SCHIEDAM, 17 Januari 1877. In do Memorie van antwoord van den Minister van Justitie op het Voorloopig Versiag der Eerste Kamer leest men Yan al de geruchten die loopen omtrent eene aftreding van den procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's Ilertogenbosch is slechts dit éóne waar, dat die verdienstelijke ambtenaar zijn ontslag om redenen van gezondheid togen 'I". Februari e. k. of vroeger heeft gevraagd, maar Imt is niet verleend. Integendeel; de Minister heeft gemeend geen voordracht tot het verleenen van het gevraagde ontslag aan den Koning te mogen doen op een oogenblik, dat het, ten nadeele van het prestige van het gezag, door liet hoofd van het Openbaar Ministerie te 's Bosch vc: tegen-,voordigdzou kunnen worden in verband gebracht met de even grievende als onverdiende bejegening, waaraan de heer d'Aulnis de Bourouil! heeft blootgestaan en waarvan het Voorloopig Ver slag zoo te recht in afkeurenden zin gewaagt. Daartoe door den Koning gemachtigdheeft de Minister dan ook aan genoemden procureur- generaal te kennen gegeven, dat het in het belang van den dienst raadzaam voorkomt, dat hij zijne betrekking voorshands blijve be- kleeden. De processen-verbaalopgemaakt ter zake van gehouden procession, zijn gesteld in han den van de betrokken ambtenaren van het Openbaar Ministerie, en worden daaromtrent nog nadere berichten tegemoet gezien. De hier behandelde vraag (namelijk naar de wettigheid der procession) is, ook blijkens het aangehaald arrest van den IJoogen Raad, voor verschillende beschouwing vatbaar. De Regeering zou zich het liefst vereenigen met die opvat ting, volgens welke processiën, die bij de invoering der Grondwet van 1848 als geoor loofd waren te beschouwen en feitelijk bestaan hebben, behooren te worden toegelaten. Blijkens het antwoord op hoofdstuk Financiën is een nieuw ontwerp tot invoering van bronzen pasmunt reeds op weg naar den Raad van State. - Voor een voorstel tot verkoop eener be paalde hoeveelheid overtollig zilver bestaat vooralsnog geen noodzakelijkheid. De Minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, bij de gemeenschap pelijke loodingen door de beambten van den "Waterstaat en van het Loodswezen, op den droge van den Nieuwen "Waterweg van Rot terdam naar Zee, op den'14 dezer is bevonden: aan de zwarte tonnenzijde 34,5 op 40 meters benoorden de lijn der geleideliehten 35, op de lijn der geleideliehten 37, op 50 meters "be zuiden de lijn der geleideliehten 35 decimeter bij gewoon laag water, terwijl aan de witte tonnenzijde door de deining niet gelood is kunnen worden. Bij het waarnemen der seinen voor den watei stand "moet worden acht gegeven, dat niet meer volgens de bevonden diepte op de lijn der geleideliehten, maar volgens die langs da zwarte-tonnmzijde geseind wordt. Peiling van 15 Dec. '1876: zwarte tonnenzijde 33.5, 40 meter benoorden de lijn dergeleidelichten 34.5, op de lijn der geleideliehten 37, 50 meter daar bezuiden 35 decimeter bij gewoon laag water, terwijl aan de witte tonnenzijde dooi de deining nitt gelood is kunnen worden. Naar wij vernemen heeft het hoofdbe stuur van «Volksonderwijs, vereeniging tot be vordering van het volksonderwijs en het school bezoek in Nederland" besloten, naar aanleiding van de aanhangige regeerings voordracht tot herziening der wet op het lager onderwijs, een buitengewone algemeene vergadering der vereeniging te beleggen. Tijd en plaats dier bijeenkomst zullen nader worden bekend ge maakt. liet oordeel van het hoofdbestuur over de z. i. belangrijkste onderdeden van het Regee- ringsontwerp