GenitiveBsrlekten.
Dr. A. Kuyper, lid der Tweede Kamer, i
"wiens gezondheidstoestand in den laatsten tijd
te wcnsehen overliet, heeft op advies van zijn
geneesheer voor eenigen tijd het land verlaten
om in zuidelijker streken herstel van krachten
te zoeken. (Stand.)
Uit de onlangs ter zake ingekomen ambts
berichten is Gedep. Staten dezer provincie ge
bleken, dat in vele gemeenten niet of althans
niet geheel voldoende uitvoering wordt gege-
ven aan de" bepalingen, vervat in art. 18 der
wet tot toorziening tegen besmettelyke ziekten.
De overweging, dat het heilrijke der vaccine
juist daar door de ingezetenen niet genoegzaam
schijnt te worden ingezien, waar de ijver der
gemeentebesturen met betrekking tot deze
aangelegenheid te wenschen overlaat, heeft Ged.
Staten er toe geleid de stipte naleving an het
bovengemeld wetsartikel heeren B. en W. met
aandrang aan te bevelen. Ten einde voorts te
kuDnen nagaan, wat ten deze in de verschillen
de gemeenten in ons land is geschied, hebben
zij burgemeesteis en wethouders verzocht in
het vervolg jaarlijks, te beginnen met 18Ï7
eene reeks van vragen te beantwoorden.
De 4386 militairen, die in het jaar 1875
naar Indie zijn uitgezonden, kunnen naar gelang
van hun nationaliteit gespecificeerd worden
als volgt: 2287 Belgen, 851 Nederlanders,
731 Franschen, 296 Duitschers, 174 Zwitsers,
17 Luxemburgers, 16 Italianen 10 Oostenrijkers,
2 Polen, 1 Amerikaan en 1 Bus.
De Ned. Hervormde ken; teit thans 180
vacatures. Er zal in de eerstvolgende maanden
nog we. geen vermindering hiern; plaats heb
ben, naardien slechts een negental propo
nenten die naar eeu predikautsplaats dingen,
beschikbaar zijn, en er va.: nu tot Mei, wan
neer de provinciale examens plaats hebben
zeker meer dan 9 nieuwe vacatures, d"or sterf
geval. emeritaat, als anderszins, zullen bijkomen.
De mededeeling, door verscheiden bladen
verspreiddat de runderpest heeischt te Cap
en te Capellen in Luxemburg is blijkens nader
ingewonnen berichten onjuist. Hec is geen
runderpest, maar wel de longziekte, die er
heeft geheerscht evenals in eeuige andere
plaatsen van het Groothertogdom.
Daily News deelt onder het opschrift De
Nederlanders en hunne daden het volg mde
mede:
Sir John Bennet hield in de vorige wie't
voor de leden van de City of Londeu colieg'
Leadinghall Street, eene lezing over do Nedt ■-
landers en hunne daden- De zaal was eivol i.\
bleef dit tot het einde. De heer J. F. Bontems,
de Voorzitter, leidde de b'jeenkomst in met een
kort woord, waarin hij den spreker voorstelde
en op liet belang wees van hei onderwerp der
lezing. Sir John wees op de eigenaardige wijze,
waarop de groote beginselen van g ïdsdienstvrij-
heid door de Nederlanders waien itgevochteu
in hun langdurigsn stiijd tegen Sp.-nje onder
Philips den II, toon het kleine, fhijnbaar
machtelooze Nederland met een oandvol
stnjders het machtige Spaansclie rijk wee' stond,
het rijk, dat toen dreigde dft machtigste staat
van de weidd te worden. Ve spreker verha ilde
hoe de burgers van Leiden, Haarlem en Alkm mr
tot den dood toe hunne kleine steden vtr-
dedigden tegen de verteianen vin Alva, en hit»
onder twee of drie leden uit het huis va a
Oranje Willem de Zwijger en P,:ns
Maurits de Nederlanders den beroomdsten
generaal van zijn tijd, Alexander Farucse vap
Parma, versloegen en, zooals Motley in zijn
beroemd werk History of de rise of the Dutch
Jlepuhlic enz. heeft aangetoond, den inval in
Engeland onmogelijk maakten ten spijt dat de
onoverwinnelijke vloot op Hollands kusten
vertoefde. Dezesgroote strijd sloeg Rome en de
inquisitie terug.
