S
to aanschouwen het ontstaan der vereeniging,
hare uitbieiding en tegenwoordigen bioei. Hij
dankte de aanwezigen voor hunne talrijke
opkomst en de sprekers voor de bei eidwillig
heid waarmede zy aan de uitnoodiging hadden
gevolg gegeven en waardoor zij de bereiking
van het doel der Vereeniging hadden mogelijk
gemaakt. Het luide applaus, dat dit inleidend
woord ten deel vielgetuigde van de opge
wekte stemming, die ouder de feestvierenden
heerschte.
Daarna werd een aanvang gemaakt met de
ernstige voordrachten (in dichtmaat) en traden
de sprekers achtereenvolgons op, om na korte
pauze te worden gevolgd door hen die luimige
voordrachten (in dichtmaat) zouden ten gehoore
brengen. De volgorde was geheel zooals zij door
ons in n°. 3507 werd meedegedeeld en bij het
lot was bepaald. Twee der sprekers in de afdee-
ling der luimige voordi achten, zijnde de hoeren
J.Verdelmau, lid van verdienste der Vereeniging
iKunstliefde" en A. Buyser, werkend lid der
Vereeniging sCosters Broeders" beide te Rot
terdam, haddon keunis gegeven dat zij wegens
ongesteldheid verhinderd waren aan den wed-
stryd deel,te nemen.
Wij achten het overbodig een critiek te geven
van .de voordrachten èn omdat onze ruimte
daarvoor te beperkt is èn omdat dit meer
eigenaardig thuis behoort in een letterkun
dig blad; maar wij wenschen de Vereeniging
j>Aeschylus" geluk met hare uitmuntend ge
slaagde poging. Mocht men aanvankelijk de
vrees koesteren dat de Vereeniging »Aeschylus"
wat te veel van het geduld harer leden vergde,
door met geringe tusschenpoozing 22 sprekers
te doen optreden; die vrees bleek ij dol te zijn
geweest, dank zij de over het algemeen goede
keus der voordrachten en de wijze waarop vele
werden ten gehoore gebrachtwaardoor de
aandacht onverdeeld op de sprekers gevestigd
bleef, zoodat hij 't einde, de zaal nog even tal
rijk bezet was als in 't begin.
'En nu ving de taak aan van de Jury, samen
gesteld uit de heerenP. J. van Dijk van
Matenesse, Dr. C. J. Vaillant, H. W. M.
JRoelants, J. C. Sauder-en H. A, M. Roelants.
,Naar onze meening was die taak gansch
nietgemakkeiyk en daarin werden wij beves
tigd toen wij het uiteenloopend oordeel van
enkele bevoegde beoordeelaars vernamen. Zy
kweet zich daarvan echter op loffelijke wijze
en deelde den uitslag van hare beoordeeling mede
bij monde van den heer P. J. van Dijk van
Matenesse, tevens beschermheer der Vereeniging,
onder eene gepaste toespraak aan de bekroon
den'en eene opwekking aan de niet bekroonden,
om in deze niet het voorbeeld te volgen van
Aeschylus die niet alleen beroemd als ge
leerde maar ook als dapper krijger in de vel
den van Marathon, zijn meerdere in Sophocles
gevonden hebbende, zich vrijwillig in balling
schap begaf maar op den ingeslagen weg
te big ven voortgaan en door het beoefenen van
letterkunde en uiterlijke welsprekendheid bij te
dragen tot volksontwikkeling en volksbeschaving.
Vervolgens werd door hem het eeremetaal
uitgereikt aan de heeren: II. C. Helleman, voor
zitter der vereeniging Aurora", te Kinderdyk,
voor het gedicht: De Brand, van II. Tol
lens Cz., Ie prijs, verguld zilveren medaille; en
M. Buogaerdt Bz.voorzitter der vereeniging
sCicero", te Krimpen a/d Lek, voor het ge
dicht: Abil-el-Kadervan B. ter Haar, 2e prijs,
zilveren medaille, voor ernstige voordrachten, en
aan de heeren H. G. Miugelen, werkend lid der
vereeniging »Nieuwland"te 's Gravenhage
voor het gedicht: De Zelfmoordenaar, van Piet
Paaltjens, le prijs, verguld zilveren medaille;
en F. Boogaardvan Amsterdameereiid
van het »Nederlandsche Rederykers-Verbond
voor het gedichtKen Vers dat ah een nacht
kaars uitgaat, van E. Laurillard, 2e prys zil-
A vere medaille, voor luimige voordrachten.
