Door den heer J, van der Endt te Maas sluis is een nieuwe uitgaaf ondernomen van Keunomerland, Balladen door W. ,T. Hofdijk", welke door den dichter wordt herzien en ver meerderd. Het gunstig onthaal, aan den eersten druk van dezen keurigen dichtbundel van onzen zangrijken Kennemerlandschen meistreel te beurt gevallen, zou iedere aanbeveling over bodig maken, indien 't geen feit ware, dat aan menige collectie van onze dichters deze versbundel tot dusverre ten onrechte ontbreekt. Ook zijn deze schoone legenden van vader- landschen bodem zeer aan te bevelen voor voordrachten iu rederijkerskamers eu andere letterkundige gezelschappen. Deze nieuwe uit gaaf wordt op zwaar velin papier zeer net ge drukt en tegen een zeer matigen prijs verkrijg baar gesteld. Het omslag der eerste aflevering ziet er zeer aanlokkelijk uit. De opbrengst der rijksmiddelen bedroeg in de maand Augustus jl. f7,306,305.01, zijnde f326,001.06 meer dan'1/12 der raming. Sedert "1 Jan. jl, was de opbrengst f 56,705,631,55 of f 202,786.95,/2 meer dan in de eerste acht maanden van 1874, en f923,131.95'// meer dan 8/12 der raming voor 1875, - Blijkens bij de regeering ontvangen bericht van Zr. Ms. gezant te St. Petersburg van 6 dezer, had zich in de omstreken van die hoofd stad de veepest onder het hoornvee vertoond, en wel in de districten Nieuw-Ladoga en Tscharskoje Selo, alsmede in het gouvernement Pskow. Door de overheden waren terstond de gestrengste maatregelen genomen om de verdere verspreiding der ziekte te voorkomen. In het jaarverslag van den Nederl. consul te San Francisco wordt o. a. medegedeeld dat in het begin van 1874 eene zeer nuttige in stelling onder de in Californie gevestigde Neder landers tot stand is gekomen, onder den naam van »Neder!andsche Onderlinge Hulpvereeni- ging." Zij stelt zich ten doe! den geest van broederschap tusschen de in Califoruie woon achtige Nederlanders te bevorderen, hoofdzake lijk door elkander in ziekte en tegenspoed nuttig te zijn. Dit genootschap ondervindt veel bijval en is reeds met nut werkzaam. De telegraafkabel tusschen Singapore en Batavia, is hersteld. Berichten uit Batavia van 11 Augustus behelzen het volgende In Atsjin is tot 4 Augustus niets van be- teekenïs gebeurd. De 2e luit. der artillerie Schroder werd den 24 Juli in het bastion te Longbatta-Missigil door een vijandelijken ge weerkogel aan liet hoofd gewond, tengevolge waarvan hij daags daarna overleed. Den 23 werd do Willemstoren op Poeloe-Bras met den meesten luister ingewijd. Het laatste regeerings- telegram luidt als volgt: Weinig belangrijks voorgevallen. Door kleine patrouilles werd de vijand nog al benadeeld door afbranden van verscheidene woningeu en vernietigen van eenige versterkingen. Het beschieten van vele onzer posten blijft echter aanhouden. Cholera gevallen komen dagelijks voor. Overigens is de gezondheidstoestand te Kotta-Radja en buitenposten gunstiger. Sterfte betrekkelijk gering". De expeditie in de Moiukkcn schijnt gemak kelijker succes te hebben dan onze krijgsmacht in Atsjin. Althans de resident van Amboina telegrafeerde onder dagleekening van 44 Juli het volgende: »Yan expeditie Wahaaij goede berichten. Negorij Sekenima verlaten gevonden en bezet, j Hoeaoeloe stormenderhand ingenomen, twee dooden en enkele gekwetsten. Gezondheid en geest van troepen en bevolking zeer goed." Luidens telegrafisch bericht van den resident van Palembang, van 5 dezer, heeft de opstande ling Burniat, die in 4873 een aanslag beproefde op bet leven vnn den assistent-resident van Benkoeien, thans gesteund