Maandag 17 M o v e in b e r. A 1873. M 3ÏCI. (Ilrieven Franco.) BU1TEMLAMDSCHE BERICHTEfl. De dagbladen van de linkerzijde betreuren het zeer, dat de interpellatie Léon Say uitgesteld is geworden, hoe wel zij weder hunne ingenomenheid betuigen met de ver klaring van den maarschalk-president, dat het votum over de constitutioneele wetten niet zal afgescheiden worden van de machtsvei lenging. Over het algemeen is men van gevoelen, dat het onderhoud van den heer de Rémusat met den President, slechts geloopen heeft over onderwei pen van vredelievenden aard, waaromtrent zoodanige onder handelaars het niet gemakkelijk oneens zouden kunnen worden. De president heeft nu weder kunnen zien, dat mannen zooals de Rémusat c. s., volstrekt zulke re volutionairen niet zijn als men dezen had afgeschilderd en hij heeft in het wetsontwerp, dat de meerderheid der com missie gemaakt hoeft, tegelijk een bewijs van vei trouwen kunnen zien en een ernstig streven om de vrijheid te hand haven en aan het land die definitieve instellingen te geven die het vereïscht. Zondag, 2 November, is te Parijs in 77jarigen ouder dom overleden, dc heer Aug. de MetzJ directeur en mot den heer de Bretignièies de Courteilles stichter der land- bouw-kolonie van Mcttray, die tot model aan onder scheiden dergelijke inrichtingen in Frankrijk, in andere landen v au Euro pa en in Amerika heeft gestrekt. In vele huurrijtuigen te Londen vindt men tegen woordig een toestel waarmede de reiziger op een ge makkelijke wijze zijn bevelen aan den koetsier kan geven. Het bestaat nit twee wijzerplaten, de een op het slijkbord vóór den koetsier geplaatst, de ander in het rijtuig, onder het onmiddellijk bereik van den passagier. Op deze wijzer platen, die met elkander in verband staan, staan onder scheidene woorden, als: halt, rechts, links, snel, langzaam, keerm, naar huis enz, en de passagier behoeft de wijzer slechts op het verlangde woord te zetten, om een schel in beweging te brengen, die de opmerkzaamheid van den koetsier trekt, en hem op het wijzerbord de order te doen lezeD, Te Portsmouth had in de voi ige week een bokspartij ■plaats tusschen een liefhebber en een bokser van beroep. Een hunner is den volgenden dag aan de bekomen wonden over leden. Een talrijk publiek was, tegen entrée-geld, bij het gevecht tegenwoordig. In het aquarium te Brighton zijn eieren uitgekomen van de gevlekte rog; vijf maanden zijn noodig geweest voor de ontwikkeling der jonge rog in het ei. Men zal zich herinneren dat de jonge haaien in hetzelfde aquarium na een tijdvak van 6 maanden waren uitgekomen. Beide bijzonderheden waren tot dusverre niet bekend. In Augustus jl. heeft te Biussel een diefstal van 48,000 francs plaats gehad ten nadeele van den heer de Lantsheere, wisselagent, broeder van den Belgischen Minister van Justitie. De dader is thans gevat te Givet, het is de ex-pauselijke zouaafCasseur, die, naar men onderstelt, ook medeplichtig is aan den diefstal-Peneranda. Hij was op het kantoor van den heer de Lantsheere werkzaam toen hij den diefstal pleegde en heeft zich eerst naar Parijs be geven, doch in den laatsten tijd was hij weerinBelgie teruggekeerd, alwaar hij verschillende plaatsen bezocht. Uit Antwerpen wordt van 11 dezer gemeld Gisteren woedde den gansclien dag een hevige wind boven deze stad. n de rivier en de dokken is alles goed gebleven, doch in de Noordzee en op de kusten is het zeer erg toegegaan. Telegrammen, des avonds en den volgenden morgen op het loodshuis ontvangen, melden, dat daar een buitengewoon hevige storm heeft geheerseht. Niet minder dan 10 schepen zijn te Zoutelande op den droge geslagen; 6 zijn er weder vlot getaakt. Twee brikken, te Rassen gestrand, hebben hunne masten moeten kappen, en zijn waarschijnlijk vergaan; meu weet niet of het scheepsvolk gered is. De reddingsboot van het Belgisch loodswezen te