is?i.
M 3296.
D onderdag f$ Januari.
K
BUITEKUMDSCHE BERICHTEN.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
(Brieven Franco.)
Te Londen werd den 18 December het testament ge
opend van den heer Thomas Daring, chef van het huis
Baring Brothers. De executeuis verklaarden, dat de na
latenschap niet meer bedroeg dan 18 millioen gulden,
waarvan den Staat een recht toekwam van f.242,000.
Onder zijne legaten komt de bepaling voor, dat elk van de
vele personen, aan de zaak verbonden, een jaar tiactemeut
als erfenis ontvangt.
De eigenaars van steenkolenmijnen beginnen ver
legen te geraken. De voorraad kolen aan de mynen in
Engeland, Belgie en Duitschland wordt zoo groot en de
afzet vermindert voortdurend, zoodat er ernstig aan 't
verminderen van den kunstmntig opgedreven prijs moet
gedacht worden. Engeland is eeds voorgegaan en Belgie,
dat veel aan Frankrijk leverde, moest volgen; reeds is
daar den mijnwerkers aangezegd den arbeid te staken of
zich tevreden te stellen met een vermindering van 15
percent op hun loon. Met het oog op den opgestapelde»
vooiraad, hebben zij zonder mori en het laatste gekozen.
Met het oog op die omstandigheden zijn de mijn
eigenaars van Rijnland en Westphnlen bijeengekomen,
om over een reductie van den prijs te beraadslagen,
't Bleek op die vergadering dat weinig of geen contracten
vóór 1874 waren gesloten, zoodat in de grootste onzeker-
hèid moest voortgewerkt worden, en de kans op aan-
Ziënlijke verliezen, bij enormen voorraad, leverde geen
aangenaam uitzicht. Men gewent zoo gemakkelijk aan
de gouden dagen en 't is moeilijk zich daarna met de zil-
vóren of somtijds ijzeren tevreden te stellen. Dit bleek ook
nu wedermen kon niet totcen flinken magtregel besluiten
en dé Vergadering ging uiteer), zonder een tarief te hebben
vastgesteld. Ieder zal nu voor zichzelf handelen, maar één
zaak staat vast; onze huismoeders zoowel als fabrikanten
künuên er op rekenen, dat de tegenwoordige kolenprijs
niet meer kan gehandhaafd worden.
Het admiraliteitshof van Frankrijk heeft uitspraak
gedaan in de zaak betreffende de stoomboot la Ville du
Havre. Het hof heeft het gedrag van den kapitein van dit
vëartuig met zijn manschappen volmaakt goedgekeurd. De
aanvaring werd alleen aan de Loch Earn toegeschreven,
aangezien dit vaartuig op de meest onhandige wijze en
tegen alle mogelijke reglementen van het internationale
zeerecht in gehandeld heeft.
Op een der laatste vei tooningen in den schouwburg
te TJlm had een vreeselijk voorval plaats. 80 petroleum
lampen, welke aan den luster ophingen, zijn ontploft en
Wierpen haar inhoud in biandende stralen over de be
angstigde toeschouweis, waaronder men vele vrouwen
térlde. In èen oogenblik stonden de kieeren dezer laatsten
in volle vlam, waardoor zij erge brandwonden bekwamen.
Van de twiutig op die wijze gekwetste vrouwen ovei leed
er een, weinige uren nadat het ongeluk plaats greep
De Zevant-Hareld, die te Konstantiuopel verschynl,
deelt in zijn nommer van 24 Dec. jl. het volgende mede:
Seid Abdul Rahmnn-el Zaher, de speciale afgevaardigde
van don Sultan van Atsjin, thans in oorlog met het Ned.
Oost-Indische gouvernement, verliet Konstantiuopel Don
derdag jl. om via Suez en de Roode Zee naar Atsjin terug
te keeren. Het hoofddoel van zijn reis was, om de Porte te
bewegen het Muzelrnansche rijk vau Atsjin als een vazal
van Turkye te erkennen, evenals zijn voorgangers met ge
lijke zendingen onder liet grootvizierschap van Reshid
Pacha. De Atsjineezen voeren de halve maan en de ster in
"hun vlag; sommige oude kanonnen, naar zij beweren af
komstig uit de tijden van Sultan Selim, zijn mede met die
emblema's versierd. De Porte heeft op nieuw geweigerd
de verantwoordelijkheid op zich te nemen, welke uit het
voldoen aan de wenschen van Atsjin voor haar konden
voortvloeien, en de algevaardigde is niet bij den Sultan
toegelaten, maar daar Seid Abdul Rahman tot een familie
van Sherifs behoort, werd hij met de orde van Osmanie
2de kl. begif: igdook ontving hij een brief van den groot
vizier voor zijn meester, den Sultan van Atsjin.