De spreker schilderde voorts^Nedei land met
Zijne steden en dorpen, stond eenige oogenblik-
ken til bij de nationale kunst, zeden, industrie
en mier in het bijzonder by zijn staat- en
opvoedkundige instellingen, die hij prees wegens
hun uitmuntend en praktisch succes. Eeu
enthousiastisch votum van dankbetuiging voor
den spreker besloot den avond.
Uit het jaarverslag over 1875 van de
wacht en visschery op de Lutine blijkt, dat de
diepte boven het in 't zand bedolven schip lang
zaam toeneemt. Ook is de plaats waar zy ligt
beter te bereiken. Dit levert een groot voordeel
op, omdat daardoor gelegenheid bestaat meer
dere dagen van het jaar boven de Lutine te
ankeren.
Zy ligt nu nog tien meter onder het zand
en thans worden proeven genomen of het
mogelijk is de perskracht zoodanig te ver
meerderen, dat reeds op de tegenwoordige diepte
kan gewerkt worden.
De ijverige chef van de wacht, de heer W. P.
ter Meulen, vleit zich meteen gunstig resultaat-
in dezen.
De opkoopers van stroo voor de papier
fabrieken, besteden in Groningerland thans den
enormen prijs van f 17 fi f 18 voor de 4000
kilo tarwestroo.
DIaassluis. Van de stoomboot Groningen
zijn bijna al de machineriën, tot de lading be
uoord hebbende, hier aangebracht.
Zuiilland. De 25jarige arbeider J. K. is
in hechtenis genomen, onder verdenking van
poging tot moedwillige brandstichting. Er
heerscht hier niet weinig spanning door her
haald voorgekomen sporen van poging tot
brandstichting.
Zoetern.eer. Eergisteren is de molenaar
G. Buis, door het losschieten van een ketting
van de kruiplank gevallen, tengevolge waarvan
hij drie ribben heeft gebroken.
Rijswijk. Naar men verzekert zou bij de
domein-administratie naar wij hopen buiten
voorkennis en medeweten van den Minister van
Financiën, wiens liefde voor onze vaderlandsche
oudhedeu bekend is-—het voornemea bestaan
om het landgoed, waar de naald is gesticht
ter gedachtenis van den Rijswijksclen vrede,
met zijn prachtige lanen en dreven te her
scheppen in moestuinen.
De naald zou natuurlijk gespaard worden;
doch in welk een omgeving zou zij dan staan?
In plaats van eeuwenheugend geboomte
groenten, en dat enkel om wellicht de
schatkist met luttele honderden guldeus te
verrijken
Niet alleen zouden de Rijswijk ers, nu het
landgoed, na den dood van jhr. Gevers van
Kethel en Spaland, weder aan 't demeiu kwam,
een aangename wandelplaats verliezen ook
die overweging mag van invloed zijn op het
te nemen besluit maar ook een terrein zou
worden ontwijd, dat eeu zichtbaar 1 eeken draagt
van een feit, hetgeen in elk gevai spreekt van
een tijdvak in 's lands geschiedenis toen Neder
land in den laad der volken nog zitting had.
Laat ons daarom hopen, dat de domein-
administratie door haar wettig hoofd, den
Minister van Financiën, nog zal worden belet
de scheunende hand te slaan aan een, voor
ons Nedei lands besef, gewijde plek, opdat het
blijke, dat aan de tegeawooi dige regeeriug de
stem der historie heiliger is, danknollen
en peen. ook al zou het kweeken van laatst
genoemde voortbrengselen een klein gewin aan
de schatkist bezorgen! (D. Cl.)
Gouda. Ook te dezer stede heeft men
getracht en helaas met goed gevolg
eenige lieden uit den burgerstand hunne zuur
verdiende spaarpenningen afhandig te maken
en hun daarvöor in de handen te stoppen
stukken, die oppervlakkig bekeken veel hebben
van aaudeelen in de »Norddeutsche Bank,'' van
fl. 200, doch die eigenlijk niets anders bevatten
dan een belofte om na 34rnaal f 12.50 gestort
te hebben, genoemde som te krygen benevens
eenige loten.
