op de sre moon te begrooting, een adres van O.
n au Rossen om ontslag als hulponderwijzer
met daartoe betrekkelijk rapport, en een adres
van A. van Velzen om plaatsing op de kiezers
lijsten, welke stukken zijn ter visie gelegd.
Deliberatie overRekening beheer fondsen van
de vernietigde gilden over '1874; benoeming
vaneen lid der Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs; voorstel van het Raadslid
den heer C. J. Loncq, over den prijs van af
te stanen grond voor postkantoor; adres van
N. van der Sluijs om gratificatie. En verdere
voorstellen en mededeelingen.
De Harmonie-Yereeniging Apollo", gaf gis
teren avond voor hare buitengewone leden
haar eerste concert
Van de uitvoering kunnen wij niet dan met
lof spreken. De verschillende nommers van het
programma werden met vuur en gloed uit
gevoerd. Het geheel getuigde van goede, dege
lijke studie. In het Buêtt Goncer.tant voor
Es-Clarinet toonde de jongeheer 3. Keu/enkamp
een goed muzikaal taleut te bezitten. Wij
zeggen zeker niet te veel, wanneer wij dezen
veelbelovenden jongeling een sieraad der Ver-
eeniging s Apollo" noemen. De hulde aem gis
terenavond gebracht, was dan ook wel verdiend.
Nog eens, het geheel was werkelijk goed,
en de ijverige en flinke Directeur, de heer
F. Denzier van Rotterdam, toonde, dat hij de
krachten, waarover hij te beschikken heeft,
op eeue uitstekende wijze weet te ontwikkelen
en te leiden.
Van hoeveel nut de gespannen draden waren
kunnen wij helaas niet beslissen. Het klonk
in de zaal iets doffer dan gewoonlijk, do'ch
wij gelooyen, dat zulks meer door het gedeel
telijk neerhangend scherm, dan door de ge
spannen draden veroorzaakt werd.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal
zal, naar wij vernemen, den 13 dezer weder
bijeenkomen.
Door den Minister van Binnenlandsche
Zaken is onder dagteekening van 30 Maart jl,,
La, N. 9de afd., de volgende circulaire gericht
aan de Commissarissen des Koaings in de
provinciën
«Gaarne zal ik zopdra mogelijk eene opgave
ontvangen of er en, zoo ja, in welke gemeenten
van uwe proyineie thans maatregelen tot wering
van hondsholheid, krachtens plaatselijke ver
ordeningen, worden toegepast.
«Ook zal ik gaarne vernemen of en hoevele
personen in het vorige jaar en hoevele in dit
jaar aan de gevolgen van den beet van. een
doflen hond zijn gestorven."
In de Indiër leest men: De beraad-
slagingen in de Eerste Kamer bij de behande
ling van de begrooting van Koloniënomtrent
het ontslag aan den heer mr. J. Loudon ver
leend, zijn hjer met belangstelling gelezen. Onze
indruk is meer en meer dat de Gouverneur-
Generaal, dip ongaarne onder den heer van
Goltstein fjjende, een goed middel heeft aan
gegrepen om zijne retraite te maken en dat
het den Minister van Koloniën niet onwelge
vallig was, ondanks het besluit van den minisler-
raad om den Gouverneur-Generaal te steunen,
dat eene gpreede aanleiding werd gevonden om
eeue botsing in het leven te roepen.
Er loopen hier geruchten omtrent den stand
van zaken in Atsjin, die, zoo zij zich beves
tigen, ons van harte zullen verheugen. Wij
vernemen toch eene herhaling van hetgeen bij
het vertrek .van generaal van Swieten werd
gezegd, nu de heer Loudon zich reisvaardig
maakt, namelijk dat de oorlog ten einde spoedt.
D,e vijand zou geheel en al ontmoedigd zjjn
en de kleine man in Groot-Atsjin den strijd
moede wezen.
