bezwaar tegen dadelijke behandeling, doch daar over moet de centrale afdeeling beslissen. Blijkens een bij het Departement van Koloniën ontvangen telegram van den Gouvern.-Generaal van Nederlandsch-Indie, was den 4 dezer door den tydelyken militairen en civielen bevelhebber in Atsjinkolonel Wiggers van Kerchemhet navolgende aan de Indische Regeering bericht: Kleine patrouilles hadden den vijand nog al benadeeld door het vernietigen van eenige ver sterkingen en het verbranden van vei scheidene woningen. Evenwel bleef de vijand vele onzer posten beschieten. Choleragevallen kwamen nog dagelijks voor, maar overigens werd de ge zondheidstoestand zoowel in als buiten Kotta- Radja gunstiger en de sterfte was betrekkelijk gering. Omtrent de nieuwe expeditie tegen den aanhoudenden geest van verzet der berg- Altheren van Ceram zijn goede belichten bij de Indische regeeiing ingekomen. Eene vijan delijke negorij was verlaten gevonden en bezet, eene andere stormenderhand ingenomen, met verlies van 2 dooden en 2 gekwetsten. De gezondheid en de geest der troepen, alsmede die der bevriende bevolking, was zeer goed. SCHIEDAM, 11 Augustus 1875. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Schiedam, zitting van 7 Augustus 1875. Afwezig de heeren J. T. Beukers, T. H. B. Snijders, J. J. van Otterdijk en P. J. Wouter- lood, laatstgenoemde met kennisgeving. 4. Resumtie der notulen van de veigadering van 1 Juli jl. 2. Mededeeling der ingekomen stukken. 3. Aan het verzoek der Vereeaiging van en voor Nederlandsche Industrieélen te 's Graven- hage tot mededeeling van de door de Kamer in te dienen adressen en uit te brengen adviezen, zal voor zoover zulks nuttig of raad zaam wordt geoordeeld, worden voldaan. ■4. Wordt besloten het verzoek der Directie van het Wij-Entrepot alhier aan de Neder landsche Handel-maatschappij gericht om in deze gemeente een grooteren opslag van smker te verkrijgen door een adres te ondersteunen. Onder de brieven uit Rotterdam verzon den van 115 Juli 1875, geadresseerd aan onbekenden, die op schriftelijke aanvrage door de afzenders of geadresseerden aan het post kantoor te Rotterdam, kunnen worden gerecla meerd, behooien ook de volgende: Plant de Visser, Rotterdam; P. van den Berg, Schiedam. De miliciens der lichting 1873, dezer dagen van groot veilof bij de regimenten terugge keerd, zullen met den 4 Sept. met onbepaald verlof huiswaarts worden gezonden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nedeilandsch-Indie, door middel van het stoomschip Acton, van de »Star Ball Line," waarvan het vertrek uit Rotterdam op den 48 Augustus aanstaande is bepaald. De gedrukte stukken en monsters van koop waren belmoren uiterlijk in den avotid van den 17 Augustus en de brieven den daarop volgenden dag, des voormiddags, te Rotterdam aangekomen te zijn. De Minister van Marine bvoDgt ter kennis van belanghebbenden, dat, ter vervanging van het witte en roude licht van Zype, is geplaatst en ontstoken een wit licht; p. m. 8 meters boven hoog water, op den hoek van het Nieuwland bij B-uinisse, met een roode streep, om de westelijke witte tonnen van de Noord platen mis te varen. Van den Nederlandschen consul te Elmina zijn twee verslagen van 18 Maart en van 22 Juni jl. ontvangen. (Jit het eerstgenoemde ontleenen wij het volgende: In een vroeger" verslag werd medegedeeld^ dat de b 'lasting op spiritualiën bedroeg 2 sh. 6 d. per gallon voor proef of 100 Sedert eenige dagen