Nadat de Spaausche Coi tes een votum van wan
trouwen togen het bestaande bestuur bad aangenomen,
heeft Oastelar zijn ontslag ingediend. Daarop noodigde de
generaal Pavia den president der Cortes, Salmeron, uit,
die te ontbinden, hetgeen geweigerd werd, waarop Pavia
i de vergaderzaal door soldaten liet ontruimen, terwijl de
troepen met kanonnen voor het paleis der Cortes vereenigd
warpn.
Een nieuw ministerie is samengesteld waarbij Serrano
als president optreedt, en verder: Sagusta buitenlandsche
Zaken, Lavala oorlog, Figuerolajustitie, Beccera landbouw
Echegaray financiën, Garcia Ruiz binnenlandsclie zaken
"Topoto marine.
Al de nieuwe Ministers, waaruit het nieuwe Spaan-
sche Kabinet op dit oogenblik bestaat, zijn vroeger onder
do kortstondige regeering van Amadeus reeds Ministers
'geweest
..Simden militairen,toestand, in Spanje betreft, deze is
,i(>'niet"betèiv De'jparlistéif hebben hétinsnelheid van'gene-
aal Moriones gewonnen. Zij hebben hem met 20,000 inan
hunner beste tioepen den weg naar Bilbao, dat tiij van
levensmiddelen wilde v ooi zien, afgesneden. Moriones alsnu
niet kunnende vorderen, heeft zich met al zijn troepen te
Sanlona ingescheept naar een nog onbekend doel, men gist
naar Satander. De 24 Carlistische bataljons rondom Bilbao
maken zich nu weder gereed hem daar weder tegemoet te
trekken.
SCHIEDAM, 7 Januari 1874.
Naar wij vernemen, zal de feestcommissie voor Mei 1874
op morgen, Donderdag 8 dezer, begiunen met de bijdragen
voor dat feest aan de huizen der ingezetenen in te zamelen,
en daarmede voortgaan tot Woensdag deu 14 daaraan
volgende.
Door de burgemeesters der provinciehoofdsteden,
alsmede vau Rotterdam en Amsterdam, is het volgende
schi jjven gericht aan huune ambtgenooten:
«Op de uitnoodigiug van onze ambtgenooten van Amster
dam, Rotterdam en 's Gravenhage zijn wij in de hoofdstad
bijeengekomen, om te beraadslagen over de vraag, of het
wenschelijk kan worden geacht pogingen aan te wenden,
om onze laridgenoolen die voornemens zijn aan onzen
geéerbiedigden Koning, bij gelegenheid van Hoogstdeszelfs
25jarige regeering, een hetzij provinciaal, hetzij gemeen
telijk huldeblijk aau te bieden uit te noodigen zich te
vereenigen tot het geven van een nationaal geschenk,
en zoo ja, of daaraan nog uitvoering zoude kunnen ge
geven worden.
Het behoeft geen betoog, dat de eerste vraag door ons
allen toestemmend werd beantwoord.
Wij meenen dat de gansclie natie zulks verlangt.
Aau wien moet de uitvoei tug worden opgedragen? was
de tweede door ons gestelde vraag.
Wij waien van oordeel dat wij ons als commissie moeten
opwerpen. Wij zouden dit zeker nimmer hebben gedaan,
ware het niet dat wij, door de betrekking die wij bekleeden
en die ons plaatst buiten alle partyen, door allen als veree-
nigingspuut kunnen worden gekozen. Wij meenden dat
men ons uit dien hoofde niet ODgeschikt zoude beschouwen
voor de leiding dezer zaakbovendien de tijd drong en wij
hadden te kiezen, óf de zaak op te geven éf onmiddellijk
zelf handelend op te treden. Deze zijn de redeuen waarom
wij het hebben gewaagd ons op den voorgrond te plaatsen,
en wij hopen dat ons streven tot bevordering van het alge
meen belang door u moge worden gebillijkt.