Het Bat. EM. schrijft betrekkelijk de
zaken in AlsjiuDe teekeneu, dat de krachtige
tegenstand van vroeger gebroken en verflauwd
is, zijn onmiskenbaar. Tal van versterkingen
zijn door ons met gering verlies genomen. De
vroegere bewoners der door ons bezette kam
pongs zijn verdreven of gedoodde strijd wordt
nu door huurlingen gevoerd, bij wie de ware
strijdlust gemist wordt. De vijandelijke hoofden
beginnen overtuigd te raken van hunne onmacht
tegen onze wapenen; hunne hulpmiddelen om
den oorlog vol te Ji ouden worden minder. Nog
wat inspanning onzerzijds en mogelijk is na
eenige maanden een verblijdend bericht omtrent
dezen oorlog naar Nederland te zenden.
Na&r men verneemt, zijn voor de aAtsjin-
loterij reeds 1500 prijzen ingekomen, waar
onder vooral de prijzen van het Koninklijk
Huis de aandacht verdienen. Het geschenk
van H. M. de Koningin bestaat in een jardinière
van sèvre-porseleinvan Z. K. II. den Prins
van Oranje in eene dito vaas, van II, K. H.
Prins Frederik en Prins Hendrik der Neder
landen, eene bijoux-kist en van H. K. H. de Prin
ses von Wied, een paar candelabres.
In het weekblad Be Opwekker komt een
brief voor van eene vreeselijke uitbatsting van
een vulkaan op het eiland Groot-Sangir, waar
door 210 huizen van eene negorij zijn verwoest
12 mensehen ziju gewond en één gedood.
Als eene opmerkelijke bijzonderheid her
innert Be Standaarddat op den dag dat de
drukkerij van het Nieuws van dm Bag afbrandde,
het vijf jaar geleden was, dat hot eerste nommer
van dat blad verscheenmen kan daarbij voegen,
dat de oprichter van dat blad Gorter heette en
de brandweerman die bij den brand gewond
werd ook den naam Gorter draagt.
De Haagsche correspondent van de Midd. Ot.
meldt, dat het wetsontwerp tot droogmaking
van de Zuiderzee bij den Raad van State is.
Het werk zal volgens het voorstel der Regeering
bij wijze van concessie met subsidie (anderhalf
honderd millioen, naar hij verneemt) worden
uitgevoerden .wel door de Maatschappij van
grond-krediet te Amsterdam.
Op de 10de jaariyksche vergadering van
moderne godgeleerdengisteren gehouden
waren '170 personen aanwezig. De vraag:
Kunnen wij ons nederleggen by de ontworpen
wet op het hooger onderwijs, werd ontkennend
beantwoord. Door den hoogleeraar Rauwenhoff
werd meegedeeld, dat door den senaat der
Leidsche Hoogeschoól bij de Regeering zal
worden aangedrongen op het behoud der theo
logische faculteit aan minstens twee univer
siteiten. In de vergadering is door vele aan
wezigen een adres aan de Tweede Kamer
geteekendwaarbij 'de bezwaren tegen het
ontwerp zijn uiteengezet.
In de iSt.-Ot. leest men: Ter voorkoming
dat industrieelen, landbouwers of kunstenaars,
zich laten misleiden door eene in de JProv.
Gron. t., door of van wege den heerC. A. J.
Geesink ingezonden mededeeling, die ook in
audere bladen is overgenomen, en waarin de
geheel onjuiste voorstelling is gegeven, alsof er
overeenstemming zoude zijn verkregen tusschen
de Nederlandsche hoofdcommissie voor de
Philadelphia-tentoonstelling en liet technologisch
bureau van den heer- Geesink, acht de Neder
landsche hoofdcommissie zich verplicht openlyk
mede te deelen dat jin het onderhoud, den
voorzitter door - dien heer eerst op straat in
Amsterdam en later aan zijne woning opge
drongen alleen is overeengekomendat de
heer Geesink, zoowel als het technologisch
museum, zich voortaan geheel onthouden zullen
van iedere bemoeiing in zake de Philadelphia-
tentoonstelling, en dat hei technologisch bureau
en den heer Geesink door de hoofdcommissie,,
wat de inzending aangaat, gelijk gesteld worden
met iedere Nederlandsche inrichting of persoon,
die op die tentoonstelling wenschen in te zenden
en op wie van toepassing zijn de voorschriften
in liare velschillende circulaires opgenomen.