schijnt die belasting gevorderd te worden ingevolge de letter van het tarief van 18 April 1873, en dus 2 sh. 6 d. per gallou zonder den sterktegraad in aanmerking te nemen. Ook schijnt het dat de belasting onmiddellijk na de landing moet worden be taald, terwijl vroeger een krediet van veertien dagen verleend werd. Omtrent een en ander zijn nog geene ordonnantiën uitgevaardigd. Van Zr. Ms. minister-resident te Kou- stantinopel is ouder dagteekening van 23 Juli mededeeling ontvangen van een aan hem door dr, Millingen ingediend rappoit van den 21 dier maand betrekkelijk den stand der choloia- epidemie in Syrië, aan welk rapport het vol gende ontleend wordt: sVolgens de bij den gezondheidsraad gedu rende de laatste acht dagen uit Syiie ontvau- gen telegrafische mededeelingen, was te Damas cus van 13 tot 19 Juli het cijfer der nieuwe ziektegevallen tot 999 en dat derstei fgevallen tot 579 geklommen. Het cijfer der in het militaire hospitaal voorgekomene ziekte- en sterfgevallen is niet bekend. Het aantal der inwoners die de stad ontvluchten nam van dag tot dag toe, tengevolge waarvan de ziekte zich meer en meer in den omtrek verspreidde. Te Dumer, te Uom en in verscheiden dorpen van den Libanon was dit het geval. Ook to Beyruth had zich onder de vluchtelingen uit Damascus, die den 17 aangekomen waren, bij twee hunner de cholera geopenbaaid, waai van de een den 19 overleed. Al de goederen van dezen laatste werden verbrand, hetgeen in het algemeen met nadruk aanbevolen is als het eenige middel om de verspreiding der ziekte te stuiten. Te Saida is insgelijks een geval voorgekomen. In het geheele gewest heeischt groote schrik, vooial op Cyprus, waar de bevolking er op aandringt dat al wat uit Syrië komt volstrekt geweerd zal worden. Van den 12 tot den 18 waren te Antiochie 128 nieuwe gevallen aan gegeven. Te Aleppohetwelk dusver bevrijd was gebleven, waien, volgens een bericht van den 19, twee cholei a-gevallen waargenomen. Daar de toestand meer en meer verontrustend wordt, heeft de gezondheidsraad opnieuw eenige geneesheeren naar de besmette streken afge vaardigd." Ongelooflijk schier, maar waar is het, dat de kerkeraad der Port Israëlietische ge meente te Amsterdam (lezer dagen het volgende briefje ontving: Amsterdam, 2 Augustus 1875. i De Alg. Keikeraad der Ned. Herv. Ge meente alhier heeft de eer, in antwoord op Uwe missive, dd. 19 Juli 1875, U te berichten, dat het hem, ofschoon hij Uwe uitnoodiging op hoogen prijs stelt, onmogelijk is deel te nemen aan eene feestviering, die, van het standpunt zijner belijdenis, hem veeleer eene oorzaak van smart dan van vreugde geacht moet worden te zijn. «Onder toebidding van den - zogen des Heeren, Num. 6, verzoeken wij U de ver zekering onzer Hoogachting te willen aan nemen. »De Kerkeraad voornoemd, J. P. Stricker, VoorzitterQQ. Steinfort, Scriba." De mindeiheid in deu Alg. Keikeraad men zegt, dat zelfs de ouderliug,'Dr.' ICuyper ertoe behoort moet voornemens zijn, tegen dezen maatregel protest in te dienen. De Voorzitter teekende qualitate qua, dat is zooveel als tegen zijn zin. De vrijzinnige ptedikanten wekten Zondag jl, in hunne predicatiön de gemeente leden op, tot deelneming in de vreugde der feestvierenden.' (JV. d. D.), De volgende brief js door negen predi kanten der Nederd, Herv. gemeente te Amster- dam. aan den Parnassim der Portugeesch Israèlie tische gemeente gezonden: sDe ondergeteekenden, leden van den Kerke- raacl