E
i
Vrijdag 27 September.
Verschijot dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
ui
A". 1871
M 2067.
B1HTEMLAWDSCHE BERICHTE*.
'i<
"Sr 5 1
■tf
rif;
5 .1
urn
COURANT.
AB ONNEMElfT:
Abon nomen tsprijsper Drie Maanden
Franco per Post, door licl geheele Rijk
f 1.85.
2.50
(Brieven Franco.)
Uit Nisjni-Novogorod wordt, onder dagteekening van
10 September, het volgende geschreven
ïDen 3den September, des avonds ten 7 ure, zou in den
schouwburg van dat Russische Leipzig een zoogenaamd
spektakelstuk gegeven worden, getiteldMisdaad en ver
gelding. Be Russen hebben een bijzondere liefde voor der
gelijke onderwerpen, en waren dus in grooten getale in de
ruime schouwburgzaal aanwezig. Onder de toeschouwers
bemerkte men de hoogste militaire en civiele autoriteiten.
Zoodra alle plaatsen bezet waren, ging de gordijn op. In de
eerste acte werd in alle kleuren en geuren een afschuwelijk
misdrijf vertoond. De aandacht was op het tooneel gericht;
nauwelijks durfde men ademhalenmet de meest mogelijke
opmerkzaamheid volgde men hetgeen door de tooneel-
spelers gezegd en gedaan werd. Plotseling knalde een
schot en een lichte rookwolk vulde het bovengedeelte van
den tempel der muzen. »Brandbrand I" klonk het daarop
van alle zijden. Alles dringt met ontzettende haast naar
de deuren, die echter allen op één na gesloten worden be
vonden. Hen kan zich geen voorstelling maken van den
afgrijselijken angst van het publiekzonder complimenten
liep men over elkanders schouders en hoofden. Van deze
omstandigheden nu trokken eenige schavuiten, die de heele
historie hadden op touw gezet, party, om met ongehoorde
brutaliteit aan de dames de oorbellen van de ooren te
rukken, aan de heeren hunne horloges en beurzen afhandig
te maken, ja, zelfs de hemdknoopjes uit de overhemden te
snijden. "Wie was er echter, die ducht aan tegenweer? "VVie
gaf iets om dergelijke verliezen, op een oogenblik dat het
alleen te doen was om coüte que coüte het leven te redden
Het helsche spektakel, het doodelijke gedrang duurde onge
veer tien minuten, totdat een aantal politiemannen aan
rukten. die, na een onderzoek te hebben ingesteld, de
verzekering gaven: »Er is geen brand, alles is in orde
Toen de massa eindelijk tot bedaren was gekom^i, begon
men eerst de waarde ;van de ontstolen voorwerpen te be
seffen deze wordt op niet minder dan een miilioen roebels
begroot. Bovendien zijn eenige menschenlevens te betreu
ren. Drie mannen en een vrouw werden afschuwelijk
verwond naar het gasthuis vervoerd; een kind is totaal
vertrapt; een tooneelspeelstey was van het tooneel in het
parterre gevallen, en had daardoor een gevaarlijke hersen
schudding bekomen. De politie maakte zich meester van
zeven personen, die echter, zooals later bleek, onschuldig
wai;en, terwijl de boosdoeners-zelf waarschijnlijk opeen
afstand de vrucht hunner misdaad op hun gemak genieten."
Wat sinds lang gevreesd werd, is geschied: de knechts
van menigte bakkers te Londen hebben den arbeid gestaakt.
De bevolking behoeft nu wel niet te vreezen, zonder brood
gelaten te worden; maar toch heeft zij reeds dadelijk
't ongerief van deze strike moeten gevoelen. Dat echter dit
ongerief verergeren of lang duren zal, is niet te denken
vooreerst, omdat 't aan toevoer van brood niet zal ont
broken; en ten tweede omdat de strijd vermoedelijk piet
lang zal volgehouden worden, daar noch de belangen der
bakkers, noch de kas van de thans leegloopende knechts
dit veroorlooven zouden. De afloop die de Times tegemoet
ziet is daarom deze: de tot dusver halstarrige patroons
zullen spoedig toegevenzij zullen er in berusten, dat dc
werkuren van 's ochtends 4 tot 's avonds 4 gesteld worden
en vervolgens, ieder voor zich, door extra loon hun
knechts overreden om, waar de bakkerij 't dringend eischt,
vroeger te beginnen, of over tijd te arbeiden. Één vor
dering hoopt de Times dat de knechts zullen willen laten
glippen: die van afschaffing van Zondagsbakken. En
waarom? Omdat, moest's Zondagsde oven koud blijven,
duizenden gezinnen van werklieden hun Zondagsniaal
zouden moeten missen. Te Londen, namelijk, pleegt de.
mindere man zijn Zondagschen schotel bij den bakker te
doen braden; hij krijgt liem daardoor goedkoop en wel
bereid op tafel; terwijl hij anders veel brandstof zou moeten
verspillen* en toch nog, daar de vrouw gewoonlijk weinig
of niets van de kookkunst verstaat, alle leans zou hebben
om zijn eenig goed wekelijksch maal bedorven te vinden.
