Binïeniaiiasclis Berithlif.
A". 1877.
Maandag 5 November.
M 4280.
Een en
r?ang.
BIJ deze Courant behoort een Bijvoegsel,
Schiedam, 2 November 1877.
Het nieuwe Ministerie lang verwacht en
lang besproken, is tot stand gekomen.
Vermeldt de Slaais-Courant daarbij geen Mi
nister van ^Openbare "Werken", ook deze be
noeming zal zich waarschijnlijk niet lang laten
wachten, en het Departement vanBinnenlandsche
Zaken hiermede ontlast zijn van een deel der
werkzaamheden, die in de laatste jaren wer
kelijk van te grooten omvang zijn geworden,
om door één hoofd te worden beheerd. Er
zijn er, ja, die weeklagen over de grootere
uitgaven, aan een nieuw Ministerie met al den
aankleve van dien verbonden, en die roemen
in den goeden ouden tijd, en hoe veel gemak
kelijker men toen alles afdeed. Jan de Witt,
zeggen deze lieden, was een uitstekend Minister
van Buiteolandsche en een eminent Minister
van Binnenlandsche Zaken, die tegelijkertijd
menigen Minister van Marine tot voorbeeld
kon strekken en de Financiën van den Staat
uitnemend bestuurde. Zeker, maar Jan de Witt
was een man uit duizend, en zijn tijd niet de
onze. Daarbij, wij zien zijn eeuw door dien
nevel der herinnering, die altyd zoo weemoedig
zoet doet terugblikken, ook op datgene, wat
van nabij bezien, toch niet zoo geheel roos
kleurig bljjkt te zijn. Doch genoeg: Neder
land heeft een nieuw, een liberaal Ministerie,
dat op een flinke meerderheid in de beide
takken der volksvertegenwoordiging kan reke
nen, als het blijkt, voor de zware taak berokend
te z'y'n, die het naar de wijze van den consti-
tutioneelen regeeringsvorm op zich heeft ge
nomen. Bezien we die vrijzinnige meerderheid
van naderbij; zij is van beter gehalte, daD ze
ooit geweest is. Thorbecke had ook een meer
derheid; maar tot 1866 werden daar de be-
standdeelen uit Limburg en Noord-Brabant
bijgerekend. We willen thans over die bond-
genooten in het liberale kamp maar niet verder
uitweiden; genoeg, ze hebben het verlaten of
liever zijn genoodzaakt geworden zulks te doen,
en de toestand der partijen is zuiverder ge
worden.
Twee der nieuwe Ministers vooral hebben
een buitengewoon zware taak. op zich genomen.
De heer Kappeyne zal ons volk een wet op het
lager onderwijs hebben te leveren; is zijn pro
gram: Verbetering van het volksonderwijs op
ruime schaal, met volkomen vrijheid voor het
bijzonder onderwijs, het grootste deel der Ne-
•derlandsche natie zal zijn werk met ingeno
menheid begroeten. De Minister Heemskerk,
wiens talenten behooren gewaardeerd te wor
den al moge men zijn weinige beginselvastheid
afkeuren, de Minister Heemskerk zal tot voor
beeld blijven strekken aan ieder staatsman in
elk land, dat het wijken voorclericaleeischen,
en het laveeren tusschen alle partijen door ten
eenemale doelloos is. Men wordt ten laatste
door/niemand geprezen, maar door allen.ge
laakt. De heer Kappeyne zij het gegeven met
ernst en vastberadenheid zijn weg te gaan,
en de Nederlandsche volksontwikkeling, die
meer bedieigd wordt, dan oppervlakkig moge
schijnen, tot een veel hooger peil op te voeren,
dan waarop zij nu staat.
Eindelijkhebben velen gezegd, toen de
tijding tot hen kwamdat de Majoor de Roo
van Alderwerelt aan het hoofd van het Depar
tement van. Oorlog was geplaatst; eindelijk!
Het moet, dunkt ons voor den nieuwen Minis
ter van Oorlog een gelukkig oogenblik zijn ge
weest, toen de uitnoodiging tot hem kwam,
in het nieuwe Ministerie zitting te nemen. Tot
heden vond de heer de Roo slechts redenen om
de maatregelen te laken, die door de opeen
volgende Ministers van Oorlog, en hun ge
tal is grootin het belang, onzer defensie
werden voorgesteld. Scherp was zijn kritiek
gewoonlijk, fier zijn houding; bondig zijn advies.
Onze nieuwe Minister van Oorlog moet dan wel
een volledig plan van organisatie onzer levende
en doode strijdkrachten- in het hoofd hebben.
Zeer verlangen wij he'm aan het werk te zien;
en is hij door alle vrijzinnigen in den lande
met welgevallen begroet: hun verwachting is
hoog gespannen, orndat de heer de Roo die
verwachting sedert jaren heeft opgewekt.
