Büiteiiaiiscle Berichten.
Bimtenlanflsclie Berichten.
A". 1875.
Maandag 17 Mei.
J® 3642.
IVe»en en Twintigste Jaarg-ano-.
DENEMARKEN.
COURANT.
Auonnemcntspiujs, per kwmtnal4.85.
Franco per post, iloor het geheole Ryk - 2,50.
Afzonderlijke nommers- 0.10.
BtRBAO: MAItKT, E, 124.
«Sten wordt verzocht sïe advertent!»'»»,
welke men denzelfden «lag verlangt
geplaatst te «lcnuiferlrjli «les na-
midklags- te 3 uren te bezorgen.
DU1TSCIILAND.
Aan de Earhr. Zeitwordt een telegram
meegedeeld van prins Gortschakoff, volgens
hetwelk dè Russische Keizer Berlijn verliet met
de innige overtuiging, dat daar de meest ver
zoenende, vredelievende gezindheid en bedoeling
bestond.
Men verzekert, dat de vereeniging der
zusters van liefdadigheid in Pruisen, bij de
invoering der wet op de geestelijke orden en
congregatiën, niet zal ontbonden worden, maar
dat die zusters, in afwachting van betere tijden,
het iand veriaten, of bij Katholieke familiën
haren intrek nemen zullen, om de ziekenver
pleging particulier voort te zetten.
FRANKRIJK.
De Nationale Vergadering heeft met 4G4
tegen '179 stemmen verworpen de eerste para
graaf van Wolowsky's amendement, en met
370 tegen 297 stemmen aangenomen het voor
stel commissie-Courcelle. Wolowsky's amen
dement strekte tot schorsing der gedeeltelijke
verkiezingen tot '1 Aug., indien de Vergadering
vóór dit tijdstip niet op een dag, vroeger dan
31 Decde ontbinding had vastgesteld.
81' AN JE.
Uit Madrid hoort men weder het volgende:
generaal Reges heeft, van Vittoria naar Miranda
gaandeeene bende Carlisten verslagen en een
twaalftal hunner, waaronder een officier, krijgs
gevangen gemaakt.
De fractie Sagasta van de constitutioneele
partij zal dezer dagen aan Koning Alphouso
een adres van adhaesie aan zijne regeering
indienen, hetwelk de handteekeningen van zeer
vele leden dier partij draagt,
ENGELAND.
De Times zegt: wij gelooven, dat, ofschoon
Engeland een afwachtende houding heeft aan
genomen in betrekking tot den Fransch-üuit-
schon twist, liet Gouvernement het als een
natioualen plicht beschouwd heeft zijn meening
uit te spreken voor het behoud van den vrede.
Deze mededeeling werd zeer vriendelijk opge
nomen en een zeer bevredigend antwoord
mocht men uit Beriijn ontvangen. Ook de
Fransche Regeering heeft het Eugelsche Minis
terie haar erkentelijkheid voor zijn vriendschap
pelijke houding betuigd.
Eene depêche uit Kopenhagen van *13 dezer
bevat, dat de gemeenschappelijke, commissie
uit liet Lands- en Volkshuis het met 46 vau
de 18 stemmen eens geworden is omtrent de
Pmaucioeie wet. De voorstellen der commissie
zullen hoogstwaarschijnlijk ook door de beide
Huizen aaugeuomen worden, daar de .linker
zijde vau liet Volkshuis verdeeld geraakt is.
Zoodra de financieele wet d ■>or Koning Chrisliaan
IX bekrachtigd is, zal iiet ministerie zijn ontslag
nemen. Men verwacht echter, dat enkele van
de tegenwoordige ministers in liet nieuwe
kabinet zullen opgenomen worden.
ITALIË.
De Kamer van Afgevaardigden heeft, blijkens
een telegrafisch bericht, de vijf ontwerpen,
waarbij buitengewone uitgaven gevraagd worden
voor nieuwe vestiugwerken, uitrusting van het
leger, enz., Ie verdeelen over vijfjaren, in
geheime zitliug aangenomen. De telegraaf meldt
niet, of de Kamer de ontwerpen heeft goed
gekeurd, zooals de Minister van Oorlog heeft
voorgesteld, of gelijk die door de Commissie
zijn gewijzigd. Zooals men gezien heeft, heeft
de Commissie tot eenige,bezuinigingen gecon
cludeerd.
De Kamer heeft voorts aan de additioneele
- - «,'h.
bepaling op de munt-overeenkonist tusschen
FrankrijkItalië, Belgie en Zwitserland hare
goedkeuring geschonken.
TWEEDE KAMER.
Zitting van 14 Mei.
