Zondag jl. werd alhier op de gebruikelijke
wyze do 78ste verjaardag herdacht van Z. K. H.
Prins Frederik der Nederlanden, oom des
Konings.
Gisteren ontstond bij den heer D. Henke-
mans een schoorsteenbrand, die aanvankelijk
een dreigend aanzien had, doch door dadelyk
verleende hulp, vooral van de politie, werd het
gevaar met behulp van 2 extincteurs spoedig
afgewend.
Zondag morgen werd uit een sloot aan
den Rotterdamschen Dijk opgehaald, het lijk
van Al. Dekkers, die Uit Rotterdam geregeld
wekelijks deze stad bezocht.
In de maand Juli 11. werd door ons mede
gedeeld dat de politie te Oversehie op het spoor
was gekomen van een geheim pandjeshuis dat
aldaar zoude worden gehouden. Naar wij ver
nemen, heeft het onderzoek dier zaak geene
termen opgeleverd, om den besvoner van dat
huis wegens zoodanig wanbedrijf te vervolgen.
In de Staatscourant van heden maakt de
Minister van Financiën bekend, dat er gelegen
heid bestaat tot verzending der correspondentie
naar Nederlandsch-Indie, door middel van het
stoomschip Groningen, waarvan het vertrek uit
"Vlissingen op den 7den Maart a, s. is bepaald.
De met dat stoomschip te verzenden gedrukte
stukken en monsters van koopwaren, behooren
uiterlijk in den morgen van den 6den Maart,
en de brieven in den namiddag van dienzelf
den dag te Vlissingen aangekomen te zijn.
Men schrijft uit Atsjin aan de Java-Bode:
Longbatta8 Januari 1875.
Den 31 Dec. rukten het 5de en het 19de
bataljon benevens VA batterij artillerie naar
LoDgbatta.
Twee compagniën van het R, 3e en de
mariniers moesten ten Zuid-oosten van den
Kraton op een vlakte stelling nemen'. Een sectie
artillerie vatte positie bij Koetoe-Alam.
De machtdie in Longbatta zon ageeren
werd verdeeld.
Overste Wigand trok met de kolonne Roms-
■winckel in front tegen Longbatta op. De kolonel
volgde met de kolonne van der Meer den
linkeroever der Atsjin-rivier. Beide kolonnes
zouden trachten ziph in het Oostelijk gedeelte
van het landschap te vereenigen.
Al vechtende trok mén voorwaarts, en wer
den door de kolonne Romswinckel eenige ben-
tings genomen.
Doch eindelijk hield het moeras deze koloune
tegen, eu welke moeite ook werd aangewend, er
was geen dooikomenaan. Tevergeefs beproefde
men het moeras om te trekken; men zag zich
voor een onoverkomelijken hinderpaal geplaatst,
en er werd om nadere orders gevraagd aan
den kolonel.
De marseh van de koloune, door den kolonel
aangevoerdging eveneens met veel bezwaren
gepaard, maar had meer succes.
De oude Missigit werd bereikt, genomen en
door onze troepen bezet (le en 3e comp. L. 3e).
Eveneens werd een punt bezet tegenover de
rivier-bentiug.
Doodvermoeid keerden de troepen 's avonds
te Kotta-Radja terug.
14 gewonden werden in deu Missigit te Long
batta (eigenlijk Lampermeh) achtergelaten, en
velen waren reeds te Kotta Radja aangebracht.
Ons verlies moet zeer aanzienlijk zijn, maar
met zekerheid durf ik u vooreerst daarvan niets
mededeelen. Ik hoor van een 20tal gesneuvel
den en een COtal gekwetsten. Er zouden eenigen
der onzen in handen van den vijand gevallen zijn.
De communicatie met den post te Lamper
meh is zóó gevaarlijk, dat een paar dagen later
weder moest uitgerukt worden om een tusschen-
punt te nemen't geen dan ook ten koste van
eenige gewonden mocht gqlukkeu. De nieuwe
post ligt ten Noordwesten van Lampermeh en
•wordt daarvan gescheiden door een etiorine
sawahvlakte. Maar nog is de gemeenschap
hoogst moeilijk, en het is niet raadzaam met
minder dan '100 gevvapenden iets over te brengen.
Tengevolge van het groot aantal posten be
ginnen de draagkrachten tekort te schieten,
en het wordt moeilijk de nieuwe posten te
voorzien van de noodige munitie, vivres,
materialen enz. enz.
