Nog inoefen wij melding maken Van oen'feestdronk vau den heer W, ,T. Jansen, van Rotterdam, van dezen inhoud: heercuM. van Erleel, II. van A nnjden va-n Duym, O eb". Smits, H. Bakker, A. JR. van der Uw;). j De met den hoofdprijs bekroonde leci ling P. Herfst be dankte den Burgemeester voor de op hem genomen moeite der prijsuitdeeüng en voor de eer daardoor aan Je be kroonden bewegenhij weuschte dat do Burgemeester nog lang die betrekkiug mocht blijven vervullen en dat hij nog dikwijls dergelijke gelegenheden met zijn hulp en tegen woordigheid zou steuneu. Den heer van der Burg betuigde hij zijn dank voor het genoten onderwijs, waardoor hij hem op die hoogte in het vak had gebracht, waaruit hjj voor zijn volgend leven zóó veel nut zou kunnen trekken, terwijl hy zich in zijn verdere vriendschap aanbeval. De heer Van der Burg het woord nemendezeido Edel Achtb. Heer Burgemeester en HH. leden van de commissie van beoordeeliug, ik gevoel mij gedrongen u mijn oprechten dank te betuigen voorde groote eer mij lieden bewezen. Toen ik liet plan vormde, het aanzienlijk getal mijner leerlingen in aanmerking - nemende, een wedstrijd tusschen hen te openenwaart gij liet Burgemeester, die dit beieidwillig willet ondersteunen en mij wel- willend behulpzaam wildetzijii,En gij, hoeren leden dor Nijverheid en Lukas van Botterdam, waart onmiddellijk bereid aan mijn uit- noodiging gevolg te geven, om de moeilijke taak der beoordeeliug op u te nemen, waarvan gij u, naar de overtuiging van zoo vele be voegden en deskundigen, zoo eervol mocht kwijten. Ik dank n, heer Burgemeester in de eerste en it hoeren leden der commissie in de tweede plaats, nogmaals voor de eer en de hulp nau mijne leerlingen en mij bewezen. Daarop sprak de heer H. van Ameyden vau Duym het volgende: De zeer vercerende en vleiende woorden in de openingsrede door uwen achtbaren heer Burgemeester tot de jury gericht, doet mij het woord vragen. Het. is geenszins mijn doel, om te herhalen wat dooi den begaafden spreker voor goeds eitaanmoedigendsomtienUle schil derschool gezegd is; dat zou voorzeker mijn kracht te boven gaan. Dejury evenwelmagnietzwijgenalsheteropmm komt, openlijk te be tuigen, dathaartankbuiteugewoonmooilijk isgewoost,moeilijk in den volstenzin des woords uit embarras de choiv. ZiotroiidornnM.il, en het zal u duidelijk zijn, die moeilijkheid te vatten want niet éón van de tentoongestelde stalen, in elke categorie van hout- en mar merschildering is zonder'wezenlijke verdienste door de leerlingen vervaardigd. Al do leden van de sohildersvereoniging Lukas, te Botterdam,itiedenrocvengezion hebben, getuigen, als mt één moivl, nimmer zulk een verzameling van uitstekende proeven van hout-en marmer-imitatie te hebben aanschouwd, en zij zijn terecht naijverig op de stad Schiedam, dat zij met hare school, waaraan trouwens de eer niet kan worden ontzegd de eerste 111 ons land te zijn geweest, die een school tot aanleering van hout- en inarmersuliilderon open stelde, datgene niet heeft kunnen bereiken waarop Schiedam met recht roem rnag dragen. Aan wien komt nu in de eerste plaats de eer en don lof toe, die voor het schildersvak zulke uitstekende resultaten heeft opgeleverd! Ontegenzeggelijk aan den ijverige» en bekwamen P. van der Burg, wiens methode en uitvoering nu onlangs nog boven zoovele anderen uit alle landen van Europa voor zijn prooven van hout-en marmer imitatie, op de Weener tentoonstelling, de bekroning is waardig ge keurd. Alle beoefenaars van het schildersvak zijn aan den heer van der Burg hun dank verschuldigd, dat hij de