t A». 1872. Zaterdag 6 Juli. M 2908. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Per T e i e g r a a f Prijzen van Coupons-en losbare Obligation. 's GB.ATENttA.GE. Heden 5 Juli. Het nieuwe ministerie is benoemd en bestaat uit: Justitie, mr. G. de Vries, lid van den raad van state; Koloniën, LD. Fransen van de Putle, lid van de tweede kamer; Binnenlandsche Zaken, mr. J. H. Geertsema, lid van den raad van state; Financiën, mr. A van Delden, lid van de tweede kamer; Buitenlandsche Zaken. mr.J.L.H.A.baronGericke; Marine,L G.Brocx; Oorlog, generaal-majoor graaf van Limburg Stirura. BINNENLAWDSCHE BERICHTEN. INGEZONDEN. STEDELIJK NIEUWS. CARGALIJSTEN. COURANT. A B ONNBKEIII: Abonnementsprijsper Drio Maandenf 1.85. Franco per Post, door hel geheels Kijk 2.50. (Ilrleven Franco.) ADVEBTBNTIEN: [hijs: van 1 tol 10 gewone regels 00; iedere regel meer ƒ0.10. Voor den werkenden slnnd en voor weldadigheid, do lielfl van don prijs. SCHIEDAM, 5 Juli 1872. Heden wordt alhier op de gebruikelijke wijze herdacht de verjaardag van H. K. H, prinses Maria, gemalin van Z. D. H. den prins von Wied, Jl, Woensdag hield de commissie tot regeling der feesten van 1 April hare laatste bijeenkomst, waarin de rekening en verantwoording, alsook andere bescheiden werden overgelegd, en die besloten werd door een vriend schappelijk diner, waarop menige hartelijke toast werd uitgebracht, o. a. een op Z. M. den koning, op welken toast, overgeseind zijnde, het volgend antwoord kwam De koning bedankt de feestcommissie voor 1 April 1872 van aan Hd. gedacht te hebben bij de vergadering die een einde zette aan haar vaderlandsch werk. Adjudant van dienst Dumonceau. Gisteren avond,omstreeks halfnegen ure, had P. Gage- stein de Buitenhaven overgezwommen en wilde ook weder terugkeeren. Halverwege gekomen zijnde bemerkten de op den wal staande toeschouwers dat hem de krachten schenen te begeven, en gingen twee personen te water om hem te helpen. Inmiddels werd iemand, die met een boot in de nabijheid was, op dit ongeval opmerkzaam gemaakt en kwam ter plaatse waar de tot hulp toegeschoten mannen den drenkeling boven water hielden, die in de boot werd geholpen. Ofschoon nog teekens van leven gevende, toen hij in de branderij van de heeren Roodenburg en Bresser gebracht was, is hij echter spoedig daarna overleden. "Wij nemen uit het Godsdienstig Album, onder redactie van J. P. Keyser en A. G. van Hamel, de onderstaande, door professor L, W. E. Rauwenhoff, aan Thorbeeke ge wijde regelen over, niet twijfelende of de lezing daarvan zal velen genoegen doen. 1HOBBECKE. Zij gingen van Gilgal naar Bethel, van Bethel naar Jericho, van Jericho naar de overzij van den Jordaandaar had Elia .het eind van zijn tocht bereikt. En Eliza was hem op den lan gen weg gevolgd, liet hart vol van bange vrees, dat het voor hem de laatste gang met zijn grooten meester zou zijn. Te ver geefs, dat hij soms die angstige verwachting van zich zocht te werpendaar kwamen zelfs de profetenzonen tot hem en fluisterden: weet gij, dat de Heer heden uwen heer van uw hoofd zal wegnemen Zij hadden het dan ook gezien en zij spraken uit, wat hij voor zichzelf nog niet onder woorden had durven brengen. Achhad hij hun geantwoord, ik weet het -ook wel, doch gij, zwijgt gij stil. "Wij wisten het ook wel, dat wij den grooten meester niet lang meer zouden houden. Maar telkens als iemand in onze omgeving het onverholon uitsprakThorbeeke gaat sterven dan.sneed, het ons door de ziel, en zouden wij hebben willen antwoordenwij weten het ook wel, doch gij, zwijg gij stil. .iWij moesten ons nog gewennen aan het denkbeeld, dat hij er niet meer zou zijn. Hadden wij ook niet sinds het vierde eener eeuw het eerst aan hem gedacht, zoodra er sprake was van liet „.belang van't vaderland? Hechtten zich niet aan zijn naam de schoonste herinneringen van ons later volksbostaan Was hij niet geweestzoowel in^de regeering als tegenover haar, de man waarop het aankwam, wiens woord den doorslag gaf in 's lands vergaderzaal? Had niot, vóór een tweetal jaren, toen de oorlog tusschon twoo groote mogendheden bezorgdheid wekte voor onze eigen vrijheid, de volksstom