Vlissingen, alsook de loodsbooten zijn ter plaatse gesneld, om de schipbreukelingen hulp te verleenen. Onder de schepen, gisteren gestrand, bevond zich de Duitsche bark JVereide, dezen morgen ia de haven alhier aangekomen. De kapitein gelooft niet dat het scheepsvolk der twee brikken, te Rassen vergaan, is gered. In het kanton Gedine der Belgische provincie Namen, heeft een troep wilde zwijnen een inval gedaan en groote verwoestingen onder de te velde staande aardappelen aan gericht. Er is door de hoeren een klopjacht op de beesten gehouden, waardoor menigeen zijn rooflust met den dood moest bekoopen; doch omgekeerd hebben de gevaarlijke dieren zich niet onbetuigd gelaten. Een boer o. a. werd door een zwijn de huik opengereten In het gebouw voor roofdieren in den Zoölogischen tuin te Berlijn is tegenwoordig een interessante kraam kamer. Zelden zal in Europa zooveel jong roofgebroed onder hetzelfde dak vereenigd zijn geweest. In 't laatst van Augustus werden twee leeuwen geboren, die zeer goed ontwikkelen en vroolijk zijndaai op volgde een panter, die in zijne tegenwoordige grootte geheel gelijk is aan een groote zwarte kat.' Verleden week voegden zich daarbjj twee tijgertjes, een paai tje, dat er heel aardig uitziet. De moeder schijnt volkomen geiust omtrent de veiligheid harcr jongen, zij laat ze door iedereen bewonderen en duldt zelfs dat de oppassers de jongen in de handen nemen Eindelijk vermeerderden voor een paar dagen 3 luipaardjes het gezelschap, zoodat zich in de kleine ruimte 4 kraam vrouwen met acht jongen, alle van het kattengeslacht, be vinden. Vrij algemeen trekt in de aandacht een strafproces tegen een vrouw Beata Weiss gelieeten, die zich ats mau veikleed aan talrijke misdrijven heeft schuldig gemaakt. Haar uiterlijk dat ter teiechtzitting veel aan een als eeu vrouw verkleede man deed den kon, was haar daarin zoor behulpzaam Onder de vele vormen waarin zij vermomd was, behooien o. a. die vau scliilderskuecht, daarna vau vaandrig in een Pruisisch regement in den oorlog van 1870, eindelijk van barmhaitigen broeder in het klooster te Bioslau, terwijl onder al die verschillende toestanden nimmer haar geslacht was uitgekomen. In Augustus 1872 sclnjut7ij voor ontdekking bevreesd tc zijn geweest en ont vluchtte voornoemd klooster, verschillende kleeren en ook een poi temonnaie met geld medenemende van de broeders met welke zijdezelfde cel bewoonde. Hierdoor werd alles ontdekt en werd zij tot 1 jaar en di ie maanden tuchthuis straf veroordeeld. Te Memphis (Tennessee), in de Vereenigde Staten, ziet het er nog steeds tieurig uit met de gele koorts. On danks verscheidene nachtvoisten heeft de ontzettende plaag niet opgehouden de ongelukkige stad te teistereu. Ruim 3000 ziekenoppassers, in dienst der liefdadige Howard-Association, dreigen met werkstaking en ver langen, iu plaats vau de tot nu betaalde drie, vijf dollars per dag. Onder de bestaande omstandigheden kan men hunne diensten niet ontberen, en moet de vereeniging aan den eisch toegeven, ofschoon hare middelen reeds bijna zijn uitgeput. De stad is thans geheel onder quarantaine, en het is voor de inwoners onmogelijk anders dan ter sluiks uit de stad te ontkomen. De geheime politie te New-York is er in geslaagd in de bergstreken van Noord-Carolina en Tennessee een bende valsche munsters te ontdekkenzestig personen zijn reeds in hechtenis genomen. Niet minder dan 90 bevelen tot inhechtenisneming zjjn gedaan en men hoopt weldra nog 15 hunner in handen te krijgen. De bende werkte in verschillende afdeelingen, die met elkander in verbinding stonden. Zij vervaardigde vijftig- centstukken, bankhiljetten vanlO dollars en staatsbiljetten van 50 dollars, ook Mexicaansche dollars werden vervalscht en reizigers die naar Texa3 of het zuid-westen gingen afge zet. Men was de bende reeds lang op het spoor en ver volgde haar over een