A°. 1H77 Donderdag 21 Juni. M 4182. Yerscïijiit laplijks, tpjoatel Dinsdag. BnitenlanilsQtie Berjetten. BiiMlaiiscle Berichten. TD eu en D ertigste Jaargang1. In de Kamer verklaart Proust, dat hij 'de verklaringen van Decazes onvoldoende acht en vraagt overlegging van nieuwe documenten. Louis Dianczegt dat, wanneer het clericalisme mocht zegevieren, een oorlog er het gevolg van zou zijn. Toen Louis Blanc de nederlaag bij Sedan aan roerde, inlerrompeerde De Cassagnac hem met de woorden sdoor de lafheid der republikeinen." Perin beschuldigde de Cassagnac van leugens. De Cassagnac gaf den republikeinen de schuld vau Frankrijks rampen. Renault valt de politiek van 't Ministerie aan en verdedigt de republikeinsche instellingen. De Choiseul.stelt.de motie van orde voor uit naam van .alle groepen van de linkerzijde, lui- dende: De Kamer, overwegende, dat het Minis terie van 17 Juni aan het hoofd der zaken ge roepen is tegen de wet der meerderheden in dat het zich van den beginne aan't geven van opheldering geheel onttrok dat het de admi- nistratie onderstboven wierp om pressie te oefenen op het algemeen stemrecht dat het slechts eene coalitie der cleticale partijen is dat het om al die redenen gevaarlijk voor de orde en den vrede is en verwarring in den gang dei- zaken brengt, verklaart dat dit Ministerie niet het vertrouwen der natie heeft en gaat over tot de orde van den dag. Deze motie wordt aangenomen met 363 tegen 158 stemmen. De Ministerraad besloot tot den Senaat het verzoek te richten om de beraadslaging over de ontbinding tegen Woensdag aan de orde te stellen. De verkiezingen zullen, naar men verzekeit, plaats hebben in de tweede helft van September. De hertog van Aumale is van Besanjon te Parijs aangekomen. Aan de Kölnisehe Zcituwj wordt uit Parijs geschreven dat den 15 dezer aldaar het gerucht liep. dat de Rege ring de leiders der oppositie in verzekerde bewaring zou nemen, ten einde hen onschadelijk te maken. De correspondent voegt er bij, dat de bedoelde leiders voorzich tigheidshalve den nacht niet in hunne wonin gen doorgebracht hebben. ENGELAND. In het Lagerhuis zeide Bourke, dat niet juist was dat de Porte de onztjdigheidsver- klaring van het Suez-kanaal weigerde, want die was haar nooit gevraagd, maar de Porte heeft nog niet geantwoord op eene aanschrijving van Engeinnd betrekkelijk liet kauaal. In het Lagerhuis is de wet betreffende de universiteiten van Oxford en Cambridge aan genomen. Volgens telegram uit Konstantinopel wordt de Turkscbe Kamer ontbonden. De Straits-Times verneemt, dat te Singa pore de Mahomedanen 4000Q dollaars bijeen gebracht hebben om naar Konstantinopel te zenden als hulp in den oorlog van den Sultan tegen Rusland. Hetzelfde blad Jieeft ter gelegen heid van den oorlog een i^teekenlijst rond gezonden om bijdragen tot uitbreiding van zijn Reutertelegrammen. Twee Mohammedanen heb ben daarop samen bijna evenveel geteekend als alle Europeanen bijeengenomen. Dit, zegt het blad, kan bijdragen tot beantwoording van de vraag, of de Mohammedanen in deze streken werkelijk belangstellen in de lotgevallen van den Sultan te ïRoum." T U It K IJ E. Suleiman Pacha heelt Nicsics verlaten en is in Montenegro voortgerukt om de vereeniging met het Albanische ieger tot stand te brengen. De Montenegrijnen hebben de Duga-passen ver laten en concentreeren zich in de Ostrog-passen. Mehemet Ali hervat den aanval. De toestand van Montenegro is hachelijk; de drie vijande lijke korpsen zijn te zamen 70,000 man sterk. GRIEKENLAND. De Oostenrijksche gezant te Athene is over leden. Twee bataljons infanterie, een escadron kaval- lerie en eene batterij artillerie zijn naar de grenzen gezonden om de bewegingen der onge regelde troepen te beletten. SCHIEDAM, 20 Jnni 