door den pasiiah van Paloerak-'O, in het Sitidangsche, de bevolking tot verzet trachten oyer te halen. De tot zijne arrestatie uitgezonden politiemacht ontmoette hem eu zijne volgelingen op 2 dezer te Trawas. Bij eene daarop gevolgde schermutseling, werd Burniat met zijn aanhang op de,vlucht ge slagen, hij zelf en de muiteling Merdajan ge wond, een opstandeling gedood en een ander gevangen genomen. Ook de pasirah werd ge arresteerd en gevankelijk naar Tebing-Tinggi gevoerd. De overige hoofden en de bevolking van Padoeraksa gaven blijken hunner goede gezindheid, ook door het verleenen van mede werking bij de verdere tot arrestatie vnn Burniat genomen maatregelen. Te Padang liep het gerucht, dat kolonel Hejjligers den tegenwoordigen militairen en civielen bevelhebber in Atsjin eerlang zal ver vangen. liet Baoile Kruis heeft een beroep gedaan op de publieke liefdadigheid, daar de kas bijna ledig was. Op schitterende wijze is aan die roepstem gehoor gegeven, want de handel schreef in twee dagen tijds voor f 22,000 in. Tot resident van Timor is benoemd de heer Ecoma Verstege, assistent-resident van Biliiton. Tevens is deze residentie tot de 3e klasse terug gebracht en het tractementop f lOOO's maands bepaald. Veel sensatie heeft het bericht gemaakt, dat de resident van Solo, de heer Keuchenius, den heer van Vleuten, assistent-resident van Klatteu, vroeger hoogleeraar te Delft, heeft geschorst. Zijn de mededeelingen van de Jam-Bode juist, dan heeft de heer van Vleuten, wegens een kwestie van préséance tegenover den rijksbe stierder, den resident, die op tournee was, herhaaldelijk en met opzet gemankeerd, het geen vooral in de Vorstenlanden niet mag worden geduld. De heer Keuchenius is in het algemeen in de Vorstenlanden weinig bemind. Den 9 had alhier een veiling van Billiton-tin plaats, waarvan de middenprijs is geweest f52,58 per pikol. De cholera blijft op'Java en Sumatra steeds offers eischen. Door het hoofdcomité der Ned. Vereeni- ging Het Roode Kruis, is aan het departement van Koloniën overgemaakt een som van f 100, welke van den generanl-majoor Smits, com mandant van het Koloniaal Militair Invaliden huis op Bronbeek, is ontvangen, als bijdrage ten behoeve van de nagelaten onverzorgde be trekkingen der gesneuvelden en gewonden in den strijd tegen Atsjin. Dat bedrag is ter be schikking gesteld van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indie. De Rotterdamsche* diergaarde is door den Gouverneur-Generaal van Nederl.-Iudiemr. J. W. van Lansberge, met een prachtige bijna volwassen vrouwelijke Orang-Oetan verrijkt. Zulke groote exemplaren als deze komen hoogst zelden Daar het moederland. Het dier werd te Nieuwediep aangebracht per stoomschip Prins Hendrik, kommandant F. W, Braat; het is gezondsterkeet en drinkt gaeddoch is langzaam in zijn bewegingen. Bij dit kostbaar geschenk waren nog gevoegd leen naaktpoot-uil en een tijgerkatje van Java, i\ De moeder van Jul, de moordenaar van Mevr. van der Kouwen en haar dienstmaagd, heeft Dinsdag geen geyolg gegeven aan haar voornemen om haar zoon en schoondochter in de cellulaire gevangenis te Rotterdam te gaan bezoeken. Gisteren is zij echter derwaarts ver trokken. Zij scheen het voornemen te hebben haar zoon en diens vrouw aan te sporen degeheele waarheid aan 't licht te brengen. Trouwens zij heeft op zekeren nacht vóór zes of zeven weken reeds aan do politie 'de bekentenis ge daan, die Jut en zijne vrouw Christina Goed volk eerst kort geleden aflegden. De verklaring van de moeder maakt de zaak echter niet duidelijker. Ziehier