bijna instinctmatig geroepen om Thorhocko aan het oer van den Staat? Er was een tijd geweest, dat zijn naam als een partijleus gold, en dat ernstige mannen niets dan onheil profeteerden van het geen zij smadelijk Thorbeckianisme heetten. Zoo was het sinds lang niet meer. Hij had zijne tegenstanders verwezen naar zijne dadon en die daden haddon gesproken van trouw aan beginse len'^ zedelijken ernstp rechtvaardigheid, zoo luide, zoo aanhou dend, dat de tegenstand daarvoor was bezweken. Niet meereen partijteus was aan liet einde van zijn loopbaan die eenmagl zoo gevreesde naam, veeleer do voan, waarom zich de ernstige gees ten en do eerlijke vrienden van vooruitgang met hartelijke toe- wij ding schaarden. 5 Nog geen, twintig jaar was het geleden] dat het protestant- -v t sche Nedeiland togen hem was opgestaan, en, wat hij noemde een volkswaan van don dag hem tijdelijk uit zijn werkkring had genikt. Zou men het golooven, dat de Aprilbeweging nog op zoo korten afstand ligt, wanneer men thans uitalle doelen van diezelfde protostantsche kerk de weeklacht over zijn heengaan hoort? Toch liad hij niet door partijdig gunstbetoon getracht te herwinnen, wat hij toen scheon te hebben verspeeld. Hij wachtte rustig af, dat die volkswaan voorbij trok, en hervatte toen zijn werk, cn hot Vei trouwen keerde weder, jaar aan jaar sterker, zoodat aan het einda menig kerkman tot hem opzag als tot dan staatsman, wions rechtvaardig beloid een vasten waar borg opleverde tegen miskenning an de rechten dor kerk. Dat alles kwam ons voor den geest bij het hooren van die verontrustende berichten, dio weldra geen ruimte voor eenigo hoop meer schenen over te laten. Wij wisten, dat hij er binnen weinige dagen of uren niet meer zou zijn. Wij wisten het, maar als iemand het onverholen uitsprak Thorbeeke gaat stervendan zouden wij hebben willen ant woorden: wij weten het ook wel, docli gij, zwijg gij stil Wat Eliza gevreesd had, gebeurde. Zijn meester word van hem weggenomen. En daar hij liet ziet, barst hij los in den smartkreetmijn vader! mijn vaderwagen Israels en zijne ruiteron I Dat was hij waarlijk geweest, de man, die voor niets anders dan voor de heiligste belangen des volks bad geleefd, die zich overal en altijd in do bres had gesteld voor godsdienst en zede lijkheid, die oriversadgil liot hoofd had geboden, zoowel aan eon goddeloozen koning als aan een oproerige volksmenigte. Hij liad aan liet volksbestaan kracht en waardigheid gegeven, en daarmee had hij voor zijn vaderland meer gedaan dan ooit de goduclitste wapenmacht zou hebben vermocht. Mijn vader 1 mijn vader I wagen Israels en zijne ruitoren I Dat woord weerklinkt in ons hart, waar wij staan voor do ledige plaats dio Thorbeeke in ons volksloven acbterHet. Hij was geen man van geweld. Hit het stilie heiligdom der studie was hij overgegaan in den staatkundigen werkkring. Geen andere wapenen had hij gehanteerd dan liet ernstig den ken cn hot vrije woord. Wetgeving en bestuur, bevordering van beschaving cn nijverheid, aanmoediging van alle zodelijko en stolfelijke volksbelangen, dat was het oenig arbeidsveld, waarop hij zich had bewogen. Zoo was niets meer vreemd aan zijne persoonlijkheid dan het denkbeeld van wapengeweld en was het een aardige ironie, toen hij, de nu roeds meer dan zeventigjarige, bij zijn laatste optredon als minister, zicli aan de volksvertegenwooidiging had voorgesteld als komendo met hot geweer op schouder. Toch is hij met dio rustige vreedzame werkzaamheid waarlijk de wagenon en ruiteren des vaderlands geweest. Want hij heeft aan ons volk eon krachtgegeven, die meer beteekent dan alle hulpmiddelen van weerbaarheid. Hij heeft onder ons den con- stitutioneelen zin gewekt en ons tot het vrije constitutioncele leven ingeleid. Van hem meer dan van iemand audeis hebben wij geleerd eerbied te hebben voor de wet en te vertrouwen op de beginselen van een vrij en vooruitstrevend volksbestaan. Onder zijn bestuur hebben wij meer moed gevat op onze toe komst en is er bij ons meer ijver gewekt voor het opsporen en ontsluiten der bronnen van volkswelvaart. Hij beeft onze Iagero en middelbare school tot een