eer van Nederland in den vreemde, voor zoo voire het ons vak betreft, hooft wotcn te hand haven en dathij doorzijn onderwijs zoo uitstekend is te lmlp gekomen aan jiet doel van de Vereeniging JjUk/ts te Rotterdam, om voortaan niet* meer zoo als vroeger, uit den vreemde wei klieden te moeten ontbieden om min of meer belangrijke weiken in liet schildersvak te beëindigen. Schiedammers! gij naoogt u beroemen op uwe schildeischool, maar gij zij t aan uwen stadgenoot van dor Burg haar bestaan cn ha ren toenememlen bloei verschuldigdgeheel Nederland zal van uwe schilderschool mettertijd de vruchten iuoogsten; dat vooruitzicht verdient voorzeker uw aller sympathie en ondersteuningSchie dammers! onthoudtdie niet aan uwen verdienstelijken stadgenoot; en moge het aan van der_fiurg gegeven zijn ten nutte van het schil dersvak zijne school meer en meer te zien bloeien en groeien; uwe vakgenooten uit Rotterdam, wel verre van kleingeestigen naijver, alle de hier aanwezige leden van de Vereeniging Lukas drukken u, van der Burg, vriendschappelijk de hand,en zijnertrotschop,uonder hunne meest bekwame beoefenaars te mogen noemen; het ga u en de uwen wel, wij bioden u onze vriendschap aan. Deze heildronk werd opgevolgd door een toespraak van den heer "Wenneker, luidende: Tot u, leerlingen der schilderschool, wensehto ik ecu woord te spreken De prijzen zijn uitgereikt en weldra zal ieder uwer zich wederom in den schoot zijner familie bevinden. Daar zult go dan de vruchten tooncn van het onderwijs hier genoten, en op de vau vreugde ou ver rukking tintelende aangezichten uwer familicbetiekkingen, dorps- of stadgenooten, de goedkeuring lezen die ge waardig zijt in te oog sten. Vooraf een bede tot u: Vergeet de dagen niet, ia Schiedam doorgebracht- maar vooral vergeet niet hem die 11 tot leermeester was, en waarvan naar waar heid gesproken is als van een man wien Schiedam met trots onder zijne burgers telt. Ik behoef er niets bij te voegen; laat zijn naam tot in uw ouderdom in uwe dankbaie hoi ten gegrift blijven Ooku, dat verzeker ik u, tal Schiedam niet vergeten; iinineis licht -ge in den korten tijd uwer inwoning te dezer plaatse getoondnooit achter te blijven, waar bet noodig was feesten, die hier gevierd wer den, op te luisteren. Schiedam was u daarvoor dankbaar; do volksgeest in deze stad is goed door u begrependaarvoor een woord van dank, - en met dit gtas gedronken op de leerlingen der schilderschool van het jaar-18731874 van den heer van der Burg. 'i De heer H. A. M. Roetanls spralt daarop een woord van dank uit, ook namens de genoodigden aan den heer van der Burg, terwijl hjj een heildronk instelde op den bloei van de schilderschool. V De Burgemeester zijn voornemen om te vertrekken te v kennen gevende sprak het volgende: süe liefde tot zijn land is ieder aangeboren:" zoodanige 5, hulde van «en bevoegd beoordeelaar en dit nog wei in K. riaarn van zoovele deskundigen uit het naburig Rotterdam j' aan eene inrichting te Schiedam en aan eon stadgenoot gebracht, moet indruk op hein maken en weerklank vinden in zijn hart; hij zegt den geachteu spreker dat.k voor zijne schoone woorden en brengt ten slotte eou heildronk uit %,op den bloei der nuttige kunsten in het algemeen, op dien 's?' 