In de zitting vau heden heeft de heer Kuyper
zijne interpellatie omtrent liet lager onderwijs
breedvoerig toegelicht. Zijne vraag was deze:
Biedt de staatkundige gedachte, die, wat de
schoolkwestie betreft', ten grondslag ligt aan
de formatie van 't Kabinet, al dan niet deu
waarboig dat deze Regeering, noch 't initiatief
neme, noch medewerken zal tot wijziging dei-
wet van '1857waardoor de kracht der openbare
school zal worden \erhoogd, zonder gelijktijdig
tegemoet te komen aan de bezwaren die thans
reeds de bijzondere school drukken? Die vraag
ontwikkelende, behandelt hij deze vier hoofd
punten. "Wat geeft hem aanleiding lot deze
interpellatie; welk doel beoogt hij; in welken
zin wil hij zijne interpellatie hebben opgevat;
welke kansen biedt zij aan tot welslagen? De
aanleiding ligt in zijne ongerustheid omtrent
do houding en vei klaringen of ontwijkingen
der Regeering; in de houding en werkzaamheid
der tegenpartij zoowel door de Vereeniging
voor Volksonderwijs als door het Schoolver
bond; in zjjn twijfel aan de homogeniteit van
het Kabinet, in verband tot hetgeen een dei-
Ministers bij Jt academiefeest te Leiden heeft
gezegd en tot Tiet gerucht nopens het lidmaat
schap van een ander Minister van de Veieeni-
ging voor 't Volksonderwijs. Het is hem vooral
te doen om vóór de verkiezingen eene open,
ronde verklaring'van de Regeering te erlangen.
IHj svil waarheid en openhartigheid. De onder
wijskwestie is van 't hoogste politiek gewicht.
ADvku^ent;i:piJsvan 110 gewone regelsJ 1.00.
Iedere gewone regel meer, 0.10.
Diucmaal plaatsing wordt tegen tweewaal berekend.
Er moet bij de formatie van het Kabinet om
trent deze gewichtige politieke kwestie overleg
hebben plaats gehad. Hij wil weten wat wij
in dit opzicht aan dit Kabinet hebben. Hij
rekent op een openhartig en duidelijk antwoord,
vooral met het oog op de verkiezingen. Thans
kan die eiseh zeker niet voorbarig zijn.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
in substantie geantwoord, dat de onderwijs
kwestie bij de formatie van het kabinet wel
degelijk is besproken. Hij herinnerde wijders
aan de verklaringen, door de Regeering in dé
stukken of bij het adres en de staatsbegrooting
nopeus liet onderwijs gegeven, strekkende tot
handhaving van art. '194 der giondwet en vau
'het hoofdbeginsel der wet op het lager onder
wijs. Is er eenig feit dat bewijst dat de Regeering,
hetzij dat hoofdbeginsel (openbare school toe
gankelijk en bruikbaar voor allen) heeft ge
schonden of anderzijds eenige krenking heeft
toegebracht aan de grondwettige vrijheid van
onderwijs? De heer Kuyper had zich ongerust
betoond, maar welke waarborg verlangt hij, wan
neer de Regeering nog niet tot een bepaald
resultaat is gekomen, dat kan worden neer
gelegd in een bepaald wetsontwerp. Overigens
is 't aantal wetsontwerpen, dat nog op afdoening
wacht, groot, ca blijft hij bij 't geen in de
troonrede wordt gezegd, dat namelijk het hooger
onderwijs vóór moet gaan, en ofschoon het
voorioopig verslag vele bezwaren bevat, zoo ir*
zijn totaal-indruk niet zóódat hem de moed
zou ontvallen. Hij vleit zich in deze zittiug die
wet nog met de Kamer te kunnen behandelen,
maar hij zou 't daarom onraadzaam en onstaat
kundig achten, om nu tussehenbeiden eene
wijziging der wet op het lager onderwijs voor
(e dragen. Voor 't overige acht de Minister het
niet als plicht der Regcering, om op de ver
kiezingen te werken. Onder buitengewone om
standigheden kan 't soms noodig zijn, dat de
Regeeriug hare positie toelicht, maar zij ziet't
belang niet in om in détails der wetgeving op
het onderwijs te treden. Hij heeft straks zijne
meening nopens de zienswijze der Regeering
medegedeeld en voegt er bijdat het stelsel
waarop de heer Kuyper doelde (restitutie) door
haai- niet als grondslag der wetsherziening kan
genomen worden Hij ontkent dat de openbare
school godsdienstloos zou zijn en zegt ook, dat
zijne mededeelingen of verklaringen uitdrukken
de meening van het geheeie kabinet.
De lieeren Teding van Berkhout en van
Wassenaer van Catwijclc spraken in het belang
van het vrije onderwijs. De heer Kuyper heeft
nog gerepliceerd op do rede van den minister,
waardoor zijne ougeruslheid bedenkelijk is ge
klommen. De Minister heeft integendeel veel
voet gegeven aan de voorstanders der school
wet. Hij beantwoord ook den lieer van Zuylen,
die zich tegen het restitutiestelsel had verklaard.
Na eene korte woordenwisseling is de interpel
latie gesloten.