opèite' x (r%^ 1 fi ss Zaterdag 20 Januari. Biitsilaidiclie Berichten. BimfiHlaïiscle Bericitei. f' A". 1877. ©wfii '^v30pj J& 407(; l: Ir: "Ai 33 n ix D ertigste J a a r 2: a 11 g*: t1 <Wj&> 4.lh f^W* irtONNEMENTSi'HUh, per kwartaal 1.85. Franco per post, door het geheete Rij a - 2.50. Afzonderlijke nommers- 0.10. BUREAU: BA H KT, 134. Advertentieprijs: van 110gewone 1 egels, f l e Iedere gewone regel meerO.it. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal bmekeid# F It A N K lt 1.1 K. Men verwondert zich hier zeer over de be wering va» den licichs Anzeitjer, van Berlijn, dat de Fransehe pers schuld heeft aan de verspreiding der geruchten betreffende een ver schil van inzichten tusschen den baron von Weithei* en de andere leden der conferentie te Konstantinopel, daar het van a'.gemeene bekendheid is, dat de Fransehe pers in dit opzicht 24 uur door de Engelsche en Duitsche bladen werd voorgegaan. De Parijsche Moniteur zegt, dat meer dan in de politieke kringen men in de finan- cieele kringen te Parijs en Londen nog steeds aan de mogelijkheid van 't behoud des vredes en aan een bevredigend antwoord der Porie gelooft, welke meening, volgens het biad, hoofdzakelijk hierop steunt dat men in die kringen gunstige verwachtingen koestert van de bezadigdheid van den grootea nationalen Raad. Te Parijs outvangen particuliere berichten uit Konstantinopel doen vermoeden, dat de Porte zal toegeveu omtrent de kwestie van de benoeming van gouverneurs, maar niet om trent die van de benoeming eener internationale commissie van toezicht. Het vertrek der ambas sadeurs blijft dus altijd nog waarschijnlijk. Generaal Tsehernajeff is te Parijs aange komen, waar hg eenige dagen zal blijven. Ilij denkt van Parijs naar Italië te vei trekken. IJij beweert, dat het er ginds, in het Oosten, zon der mankeeren, in 't voorjaar sop los zal gaan." Bij het Fransch Ministerie van Buiten- landsche Zaken is een officieel telegram uit Stockholm ontvangen, waarin het gerucht dat Zweden zou hebben geweigerd deel te nemen aan de Parijsche tentoonstelling van '78, ver klaard wordt geheel uit de lucht te zijn gegrepen. Uit Parijs alleen waren eergisterenavond 7500 aanvragen om plaatsruimte ingekomen. E N G E L A N 1). De dagbladen behelzen een correspondentie van consul Holmes, waarin bij opnieuw 't gerucht tegenspreekt dat de Turken een Bosniër gespietst hebben. Een brief van den Franschen consul te Bosna-Serai dd. '19 November be vestigt zijne ontkenning. Bisschop Strossmayer houdt daarentegen in een brief vol dat geloof waardige getuigen het hem verzekerd hebben, De jongste berichten van de Goudkust, loopende tot 24 December, melden nog geen verandering in den staat van zaken te Whydaii. Er liep evenwel een gerucht, dat de koning van Üahomy besloten had de boete te betalen, hem door den Engelschen schout-bij-nacht opgelegd. Zijne Majesteit zou dus van de blok kade genoeg liebbeu. Een particuliere depêche uit Konstanti nopel van 16 dezer bevat, dat er tusschen Turkije en Servië een overeenkomst is gesloten, betreffende een wederzij dsche uitwisseling van krijgsgevangenen. TURKIJE. 1 De zittiug van den Algemeenen Baad is geëindigd. Vele leden voerden het woord en de beiaadslaging was zeer levendig. Nochtans waren allen bet volmaakt eens; eenstemmig werd besloten de voorstellen der - Conferentie te verwerpen als strijdig met de integriteit, de onafhankelijkheid en de waardigheid van het Rijk. BELG1E. In den Moniteur wordt een brief van den Sultan van Zanzibar openbaar gemaakt, waar in deze zich gunstig gezind verklaart voor de pianneu van Kouing Leopold betreffende centraai-Afrika. De Indépendance verneemt dat Turkije zou toegeven en het vralestractaat weldra ge- teekend zou worden. U UITSCllL AND. De Prinses Kareivan Pruisen, zuster der Keizerin, is gisteren morgen vroeg overleden. EERSTE KAMER DER STATEN-GENCRAAL. Zitting van '18 Januari. In de zitting van heden heeft bij de algemeene beraadslaging over de staatsbegrooling voor 1877 de iieer Borsius breedvoerig stilgestaan bij de geschiedenis der indiening van de onder wijswet, waarin hij veel vertraging constateerde en eeuige bezorgdheid nopens de handhaving van het hoofdbeginsel der wet van 1857 uit sprak. In elk geval was eene spoedige afdoening