'van de Schilderkunst in het bijzonder. "Waarop de. heer van Ameyden van Duym metdezeu heildronk antwoordde: I Edel acht linie heer Burgemeester, vergun mij een oogenblik bet 'J. woord, om u in naam vnn de leden dor Vereeniging Lukas een woord van dank toe te brengen voor de zoo hupsche wijze, waarmede DEdelc v, een hoogst anngenatnen avond hebt doen slijten; wij allen hebben ':l, er dc overtuiging van, dat ook gij waarlijk nuttige cn verdienstelijke *i" inrichtingen binnen Schiedam aanmoedigten bevoiderlijk zijt, uwe ,1 -i tegenwoordigheid alhier op dezen avond geeft daarvan de overtui- A',< gemiste bewijzen; Schiedam mag er roem op dragen, aan het hoofd •:Jj>'van hare gemeente zulk. een voorstander .en waardeerder van alles Jp wat goed is te bezitten; moge het u gegeven zijn om nog langen tijd 'f/._ge,, lust en de kracht te bezitten datgene bevoiderlijk te zijn wat tot S'Veor der stad Schiedam en tot welzijn barer ingezetenen zal kunnen jyii strckftcn. M. -H. een driewerf hoernli voiir Schiedams- waardige» êu&ïlmiir-r/ifmoattf or.' - f\*s f* t Do liuisschildcis van Rotterdam geven u, mijnheer van der llurg, door hun tegenwoordigheid op dit oogenblik ecu opeo'ijk bewijs van buide, hoogachting en waardeeiing, waardoor zij tevens het bewijs leveren, dat bij hen geen misplaatste jalousie tie niftier best,ut, miar zij volgaarne de. vriendschapshand reiken aan een collega, die bet zijne er aan toebrengt, om de kunst zooveel mogelijk tc helpen bo venleren. Dat van der llurg in deze een oeroplaats bekleedt, wie zou het betwijfelen? waarom ik dan ook hem lilicitoor met het bo- Imalde succes, en wensch, dat hem worde geschonken gezondheid, lusten kracht, om op den eenmaal ingeslagen weg stand rustig vooi t te gaan, opdat deze kunst over geheel ons Nedoi land zooveel moge lijk verspicid wonle. Waarop de lieer van dor Hurt; antwoordde Ik gevoel mij genoopt de hartelijke toespraak van den lieer Jansen tc beantwoorden. Mocht er iinmet- jalousie tie métier bestaan dan wekt zij mijn naijver om vooruit to streven, en ik hoop dat die op mijn leeilingen den-zelfden indruk zal blijven geven. Nog jong zijnde hoorde ik reeds met lof gewagen van de hoeren Jansen en Kuipping te R itterdam, en ik getuig naar waarheid, dat dit mijn broederen mij deed besluiten naar Brussel te gaan om ons daar te bekwamen. De lessen, die ik daar um mijn grachten leermeester, den lieer Ilaussens, aan wien ik nooit genoog hulde kan bewijzen, ontving, leg den in mij den grond waarop ik voortgebouwd heb ou sloeg ik later een andcie richting in, de tijd en de maatschappij mogen het oordeel vellen in hoevene ik daarin geslaagd hen; het is mijn hartelijke wensch, dat ook mijn leciliiigon eenmaal een richting mogen in slaan, die beter wordt bevonden dan de mijne; vooruitgang toeh is de leus validen tijd. Dat echter de heer Jansen mot zijn to vroeg ontslapen vriend Kuipping den eersten stoot in ons Vaderland gaftotdion vooruitgang in dit vak, en zich tot heden met roem heeft wetori te handhaven, zat toeli wel niemand in twijfel trekken, en daardoor werd in Rotterdam de fondamenten gelegd waai op menigeen hoeft voortgebouwd enden tmijver opgewekt, zoOdnt Nederland thans met zijn naburen kan wedijveren. Vrienden, eeie, wien core toekomt! con glas geledigd op den heer Jansen en ter nagedachtenis van zijn te vroeg ontslapen vriend Knipping. Na het vertrek vau den Burgemeester werd den lieer vim Ameyden vau Duym verzocht het voorzitterschap vorder op zich te nemen, aan welk verzoek hij voldeed ou met een zeer geestige toespraak dat presidium aanvaardde, waardoor de opgewektheid der aanwezigen, niet weinig toenam. Heildronk op heildronk werd uitgebracht, hartelijk en gul, waartoe de leden van Lukas liet hunne bijdroegen, vooral door deit cordialeu toon die er tusschen de vakge- noot-'n lieerschte. Doeli ook de aanwezige stadgenooten tan van der Burg gaven blijken