1S77. De correspondent der Qron. Gt. deelt nog eenige bijzonderheden mede uit de laatste levensdagen van H. M. de Koningin. Toen Ilr. Ms. grootmeesteres de edele vrouw voor het laatst aan het ziekbed bezocht, moet tl. M. bij het zien der tranen, die het eerbiedwaardig gelaat van de eerste barer vrouwen bedekten, met schier verstikte stem haar hebben toege fluisterd: ïWeen niet, mijn waardé het leed van hen, die mij omringen, maakt mij het sterven zoo zwaar." Bij een der laatste consulten van de geuees- heeren vroeg de ontslapen Vorstin: »Weluu, mijne hoeren?" En op de verzekering, dat men nog hoop had op haar herstel, schudde de Koningin het hoofd en zei met aandoenlijke kalmte: nOch neen, ik gevoel, dat mijn tijd daar is; maar ik vrees de groote reis niet. En liet II. M. er na een kort oogenblik op vol gen mijn armen zullen mij niet missen. De overigenVerder waren de woorden der Koningin niet te verstaan. Hij deelt ten slotte nog mede, dat vol gens verlangen der overleden Koningin aan elk der dames, die haar steeds omringden eu voor wie zij meer een leidsvrouw en vriendin dan een gebiedster was, een der kleinoodiën, die zij in haar leven droeg, als ssouvenir" zal worden of reeds is ter hand gesteld. Bij den heer J. L. Beyers te Utrecht is verschenenïEen woord tot het Nederlandsche Yolk" door D. C. NijholT getiteld: Bij den dood onzer Vorstin." Daarin worden met warmte de deugden der overledene Koningin Sophia her dacht, haar edele hoedanigheden herdacht, haar groote waarde aangetoondterwijl de schrijver ten slotte betoogt, dat het Nederland sche Volk iets in zich op moest nemen van haar geest, van dot, wat haar dood een ver lies deet zijn. Dan kan wanneer allen dat doen, de dood onzer Koningin ons Vaderland nog ten goede komen. Tracht, aldus eindigt de schrijver, van die groote vrouw het geheim van liet ware leven te verstaan. Leer aan Haar graf uit lijden het ware levensdoel kennen. Tracht ook in uwen kring, huiselijk of maatschappelijk, dat zedelijk gezag meester te worden, waaronder Sophia van "Wurtemberg, zoo koninklijk beschikte. Donker is de toestand van binnen en van buiten. Aan partijschappen wordt zoo vaak het ware belang van ons land ten offer gebracht. Dat dan de dood onzer Vorstin voor ons allen een teeken mocht zijn, een teeken ten levenDat wij allen opstonden, waar zuik een vrouw ons heeft ver laten, wier gansche leven een zegen voor ons is geweest, om het onrekenbaar verlies dat ons Vaderland heeft geleden en dat niet te vergoeden is, toch min of meer te doen opwegen door een ernstige poging, om in den geest van Haar te leven, die ons zoo koninklijk is voorgegaan. Dan zal de weemoed bij de gedachte aan wat Wij verloren, onze harten blijven vervullen, maar wij zullen toch niet langer troosteloos behoeven voor ons te zien. Want onze Koningin is dan niet gestorven, maar Zij leeft. De Tijd gevoelt dat de kansen voor den heer Gille Heringa zwak staan en jammert daarover. 't Is begrijpelijk. Maar wat we in 't artikel vau het blad niet begrijpen, is de stellige verklaring, dat de heer Gille Heringa aan de Tijd de verklaringen heeft gegeven, die de Standaard van den lieer Schagen van Leeuwen vragen wil. Wat moeten wij clan deuken van de catego rische verklaring van den heer Heringa, dat hij aan niemand, wie ook, beloften of toezeg gingen beeft gedaan? Yad De Staats-Courant behelst de volgende COURANT. Ahonnehi.ntsprijs, pei Kwaiteal. Franco per post, door liet geheel? Rijk Afzonderlijke nummers i i - 2.50. i - 0.10. li U K KA. liHAK KT, E, 12i. Advertentieprijs: van i10 gewone regels f 100. Iedere gewone regel sneer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. E B A N K K IJ K.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1877 | | pagina 1