vóór den verkiezingsstrijd allernoodzakelijkst, nu de onderwijs-kwestie de spil is geworden waarom onze politiek zich draait, en, onafgedaau blijvende tol grooten strijd en betreurenswaardige bitter heid zal leiden. De Minister van Biuaenlandsche Zaken heeft steeds vooropgesteld, dat het hooger ondeiwijs vóór moest gaan. De uaubiediug dezer belang!ijke en omslachtige wet is eeuigszius vertraagd, zij is dus later vastgesteld en daarop moest de iager-ondenvijswet ook wachten. Over de handhaving van het hoofdbeginsel der wet van '1857 heeft de Minister zich meermalen uitgelaten, eu op het tijdstip der behandeling van het ontwerp door de Tweede Kamer, kan de Regeeriug geen invloed uitoefenen. Niettemin acht ook de Regeeriug het wenseheiijk, dat de zaak vóór de verkiezingen door de Staten- Generaal afgedaan zij. Hoofdstuk II (hooge collcgiön van staat,) zoomede Hoofdstuk III (buiteulandsche zaken) zijn zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen, Bij het hoofdstuk Justitie ziju ter sprake gekomen het beheer der kerkelijke goederen en de processiën in Limburg. De Minister van Justitie heeft lof en hulde gebracht aau den procureur-genet aal in den Bosch, en te kennen gegevendat hij geen processiën zal bemoei lijken, die in '1S18 geoorloofd waren of feitelijk bestonden, mits tnen niet verder ga, waarop de Minister streng toezicht zal houden. Op eene gedane vraag, of de Minister de aanhan gige processen-vei baal onafgedaan zal laten en in dien zin bet O. M. zal aanschrijven, ant woordde de Minister ontkennend, liet O. M. moet daaraan zoodanig gevolg geven als het zal vermeenen te belmoren. Wat het beheer der kerkelijke, go leren betreft, na de wet van 1853 en het besluit van I860, kan de Regee ring zich niet in de inwendige aangelegenheden der kerk mengen, tenzij daartoe ingeroepen wordende om medewerking te verleeuen. Het hoofdstuk Justitie is niet algemeene stem men aangenomen en de beraadslaging over dat van Biauenlandsclie Zaken aangevangen. SCHIEDAM, 1» Januari 1S!7. In de openbare zitting van den Gemeente raad alhier, van den '18 dezer, die door 12 leden werd bijgewoond, (afwezig waren de lieereu L. W. JansenIverdelMeichersJ. B. Nolet en Zoetmulder), heeft de Voorzitter de eerste vergadering van dit jaar geopend met de volgende toespraak: 1 Mijne Jteereu! Evenals bij vorige gelegenheden wil ik, vóór alles, in onze «eiste fitting van liet nieuw ingetiodert jaar, met een hartelijkcn heilgroet, mijn beste wcnschen uiten, voor hot welzijn en den bloei van Schiedam. Niet minder dan vroeger, mocht ik mij, ook nu weder, op dezen eersten Januari, verheugen over de ruimschoots ondervonden belangstelling mijner Stad- genooten;bij vernieuwing, van deze plaats, betuig ik daarvoor mijn ongeveinsden dank. Geeft het afsluiten van een jaarkring als vanzelf aanleiding om naar het verledene terug te zien, de tegenstelling, die voor de hand ligt, is de vraag, wat de toekomst ons opleveren zal. Mogen we de gelukkige overtuiging bezitten dat, 111 liet afgeloopen jaar, nuttige zaken z.ijn tot stand gekomen en voorbereid: laat het ons gezamenlijk streven wezen, voort te gaan op den goeden weg; er is nog veel te doen in onze gemeente; veel in het belang der algemeene ontwikkeling, veel, ook met liet oog op de openbare reinheid en de gezondheid der ingezetenen, voel voor de uitbreiding van onze Stad 011 de bevojdering van baar handelsverkeer, waartoe een der voornaamste factoren lmar gunstige lig ging in -zoo ruime mate aanwezig is. En hier, in onze vergadering, kunnen gewenschte factoren worden versterkt, die krachtig moeten bijdra gen om grnotc zaken tot stand te brengen; reeds vroeger heb ik er op gewezen; ik bedoel de bevorde ring van onderlinge samenwerking, zooveel die mogelijk is en \an welwillende verhouding, ook dóór, waar ver schil van meaning of van inzicht mocht bestaan. Hiertoe op te wokken, zal voorzeker door niemand Uwer worden gewraakt. Tot het bevorderen eener welwillende verhouding in onze vergaderingen kan veel worden bijgedragen door strikte toepassing der, zoo verstandige bepaling van ons Reglement van Orde, opgenomen in artikel 7, waarbij liet spreken over hetzelfde onderwerp, voor ieder lid

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1877 | | pagina 1