van sympathie en waar- decring met dit zoo schoone feest zijner schilderschool en een der aanwezigen gaf daarvan liet spiekende betvijs, door de_ leerlingen op onbekrompen wijze te onthalen. Dat Apollo ook dezen avond zijn best deod om liet ge noegen van dit feest te vorltoogenzutlen wij wel niet behoeven te vermeldeu; trouwens daarvan tverd reeds dooi den Burgemeester op eervolle tvijzo melding gemaakt. Toen later ia den avond de lïotlerdamsche kunstvrien den zich om den hoer van der Burg en familie vereenigd hadden, werden er nogeenigegenoeglijke oogenblikken doorgebracht, afgewisseld door voordrachten enz.ein delijk liet uur van scheiden gekomen zijndetot wélke op merking men toch ten laugenleste komen moest, ging men niet dan uoode van elkander, doch ook niet zonder een aangename herinnering mede te uernen van het eigenaar dige feest, dien avond gevierd. De Tweede Kamer der Staten Generaal istot her vatting van haar werkzaamheden, bijeengeioepen tegen Woensdag den 18 dezer, des namiddags ten half drie ure. De Minister van Biunenl. Zaken brengt ter algemeeue kennis, dat de examens voor het verkrijgen van acten van bekwaamheid tot het geven van lager school- en huisonder wijs voor de eerste maal in liet loopende jaar zullen worden gehouden op "Woensdag 8 April a. s. en volgende dagendat zij, die een dezer examens wenschen af te leggen zich uiterlijk voor '18 Maart bevorens behooren aan te melden bij den schoolopziener van het district waarin zij wonen. Ook de Roornsch-Katholieke kiesvereeniging Recht voor allen te Gouda heeft jlir. mr, H. .1. van der Ileim cau- didaat gesteld voor de Tweede Kamer. De Arnhemsche Courant bevat het volgende artikel, dat wij met volkomen instemming overnemen Welke eigenschappen de Ncderlandsclte natie moge hebben, de eigenschap van nationale feesten te oigani- sec-ren en op een gracieusc wijze hulde te bewijzen aan hen die zij vereeren wil, heeft or.ze natie niet. Er is iets linksch iets plomps, iets onkieseh in onze wijze van doen, dat aan de vcrcering die men bedoelt alle waarde ontneemt. Zulk eene vereering moet althans voor den persoon, dien men veveeren wil, een geheim en eene verrassing wezen, de uiting van een algemeen gevoel dat liet plan met geestdrift begroet zoodia liet geopperd is, en er snel uitvoering aan geeft. Hier is geen lang beraad noodig, geen lang wikken en wegen wat en hoe moet gedaan worden, of men dit zal doen of dat, of beide te zamen. Oprechte geestdrift uit zich anders; zij sluit zich aait; zij werkt samen tot liet goede denkbeeld, dat, waar werkelijk de geestdrift oprecht is, zich vanzelf voordoet. Vergelijk nu hiermede, hoe wij liet vijf-en-twintigjarig Koningschap van Willem III willen vicien. Wij zijn er sinds maanden over aan het tobben; wij sollen er mede; wij zouden de zaak niet onhandiger kunnen aanvatten dan wij doen. In de eerste plaats reeds door het lang getalm en gezeur; vervolgens door de groote ruchtbaarheid welke wij er aan geven; ten derde, door de eindeloo/.e verdeeldheid der meeniugen omtrent hetgeen wij doen zullen on, ton slotte, door de wijze waarop wij de middelen zoeken te ver in ijgeu om aan liet plan uitvoering te geven. Dag aan dag, week aan week, maand aan maand, zijn wij er nu aan bezig; de couranten zijn er vol van en voor een groot gedeelte on leesbaar door gewordenwij w i 11 e n wat «loon, wij z u 11 o n ivatdoen om Willem Ill's vijf-en-twintigjarig Koningschap te vieren, eti na al ons denken en overleggen zijn wij zoover gekomen dat wij weten, wat wij niet doen zullen: geen gouden of zilveren voorworpen. Maar wat dan wèl? Hier vangt het denken cn overleggen opnieuw weder aan. En eerst moet nog een andere hoofdvraag uitgemaakt worden zal onze nationale hulde eon a I g e rn e p n o volkshuldo zijn zal zij de uitdrukking zijn van liet gevoel van liet agoheele Npdei lamlsche volk' in zijne eenheid en ondeelbaarheid, of g,-Burgemeester. a'.".:.'