hoe deze zich heeft toe gedragen. De moeder van Jut, vromv Haffner, woonde eenigen tijd ze verhuist zeer dikwijls bij den herbergier van Leeuwen op 't Hofsingel in. Deze bood der justitie, die toen reeds met de geschiedenis der f23,000 inschrijving op het Grootboek bekend was en de schuldigen ook reeds in hechtenis genomen had, de behulpzame hand. De kastelein liet vrouw Haffner nu en dan een glaasje drinken en begon dan steeds over Jut en sOhristien" te praten. Het baatte echter niet. Op den bewusten avond, in de eerste dagen van Augustus, kwam van Leeuwen op het denkbeeld om vrouw Jut eens week hartig te maken. Hij haalde een exemplaar van 't geïllustreerd Politie-nieuws, waarin de ge schiedenis van de valsche munters, die voor het Hof in Noord-Holland terecht stonden, uitvoerig beschreven werdmet levendige kleuren. Dat verbaal werd aan de moeder voorgelezen door een kostganger van van Leeuwen, in zijn tegenwoordigheid en die zijner vrouw. Toen kwam 't hooge woord er nog niet uit, maar ze begon te weenen; men begon weer over haar kinderen te praten en bracht haar zoover, dat zij in vervoering uitriep: »Nu ja, mijn zoon en Christien hebben het gedaan maar met nog twee anderenl En ze noemde ook hun namen, die wij liefst niet herhalen. Van Leeuwen stoof jj lings de deur uit en ging den inspecteur van politie Mertz opsporen. Eerst te halftwee was deze in de herberg op 't Hofsingel aangekomen, waar van Leeuwen en zijn gezelschap al pratende en lezende, onder een glaasje, vrouw Haffner hadden weten op te- houden. Zoodra de heer Mertz binnenkwam, begon de vrouw te schreien. »Kom, moedertje," sprak hij, sje moet er niet zoo verdrietig om zijn 't zal wel losloopenals je de waarheid maar niet verzwijgt. Uitkomen moet 't toch." En toen van Leeuwen het gesprek nu op den moord bracht en aan den inspecteur de pas afgelegde verklaring van de vrouw meedeelde, herhaalde zij plechtig, »dat haar zoon en schoon dochter met nog twee mannen den dubbelen moord bedreven hadden." Dadelijk begaf de in specteur met vrouw Haffner en de getuigen zich trots het nachtelijk uur naar de woning van den lieer Beukman, en ook voor den com missaris van politie legde zij de belangrijke verklaring af. Is er echter aan die verklaring wat be treft de medeplichtigheid van anderen wel groote waarde te hechten? Hebben wij hier te doen met een innerlijke overtuiging, die de moeder uitsprak, dan wel met de bepaalde wetenschap dat haar zoon de moordenaar was met zijn vrouw en twee anderen Wij gelooven het eerste. Immers vrouw Haffner kon geen enkele bijzonderheid opgeven omtrent deonzekere punten in 't proces; haar zoon had haar niets verteld althans ook na haar openbaring van het groote geheim heeft zij nog geenerlei be wijs tot staving er van bijgebracht. Men deelt nog als eene bijzonderheid mede, dat Christina Goedvolk, vrouw van H. J. Jut, nadat zij den dienst in het Hotel Pico verlaten had eenigen tijd bij dr. P. te's Hage is dienst baar geweest. Men was over haar werk tevreden en over oneerlijkheid hadden mynheer en mevrouw zich niet te beklagen. Het' wekte intusschen wel eens bevreemding dat zij toch, naar haar stand, steeds goed van geld voor zien was. Als een bijzonderheid deelt de H. en K. 1). Ct. mede, dat te Helder een kakatoe, die 15 jaren in een kooi was opgesloten ge weest, dezer dagen een ei heeft gelegd. Mag men de loopende geruchten geloovcnf dan zullen de Rijbsgestichten Ommerschans en Veenhuizcn een zeer belangrijke reorganisatie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1875 | | pagina 2