uitgestrektheid van 6500 Eng. vierk. mijlen. Onder de gearresteerden bevinden zich juristen, artsen, vrederechters, postdirecteuren, griffleis, koop lieden enz. Door verscheidene bladen wordt de dood van den emir Abd-el-Kader aangekondigd, dieiu den ouderdom van 66 jaren te Mekka zou zjjn overleden. Lord Macartey, die, als buitengewoon gezant van H. M de Koningin van Eugeland bij den Keizer van China, de voor vreemdelingen hoogst zeldzame eer heeft genoten, om een gala-voorstelling in den Keizei lijken schouwbuig te Peking bij te wonen, deelt daaromtrent de volgende bijzondolheden mede. De voorstelling duurde niet minder dan twaalf dagen en twaalf nachten onafgebroken voort. Het spreekt van zelf, dat de toeschouwers gedurende dien tijd gaan en komen, eten, drinken en slapen; er zijn echter enkele liefhebbers onder het publiek die zich maar zelden verwijdeien en dau nog niet langer dan hoogstens een kwartier. In den twaalfden nacht, die het nee plus ultra der Chineeschetooneelspeelkunstwas, werd de vooi stelling besloten met een groote pautomime, die ten onderwerp had: het huwelijk van de zee mei de aarde. De beide ver loofden boden elkatider wederkeerig de schatten aan waarover zij te beschikken hebben. De aarde gaf tijgers, struisvogels, olifanten, kortom al hetgedieite datNoachin zijn ark opuam. Daarop volgde de zee met walvisschen, dolfijnen, schildpadden enz.; eindelijk kwamen ook sche pen, rotsen en koraalriffen voor den dag. Dit alles was slechts het voorspel eeuerallerbelangrijksteslot-scène: een groote walvisch kwatn tot voor het voetlicht en spoot toen een dikke waterstraal iu de hoogte. Op dit gezicht kwamen de toeschouwei s geheel en al in vervoering en als uit één mond ging de kreet op: dH'as! houng hahol" (heerlijk, uitmuntend). Een paar mandarijnen, die zich waaischijnlijk niet konden begrijpen, dat lord Macartey, die zijn Engelsch flegma geen oogenblik verloor, bij het zien van zooveel schoons en heerlijks, zoo bedaard kon blijven, meenden hem daarover eens een terechtwijzing te moeten toedienen en schreeuwden uit alle macht aan zijn oor»Has I houng haho 1" Wanneer bij dit alles wordt vergeleken wat het Euro- peesch tooueel. voornamelijk het Fmnsehe, zelfs in de grootste spectakel-stukken en toover-balletten, te aan schouwen geeft, dan moet men bekennen, dat dit bjj de dramatische kunst in het Hemeische Rijk nog verre ten achteren is. Of het echter te wenschen ware, dat men het in Eui opa ooit zoo ver bracht en of het Chineesehe tooueel in dit opzicht tot voorbeeld vau goeden smaak mag strekken, is een vraag die wij niet gaarne toestemmend beantwoorden zouden. Berichten van Timor melden dat in deu namiddag van '21 Februari op Allor een vrij sterke aard-en zeebeving plaats had, waarbij de zee tot drie malen toe tot een hoogte van circa 20 voet tegen de kust kwam cploopeu. Eenige woningen en cenig vee zijn door de golven mede- gesleept Op den 13 April jl. had er omstreeks midder nacht een uitbarsting van den Goenoeng-Api bij Eude plaats. Een ontzettende menigte steenen word uitdien vulkaan geworpen, terwijl oen aschregen nog den geheelen volgenden dag bleef aanhouden. Een 17tal menschen ver loor bij deze uitbaisting het leven. De zee had daarbij in de baai een zoo hoogen warmtegraad dat van verscheiden visschers, wier schuitjes verbrijzeld waren, bij het naar land zwemmen de huid geschroeid en afgeschilferd was. BIWWEHLAWDSCHE BERICHTEN. S CIIIE D A M15 November 1873. In een op gisterenavond gehouden vergadering der feestcommissie voor '14 Mei 1874 is het Bestuur daarvan samengesteld als volgt, de Ileereu: H. W. M. Roelants, voorzitter, J. S. M. de Groot, onder-voorzitter, J. C. San- der, eerste secretaris, W. L. Combé, tweede secretaris, P. Brillenburg, penningmeester, 3. F. Legner, H. M. C. Poortman en W. C. van der Schalk, Ter verduidelijking van een vroegere