De Times doet een beroep op de bakkersknechts om, uit
humaniteit voor hun gelijken, niet aan te. dringen op
gehcele afschaffing van den Zondogsarbeid.
Het eerste dagblad, dat in Engeland met de stoom-
pers gedrukt word, is de Times van 28 Nov, '1815. Vóór
dien tijd werden de dagbladen gedrukt met de handpers,
en wel 230 per uur, en slechts aan een zijdemen mag dus
niet meer rekenen dan 115 per uur. De bovengenoemde
stoompers gaf, 900 aan beide zijden gedrukte bladen per
urn-, en men was toen dus aanmerkelijk vooruitgegaan.
Tot vóór vij f of zesjaren was bet door het maken van clichés
op de eenmaal gezette letters, reeds mogelijk geworden, om
drie tot vierduizend bladen per uur te leveren. Het bezwaar
echter, dat de bladen eerst 'aan de eene, en dan aan de
andere zijde moesten gedrukt worden, bleef bestaan en ver
traagde het werk. Drie uitvinders hieven dat bezwaar op;
raisschieahereikte Marinoni het best dat doel. Met zijn in-
J ricÜting'Ttön men 144,000 exemplaren per uur verkrijgen.
In hoofdzaak bestaat zijn inrichting uit zes cilinders, die
naast elkander liggenno. 1 is de cilinder, die den inkt
verschaft; no. 2 do clichés, dat is de afgietsels dor gezette
letter; no. 3 is de drukciUnder; hij maakt de oppervlakte
uit, waartegen de platen draaien, om het drukken tot stand
toebrengenno. 4 is gelijk aan no. 3 en dient voor de andere
zijde van het bladno. 5 komt met no. 2 overeen cu no. G
met uo. '1. Wauneer er groote bladen door een dubbel
werkende machine gedrukt worden, verkrijgt men er ge
woonlijk niet meer dan 20000 per uur, De bladen worden
hij het verlaten der persen in vier verschillende richtingen
verspreid.
Op het oud-Katholiek congres te Keulen heeft de
Munchencr hoogleeraar Fricdrich, als zijn persoonlijk ge
voelen, aangaande de invoering van horvoi mingen, en wel
voornamelijk die in betrekking tot liet priesterlijk celibaat,
de biecht en het gebruik der Latijusche taal in de kerkelijke
liturgie, het volgende te kennen gegeven
Ik mag niet ontveinzen, dat het voor mij een netelige
zaak is, over de afschaffing van liet priesterlijk celibaat te
spreken. Ik weet welk een hoog denkbeeld in het celibaat
ligt uitgedrukt; maar ik weet ook tot welke ongehoorde
slechte handelingen het aanleiding heeft gegeven. Inrnijn
Dagboek heb ik mij ten opzichte van dit laatste beroepen
op officieele stukken, die ik ter inzage heb gehad. Daaruit
heb ik aangetoond wat er ten gevolge van het celibaat ge
beurt, en ofschoon hetbisschoppelykordinariaat tegenover
mij en mijn geestverwanten gewoonlijk zeer veel schrijf!ust
aan den dag legt, heeft het toch geen enkele syllabe tegen
mijn uiteenzetting ten opzichte van dat punt aangevoerd.
Ik weet ook hoe rein en heilig het huwelijk isjk weet dat
er niets onheiligs, niets zondigs in ligt, en toch zou
ik niet gaarne hebben gezien, dat wij in onze congres-be
sluiten do afschaffing van het celibaat hadden opgenomen.
Trouwens, wij hebben erkend, dat dit niet een onzer drin
gendste behoeften is. Wij hebben erkend, dat wij, zoo als
wij hier vergaderd zijn, geen recht hadden daartoe te be
sluiten. "Wanneer eenmaal hetzij door terugkeering
onzer bisschoppen, hetzij door organisatie onzer oud-Katho
lieke gemeenten onze wettige organen zijn ingesteld;
wanneer wij eenmaal synodes hebben, die gerechtigd zijn
de opheffing van het celibaat tot een punt van overweging
te maken en vast te stellen, dan heb ik er niets tegen. Ik
wil hier alleen dit zeggen: Wanneer ooit het celibaat
wordt opgeheven, dan eerst zal de deugd vau het celibaat
zich in het ware licht vertoonen.