Bij den aanval op Longbatta zijn de
zwaarste verliezen geleden door het 10e batal
jon onder majoor Yan der Meer. De positie
van die troepen moet een nogenblik verschrik
kelijk zijn geweest. Naar den Missigit terug
trekkende, moesten de soldaten tot aan hun
middel door moerassen waden, terwijl zij van
twee zijden aan het schroot der Atsjineezcn
waren blootgesteld. Het bataljon verloor dan
ook 1 sergeant, 2 korporaals, 1 hoornblazer en
14 fuseliers aan gesneuvelden, terwijl 3 ser
geanten, 2 korporaals, 2 hoornblazers en 22
fuseliers zwaar gewond en 13 nog licht ge
wond waren. Sommigen van de onzen zonken
zwaargewond in de modder weg.
liet Vaderland verneemt dat het wets
voorstel van den heer Kappeyne c. s. tot aan
leg van spoorwegen voor rekening van den
Staat in de afdeelingen der Tweede Kamer
goed is ontvangen.
Men spreekt intusschen van een tegenplan,
door den heer Heemskerk in te dienen.
Byzondere omzichtigheid wordt aanbe
volen bij het ontvangen van geld, vooral gul
dens en rijksdaalders. Er is weer veel valsch
geld in "omloop. (AT. d. D.)
Yolgens het 77. D. zou het voornemen
bestaan de miliciens der lichting van 1875
eene maand vroeger dan gewoonlijk onder de
wapens te roepen.
By de Nederlandsch-Indische Handelsbank
te Amsterdam is heden ontvangen een dépêche
van haar hoofd-agentschap te Batavia, volgens
welke door de overstrooming, die in het begin
van Februari Java geteisterd heelt, duizenden
Javanen zwaar gebrek lijden, en velen ver
dronken zijn, terwijl het verlies, door Euro
peanen geleden, betrekkelijk gering is.
De Nederlandsch-Indische Handelsbank ver
klaart zicli gaarne bereid giften, die men haar
voor de noodlijdenden zou willen doen toeko
men ten spoedigste per telegraaf kosteloos
naar Indie over te biengen.
Het denkbeeld om de Nederlandsche Her
vormde gemeente te Amsterdam in kerspelen
te verdeelen, dat bij den kerkeraad 7.00 langen
tijd in overweging was, heeft eindelijk tot een
besluit geleid. Met meerderheid van stemmen
is dit middel om aan den strijd der onder
scheidene partijen in de gemeente een einde te
maken, verworpen.
Almede werd het besluit genomen om geen
kerkgebouw af te staan aan eenige corporatie,
van welke men weet of vei trouwt dat er bij hare
samenkomst iets zal gesproken worden wat niet
overeenstemt met het evangelie naar de sehi iften.
Vrijheid.)
De Leuveusche hoogeschool was niet te
Leiden vertegenwoordigd. By die instelling
wordt de keikelijke onverdraagzaamheid zoo
ver gedreven, dat de hoogleerareu niet aan
een feest der wetenschappen inogen deelnemen.
Dit verbood hun de geestelijkheid, die hun
zelfs geen kennis gaf vau de uituoodiging door
de hoogeschool van Leiden ontvangen.
Door het Hoofdbestuur der Vereeniging
Volksonderwijs is aan de leden rondgezonden
het ontweip eener gewijzigde wet op het
lager onderlijs, door de heeren 0. van
Riet, als rapporteur, A. Muens eu mr. E. vau
Lier, ontworpen, die blijkens de inleiding,
schoon eenstemmig in vele zaken, dit toch
niet in alle waren.
De voornaamste der voorgestelde wijzigingeu
zijn de volgende:
Art. '1. De v&kken: beginselen der vormleer, der
kennis van de levende talen, der wiskunde en der land
bouwkunde vervallen als bestandileelen van liet lager
onderwijsmaar do volkshuishoudkunde wordt er bij
gevoegd. De verdeeling in gewoon en rneer uitgebreid
lager onderwijs vervalt; er is slechts één lager onder
wijs, dat al de 12 vakken omvat en op elke lagere
school moet onderwezen worden, (art. 16).
Art. 4. Hot toezicht op de lokalen wordt door den
«schoolopziener met den inspecteur van het geneeskundig
staatstoezicht uitgeoefend. Het minimum van ruimte
is voor elk kind 80 vieik. decini. oppervlakte en 3
kub. meter inhoud. In dringende gevallen kan oogen-
bhkkelijk tijdelijke sluiting worden bevolen.
