tal van vrienden den heer Combé een feest
bereid,'dat men in waarheid benijdenswaardig
mag noemen. Tegen acht uren was in het
lokaal aan de Korte Haven eeae belangstellende
schare vereenigd, en nam de heer Steynishet
woord.
Mijne Meeren! liet,is u allen bekend, waartoe wij
hier te zanten gekomen zijn. Ik stel er echter een
eer in met eetiige woorden in herinnering te brengen
wat het doel van deze bijeenkomst is.
Op den lsten Mei van het jaar 1851, en dus juist
heden vóór 25 jaren, begon in deze gemeente een
man, toen ook '25 jaar oud, een hoogst gewichtigen
werkkring. De heer Willem Leendert Combó aanvaardde
op dien dag zijn betrekking nis Hoofdonderwijzer, en
wij willen met hemdie op onze uitnoodiging in ons
midden heeft plaats genomen, dien dag, dien voor
hem en voor onze gemeente belangrijken dag, her
denken. Is het op zichzelf reeds verdienstelijk dat
iemand 25 jaren flink op zijn post heeft gestaan en
is het eigenaaidig dat de jubilaris juist de helft
de vruchtbaarste helft van zijn levensjaren heeft
doorgebracht in dezelfde gemeente, en in een werk
kring, dien wij hoogst belangrijk mogen noemen, dat
feit wordt des te gewichtiger indien wij de omstandig
heden in aanmerking nemen, welke op den arbeid
van den genchton jubilaris invloed moesten uitoefenen.
De heer Combé kwam hier (liet was nog onder de
Wet vn» 180G) als hoofdondei wijzer eener bijzondere
school voor Roornscli-Katholieken. De keikelijke par
tijen waren destijds nog niet zoo scherp afgetcekend
als sedert heeft plaats gevonden.
Nochtans droeg die school hetzij dan in meer-
deie of mindere mateeen keikelijken stempel. Door
liaien bloei bleek het dat dio school door velen go-
weusctit werd, en dat de man, die aan haar hóófd
stond, liet vertrouwen der ouders bezat.
De heer Combé stond bij zijne geloofsgenooten, bij
de verzorgers van zijne school, bij zijne leerlingen en
bij hunne ouders in hooge achting, daarbij was hij
spoedig de vriend van do overige, zoo openbare als
bijzondere onderwijzcis in deze gemeente, en stond hij
zeer gunstig aangeschreven bij do autoriteiten, die,
volgens de Wet, toezicht op het onderwijs uitoefenen.
Toen de regeling van het lager ondenvijs in deze
gemeente, overeenkomstig de Wet van 1857, tot stand
kwam, veranderde de positie van den heer Combé.
Zijne school werd, met zijn goedvinden, een gesubsidi
eerde bijzondere school voor gewoon en meer uitgebreid
lager onderwijs. Zij moest dus, overeenkomstig de
Wet, do kerkelijke kleur afleggen en geheel en al het
karakter aannemen van de neutrale openbare school.
Ofschoon de heer Combé, als eenig li. C. hoofd
onderwijzer i deze gemeente natuurlyk voor liet groot
ste gedeelte li. C, leerlingen had, vond inen toch onder
hen kinderen van andere gezinten.
Behoef ik. u. na^e vermelding van dit feit nog te
zeggen, dat de lieer Combé zijne nieuwe beliekking
volkomen begreep, zijne plichten gevoelde en dien-
oveieenkomstig handelde, zoodat de.school-autoritciten
over zijnen mbcid in alle opzichten voldaan waren?
Het voltrouwen, door het gemeeiitebesluur en de
sehoclautoriteiten in den heer Combé gesteld, wist hij
te waardeeien, en tevens, als ik hetieens zoo mag
zeggen, te beloonen, niet slechts door nvt onver
droten ijver in zijne school te arbeiden, maar, toen
aan de opleiding van aankomende onderwijzers in deze
gemeente een belangrijke uitbreiding gegeven was,
bood de heer Combé weldra zijne diensten voor die
inrichting aan, en wij weten hoe belangeloos hij, als
een man van den ouden stempel, weikte, waarluj
nuttige bezigheid wist te vinden, zonder nochtans,
zóoals helaas iegenvvootdig te dikwijls voorkomt, eeist
te'vragen: nhoevecl het geeft." Zoo ging dan onze
jubilaris voort' tot f Mei 1809 om d.m'weder een
nieuwe levensperiode in te treden.
Da openbare middelbnie scholen werden geopend,
en do heer Coinbé had liet zekeraan zijne veidiensteu
in deze gemeente, aan zijne erkende bekwaamheden
els ondeiwjjzer te danken, dat hij aan dia,nieuwe
inrichtingen als leemar werd aangesteld.
Ook daar heeft men den ijver, de plichtsbetrachting
en do bekwaamheid vin den lieer O'ubé leeien vvnar-
deeren, gedurende het 7tal jaren, die hij daar leeds
heeft doorgebracht.