Daverende toejuichingen en fanfares vielen
den spieker en bekroonden ten deel.
Daarop deelde de beschermheer mede, dat
de jury, na gehouden overleg met het bestuur
van »Acscliylus", had gemeend nog 4 medailles
van hare zijde te moeten uitreiken aan hen
die de bekroonden het meest hadden nabijge-
streefd; dientengevolge werden ook zilveren
medailles toegekend aan de heeren: W. van
Voort, van Gouda, voor het gedicht: Des
O eest es Toehomst, van Gerard J. Spoor, 3e
prijs, zilveren medaille; en J. Strangwer
kend lid der vereeniging »Nieuw!and", te
's Gravenhage, voor het gedichtDe Visschers-
vrouw, van H. G. Roodhuizen, de prijs, zilveren
medaille, voor ernstige voordrachten en aan de
heeren: F. A. Wiebes, voorzitter der veree
niging Vrede en Vriendschap", te Rotterdam,
voor het gedicht: De ïthaka van Jan Trochee,
van. W. J. van Zeggelen, 3e prijs, zilveren
medaille; en J. II. Giezcn, werkend lid der
vereeniging Borger", te Leiden, voor het
gedicht: De Nieuwe Heer, van W-. J, van
Zeggelen, 4e prijs, zilveren medaille, voor
luimige voordrachten.
Ten slotte volgde een handeliug door den
beschermheer, even vereerend als verrassend
voor de vereeniging sAeschylus", nl. de aan
bieding van een fraaie zilveren medaille voor
hare banier, als bewijs zijner ingenomenheid
met haar loffelijk streven. Op de voorzijde van
deze medaille leest men
AAN DE SCHIEDAMSCIIE VEREENIGING
DAESCIIÏLUS"
IIARE
BESCHERMHEER
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De keerzijde bevat het volgende opschrift:
HERINNERING AAN HAAR VIJFJARIG BESTAAN
EN DEN DAARBIJ GEHOUDEN
WEDSTRIJD
VAN VOORDRACHTEN
3 FEBRUARI 1875.
De voorzitter betuigde, namens de Vereeni-
ging, haren geaehteu beschermheer dank voor
dit blijk van ingenomenheid, dat. zeide li ij, de
vereeniging hoog waardeerde en zij zich steeds
waardig zou betoonen.
Luide bijvalsbetuigingen en fanfares volgden
ook op deze handeling.
Eindelyk sprak de 2de voorzitter, de heer
J. M. Senf een woord van dank aan den voor
zitter van wien het voorstel tot het houden
van den wedstrijd was uitgegaan, en namens
de vereeniging aan de jury voor de uit
muntende wijze waarop zij hare belangrijke
taak had volbrachtaan de sprekers voor het
genoegen dat zij door hunne voordrachten
hadden verschaft, aau de vergadering voor hare
belangstelling, en aan bet muziekgezelschap
nApollo" voor de goede uitvoering der muziek
stukken, terwijl hij ten slotte de belangen der
Vereeniging aan allen bij voortduring aanbeval.
Voor eene gepaste afwisseling had de ver
eeniging zorg gedragen door het engageeren van
de Harmonie-vereeniging sApollo" alhier, onder
directie van den heer F. Denzier van Rotterdam
en het muziekkorps van het le regiment ves
ting artillerie te Delft, directeur W. Keereweer.
■sApollo" voerde vóór den aanvang en in de
pauzen verschillende muziekstukken op verdien
stelijke wijze uit; ook het concert van laatstge
noemd muziekkorps, dat eerst zeer laat een aan
vang kon nemen, verdient met lof vermeld te
worden Ook weder by deze gelegenheid hebben
beide getoond, dat, waar op zulk eene wijze
het aangename met het nuttige gepaaid gaat,
het genoegen in niet geringe mate verhoogd wordt.
Eere aan de vereeniging jeAeschylus," die haren
leden zulk een recht genoeglijken feestavond
heeft bereid. Wij wenschen haar geluk met
het weislagen harer pogingen. Moge zy voort
durend in bloei toehemen en daardoor in staat
zyn'krachtig l^y te dragen zooals haar be
schermheer zich uitdrukte tot volksbescha
ving en volksontwikkeling.
