EiHjmlaiiascle Berichten.
SCHIEDAM, 22 Jul! 1875.
In sommige dagbladen lezen wij het vol
gende bericht: »Te Schiedam is pen jongentje
van 8 jaar door den bliksem getroffen, waardoor
het blind en tengevolge van den schrik krank
zinnig werd."
Wjj lumnen echter mededeelen dat van een
dergelijk geval hier niets bekend is.
De Staats-Gourant van 22 dezer bevat
het besluit van den 13 Juni jl., houdende
bepalingen tot het voorkomen van aanvaringen
op zee, en zulks ter vervanging van die, vast
gesteld bij de Koninklijke besluiten van 2 Mei
4863 Staatsblad fto. 51) en 29 September
4870 Staatsblad no. 167), met eene toelich
ting tot ophekleriug van het gebruik dei-
lichten, door schepen in zee gevoerd wordende,
en om aan te toonen de wijze hoe zij aan een
schip, dat die lichten ziet, de plaats en rich
ting van het schip, dat gezien wordt, te
kennen geven,
De nieuwe suikerconventie is, naar men
verneemt, op de volgende grondslagen ge\ estigd
'1. Frankrijk en Nederland nemen het stelsel
van controle in de fabrieken aan. 2 Beigie
neemt dit stelsel niet aaumaar vermindert
den accijns op de suiker met de helft, d. i. van
45 fr. op 22 50. 3. Engeland, dat op'toogen-
blik geen accijns heft, verbipdt zich geen hooger
uitvoerpremie dan de drie andere rijken te
geven, wanneer het opnieuw de belasting op
de suiker mocht invoeren.
Het derde verslag der verrichtingen van
het Roode Kruis in Nederlandsch-Indie, loopende
van 28 Febr. tot 31 Dec. 1874, dezer dagen
onder de comité's in Nederland verspreid, bevat
menige bijzonderheid omtrent de belangrijke
diensten, door de vereenigiug in den oorlog
met Atsjin bewezen. De daardoor opgewekte
belangstelling bad weldra de oprichting van
afdeelingen te Padang, Soeiabaja, Samarang
'en Macassar tengevolge. Deze, op onbekrompen
wijze ondersteund door het hoofd-comité in
Nederland en door weldadige landgenooten
hebben in hooge mate bijgedragen tot ver
zachting van het lot der ongelukkige gekwetste
en zieke krijgslieden in Oost-Indie.
Uit den aard der zaak is de hulp, door het
Roode Kruis in Indie verleend, meer van
materiee'en aard. Daarom bestond deze voor
namelijk in het toezenden van de noodige
verplegingsmiddelen, Onaer deze waren bij
zonder welkom:
1 '1. Lectuur. Deze wordt door den aan zijn
legerstede gekluistei den soldaat steeds ge-
wenscht. 1 ngbladen worden zeer gretig gelezen
het JNedcrlandsch Magazijn, de Museums, do
Huisvriend enz., ook in Nederland door be
langstellenden afgestaan, waren het meest
gewild; korte verhalen, gelijk die tijdschriften
behelzen, vallen vooral in den smaak. De door
het hoofd-eomité of door zijne tusschenkomst
toegezonden boeken, waarvan vele in fraaie
banden, dienen tevens tot het samenstellen van
bibliotheken, die ook later van nut kunnen
zijn. Zoo is het comité te Padang reeds in het
bezit van een goed onderhouden biblioteek van
ongeveer 2000 nommers.
2. Houten pijpen -en tabak. »De gekwetste
en zieke soldaat,"zegt von Biiltzingslöwen
2>ontvangt de pijp als'het ware met kinderlijke
vreugde." De Ilollandsche rooktabak en sigaren
worden zeer geroemd.
3. Spellen. Onder deze waren dQmino-, dam-
en schaakspellen het meest gewild.
Voortdurend bestaat aan genoemde voor
werpen behoefte', zoodat elke toezending aan
het hoofu-comité, met bestemming naar Oost-
Indie, in donk wordt ontvangen te 's Ilage,
Plein 5, en spoedig naar Indie wordt over-
gemaakt.
In hét Schoolblad behandelt"de heer dr. S.