zal in een aflevering van den Bode omschreven en vóór de algemeene ver gadering onder de aandacht van al de leden gebracht worden. In een der steden is op de kostelooze school, bezocht door ruim 500 kinderen, op verzoek van het afdeelingsbestuur van volks onderwijs, door den hoofdonderwijzer en de hulponderwijzers, een middel tot wering van schoolverzuim aangewend, dat aanvankelijk schoono vruchten heeft gedragen. Aan de ouders wordt door een gedrukt en met de haiulteekening des onderwijzers voor zien biljet kennis gegeven dat hun kind niet ter school is geweest. De naam van het kind is op het biljet vermeld en dat biljet wordt tor bezorging gegeven aan de kinderen der buren. Na iederen schooltijd wordt deze ken nisgeving herhaald en verzuimen de knapen en meisjes, aan wie do opdracht is geschied, de briefjes te bezorgendan worden zij bedankt omdat men hen niet vertrouwen kan. In den regel worden de briefjes zeer nauw keurig bezorgd. En de uitkomst is geweest, dat, terwijl den eersten dag 71 biljetten wer den afgegeven, het cijfer dagelijks verminderde en, na verloop van eetiige weken, tot een klein bedrag was gedaald. (Bode) Op de scholen der gemeente Nibbixwoud (Noord-Holland) worden de kinderen toege laten, nis zij den leeftijd van 5 jaren bereikt hebbeu. Vóór dien tijd bezoeken zij noch een bewaarschool, noch eeuige amict c inrichting, die deze kan vervangen, omdat zoo iets in die gemeente niet bestaat. sik heb de gewoonte" zoo schrijft een dor hoofdonderwijzers smijn nieuwe leer lingen te vragen, of ze ooien hebben. De meesten blijven het antwooul schuldig. Slechts een enkele weet zijn ooren aan te wijzen." Toelichting zal wel overbodig wezen. De Vereeniging in het belang der Weezen- verpleging heeft een adres gericht aan den Minister van Justitie, over de voogdij van regenten in weeshuizen. De Vereeniging doet uitkomen, dat zij bij haar onderzoek naar den staat der weezenverpleging in ons Vaderland herhaaldelijk gezieu heeft welke bezwaren de onvoldoende wetgeving te dien opzichte opleverde, en hoe daardoor goede maatregelen dikwijls onmogelijk worden gemaakt. In het b'ijzonder vestigt zij de aandacht des Ministers op twee punten; de toekenning der voogdij niet alleen aan regenten van weeshuizen, maar in het algemeen aan regenten van wel dadigheid, waarin minderjarigen zijn opgeno men, en de voorwaarde dat de instelling dooi den staat bevoegd zij verklaard minderjarigen op te nemen, welke voorwaarde toezicht van staatswege op de handhaving der reglementen enz. noodzakelijk medebrengt. Aan het slot van haar adres verzoekt de vereeuiging den Minister dringend, in het belang der weezenopvoeding zoo spoedig mogelijk een wetsontwerp tot herziening der wettelijke bepalingen omtrent de voogdij van regenten in bewerking te de a 'ennen. Naar wij ver. m is er te Stockholm eene Zweedsche vei lining verschenen van Mevr. Bosboom-Toussaint's Majoor Frans. Op het drietal ter beroeping van een predikant bij de Herv. Gemeente te Groningen komt o. a. voor: de heer J. Eigeman, predi kant bij die gemeente te Belfshaven. Den 30 Januari a. s. zal de beproeving plants hebben van 'de spoorwegbrug over de Maas en de werken van deu staatsspoorweg van de Boompjes 'tot liet' Delftsclie hof te Rotterdam, met materieel van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. De Leid, Cl. melding 'makende van het feit dat 11. Vrijdag voor 70 jaren de groote ontploffing plaats 'had, waardoor de bekende Ruïne ontstond, herinnert er aandat in 1808 de eerste steen gelegd werd voor een gedenk- teeken