En nu, na ds't vluchtig overzicht van de geschiedenis
van den jubilaris in het vak,vmi onderwijs gedurende
'25 j jaren in deze gemeente, zal wel ieder nvver, met
njv) kennen dat de heer Combé steed^ met waardig
heid'heeft gestaan op zjjn post, dat lij) zoowel bij hut
bijzondér nis openbaar ondeivvys, dat hij in de lagere
én utiddelbnte scholen een flink, een ijverig, een be
kwaam onderwijzer was, voor wien men te meer eerbied
inoethebbenals mon'weet dat hij alsonderwijzer
is, voortgekomen uiteen tijd, toen de onderwijzers
hoofdzakelijk zichzelven moesten vormen en ont
wikkelen, uit een tijd, waarin de hulpmiddelen voor
studie, vooral voor eigenstudie, zoover ten achter
stonden bij v do hulpmiddelen en do gelegenheid om
te leeren, welke de tegenwoordige tijd aanbiedt.
Daarom zijn wij hier gekomen, hooggeachte jubilaris!
om u een blijk te geven vau onze hoogachting. Wij
allen wenschen u van gnnscher harte geluk met den
zoo roemvol afgelegden weg, maar tevens höpen wij
èn,voor u én voor het opkomend geslacht, dat het
onderwijs in Schiedam, dat door uwen arbeid veel
heeft gewonnen, nog lang door uwe krachten moge
gesteund en bevorderd worden.
Al hebben wetten of verordeningen een toezicht
'over u gesteld, gij hebt dat niet noodig; want gij
weet dat gij arbeidt onder het onbedriegelijke toezicht
\an oen hoogere macht, en gij hebt een geweten dat te
gevoelig is om het geringste plichtsverzuim toe te laten.
Werk nog lang zoo voort tot genoegen en heil van
uwe leerlingen, tot.tevredenheid van ouders en autori
teiten, en tot zelfvoldoening van uwen werkzamen geest.
Ondeiwijzers, dio vroeger uwe lessen ontvingen,
dobr dankbaarheid jegens hunnen voortnaligen leer
meester gedreven, ambtgenooten, zoowel bij het
lager als bij het middelbaar onderwijs, voldoende aan
den drang van hun hart om don wakkeren ouder
wijzer en vriend een blijk van waardeering en achting
te geven, gesteund door personen, die in het een
of ander opzicht boven U gesteld zijn, en betuigen
willen dat zij u hoogachten en uwen arbeid hoog
schatten, bicden U op dezen feestdag met de meeste
hartelijkheid een geschenk aan. Aanvaard het, zoo-
als ik zeide, als een blijk van dankbaarheid, van
vriendschap, van waardoering.
Wij weten het, op dezen dag zijn u meer blijken
van vriendschap en genegenheid geworden; maar wij
stollen er prijs op dat dit geschenk, hetwelk gij dage
lijks, ja schier ieder uur zult gebruiken, Ij een bewijs
zal zijn, dat wij erkend hebben dat gij geduiende 25
jaren in deze gemeente b\j het onderwijs met uwen
tijd hebt gewoekerd, en dat wij vertrouwen dat gij
dien verder, zoolang het u mogelijk zal zijn, uitste
kend zult besteden.
Hierop overhandigde de heer van Vlaardingen
den jubilaris een sierlijk bewerkt gouden
remontoir-horloge. Onmiddellijk daarop vatte
een der oudste leerlingen der H. B., de heer
13. de Bruijn, het woord op, oip den lieer
Combó den hartelyken dank der leerlingen te
betuigen, werd door een anderen leerling der
H. B., den heer B. Legner, een prachtig be
werkte ketting aan het horloge bevestigd, en
voegden de kweekelingen der leer- en vorm
school hierbij een met goud gemonteerden
sigarenkoker, benevens een gouden sieraad aan
den hoiiogeketting. Met een enkel hartelijk
woord werd een en ander door den heer Coinbó
aanvaard.
Na eenig toeven, nam liet souper een aan
vang, den jubilaris door tal van vrienden, in
en buiten het onderwijs wei Uzaam, aangeboden.
In de meest opgewekte stemming was men
hier bijeen, en naar wij meenen, kan het niet
anders, of èn den jubilaris èn hen, die met
hem zich aan het onderwijs wijden, moet liet
tot bemoediging strekken en tot ij ver aanvuren
bij hun gewichtigen arbeid, wanneer zij, gelijk
hier zoo ondubbelzinnig werd getoond, zich
mogen verheugen in de waarachtige wnar-
deering van hun ambt en hunne personen.
Moge de heer Cotnbé nog jaieu'blijven, wat
hij tot dusveire waseen sieraad onzer hoogere
biugerschool; moge ook door 2ijn arbeid het
onder 1,1 deze gemeente gestadig in bloei
teen cd'-
je Eerw. lieer J. II. "Wientjos, R. K.
priester en pastoor der St. Janskerk alhier, wien
om redeuen van gezondheid, op zijn Verzoek,
als zoodanig eervol ontslag werd verleend, is
door Z. D. Iloogw. den bisschop van,Haarlem
als rector van het nieuw opgerichte pensionaat
te Voorschoten aangesteld.