Wij hebben dientengevolge de eer u bij deze beleefdelijk
uit te noodigen
4. Om ons uwe hoog gewaardeerde hulp te betoonen,
door in uwe gemeente óf een commissie te willen doen
benoemen, tot inzameling der bijdragen om aan Z. M. den
Koning op 12 Mei een nationaal geschenk aan te bieden, óf
wel, indien er reeds een cómmissie in uwe gemeente voor
de feestviering vau genoemden dag bestaat, haar alsdan
deze letteren te doen toekomen, met uituoodiging ons hare
medewerking te willen schenken, ouder bepaling
a. dat het te geven geschenk zal bestaan in een voorwerp
van goud of ziber;
b. dat de bijdragen in geld zullen worden gestort op de
wijze zooals wij de eerzuilen hebben u later te verzoeken
2. Ons vóór of op 15 Januari met uw antwoord te vor
eeren.
Tot beter begrip van de jongste regeerings-telcgram-
men over de verdere operatiën van het Nederl. leger in
Atsjin, diene het volgende:
Op korten afstand van „den rechteroever der Atsjin-
rivieiS schuin tegenover de kampong Djawa, die reeds
in de macht van ons leger is, bevindt zich de versterkte
kampong Lembeek. Het schijnt dat deze bedoeld wordt
met «de groote kampong die zorgvuldig versterkt was en
hardnekkig verdedigd werd," doch na zeven uur strijdens
is ingenomen, zoodat men zeven minuten gaans boven
Passar-Atsjin was uitgekomen. Deze passar ligt aan den
linkeroever (evenals do kampong Djawa), tusschen de
rivier en een zijtak (Koerocg Daroe), die de West- en
Noordzijden van den kraton omsluit, terwijl een andere
arm van dien tak dwais door dezen kiaton loopt. De
passar wordt grootendeels door vreemde oosterlingen be
wooud on is met de rivier verbonden door een breed
voetpad, waarop ter halverwege een groot huis .staat, de
Gedong genaamd, d. i. de factoijj of het pakhuis, waar
heen de Europeesclio handelaars, die Atsjin bezochten,
werden geleid en waar de iugevoerde artikelen gedepo
neerd en tegen do ten uitvoer bestemde geruild worden.
Een brug over het zijkanaal leidt uit den passar naai
den kraton; tusschen beide plaatsen liggen aarden werken.
Het tweede telegram bevat gewichtige tijdingen omtrent
de houdiug der omliggende streken. De drie Moekims,
waarvan daar gesproken, weidt, omringen de stad Atsjin
ten oosten, teu zuiden en ten westen. De eerste, waar
onze troepen geland zijn,, zijn reeds in onze macht,
althans wat de versterkingen aan liet strand en de rivier
betieft; de 25 Moekims op wier gebied de eeiste
expeditie geland is, iiouden zich onzijdig, terwijl
thans de 22 Moekims, die het dichtst bij de stad en
den kraton wonen, thans nog worden bestieden, doch
reeds door de vele veilie/en ontmoedigd'zijn.
liet deide bericht bevat de tijding, dat de vorst van
Pedir, met versterking in den kraton is aangekomen.
Pedir was voor drie of vier eeuwen liet mnclitigstp rijk
in die stieken en voerde zelfs de liecischappij over Atsjin,
dat zich in 1521 onafhankelijk maakte en toen de Pedi-
leczen omlei wierp Pedir wordt als de rijstschuur van
Atsjin beschouwd, zoodat de goede uitslag der expeditie
tegen die plaats, ter bestraffiug voor de hulp aau Atsjin
vei leend, van veel gewicht kan zijn voor den oorlog.
Volgeus de Pentmg Oazclto van 4 December jl.
waren voor een tiental dagen te Deli twee Atsjineesche
spionnen gevangen genomen, waarvan de een een Hol
lander, de ander een Deen was. Zij zijn ouder behoorlijk
geleide naar Atsjin vervoerd, om overgeleverd te worden
aan generaal van Swielen.
De Minister van Oorlog, generaal-majoor Weitzel,
in wien men, gelijk bekend is, oen warm voorstander der
Weerbaarheidsvercenigingen vindt, heeft, ter bevordering
zooveel mogelijk van liet doel der scherpschuttevsvereeni-
gingen, den 30 Dec. jl. voor deze een vrij gunstige beschik-
kiug genomen Daarbij wordt, met liet oog op de omstan
digheid dat de vereeniginger tot vrijwillige oefening in
den wapenhandel zich meer en meer bij het schijfschieten
bedienen van de patronen bij het leger in gebruik be
paald, dat voor elk geweerdragend lid eener schorpschut-
tersvereeniging jaarlijks 40 scherpe en 10 losse ofwel 45
scherpe patronen tot achtcrlaadsgeweren kunnon worden
verstrekt.