-1 - jV-Sy-Attft wassouon-volk 1 van liet Nejjorlamlscho militaire volk cn van het burgerlijke? met andere woorden van de ver schillende Ida «cn, rangen, standen en categoriën van het Nedorlamlsclie volk? Zullen wij de hulde en vereering van het Land in éne, voor gezamenlijke kosten aangeschafte gedachtenis vereenigen? of zullen onze elf provinciën elf provinciale gedachtenissen geven? of onze pl. m. twaalf tonderd gemeenten pl m. twaalf honderd gemeentelijke gedachtenissen Deventer b. v. peperkoek. Edam kaas, Vlaardingcu haring. Leiden wollen dekens, Delft boter, Arnhem de stad der villa's een villa, en zoo ieder naar hare specialiteit? Wij hebben Vembarras du, choice De een wil aan den Ko ning c en e u i e u w testte h ten" e- meento op de h ei d e nab ij h et L o o ten geschenke geven; een tweede stelt voor, een s po or w eg 1 ij ueen derde wil van de ui dor/.eo e e n (1 r o o g e t w a a I f d e p r o- v i n c i e maken; liet verwondert óns d..t nog niemand op de gedachte is gekomen van een nie u w logorofeen nieuwe vloot, vau een nieuw Dagblad, een n ie u we Twee de Ka mor, een nie uw Kabinet, een nieuwe Ic o 1 o n i e of een andere nieuwigheid. Een ge meente, is ons verhaald, denkt overeen pa ard, en dit, wij moeten het erkennen, is nog eon dor minst dwaze plannenvau een paard zon de Koning nog dienst hebben, doch wat bij zou uitvoeren met een dorp, een spoorweglijn, een provincie, gaat ons begrip te boven. De invallende gedachten over het sgesclvnk -aan den Koning" zijn som wijlen zoo dol, dat meu ze voor ironie of persiflage zou, aanzien, wanneer men niet wist, dut de Nederlander nooit ironie jegens zijn Koningen bezigtéof lien p rsi(leert Wij hopen thans, dat de Kouing de Nedcrlaudsche couranten niet leest, ofdathij althans zijne abonnementen van liet vooigaarule eu bot volgende kwartaal heeft opge zegd. "Want andeis beklagen wij hem over hetgeen hij ouder de oogen krijgt. Als de Koning een watersnood ware, kon de pressie om toch mede te doen en ook te offeren niet sterker wezen. Geen Nederlandseh blad kan hij opnemen, of bij leest van vom bereidingen, van plannen, van disputen over hetgeen hem ten geschenke gegeven of niet gegeven, over hetgeen hem aangeboden of niet aangeboden zal worden, van wat men voor hem doen w i I, en vooral van wat mon niet doen wil. Onbescheidenereu onkiescher werd nooit een verjaarfeest voorbereid; er ontbreekt slechts aan, dat men aan den Koning vraagt, met welke verrassing hij het liefst op 12 Mei aanstaande zal willen vei ra-.t worden. Het indelicaatsto van al wat indelicaat is, is, dat or voor den Koning gecollecteerd wordt, en dat de op brengst dezer collecten, nauwkeurig, met de centen en halve centen er bij, in onze couranten vermeld wordt. Dat er gecollecteerd wordt voor »den gevangene van het Vati- caan", kan er nog door, maar Willem 111 is, Goddank, een Kouitig op vrije voeten en niet een Paus in don kerker. Laat ons liet ronduit zeggendit gebedel en aan de huizen aalmoezen ophaleu voor Willem III is beneden de waardig heid van Nederlands Koning, en moest ook beneden de waardigheid der Nedcrlamlsclie natie zijn.