Katwijk. Naar men verneemt, heeft een
der heeren van het Instituut der Jezuïeten zijn
hoofdelijken omslag betaald, en wel baron van
Lamsweerde.
Over het algemeen heeft de wanbetaling een
zeer ongunstigen indruk in deze gemeente ge
maakt; men dacht niet, dat de directie zoo'n
houding zou willen aannemen tegenover in
woners, die zelf reeds buitengewoon gedrukt
worden door de lasten. (Fad.)
Nieuwediep. De Prinses Amaïia is Don
derdag ter reede gekomen; aau boord zijn 141
mariniers, behoorende tot het korps an onge
veer 300 man dat in Mei 1873 onder kapitein
van Braam Houckgeest naar Atsjin vertrok.
Ongeveer honderd zijn gesneuveld" of aan
ziekte gestorven- De .officieren zijn de eerste
luitenants jhr. W. F. Clifford, Cocq van Breugel,
J. L. Cadet, H. A. J. Batteké en de tweede
luitenant Paehlig. Nog zijn aan boord 150 man
kolonialen en 51 onderofficieren en matrozen
van de Nederlandsche marine. Het debarqueeren
der troepen zal heden, Vrijdag, plaatshebben,
Middelburg. De verdere behandeling van
de zaak der Deensche stoomboot Phoenix is,
op verzoek van den gezagvoerder, weder 8
dagen uitgesteld.
Maasstrlclit. Een conducteur is tusschen
twee treinen geraakt jvaardoor hij vreeslijk
verwond werd.
Te Rödelheim heeft in den nacht van 31
Jan. een vreeselijk ongeluk plaatsgehad. Inde
woning van den steenbakker Jiiger aldaar had
men, door een of ander toeval, des nachts een
gaskraan laten openstaan. EeDe dienstmeid, die
des ochtends vroeg met een brandende kaars
in de kamer trad, waar de familie sliep, ver
oorzaakte daardoor een hevige ontploffing en
vond alle leden van de familie, vijf in getal,
dood.
De Katholieke zendeling, pater le Guilche
schrijft uit Yunnan, China, dat aldaar eenp
epidemische ziekte heerscht, die men ■wratten-
ziekte" noemt. Zoodra zij zich openbaart sterven
de ratten bij duizenden en daarna worden de
menschen aangetast. Deze epidemie sleept tal
van slachtoffers ten grave.
Figaro heeft een eigenaavdig plan ge
vormd. Het blad zal het publiek eens van a
tot z laten zien hoe de courant in de wereld
komt. Daartoe zal in het Palais de l'Jndustrie
een tijdelijk bureau opgericht worden, waar
alles te zien zal zijn van het oogeublik dat
het blad »de hersenen der redacteuren ver
laat", totdat waarop de courant kant en klaar
is. Van die tentoonstelling zal door muziek,
tombola's en andere dingen een heel feest ge
maakt worden, waarvan de opbrengst ten
voordeele der armen zal strekken.
Eene figurante aan het Alexandra-theater
te Sheffield heeft onlangs op ijzingwekkende
wijze het leven verloren.
Er werd eene zoogenaamde féorie veitoond.
Het arme meisje, stevig aan een ijzeren staaf
vastgebondenzweefde ter hoogte van meer
dan dertig voet boven den grond. Plotseling,
zonder dat men weet hoe, vatte haar licht a..zen-
kleed vlam en eer eenige hulp kon worden aan
gebracht, was de ongelukkige verbrand.
In Frankrijk werd dezer dagen op" een
school van het '18de arrondissement aan een
leerling gevraagd, wat Nieuw-Caledonie was.
»Een Fiansche bezittipgin de Stille Zuidzee,"
luidde het juiste antwoord. »En langs welken
weg gaat men 'er heen hernam de, onder
wijzer. Via den krygsraad."
Om wilde paarden te temmen, bevoclitige
men een doek met peterselie-olie, en houde-
dien nabij de neusgaten van het paard.
I