Sr. Coronel de vraag: sGeen school houden op
wanne dagen?" Om tot eene beantwoording
aan de praktijk getoest te geraken, richtte hij
tot eenige ondei wijzersvan wier goed inzicht
en goede trouw hij verzekerd was, de vol
gende vragen:
4. Zijn- in de afgeloopen maand bij liet
onderwijzend personeel of bij de kinderen ook
verschijnselen voorgekomen, die als gevolg van
de hooge temperatuur en van een verblijf in
eene bedo'rven atmosfeer zijn te beschouwen;
zoo ja, welke en in welke verhouding? 2. Hoe
hoog was die temperatuur binnen en buiten?
3. Hoe is de verhouding der bevolking tot de
ruimte? 4. Hoe is de ventilatie en hoe wordt
daarvan gebruik gemaakt?
De antwoorden hierop waren de volgende:
1. Van do onderwijzers en kinderen klaag
den een zeer groot aantal tegen het einde van
den eersten schooltijd over hoofdpijn, eenige
(4 a 2 pCt.) kregen neusbloedingen, meerdere
(23 pCt.) begonnen te braken. Er heerschte
eene algemeene afgematheid en lusteloosheid;
vele kinderen iu de laagste en ook in de lioogere
klassen werden, vooral iu het midden van den
tweeden schooltijd, door een onweerstaaubaren
trek tot slapen overvallen. Het zweet gudste
ons allen van het hoofd. Na een oogenblik m
de open lucht vertoefd te hebbenbet school-
vertrek binnentredende, beving een beklemd
heid de borst en overviel ons een gevoel van
walging, zóó onaangenaam rook de lucht.
2. De temperatuur wisselde buiten tusschen
70 en 75" Fahr.binnen tusschèn 75 en 82»
Faht.; de wind was O.-Zuid-Oost.
8. De ruimte wisselde tusschen 3'>en5M3.
per kind.
4. De ventilatie geschiedt door het open
zetten van tuimelramen, luchtgaten en de deur,
soms tegen elkander over eu onder den
schooltijd."
De heer Coronel, die ook zelfs een tiental
scholen in zijne nabijheid bezocht, komt tot
de conclusie, dat het noodig is, dat de onder
wijzer vooral van slecht geventileerde
scholen op warrne dagen de jeugd uit de
bedorven atmosfeer, die een bloedvergiftiging
te weeg brengt, svan de school jaagt, zelfs
op het gevaar af, dat ze in eigen huis geen
beteren dampkring voorhanden viudeu."
Naar men zegt, is de stempel voor de
«gouden tientjes" niet door Z. M. den Kouing
goedgekeurd.
Dit zou de eden zijn van de vertraging, die
het slaan der nieuwe muntstukken onder
vindt. {Vad.)
Wij vernemendat »La Société Royale
des Choeurs" te Gent, niet tevreden met de
uitspiaak der jury ten opzichte van de toe
wijzing der medailles bij liet zangconcours te
Gent, een speciale gouden medaille aan de
mannenzangvereeniging nCaecilia" te 's Ilage
heeft aangeboden, aan welke vereeniging,
\tolgens het oordeel der nSociétc Royale"' de
eerste prijs moest zijn geschonken. (F.)