maclit gemaakt, niet alleen van ontwikkeling, maar ook van verdraagzaamheid en echten bur gerzin. Hij heeft aan don godsdienst zijn eer en recht gelaten, maar tevens aan de kerk liare natuurlijke grenzen aangewezen, waardoor haar de pas voor ongeoorloofde inmenging in do staatkunde is afgesneden. Zoo was zijn geheele werkzaamheid aangelegd op opwekking en versterking van den volksgeest, zoo was zijn bestuur een aanhoudende oefening van liet volk in een grondwettig en daarom tevens in een vrij, staatkundig en maatschappelijk leven. Voor dio taak, die hij onder ons hoeft vervuld, had hij van de natuur een zeldzamen aanleg meegekregen. Ruimto van blik gepaard aan zeldzame scherpzinnigheid, zedelijke moed bij verstandig beleid, de kunst van spreken en de kunst van zwijgen daarbij alles was in hem veroonigd, wat in den echten staatsman wordt veroisclit. Maar wat dat alles tot zulk een rijke bron van zegen voor ons land heeft gemaakt, wat hem een plaats in ons volksbestaan heeft doen innemen, die niet spoedig weer door eoa ander zal worden aangevuld, dat is do adel van zijn karakter, de hooge rechtschapenheid die zijn gansclio leven bestuurde. Hij was nietÏMlleen oen man van talent, hij was ook ooa edel mensch, on2aari:i vooral vinden wij de verklaring van den maclitigen invloed, dien hij op zijno tijdgenootcn heeft uitgeoefend. Nog ééne laatste hedo had Eliza in lu t oogenblik dor scboiding tot zijn meestor gericht. »Dnt er twee deeien van uwen geest op mij mogen zijn." Zoo had hij gevraagd. Wat zouden wij boters kunnen vragen bij het afscheid van hem, wien ons volk zoo lang als zijn meester heeft geöerd on gevolgd? Voor wion zullen wij hot vragen Voor zijn opvolger? Ja, dat hij, op wiens schouders des profeten mantol neervalt, ook de erfgenaam moge worden van den geest van dezen profeetl Maar de wettige erfgenaam van dien geest is toch niet alleen do/.e of gene staatsman die don ledigen zetel in het landsbestuur zal innemen, Neen, do wettige erfgenaam is het gansclio Nederlandsche volk, waarvoor Thorbeeke geleefd en gewerkt heeft Ons volk moot het vragendat er twee doelen van uwen geest op ons mogen zijn I twee deelen van dien geest van ernst, van zelfbeheersehing, van verdraagzaamheid, van moedig vertrouwen twee deelen van dien geest, dio den waren burger vormt on die do toekomst van het vaderland verzekert 1 twee deelen van dien geest, waarvoor onze vaderen den sclioonen naam gebruiktenvroom en vroed! Dat zij do hulde door het Nederlandsche volk aan de nage dachtenis van Thorbeeke gebracht. X vraagt, waarom de sloot langs de Algem. Begraafplaats thans droog staat, daar deze (gebruikt wordende tot ver zamelplaats van vuilnis en faecale stoffen) een ondragèlijken stank verspreidt. SC H A AK W UDSTR 1.1 D TUSSCHEN 'S GRAVENHAGE. AMSTERDAM. (Wit.) (SEvrart.) Staud der partij na den 35en zet van zwart ABCDEFdH BURGERLIJKE STAND. Geboren: 3 Juli. Agatha Maria Elisabeth, dochter van J, H. Zoetmulder en M. O. Hodes,- Kreupelstraat. Hen- ricus Gerardus Johannes, zoon van H. Leenders en L. S. A. ICathagen, Kethelstraat. 4 Antonia Maria, dochter van M. H. ÏCouwenhoven en C. M. Scholte, Roosbeek Overleden: 4 Juli. Pieter Jordaans, oud 5 maanden, Broersvest. MARKTPRIJZEN AAN DE BEURS TE SCHIEDAM, van den 5 Juli 1872. Roggeper 2100 kilo's Fransclie f205 Ct.f 204 Ct. Gerst: per 1950 kilo's gedr. Straalsuud f2156/w. N. Libau f204 6/w.dito f200 Ct. Moutwijn: f 13% per Vat Ct. Jenever: Amsterd. Proef, f 17', a A f48 per heet. Ct. zonder fusten zonder belasting. Spoeling: f 0.20 per ketel. Bi] de Schiedamsche SpoelingrVereeniging, f 0.30 per ketel. IIAiNGOON. Ottolm.i, k. VY Ouwehand, 18250 balen ilijsl. 513 ba ten Kaloen. 5805 Imssen Honing. ISIGA. bauiils, P. 0. llorlense, 1730 Ischw, Gerst. 4 Juli. Met. 9 21 C. M Nation Md. in Zilv. 25 G. M lliv in ling. lïllsMM Portugal. Fr.msclie. Itelgisclie. Pruisische Hanib, Kussen 22.37'/, 24 50 11 95 tl 9a 50% 56% 35%- ftuss in Z. II. pap, R. Polen in Z. It. In FL Sp. Piasters - Fr.insrho Amcr. in Dol. in papier Oosten rjjkseho Bank-adiën. f 32% 242 211'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1872 | | pagina 1