om dit op de gemakkelijkste wijze te doen, had hij verlof gevraagd aan den landbouwer L. Nobel te "Vlist, om over diens naburig land to mogen rijden. Terwijl Hoogendoom bezig was het hooi op te laden, stond een ledige wagen, met het paard daaraan vastgebonden, op het land vau Nobel, toen plotseling een stier, die tos op het land liep, op liet paard afkwam en met de horens zóó vreeselijk den buik openreet, dat de ingewanden zichtbaar werden Daar het paard vastgebonden stond, had het natuurlijk niet aan den woendeden stier kunnen ont komen. Het arme (lier was zoo gewond, dat het spoedig daarna moest worden afgemaakt. De conservatieven en de vereering van Thorbecke, Voor vier jaren bewogen de conservatieven hemel en aarde om door gedenkpenningen en adressen voor de twee helden van het ontbinding-ministerie een gedenkzuil te stichten, die duurzamer zou zijn dan een van metaal. Maar ondanks al die pogingen bleven de heeren van Heemskerk en van Zuylen nog altijd even iiipopulair als zij vroeger waren en weigert de natie nog altijd in den laatsten te zien den redder van Europa's vrede. Het is dan vergeeflijk dat de conservatieven bitteren spijt gevoelen nu zij ontwaren, dat terwijl hunne heiligen geen enkel nisje kunnen hekomen, voor die van het liberalismus aanstonds kapellen en tempels verrijzen. Maar zij moesten bedenken, dat de heiligverklaringeerstna den dood van den betrokken persoon kan worden uitgesproken, en wie weet of voor hun Heemskerk ook niet eens zulk een gewenschte gebeurtenis plaats zal grijpen, waarvoor nu, uithoofde van de vriend schappelijke betrekking die er thans tusschen hem en de ultramontanen bestaat, nog te meer kans is. Maar tot zoolang moeten onze conservatieven zich minder geraakt toonen over de hulde die de vereerders en vrienden van Thorbecke aan dezen willen brengen. Integendeel moeten zij het in de liberalen pryzen dat zij met die hulde gewacht hebben tot den dood des staatsmansverstonden zij hunne belangen goed, dan moesten zij deze gelegenheid met beide handen aangrijpen om hun persoonlijk verzet tegen Thorbeckes invloed, gedurende zijn leven, bij het volk weder goed te maken, want doen zij het niet, dan zal Thorbeckes, ook na zijn dood, steeds toenemende popu lariteit hen voor immer den weg tot de ministerieele zetels versperren. Gaan zij voort met die kleingeestige bestrijding van Thorbeckes vereering, dan zal het standbeeld dat toch zeker voor den staatsman, ondanks hunne tegenkanting zal verrijzen, steeds als een dreigend teeken tegen hen over staan. Maar daarenboven moesten zij de zaak ook eens uit een hooger punt bezien. Wat wil onze natie allereerst in Thorbecke veieeren? Is het niet zijn buitengewone werk zaamheid, zijn adel van karakter, zijn eenvoudigheid van levenswijze, zijnstrengheid van zeden, zyn eerbied voor den godsdienst, zijn onbaatzuchtigheid? Ea zoude het nu niet, ook uit het oogpunt dér behoudsmannen, zijn nut kunnen hebben dat aan een persoon, die al deze deugden in zich vereenigde, na zijn dood een. blijvende hulde werd gebracht? Zoude die hulde niet kunnen dienen om de natie op te wek ken tot navolging van zulke deugden? Zoude er in die hulde iets zijn, waar ieder Nederlander, zij hy dan ook in zyn hart vijandig gezind tegen de grondwet van 1848, zich ■niet mede kon vereenigen? In aller belang is het, dat de aan Thorbecke toegebrachte buide uitga van de geheele natie. Bij de oprichting van zijn standbeeld ghiveero men op het voetstuk nietdegrond- Wets-herziening van 1848, niet de ondérwijswet van 1857, iniet het Amsterdamsche kanaal van 1863, maar aan de jeene zyde schrijve men Vondels dichtregel aan J. de Witt gewyd: y Bekoort door niemands gunst,-verschrikt door rtiemanJs haat; en aan de andere zydè COURANT. A D V E BjT üDïISNi Prijs: van 1 lot 10 gewone regels f\ OO; iedere regel meer f 0 10. Voor den werkenden stand en voor woldidigheidde helft van den prijs. de vraag door denzelfden dichter aan de schim van den Amsterdamschen Cato, den burgemeester Hooft gedaan. Wat liet ge uw kindren na toen 't levenslicht wou neigen? En het daarop volgend treilend antwoord. Indien 't gemeen u roept, bezorgt het als uw eigen. Of wil men andere toepasselijke regels, men sla Vondel open, want vreemd als het schijne moge, toch is het niet minder waar, dat Vondel daar, waar hij de staatslieden van - zyn tijd wil verheerlijken, bijna altijd eigenschappen ver meldt, die Thorbecke ir het bijzonder eigen waren. Moge dan de Nederlandsche natie, ondanks het partijdig ge schreeuw van sommige conservatieven, voortgaan met te raadplegen over de beste wijze waarop