Een Haagsche conespondentie in de
Zierikzeesclte Nieuwsbode bevat de volgende
vertelling:
sEenigeu tijd geleden was de vader van een
ambtenaar aan bet departement van Biunen-
landsche Zaken ziek. Daar zijne vrouw ver
jaarde en hij'een feestje wilde geven, wenschte
hij eerst van den geneesheer te weten of de
toestand zijns vaders bedenkelijk was, daar hij
dan geen feest wilde vieren. Daar hij zijn
voornemen om feest te vieren niet wilde bekend
maken aan den geneesheer, ze'u'e hij dezen
dat hij het voornemen had naar Arnhem te
gaan. indien de toestand zijns vaders dit-
toeliet. De dokter stelde hem gerust en zeide,
dat hij dit reisje gerust kon makende
ambtenaar verzocht op den feestdag zijne vrien
den, doch ging niet uit de stad. Eenige dagen
later werd hij ontboden bij den Minister Heems
kerk, die hem onder het oog bracht, dat het
aan een ambtenaar niet paste naar Arnhem
te gaan om de verkiezing vau Goertsema te
bevorderen. De ambtenaar beweerde dat hij*
volstrekt de stad niet verlaten had, en ver-
zocht tien minister hem te zeggen wie die
leugens had opgedischt; deze wilde evenwel
geen namen noemen. Toen herinnerde de i
ambtenaar zich, dat de geneesheer zijns vaders
tevens dokter was bij een fier redacteuren van
het Haagsche Dagblad en deze laatste het ver
haal aan Heemskerk kon gedaan hebben. Om
zich daarvan te oveituigen, verzocht hij toen
den dokter of hij Zondag ook naar Arnhem
zou kunnen gaan, met het oog op den toestand
jzijns vaders; deze maakte geen bezwaar. Onze
ambtenaar bleef evenwel dien Zondag thuis;
bet duurde echter niet lang of er kwam een
bode van den Minister Heemskerk (welke
meende dat zijn ambtenaar thans voor de her
stemming naar Arnhem was) - met de bood
schap, of de ambtenaar dadelijk eeu stuk wilde
afdoen. Deze voldeed onmiddellijk aan het ver
zoek en bracht het in persoon bij den Minister
aau huis, die vreemd opkeek, dat hij op die
wijze er ingeloopen was. Men kan begiypen
hoeveel sensatie deze geschiedenis maakte
onder ambtenaren, die met het geheim bekend
waren."
Als het verhaal waai is schijnen de Haagsche
dokters eene zonderlinge opvatting te hebben
van hun werkkring als aits.
De hoofdonderwijzer.!. K. G. Muller heeft
in 't Vad. gemeend de hoofdondei wijzers te
moeten waai schuwen tegen het vriendelijk
aanbod der bh. Hbveker en Zoon, om aan
ieder onderwijzer, die het verzocht, een exem
plaar te zenden van 't Handboek der Ge
schiedenis van 't Vaderland van
miGroen van Prinster er. In den
brief staat o. a.: «Weinige natiën zijn er, wier
geschiedenis zoo duidelijk als de onze toont,
dat de vreeze des Heeren het beginsel van alle
wijsheid isdat de godzaligheid de beloften
des tegenwoordigen en toekomenden levens
heeft. Immers, ons volk Werd geboren uit ge-
loofsovertuigiughet groeide en bloeide zoo
lang liet zich de belijdenis van het Evangelie
van Christus Jezus niet schaamde, maar er
goed en bloed voor veil had. Doch het verviel
en zonk tot volkomen vernietiging toetoen
het zijn God verliet en zich der evolutie in
de armen wierp. Vol leering en waarschuwing
is de geschiedenis onzes lands sedert de '16e
eeuw. Daarom is de grondige studie daarvan
den onderwijzer eisch en levenstaak. Eeu der
vrienden van den schrijver van het Handboek,
wiens hart warm slaat voor het heil der jeugd,
wil naar vermogen aan de bevordering van dat
heil medewerken. Hij zou gaarne het Handboek
in uw aller handen zien. U, die u geestver
wanten van den schrijver gevoelt, zou hij daar
door willen helpen om meer en meer de zelf
bewuste dragers te worden van de beginselen,
eeu leven lang door mr. Groen van Prinsterer
beleden en beleefd. Hij wil u in de gelegenheid
stellen uw geest met zijn werk te doorvoeden
tot nw eigen en der kinderen voordeel. U, die
van andere geestesrichtiug en overtuiging rijt,
wenscht hij gelegenheid te geven, ook met de
beginselen van uw tegonstaudeis volkomea be
kend te worden. Indien voor iemand, dan zeker
vooral voor den onderwijzer is het noodig in
de gelegenheid te zijn de kwestiën van alle
zijden te beschouwen. Hij wil dus bij u geen
propaganda makeu voor een bepaalde richting,
hij verlangt alleen bij te dragen tot de moge
lijkheid voor om alle richtingen grondig te
beoordeelen." yl
De heer Muller ziet in de aanbieding wel
stellig eene poging om propaganda te makeu;
waarom juist dat boek gekozen? Men wil de
onderwijzers winnen voor de stembus van 4877.