der Nederd. Herv. gemeente alhier, hoogeSijk afkeurende het afwyzend antwoord door dien kerkeraad gegeven op uwe uit noodiging, om zich bij het gedenkfeest van het tweehonderd-jarig bestaan uwer Synagoge te doen vertegenwoordigen, voelen zich ge drongen, eveneens op grond hunner christelijke overtuiging, u langs dezen weg van hunne belangstelling in dat feest de verzekering te geven, met de beste wenschen voor uwe personen en uwe gemeente. T. Modderman Azn. J. C. van Marken. J. P. Stricker. K. F. Ternooy Apel. F. C. A. Pantekoek. Pu, R. Hugenholtz. H. A. G. Brumund. G. J. Vinke." 11. Steenberg. De heer C. Gischler, inspecteur der Maatschappij tot exploit, van Staatsspoorwegen, verklaart in de Zutf Gt., dat de heer J. S. Verhagen, wiens moeder, gelijk gisteren gemeld is, bij het uitstappen uit een spoortrein een been heeft gebroken, geen toegang tot het perron had gevraagd en dat. indien hy zulks had ge daan, het hem evenmin zou geweigerd zijn ge worden als aan ieder ander, die verzoekt vrouw kind, moeder, zuster of dochter van den trein te mogen halen. Verder zegt de heer Gischleri dat der vrouw, nadat zij naar de wachtkamer was gebracht, aldaar een glas spuitwater is aangeboden. Op sommige plaatsen van ons land hebben zich Zondag-namiddag onweersbuien ontlast, hier en daar gepaard met geweldigen regen en hagel, die aan de teveld staande gewassen veel schade berokkende. Te Utrecht hield de bui van 5 tot 7'4 ure aan en er is daar bijna geen huis, waar niet van lekkages en dergelijke min of meer last is geleden, teiwyl het aantal ingeslagen glas ruiten legio moet zijn. Boomen en bloemen hadden veel te lijden. Menige tuin is van haar schoons beroofd en de vruchten zijn in menigte van de boomen geslagen. De bloemisten hebben mede groote schade geleden door het inha- gelen dei' ruiten van de kasten eu het ver nielen van vele kostbare daarin geborgen planten. Men spreekt van f 1500 a f 3000 schade bij sommige der voornaamste bloemkweekers aan gericht. Ook op vele akkers heeft het te velde staande zeer geleden. Hier en daar bleven de hagelsteenen in massa liggen. In sommige buitenwijken zag men door den regen kleine stroompjes vormen, waarvan de boorden uit hagelsteenen bestonden. In de Maliebaan aldaar konden de riolen het water niet verzwelgen, zoodat die uitgestrekte wandelplaats bijna geheel blank stond. In den Hortus werden circa 2000 ruiten stuk geslagen; de planten hebben veel geleden. Van het hospitaal werden 267 ruiten verbrijzeld. Te Nijmegen zijn door den zwaren regen enkele gaten ontstaan in het toch reeds door den hevigen stroom verzakkend gedeelte der Waalkade. Er zijn er onder van wel 2 meters diepte. Te Berg en Dal, waar by het losbreken van het onweder 150 personen aan tafel zaten, was de ontsteltenis zeer groot. Wel twintig malen sloeg de bliksem aan den voet van den berg neer, op korten afstand van het groote en hoog gelegen gebouw, dat, van vier bliksem afleiders yoorzien, niet het minste letsel bekwam. Te Lent trof bet hemelvuur achter' elkander drie gebouwen, die allen verbrandden. Te Minnertsga is een werkmen vlak voor zyne woning door den bliksem1 getroffen en sed00,L,)> - Tr 'i Te Marke sloeg de bliksem in een boeren woning, dié geheel afbrandde,'terwijl een 'daarby' staande schuur met een 25lal schapen insge lijks een prooi der vlammen werd., t i t f -ii T. W> t, 1 1 u ifll 1 K'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1875 | | pagina 2