Naar wy vernemen zal de Eerw. heerWien-
tjes, die als opvolger van den Eoiw. heer V.J.
A. van Ewyk, zijne tegenwoordige betrekking
den 9 April 1870. aanvaardde, deze reeds,Dou-
derdag.n. s. nedet leggen en nnar Voorschoten
l uitrekkern,, t
II. Zaterdag is de heer W. van Rossen,
hulponderwijzer alhier, voor de te 's Hage
zitting houdende commissie geëxamineerd voor
de akte in de Fransche taal en is als onderwijzer
daarin toegelaten, terwijl de kweekeliugen J. A.
Heinsbroek, J. van der Laan, O. La Roy en
A. van. Waart alhier en H. van der Gaag en
J. J. Kolpa, vau Overschie, akte hebben ver
kregen als hulponderwijzer.
Aan het Ministerie van Marine werd
heden aanbesteed de levering van eenige be-
noodigdheden waarvan voor de navolgende
goederen de minste inschrijvers waren voor
Rigasche dekdeelen, H. J. Planten Co., f9180;
geenen balk-, Noordsche en Pruisische deelen,
idem, f '18548; vuren deelen, idem, f 6443
stearine-kaarsende stearine-kaar&enfabriek
«Apollo"; f5168.
Bij besluit van den Commissaris des
Konings in Zuid-Holland, van 21 April jl., is
geregeld het onderzoek van de verlofgangers
der militie te land iu deze provincie. Dat onder
zoek zal plaats hebben in de maand Juni aan
staande, o. a. te Schiedam, Woensdag 14 Juni,
's morgens te 8 uren.
De Minister van Marine brengt ter,kennis
van belanghebbenden, dat bij de gemeenschap
pelijke loodingen door de beambten van den
Waterstaat en van het Loodswezen, op den 27
April jl., op den droge van den Nieuwen Water
weg van Rotterdam naar Zee is bevondenlangs
het Noorderhoofd 31, op de lijn der geleide-
lichten 29.5 en aan de witte tonnenzijde 27.5
decimeter bij gewoon Inagwater.
Volgens bericht van Zr. Ms. gezant te
Madrid is de door de Spaansche regceriug voor
gestelde regeling beti effende de Spaansche schuld
in de Qaceta de Madrid opgenomen, en zullen
de fondsenhouders te Parijs, Londen,Brussel,
Amsterdam en Lissabon afgevaardigden uit hun
midden kunnen verkiezenom aangaande de
voorstellen der Spaansche regeeriog te worden
gehoord. Die afgevaardigden zullenvóór den
20sten Mei eerstkomende, schriftelijke rap
porten, behoorlijk gelegaliseerd, moeten in
dienen of wel zich in persoon voorzien van
de noodige volmachten, moeten aanmelden bij
de paijiementaii e budget-commissie te Madrid.
Blijkens de jongste bij de Regeeering ont
vangen officieole mededeelingen uit Zwitserland
aangaande, den stand der veeziekten (laar te
lande, was het mond- en klauwzeer, na byn»
geheel geweken te zijn, weder toegenomen en
met name in' het kanton Zurich reeds in 9
districten uitgebarsten. De meeste andere kan
tons waren geheel vrij van de ziekte. Het
totale cijfer der besmette stallen in Zwitserland
bedroeg op 16 April 47, waarvan.33 alleen in
het kanton Zurich,
Dp longziekte had zich .opnieuw geopenbaard
op een stal in het kantou Zug, wenvaarta
zij overgebracht was door eenige .uit Italië
ingevoerde ossen. Al het vee in den bedoelden
Slal was terstond afgemaakt.
Van kwaden droes waren 5, van miltvuur
5, en van hondsdolheid 4 gevallen aangegeven.
Uit Rem wordt bericht, dat het Zwitser-
sche postdepartement machtiging heeft verkregen
tot he,t, sluiten van een verdrag met Nederland,
betreffende postwissels naar doOost-Indische
koloniën.
Blijkens bericht van de Britsche Post
administratie zullen de naar het vaste land van
Europa bestemde brieven en verdere stukken-
uit Liverpool, Manchester enz., welke tot dus
verre niet tijdig genoeg, in Londen werden aan
gebracht, om .begrepen te worden in de brieven
malen die ten 8.15 's avonds vaudaar worden
verzonden, te rekenen ,van den lsten,Mei e. k.
in dief voege in hunne overeenkomst worden
bespopdigd, dat,zij bij verzending door middel
van eeuen, ten; 4.45 uur 's middags'uit Liver-i
pool en ten 2,uur,,'s middags uit. Manchester,
veitrekkenden trein, Londen, vtoeggenoegzul«>