Art 5. Jongelieden van 46—19 jaar, die van den
schoolopziener een bewijs van aanvankelijke geschikt
heid hebben bekomen, mogen tot eigen vorming, onder
toezicht van de onderwijzers, piactiscli in de school
werkzaam zijn, duch niet langer dan twee uren daags.
Er wordt alleen door geexamineerde peisonop onderwijs
gegeven, niet door kwcekelingen.
Art 12. Er zijn minstens 10 Rijkskweekscholen voor
opleiding van onderwijzers en 11 voor die van onder
wijzeressen. Aan de kweekelingcu kunnen toelagen
verleend worden. Gemeentelijke inlichtingen kunnen
subsidie van Rijk of Provincie ei langen.
Ait. 10. In elke Gemeente is een voldoend getal
scholen voor alle kinderen boven 5 jaar. Ook kinderen
buiten de gemeente woonachtig moeten worden toe
gelaten, op voorwaarden door Gedep. Staten goed te
keuren. Voor leeiüngen die de dagschool hebben door-
loopen of die met lien in ontwikkeling gelijk staan,
•wordt gelegenheid tot herhalings- of voortgezet onder
wijs gegeven.
Art. 18. Op scholen met meer dan 25 en minder dan
80 leerlingen, wordt de huofdomlciwijzer bijgestaan
door één onderwijzer; voor elke 40 mepr is nog een
onderwijzer noodig. Op scholen boven 120 leerlingen
moet de eeiste hulponderwijzer de akte van hoofd
onderwijzer hebben.
Art. 49. De jaarwedde van den hoofdonderwijzer is
minstens flODO met vrije woning en zooveel mogelijk
een tuin, of geldelijke veigoedmg voor beiden. Wat
de overige onderwijzers betreft, bedraagt de jaarwedde
voor die van den eersten rang (met hoofdonderwijzers
akte) minstens f700, voor de anderen f500. Do jaar
wedden woiden bij elke vacature door Ged. Staten
bepaald en om de vijf jaar herzien.
Art. 20 vervalt.
Art. 22. Het vergelijkend examen voor hoofdonder
wijzers is openbaar. De schoolopziener inoet zich op
de scholen, waar de voor te dragen pei soon wei kzaam
is geweest, overtuigen omtrent de praetische geschikt
heid. Bij eervol ontslag wegens reorganisatie van onder
wijs wordt een wachtgeld van gegeven.
Art. 23 wordt aldus:
»IIet schoolonderwijs wordt, onder het aanieeren van
gepaste en nuttige kundigheden, dienstbaar gemaakt
aan de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens
der kinderen en aan hunne zedelijke vorming.
»De ouderwijzers onthouden zich bij hun onderwijs
van alles, wat kwetsend is voor andersdenkenden dan
zij, op godsdienstig gebied.
jiOp de openbare schooi wordt geen onderwijs in
eenige godsdienstleer gegeven. Aan de Kerkgenoot
schappen wordt tot bet geven van zoodanig onderwijs
buiten de schooluren liet gebruik der schoollokalen af
gestaan, Het Gemeentebestuur regelt de uien waarop
over de lokalen door elk Kerkgenootschap kan beschikt
worden."
Art. 24. Het verbod van handel en nering voorleden
van het gezin der onderwijzers vervalt.
Art. 2G. Wegens lichaamsgebreken enz. kan reeds
na vijfjarigen dienst pensioen worden verleend. Op
70jarigcn leeftijd worden de onderwijzers ontslagen,
met pensioen gelijk aan het gemiddelde der jaarwedde
in de vijf laatste jaren.
Art. 29 vervalt.
Art. 31. Aan elke gemeente wordt 4/5 van dejaar-
lijksche kosten voor hanr lager ondeivvijs door het
Rijk vergoed, onder algemeeno voorwaarden voor
oprichting ey inrichting der scholen. Bij schoolbouw
bepalen Ged. Staten hoeveel der kosten de gemeente
draagt; liet overige dragen Ryk en Provincie voor de
helft.
Art. 32. Onder de kosten vallen nog die voor kinder
bibliotheken, aan elke openbare school te verbinden.
Art. 33. De opbi engst der schoolgelden, die geheven
kunnen worden, koint ten vooriieeie der gemeente.
Art. 3G. Indien de Gedep. Staten, de Prov. Staten
gehoord, achten dat een gemeente te zwaar gedrukt is,
verleent de Provincie subsidie. Uit provinciale fondsen
mogen gelden worden verstrekt tot bevordering van
het openbaar lager onderwys en de belangen der
onderwijzers.
Art. 40. Er worden akten gegeven voor al de vak
ken ie zamcu (bij vrouwen met handwerken en