aan die gebeurtenis. Het monument is echter nooit verrezen. De burgemeester van 's Bosch heeft het in liet belang der openbare orde en zedelijkheid geacht de opvoering te verbieden van de operette Qirojlé-Girojla, welke aldaar gisteren in de sociëteit Casino zou worden opgevoerd. De heer Luyben heeft dus het voorbeeld gevolgd van zijn plaatsvervanger, den sedert overleden wet houder Luyckx, die ongeveer twee jaar geleden de voorstelling van het Bar ij scha leven verboden heeft. «Zoo is er dan ééne gemeente in Neder land" zoo roept de Noordlrabanter, die op het verbod had aangedrongen, zegevierend uit waar de overheid den moed heeft om, binnen da grenzen der wet, paal en perk te stellen aan de toomelooze zedeloosheid van het heden- daagsch tooneel, die schande der hedendaagsche beschaving". {Ilbl.) Het Handelsblad verhaalt eeD geval van afzetterij, zooals er dezer dagen te Amsterdam meer in praktijk schijnen to zijn gebracht. Iemand had een afspraak op een afgelegen gedeelte van den openbaren weg aan de IJzijdö en werd daarbij plotseling overrompeld dooi' een man, vooi gevende nachtwacht te zijn, en die den jongen man in hechtenis wilde nemen. Natumlijk kwam vrij spoedig van den voorge wenden nachtwacht de mededeeling, dat hij voor zeltere som ook svel zich wilde laten vinden om zijn arrestant te laten ontkomen. De jonge man, die de gevraagde som niet bij zich had, was dwaas genoeg zijn horloge tot pand te geven, en toen hij met het geld terugkwam, was de «vrijwillige nachtwaker" natuurlijk ver dwenen. Door een samenloop van omstandig heden, werd de afzetter een paar dagen daarna gevangen genomen, nog met iiet horloge in zijn bezit, wat hij erkende op deze wijze te hebben verkregen. Nu echter is de eigenaar niet te vinden. Men leest de volgende juiste opmerking in de Arnh. Cé. »Dr. Vitus Bruinsma te Leeuwarden, leeraar in de natuurwetenschappen bij het middelbaar ondeiwijs, heeft een goed werk verricht. Hij heeft, na kennis genomen te hebben van de aankondigingen van de firma Richter, omtrent Dr. Airy's natuurgeneeskunde, deze zaak eens nader ouderzocht en zich gewend tot een honderdtal van hen, wier getuigenis in het bij genoemde firma verkrijgbaar gestelde werk als aanbeveling gebezigd wordt van de genees middelen, die deze verkoopt. De meesten dier achthonderd getuigschriften zijn slechts ge- teekend door namen, zonder andere vermelding dan die der woonplaats. Van sommigen was het te vermoeden, dat zij geldelijk belang by den verkoop der geneesmiddelen hadden. De- heer Bruinsma richtte zich daarom slechts tot zoodanige personen, van wie hij een onpar tijdig oordeel te verwachten hadpredikauten, onderwijzers, ambtenaren, stoombootagenten enz. Op de 200 brieven, die hij schreef, waren van 9 personen de adressen niette vinden; 5ware» oveileden; 22 antwoorden ontviog hij en daar onder waren er '17, waarin bij vernieuwingen in zeer sterke bewoordingen de geneeskracht der middelen werd geprezenmaar tevens bleek het dat de schrijvers geïnteresseerd waren bij den verkoop. De auderea evenwel verklaren niets ten voordeele van die geneesmiddelen: zii hebben ze gebruikt zonder succes. Een getuigenis, dat zeer krachtig de geneesmiddelen aanbeval, was, blijkens een brief van een broeder des getuigen van een krankzinnige. «De heer Bruinsma komt' tot de slotsom, dat aan die' verklaringen geenerlei waarde is toe te kennen en heelt in een 'circulaire aan de dagbladen de hierboven aangestipte g 't ri w at ee b( d< m w ei w ir tc

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1877 | | pagina 2