Blijkens een bij het Departement van
Koloniën ontvangen telegiafisch bericht van
den Gouverneur-Generaal van Ned.-lndie, ge-
dagteekend 3 dezer, heeft op Java eene uit
barsting plaats gehad van den Kloet, en is
dientengevolge Blitar door een moddervloed
zwaar geteisterd.
Het 'Handelsblad deelt het volgende telegram
mede, bij een firma te Amsterdam ontvangen
Vreeselijke uitbarsting vau den Kloet, den be
kenden vuuispuwenden berg in de residentie
Kediri, waarbij Blitnr grootendeeis door een
modderstroom is vernield. Enkele plantages
zyn behouden gebleven on geen enkele Euro
peaan is bij de ramp omgekomen. Nadere
bijzonderheden worden niet gemeld.
Door het Departement van Financiën is
mededeeliug gedaan van de volgende opgaven
der op 31 Januari 1875 in de onderstaande
entiepot's aanwezige hoeveelheid ruwe suiker:
Amsterdam20,963,831 kilogr.
Rotterdam 9,997,449
Schiedam'105,150 v
Dordrecht
Middelbuig84,306
Totaal 31,150,786 kilogr.
De hertog van Tetuan zal zich heden
wederom naar Brussel begeven en binnenkort
in de residentie terugkeeren tot aanbieding
zijner nieuwe geloofsbrieven aan Z. M. den
Koning. Inmiddels zal de heer de Soto, secre
taris by het gezantschap van Spanje, te dezer
stede verblijven.
Het dezer dagen door den druk open
baar gemaakte verslag van het vei handelde
ter algemeene vergadering van het fonds ter
aanmoediging en ondersteuning van den gewa-
penden dienst in Nederland, in den afgeloopen
zomer gehoudenbehelst o. a. eenige nadere
vermelding omtrent de bestemming welke Z. M.
de Koning, aan de geiden, Hd. aangeboden, als
geschenk bij gelegenheid van het 25jarig her
denkingsfeest van Zijne regeering, heeft gegeven.
Gelijk men weet, was het Zr. Ms. verlangen,
dat door tusschenkomst van voornoemd fonds,
de liefdadige doeleinden zouden worden ver
wezenlijkt.
De bedoeling van Z. M. was, dat deze be
langrijke gift ten bate zou komen der zee- en
landmacht, zoowel hier te lande als in de
Nederlandsche Overzeesche bezittingen, bene
vens, in tijd van oorlog, ten voordeele der
schutterijen en weerbaarheidskorpsen. Verder
was het Zr. Ms. verlangen, dat de renten
van de som, door Hd. thesaurier jaarlijks zou
den gestort worden bij het hoofdbestuur van
gemeld fonds.
Ten einde omtrent de wenschen van Z. M,
nader te worden ingelicht, is de Voorzitter
van het fonds met den heer thesaurier van
Z. M. in overleg getreden, en heeft eerstge
noemde vernomen, dat het overeenkomstig de
bedoeling des Konings zou wezen, indien de
renten, die beschikbaar zouden gesteld worden,
niet werden vereenigd met de gewone inkom
sten van het fondsmaar dat die renten
afzonderlijk, volgens vast te stellen bepalingen
zouden worden beheerd. Het hoofdbestuur
oordeelde deze scheiding der administratiën
noodzakelijk en heeft- in verband daarmede,
behoudens de goedkeuring van Z, M., met het
oog op de gebleken behoeften, vastgesteld de
volgende bepalingen, t.w.'1. dat aan de deel-
gerechtigdendie eene der expeditiën tegen
Atsjin hebben bijgewoond, eene verhooging
van gratificatie worde toegekend2. dat aan
nagebleven van gesneuvelden bij de expeditiën
tegen Atsjin.eene toelageworden verleend;
3. dat aan verminkte of infirme militairen
met officiersrang, die aan eene der expeditiën
hebben deelgenomen, eene toelage worde'ver
leend, ook buiten 'het "geval, 1 waarin zulks
volj
alg'
hoe
gev
het
leei
der
eati
bes
dra
der
E.
vee
her
de
de
ran
Ne
vol
vax
en
231
•195
hui