zij de gedachtenis v an haar grootsten staatsman kan vereeren. JSeh. Ot.) Hoezeer men in den strijd ODzer dagen zijn kracht door het prijs geven van begipselen, in hoe kleine mate ook, verzwakt, blijkt alweêr uit het waarschuwend voorbeeld van de Kreuzzeitung. Zij gaf onlangs het gewijzigd program harer (oorspronkelijk de anti-revolutionaire richting JèrJ tegenwoordigende) partij, en kondigde daarmee haar fór- meel opgaan in de toongevende meerderheid aan, ofschoon tegelijk oen machtelooze poging beproevende om in enkele gewichtige punten haar zelfstandigheid te handhaven. Welk onthaal vindt zij nu voor dat prijsgeven van haar verleden, bij hen wier vriendscfiap, wier welwillendheid althans haar eerste belooning behoorde te zijn Dit, datda Norddeutsihe Allgemeine Zeitung haar smadend toeduwt: Gij de ver tegenwoordigster eener conservatieve politieke partij? 1 Ge zijt niets meer dan «het wegkwijnend orgaan eener kleine kliek, die op de hoogte des tijds meent te zijn wan neer ze slechts, als een staatkundige koekkoek, inelknom- mer «Liberalisme!" roept. Bestaat hierin ook eenige overeenkomst met zeker Dagblad. In het Deventer Weekblad van gisteren bericht de heer van Vloten, dat hij te Brussel een woonsteê zal gaan zoeken, doch dat hij bevorens hiertoe over te gaan het in zake den heer Mosselmans door dearrondissements-recht- bank te Deventer uitgesproken vonnis aan het oordeel van een ander rechtslichaam zal onderwerpen, en de daartoe vereischte voorbereidende stappen zal doen. Met dit laatste halfjaarsche weekbladnommer zal de heer van .Vloten de pen daarin voor goed neerleggen en zal er voortaan te Deventer niets anders van hem ter perse worden gelegd, dan hetgeen er in uitgave bij den heer ter Gunne van hem verschijnt. De uitgever van het Deventer Weekblad bericht, Sat hij een nieuwe redaetiè heeft gevonden. De richting, doèr den vorigen redacteur voorgestaan, zal eveneens do&r tijn opvolger worden gevolgd. 4 Ia de vorige week is een schipper, die met zijtf vaar tuig bij Deventer in dénlJssel lag, plotseling krankzinnig geworden, zoodathij naar het krankziimigen-gestichtmoest vervoerd worden. Naar men verneemt moet de tofen ge- heerscht hebbende hitte hiervan de oorzaak zijn. Den 14 Juli zal te Lubeck gehoudenyvorden eéb con gres van philotelisten. Onze lezers, die niét mochten veten wat philotelisten zyn èn nogtans misschien zelf, onbèwast, er toe behooren, deelen wij mede, dat aldus verzamelaars van postzegels heeten. Of het congres ook door Nèderlaad- sche philotelisten zal worden bijgewoond, betwijfelen wij, ofschoon ook hier hun aantal legio is. Misschien zou het niet onaaardig wezen dat zij, die in de gelegenheid varen het eenigszins te kunnennagaan, een berekeninggaven van het geld dat door den handel in postzegels wordt omgezet want er zijn ook op dit gebied maniacs, die betrekketyk' gfoote sommen besteden voor postzegels^ die slechts eenige stuivers kosten. In Londen is een centraal-depót, waarheen postzegels uit alle oorden der wereld worden geëxpedieerd. Daar worden zij gesorteerd en in stellen naar vers'cltlHetfde landen gezonden. Men zegt, dat het Londensche hu'rigoedé zaken doet; maar indirect sticht het ook nut. Het is óns althans bekend, dat de prijs, dien het betaalt voor de post zegels uit Nederland door henwelke dien ontvangen, be steed wordt om behoeftige kinderen te doen verplegen. Die" leverancier uit philantropie, ontvangt zijn leverantie uit Nederland ten geschenke, waar de postzegels wederuit be reidwilligheid belangeloos door particulieren worden bij eengezameld. Op die wyze worden èr van tijd tot tijd- tiendnizenden naar Engeland overgemaakt, waarvan flM opbrengst tot genoemd liefdadig doel aangewend wordt.' *lj (Ar/th. Ot.) Dczo regels van Vondel belmoren m. i. onder de schoon- sten die ooit uit zijn pen zyn gevloeid; zij komen voor in den bekenden Roskam: zij volgen op de regels: Nooit roept go 't bloed en merg der scliamele genaeent, Noch stopte de oofen voor haar rammelend gebcent. Die vraag, die door den dichter eigenlijk onbeantwoord wordt igelaten is daarom zoo sclioon omdat hij van zoo .nlgemeone bekendheid acht, dat de Amsterdamsche burgemeester niets naliet dat hy het antwoord aan den lezer over kon laten, maar zegt hij, hy liet zyne zonen, tot eenige nalatenscliap deze les na: indien 't gemeen n roept;'bezorgt het als uw eigen. Omlertusschen was des dichters zoon, onze grootte dichter P, C. Hooft, vry vermogend. Hoe veel toepasselijker zyn dan Vondels woorden op .Thorbecke dan op Hooft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1872 | | pagina 1