Wijders werd van ons verlangd, dat wij zouden besluiten
tot do afschaffing der biecht. Ik weet dat die afschaffing
een zeer diep gevoelde behoefte schijnt te zijn. Ik begrijp
ook zeer goed, dat de misbruiken die bij de biecht plaats
hebben, haar zelfs hatelijk maken. Evenwel, in vroegere
dagen was het cr anders mede gesteld, namelijk toen zij
nog niet was verbasterd door een geestelijke orde, door
diezelfde mannen, die thans liet Duitsche rijk moeten ver
laten en van de biecht misbruik hebben gemaakt tot bevor
dering hunner politiek id kerk en staat. Ilc ben er dan ook
volstrekt niet tegen, dat, xvanneer wij eenmaal bevoegde
kerkelijke organen hebben, er aan het misbruik der biecht
een einde wordt gemaakt.
Er is nog iets, waarnaar wij, Duitsche Katholieken, reeds
lang hebben gewenscht, namelijk dat het ons toch eindelijk
gegeven moge zijn, ter kerke in onze moedertaal tot onzen
God te spreken. Bij onderscheiden natiën wordt de liturgie
in de taal des larnls gelezen. De Grieken, Armeniërs,
Kopten, Russen, allen spi eken tot het Opperwezen in hun
eigen taalmaar ons bewoners van het Westen, ons wordt
het niet vergund onze smeekgebeden in liet Fransch of
Duitsch tot God op te zenden. En toch, de redenen, die
tegen liet gebruik der moedertaal worden aaugevoerd, zijn
van geen botcckenis.
Een vleesclih ouwer te Keulen, die o m zijn ondeugende
stroken algemeen bekend is, kwam dezer dagen in een dorp,
in de nabijheid van Keulen, by een boer om vee te koopen,
vond dezen echter niet te huis, doch wel zijn vrouw, die
bezig was boter in een vat te leggen. Terwijl hij met de
vrouw over een en ander spiak werd zij geroepen en ver
wijderde zich een oogenblik. Van deze gumtige gelegenheid
maakte de snaak gebruik om een jonge kat, die in het ver
trek liep, op te vangen en in het botervaatje te stoppen.
Met het onschuldigste gezicht van de wereld ging hij ver
volgens heen en zeide aan do vrouw, dat hij over een paar
dagen, als lrij van zijn reis terugkwam, wel eens zou aan
komen om haar man te spi eken. Toon de boerin kort daar
na wedor aan haar werk wilde gaan bemerkte zij hot guiten
stuk; het kaljewas dood en de boter bedorven. Des ande
ren daags komt echter ccn boerin met een groote klont boter
in don winkel van den vloeschhomver en zegt, dat do a> baas"
deze den vorigen dag bij baar besteld heeft. De vrouw des
huizes proeft dc boter, vindt ze lekker, niet te duur en be
taalt ze. Toon de vrouw van den vlceschhouwer een paar
dagen later, in bijzijn vau hnar echtgenoot, van dc boter ge
bruik maakte, werd daarin een dood katje gevonden! Do
vrouw luchtte de boerin duchtig uit, lmar man zeide niet
veel maar begreep cr alles van.
Financiers beweren te kunnen berekenen, dat het
ADVERTENTIE Nt
1
Prijs: van f lot 10 gewone regels (1 00; iedere regel meer (0,10.
Voor den werkenden stand en voor weldadigheidde helft van den prijs.
bankieishuis Bisschoffsheim en Goldschmidt bij de jongste
Fransche leoning van vijf miljarden niet minder dan twintig
miilioen gulden heeft verdiend. En nu klagen de heeren
aan de beurs nog over den slechten tijd
La Patrio deelt de volgende bijzonderheid vanNoord-
sche etiquette mede. Keizer Wilhelm zal de Souvereinen
van Rusland en Oostenrijk een tegenbezoek brengen, doch
onder de regelen der etiquette is er een, waarover men het
niet eens kan worden. Toon de Czaar te Berlijn kwam werd
het den Pruisischen officieren toegestaan 'om de hand van
den Czaar te kussen, overeenkomstig de oude gewoonte.
Doch nu keizer Wilhelm naar St. Petersburg zal komen,
weigeren de Russische officieren bepaald om het zelfde te
doen. In dat keizerrijk is de plechtigheid van de hand te
kussen alleen gebruikelijk eens in liet jaar en dat wel alleen
bij de keizerin-moeder en de regeerendc keizerin. Dus bij
geen keizer of prins.
De plantentuin te Parijs is dezer dagen met een ge
was vei rij kt, waarvan de bloemen de eigenschap hebben
om vliegen te vangen. De bladen van die plant van bet
teederst rosé, zijn bezet met een soort van microscopische
baartjes, die een stroopachtigc en kleverige vloeistof uit-
zwceten. Zoodra nu een onvoorzichtige vlieg, verleid door
den geur van de bloem, zich op haar bladeren neerzet en
haar slurf in hot sap steekt, is het gedaan met de snoepster.