Twee schijnbare bondgenooten hebben ruzie ge
kregen, en wel vry erg, nl. de Standaard en de Tijd. 't Is
opmerkelijk, beide hardnekkige tegenstanders der neutrale
school zijn nu met elkander in twist over 't leeuwenaandeel,
De ultramontaansche partij is tevreden met wjjziging der
onderwyswet en de confessianeele wil wijziging der grond
wet. De Tijd wij moeten het erkennen heeft in deze
kwestie het recht op zijne zijde en zegt: De Standaard wil
voor zich zei ven vrijheid, maar ziet tevens behoedzaam
naar middelen uit, om het Katholieke oridenvjjs te brei
delen Dat is streven naar hot herstel der staatskerk,
waarin wij haar met de meeste kalmte gadeslaan, over
tuigd dat een zoodanig streven met onvruchtbaarheid zal
geslagen worden." Wij herhalen het: dit oord -el is recht
vaardig. De Standaird-party wil de oude gereformeerde
staatskerk terug en onder den schijn van voor godsdienst
te *yverenijvert ze voor het herstel van het oude regime.
Intusschen zetten beide partijen haar weeklachten over
de goddeloosheid van dezen tijd ijverig voort. De protest,
clericalen bij monde van ds Kuyper, de Katholieke cleri-
calen bij monde van jhr. mr. C. van Nispen. De W. O. Ot.
herinnert, zeer te pas aan een work van zekeren T. Fruytier,
in 1704 predikautle Rotterdam, die toen o. a. het volgende
reeds zeide: «Nederland is tot een hoopelooze staat in op-
sigt van reformatie gekomen en soo Godt geen wonderen
doet, is er geen vei beteringe oy t te wagten maar een zeker
verderf.
«In plaats van goede vruchten zijn allerlei nieuwigheden
van gevaarlijke en schadelijke opiniën doorgebroken! Men
mag om tot de ware wijsheid te komen aan alles twijfelen
ook of er een Godt is," en elders, «Nederlands tegen-
woordigen staat moet men erkennen, zal men uit die
doodeljjke zorgeloosheid geraken."
't Is troosteljjk te vernemen, dat men voor 169 jaren al
precies zoo klaagde als heden ten dage. Dat steunt een
menschenkind 't welk zooveel nsmaadheid" heeft te ver
dragon, als een die den dag van heden lief heeft (Tel.)
In het Dagblad van Z.-Jd. en 's Q-rav. komt liet
volgende ingezonden stuk voor:
«Na de trekking van de loten der Maatschappij voor
f,andontginning, gevestigd te Apeldoorn, op den 6 Decem
ber 11. gehouden, berusten er in handen van Nederlands
ingezetenen duizenden niet uitgetrokken, die eerst na 66
jaron tegen uitkeering van f 10 voor elk lot zullen worden
afgelost. Dat kapitaal heeft voor het tegenwoordige ge
slacht bijna geen waarde, want zelfs van onze kiudereu
zullen dan slechts zeer weinigen meer in leven zijn. Daarbij
is liet te donken dat vele loten, door ze niet te achten, iu
zulk een lang tijdsvei loop verloren zullen gaan, hetgeen te
betreuren zou zijn, omdat er mijns inziens iets goeds mede
zon zijn uit te richten. Indien namelijk alle houders hunne
loten willen afstaan, om ze te stelle onder bewaring en
beheer eener te benoemen commissie van cenige leden, die
bij overlijden, op een vast te stellen wjjze, telkens door
benoeming voltallig zou moeten worden gehouden, dan zou
aan die commissie een mandaat kunnen worden gegeven -
om, ten tijde dat de loteu zullen zijn afgelost, voor het ver
kregen kapitaal de ccne of andere instelling van algemeen
nut binnen het rijk te stichten, waarbjj het zeker wensche
lijk zou zijn om den Minister van Binnenlandsclie Zaken als
permanent lid der commissie te benoemen, zoodat by diens
aftreden telkens zijn opvolger zou in de plaats komen.' 'Een
COURANT.
A B ONNEMBNT:
Abnnrfcinentsfirijs, per Dnc M.ianden1.85.
Franco per Pustdoor bet gelieelo tlijk2 50.
ADVEBTEMTIENs
Prijs: van i lot 10 gewone rcgrls f 1 00; iedere regol mcer 0 10,
Voor den werkenden st md en voor weldadigheidde hein vin den prijs.
F' w'aVirf/j t4yfjAg tii
"U.