.De Nederlandsche hoofdcommissie zal alle
verdere van dien kant komende mededeelingen
of advertentiën in het vervolg onbeantwoord
laten.
De Voorzitter der Nederl. hoofdcommissie,
E. II. von Baomhaueh.
De heer, Geesinkbestuurder van het
Technologisch Bureau, verzoekt ons het vol
gende mede te deelen omtrent de Philadelphia
tentoonstelling:
»De voorzitter der Ned. hoofdcommissie, dr.
E. H. von Baumhauer, deelt in de St.-Ot.
mede, dat in het onderhoud door mij ten zijnent
te Haarlem met ZEd. gehouden is overeen
gekomen
1. dat het Technologisch Bureau (dr. v.
Baumhauer noemt dit onjuist Museum) zich
voortaan geheel onthouden zal van iedere be
moeiing in zake de Philadelphia-tentoonstelling;
2. dat, wat inzending aangaat, de bovenge
noemde door de hoofdcommissie wordt gelijkge
steld met iedere Nederlandsche inrichting of per
soon op wie van toepassing zijn de voor
schriften aan buitenlandsche gouvernements-
commissiën door de Centennial-commission ver
strekt.
Naar aanleiding dezer mededeeling van dr.
v. Baumhauer, acht de heer Geesink het nood
zakelijk in afwachting van de beslissing, door
de Centennial-commission te nemen, betref
fende de reiatie tusschen het Teclmologiscli-
Bureau en die commissie bestaande, blijkens
schrijven van den directeur-generaal den heer
A T., Goshorn, van 5 Nov. 1874, waarbij aan
het Bureau is toegewezen 1000 M^ plaats
ruimte, zich thans enkel bezig te houden met
de administratie der in dat jaar te houden
Nationale Tentoonstelling van Kunst-Industrie,
Volksvlijt enz.
Dank zij den krachtigen steun van Nederland
sche kunstenaars, industrieelen en belangheb
benden, belooft deze tentoonstelling prachtig
te worden. Afzonderlijke plaatsruimte zal daarop
bestemd worden voor hen, die eene vóór-ten-
toonstelling hunner voor Philadelphia bestemde
inzendingen wenschen te houden."
Met betrekking tot het aangeprezen resti
tutie-stelsel voor scholen, thans voor de chris
telijk 11 historische partij gevraagd, vangt de
Belftsche Courant een artikel, een onschuldig
plan, hetwelk die kwestie bespreekt, aldus aan
sEen 'schildwacht had tot consigne te zorgen,
dat een gevangene de deur niet uitkwam.
Vrienden van den gevangene trachtten hem te
bewegen dat consigne te schenden: maar de
schildwacht was i een trouw soldaat, aan de be
velen zyner meerderen gehoorzaam. Een van
de vrienden dacht echter een middel uit, dat-
den gevangene gelegenheid zou geven om te
ontsnappen, zonder dat de schildwacht aan den
letterlijken zin van zyn consigne te kort deed.
Als wij den man het raam eens uitlieten?'"
zride hjj.
sliet raam? daar zegt gij zoo iets.
s.Van het raam was in het consigne geen
sprake. Dit werd door nietq belet; de schild
wacht zóu desnoods zelf een handje kunnen,
helpen
Ziedaar zoo ongeveer, den toestand, waarin
wij ten aanzien van het openbaar onderwijs
verkeeren. De grondwet legt aan de Regeering
de taak op te waken dat er alom voldoend
openbaar lager onderwijs gegeven wordt. Het
consigne der Regeering uit dit bevel voort
spruitende, is geformuleerd in de wet van 1357.
Die wet moet de Regeering, met name de
minister van Binnenlandsche Zaïven, handhaven.
Maar nu wordt van anti-revolutionaire zijde
voorgesteld om de openbare school in stand
te houden, maar, met het oog op de bijzondere
scholen het restitutie-stelsel in te voeren. De
openbare school zal door de voordeur zich niet
verwyderen, rna,ar verdwijnen door het venster,
dat de Regeering-schildwacht zelve voor haar
opengezet heeft."
In den loop harer redenecring zegt de B. O.
i