De bloem omknelt de vlieg als een spin en sluit zich zoo vast
om het dier, dat het vruchteloos moeite doet om zich los
te werken.
Te Petit-Bicêtre, in den omtrek van Parijs, is een
honderdjarig man gestorven, Odiot genaamd. In 1770 ge- i
boren, voer hij als kajuitsjongen op 't oorlogschip de Ocian
naar 't eiland Réunion, waar hij willekeurig zijn ontslag
nam, anders gezegd deserteerde, en in dienst trad bij een
rijk planter, die hem tot zoon aannam. In 1788 in Frankrijk"
teruggekeerd werd hij gevangen genomen en bleef vier jaar
op 'tfort Lamalgue. Daarop ontslagen, begaf hij zich naar
Parijs waar hij tot cipier in de gevangenis des Carmes be
noemd werd. Hij bleef er tot aan 't Directoire, toen hij als
grenadier onder consul Napoleon dienst nam. Tot 1815
toe deed hij alle veldslagen meê. Na de honderd dagen in
de koninklijke garde opgenomen werd hij zoetelaar in een
regiment Zwitsers en vraagde in 4830 als zoodanig zijn
ontslag. Aanvankelijk leefde hy van zijn sober pensioentje,'
maar zich op een fraaien dag z'ijn aangenomen-zoonschap
te binnen brengende, deed hij zijne rechten bij de regeering
gelden, die hem een schadeloosstelling van 100,000 fr. toe
stond, welk vermogen hij, zonder bloedverwanten zijnde,
aan inrichtingen van weldadigheid vermaakte.
De Courrier de France behelst een artikel of brief
van den heer Mittchell aau den heer Paul de Cassagnac,
waarin herinnerd wordt aan een gesprek, dat beide Bona-
partisten den 14 Juli '1870, dat is eenige dagen vóór de
oorlogsverklaring aan Pruisen, gehad hebben.
Mittchell kwam dien dag uit het hotel van den minister
van justitie, toen hij de Cassagnac ontmoette, die er aller
vergenoegdst uitzag.
Ik heb den hcorOllivier gesproken, zeide Mittchell, God
dank, do vrede is verzekerd. ^tr v
Dc Cassagnac antwoorddèr Én mijn vader heeft voor
een uur St. Cloud verlaten, waar hij den keizer gesproken
heeft. De oorlog is beslist.
Alzoo, laat Mittchell in den Gourrier er op volgen, wilde
de minister den vrede en de keizer maakte zich ten oorlog
gereed. Wat is er dan toch op dien vervvenschten dag op
St. Cloud voorgevallen? Wij welen het niet.
In Italië hcerseht zekere spanning, tengevolge van
de houding van den koning, zijn huis en ministene. De
koning, zegt men, wil niet van Rome weten en bemoeit
zich meer met zijn biechtvader en de jacht dan met de be-
langeu van het land. Hij weigert niet alleen om in
z'ijn hoofdstad te komen, maar heeft er op aangedron
gen dat ook de kroonprins dit voorbeeld zal volgen.
Dc kroonprinses Marguerita zal om redenen van gézosid-v
beid dezen winter niette Rome vertoeven. Iedereen begréép,
dat men liïer met diplomatieke gezondheid te'doen had)
zoodat dit bericht een ongunstigen indruk maakte. Toen
nu dezer dagen de jaardag van de verecniging van Rome
met Italië werd herdacht, was geen lid der koninklijke
familie in de hoofdstad aanwerg, waardoor alle officieele
beteekenis aan de viering van dien herinneringsdag werd
ontnomen. Op een groot feestmaal, dien dag gehouden,
werd een dronk voorgesteld op den koning. Er ontstond
een algemeene stilte, de aanwezigen ontvingen dit voorstel
zoo koel, dat de toast niet werd gedronken. Daarbij komt
de houding van de ministers, die willen temporiseeren en
de wet niet handhaven, waar die in botsing komt met som
mige geestelijke orden, zoo als blijkt uit het gebeurde te
Pisa, waar een jezuïeten-universiteit zou opgericht zijn,
indien het volk dit niet had belet. De orde der jezuïeten is
in de Italiaansche provinciën, Rome uitgezonderd, verboden.
Het Spaansche budget is bij de Cortes ingediend. De
Minister van Financiën meent dat 558,000,000 pesetas (it
00 cents.) voldoende zullen zijn om de uitgaven te bei"
strijden. De thesaurie heeft besloten geen wissels te doen1
pvolongeeren waarvoor-uieer dan 12 pCt. interest wordt
IÉ
if