De Tijdspiegel van November bevat onder
anderen twee belangrijke artikelen, die in onze
dagen van groot gewicht zijn. Het eerste is
getiteld: ïde Pauselijke Nuntiussen" en van
de talentvolle hand van Di\ Theodor Wenzel-
burger. Yan den invloed die deze Pauselijke
Ministers voor en na hebben uitgeoefend, van
hun inmenging in de huishouding der verschil
lende Staten, van dit alles wordt in weinige
bladzijden een zoo fijn gepenseeld historisch
beeld geleveid, als slechts zelden wordt aan
schouwd; vooral wordt de invloed der Pause
lijke Nuntiussen in Nederland uitmuntend ge
schetst, en als de schrijver aan het slot van
zijn betoog wijst op de waarschuwing, die een
onzer staatslieden, de Graaf van Zuylen voor
eenigen tijd heeft doen hooren, om met de
Roomsehe Curie voorzichtig te zijndan moge
zijn aansporing lom met groote voorzichtigheid
en waakzaamheid op onze hoede te wezen tegen
de geestdoodende en van vaderlandsliefde be-
roovende omarming der Hiërarchie", bij dat
gedeelte van de Nederlandsche natie, bij die
groote meerderheid, die vrij wil leven en vrij
wil denken, niet onopgemerkt blijven.
Een ander artikel J>de Fransche crisis" van
Noorman eischt mede onze aandacht. Het beeld,
door hem geschetst van de politieke partyen
in Frankrijk, is voor geen van allen vleiend.
Dat hij voor den poveren Maarschalk, geregeerd
als hij wordt door zijn bigotte gemalin, die
op haar beurt weer de machine is van de
bekende party, dat hy voor Mac-Mahon
■geinig sympathie heeft, is-duidelijkmaar ook
de toestand der republikeinen en hun aan
voerders \yordt door hem ook niet rooskleurig
afgemaald. De kalmte der Fransehen, bij zoo-
veel uittarting als hun is aangedaan, schrijft
hij minder toe aan zelfbeheersching, dan daar
aan, dat de revolutionaire krater raakt uitge
brand. Misschien is dit zoozeker laat de
politieke ontwikkeling van het Fransche volk
te wenschen over; maar toch blijft de houding
van de Franschen te roemen. De meerder
heid der republikeinen in de nieuwe Kamer
js verpletterend; van de plannen der regeeiings-
partij verneemt men nog weinig; alleen een
onhandig dagblad wijst op Pruisenwaar Bis
marck wel vier jaar lang zonder budgétfre;-
geerde, en waar het immers toch goed ging!
Merkt men den toeleg wel? Maar... de on
handige vriend vergeet iets, Niet allen zijn
Bismarcken, en het kon hier wei eens gaan
als in het verhaal van den aap, die uit zucht
tot navolging zijn meesters scheermes han
teerde en zich den hals afsneed. Wat een
Bismarck hou, wij zeggen niet mocht doen
is nog geen werk voor een Mac Malton. Geniale
hoofden als Bismarck komen niet dagelijks voor,"
zeker, hij heeft de wet verkracht, en dat is
af te keurenmaar hij had een doel voor cogen:
de macht van het groote Duitsche volk, dat
hij lief heeft, en om dat doel is hem veel ver
geven. Vergelijkingen maken kan zijn nut heb
ben, maar dan moeten de voorwerpen ook punten
van vergelijking aanbieden, en dat is hier noch
met de zakennoch met de personen het geval,
In het Oosten schijnt het den Russen beter
te gaan dan vroeger. In Azië en Europa wordt
hun toestand gaandeweg gunstiger Kars en^
Plewna blijven de hoofdpunten van den strijd;
een strijd, die overigens de aandacht van de
groote massa niet vermag te boeien. Zooveel
is zekerer wordt in het Oosten van Europa
verschrikkelijk geleden; en bij de schildering
van al de ellende, die het arme soldatenvolk,
het kanonnenvleeschverduurt, klinkt het als
een gruweldat bericht over de middelen, om
den grootvorsten het leven in het hoofdkwar
tier aangenaam te maken. De ellendige hove
ling, in wiens brein het opkwam, om een café
chantant, met al wat erbij behooit, derwaarts
te brengen, is niet eens een Turkschen kogel
waard, 'tls voor de Russische g,ootvorsten te
hopen, dat zij wijzer, maar bovenal, dat zij
beter zijn dan hun ondeihoorigen. Hebben zij
vrijen tijd, de geschiedenis van Lodewyk XIV
en Lodewijk XV kan hun veel Ieeien!
BES 11A A 3 November ISïï.
Het heeft den KoiJng behaagd, bij be
sluit van 2 Nov. 1877, met ingang van heden:
'lo.,op verzoek, aau den heer tnr, J. Ileerns/,
kerk Az. een eervol ontslag te verleetieu als
Minister van Binnenlandsche Zaken, onder dank
betuiging voor de vele en gewichtige diensten
Abonnementsprijs, per kwartaal 1.85.
Franco per post, door het geheels Kijk 2.50.
Afzonderlijke nommers- 0.1Q.
BUREAUMARKT, B, 134.
t
Advertentieprijs: vanl10 gewonq regels; r
met inbegup van eene Courant 1.10.
Iedere gewone regel meer1 - 0.10,
Driehaal plaatsing wordt tegen tweemaal "berekend.