-Wat de zaak niet beter maakt, is. dat er óók gecollecteerd wordt om geldeu voor de feestviering te verzamelen Slechts een deel dus van wat men voor den dag van 12 Mei afstaat is voor den Koning; hot andere deel is voor ons- ze 1 v en o ra p r et te maken. Ziedaar nu de wijze, waarop wij Nederlanders onzen Koning hulde doen en vereeren. Is het niet om over te lachen en or zich over te schamen, en nog veel meer het laatste dan het eerste Wij hebben in den regel weinig op met deze sedert eenige jaren in gebruik gekomen, officieele en half-oflicieele, zoogenaamde zilveren verjaar feesten. Wanneer men vijf-en-twintig jarenlang burgemeester of secretaris, dokter of professor, of notaris, kommandant der schutterij, meesterknecht, veldwachter, enz. geweest is, moge men dien verjaardag dankbaar vieren en er een huiselijk feest van maken, maar er isgeqnereden om er, als wave het op zichzelf iets verdienstelijks, een. publieke ovatie aan te verbinden. De persoon kan vijfentwintig jaren good in zijne betrek king voldaan hebbenmaar het tegendeel kan ook het ge val wezen, en door de dwaze gewoonte om aan dit cijfer van 25 jaren iets bij zonder verdienstelijks te verbinden, zal het niet herdenken en niet vieren er van iets beleedi- getnls en persoonlijk krenkends worden. Hoe menigmalen gebeurt bet, dat iemand die zelf gevoelt dat zijn beste tijd over is, dat de fijne puntjes zooals men zegt eraf zijn, dat hij slechts zeer gebrekkig zijne betrekking kan waarnemen, toch zich nogaau de betrekking vastklampt, opdat hijover zoovele jarendeu vijfentwintigsten of den vijftigsten verjaardag van de aanvaarding er van kunne vieren, met al de onderscheidingen waarop iemand meent aanspraak te hebben, die, eene kwart- of halve eeuw lang, hetzelfde werk gedaan en er het geld voor genoten heeft. Koningen te veroeren enkel en alleen omdat zij vijf-en- twintig jaren lang Koningen geweest zijn, is, onzes inziens, niets rationeeler dan elke veie ring van iemandonkel en alleen omdat hij vijf-en-twiutig jaren lang geweest is wat hij is Maar, als nten liet doen wil, dan behoort men al thans to zorgen, dat het een venturing is die den Koning waardig is, en het volk dat liem vereert. Zulk een mani festatie mag niet mislukken, en zelfs niet slechts ten halve gelukken, of zij ware beter niet gedaan. Als hot do Nedcr lamlsclie natie inderdaad ernst is haren Koning een natio naal aandenken te geven bij zijn vijf-en-twintigjarig Ko ningschap, dan moet het zijn een grootsch aandenken, een Prins van Oranje waardig en het Nederlandsche volk waardig. Een kinderachtig, een armoedig geschenk com- prornittceil den Kouing cn ons, in onze eigen oogen en in die van geheel Europa, Nu eerst van de daken te hebben geschreeuwd en aan alle volken der aarde te hebben verkon digd, dat het rijke Nederland op 12 Mei schitterend het zilveren kroningsfeest vau zijn derden Koning uit hot zoo hoog gewaardeerd Stamhuis vau Oranje zal vieren, eu vieren zóó dat het oen herinnering voor de geslachten na ons val laten, kunnen wij niet met een kleinigheid, of met elf provinciale, of met p. m. twaalf honderd gemeentelijke kleinigheden aankomen, Kunnen-wij, metal ons getob, met al ons langs de huizen ophalen, enz. het zóóver niet brengen, laat ons dan liever hot geheele plan opgeven en erkennen, dat w'u ons in do gezindheid, ien minsteinde gevetisgezindheidvan het Nederlandsche volk/vergist Atv 'van liet Nederlandschekiudéi-eii-volk..cii vttn liét- vol-rhebben.-Anders loopan ,vvij nog gevaar; dat.dejubilaris," i'"Af 'bv-'v: v jé t('->->'rI-cA?''A--L',AIIA>,t-".'-'A-A

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1874 | | pagina 2