mededeeling, heeft's Konings Commissaris in de provincie Zuidholland, aan de gemeentebesturen ter kennis gebracht, dat de ont eigening van voorwerpen in aanraking geweest met lijders aan besmettelijke ziekten, uitsluitend van toepassing is op de ziekten genoemd in het eerste artikel der wet houdende voorzieniug tegen besmettelijke ziekten, of op die, waarop de wet krachtens het gemeld artikel van toepassing mocht worden verklaard. De bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders tot onteigening van voorwerpen, in aanraking geweest mot lijders aan andere besmettelijke ziekten dan in bedoeld wetsartikel zijn genoemd, blijft overigens, volgens de ziens wijze van den Minister van Bmnenlatidsche zaken, in haar geheel, behoudens inachtneming der voorschriften bij de onteigeningswet gesteld. Het wets-voorstel van de heeren Gratama, Idzerda en van Kerkwijk tot intrekking van de bijzondere bescher ming vau de jacht en het jachtbedrijf is thans gedrukt en van een zeer uitvoerige memorie van toelichting vergezeld. De voorstellers wenschen vooreerst de bepalingen op de visscherij in stand te houden, althans zich daarmede in dit wets-ontwerp niet te bemoeiener is groot onderscheid tusschen visscherij en jacht; de visscherij leverteen volks bestaan, een volksvoedseleen handelsartikel; het ver meerderen en de bescherming van de visschen en de visscherij is daarom niet zoo zeer in strjjd met beginselen van recht en staathuishoudkunde, en, voor zoover het dit is of mocht worden, is het te verdedigendo visch doet geen nadeel aan den landbouw; de visschen bederven het water niet; het wild daarentegen doet zeer veel nadeel aan den landbouwhet jagen is een zaak van weelde. Zij stellen daarom voor, om, behoudens een paar uit zonderingen, alles wat tot de jacht betrekking heeft, uit de wet van 13 Juni 1857 te doen vervallen en overigens de wet geheel in stand te houden. Zij bedoelen in te trekken de bijzondere bescherming die de Staat aan de jacht cn het jachtbedrijf verleent. Verder gaan zij niet, maar ook zoo ver gaan zij ten volle. Bestaande en erkende rechten latea de voorstellers ongedeerd. De Staat is volledig bevoegd, als hij iets bijzonder be schermt, om die bijzondere bescherming in te trekken. Hij is daartoe reeds naar algemeene beginselen verplicht, zoo dra die bescherming niet meer of in't geheel niet noodig is. Hoe veel te meer is dan de Staat tot intrekking ver plicht, wanneer die bescherming nadeelig werkt. De bedoeling van het wets-ontwerp is samen te vatten in deze heide stellingen: 1. Zonder verkiegenrechten te krenken vervalt de publieke actie2. De versterking van het recht van eigendom ook op niet afgesloten grondeu levert aan de grondeigenaren, vooral aan de grootere, een tegenwicht, dat voor hen van meer waarde is en tevens een dringenden eisch uitmaaakt van den tegenwoordigen tijd.1 Daarna treedt de memorie in een zeer uitvoerig onder zoek of betoog vau de navolgende punten, toegelicht door historische gegevens, rechterlijke uitspraken, literatuur eu administratieve beslissingen: 1. Wat is jacht? "Wat isjachtreclit, zoowel in het alge meen als naar art. 641B. W.2. De jachtwet strydt met beginselen vau natuurrecht en zedelijkheid; 3. De jachtwet is in strijd met de grondwet eu het burgerlijk wetboek; 4. De jachtwet strijdt met de beginselen der staathuis houdkunde; 5. De jachtwet verstoort een goede ver houding tusschen in't wild levende dieren; ze doet een ahI y i COURANT. ABONNEMENT: Abonnementsprijs, per Drie Minmien Cranco per Pott, door liet yeheete Rijt A D V E ft T E N T X E N: Prijs- van 1 tot 10 genone regel» /"I 00; 'i-ilcre regel meer 10 Voor den werkenden stmd en voor weldadigheid, de helft van den gnj<. -V >r fih'f i -* - 1 "1 -li 11 -i* «r-jt r »»- i -i j. -t f =-y i: v t r A J 1v

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1873 | | pagina 1