A". 1877. Maandag 17 December. Temlijnt üaplijb, nitpoM EMa|. Eianeulaaflsciie Eericnteii. JW. 4310. IE e n en D e r t a a r <r a u <r. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Schiedam, 15 December 1877. Het is vervelend elke week over het Frank rijk van 4877 te moeten schrijven, en dan steeds in de noodzakelijkheid te zijn den naam Mae Mahon te moeten bezigen. Frankrijk is een schoon land; het worde vernederd, het worde getuchtigd tot den bloede toe, telkens verheft het zieti weer, en legt eene geestkracht aan den dag, die bewondering afperst. En zulk «en land moet tot 1880 aan het hoofd van het Uitvoerend Bewind dulden een Mac Mahon! •t Is bespottelijk zooals deze heer zich in de laatste dagen heeft aangesteld. Hij is, 'men zou zeggen, dat hij onze schildering van de vorige week heeft willen waarmerken hij is in de laatste dagen woest onbeschoft geweest hij heeft den eerlijken d'Audiffret Pasquier en Dufaure van zijn deur gejaagd, en aan den republikeinsehen afgevaardigde Turquet, gaf hij de verzekering, dat hij hem voor een man van aer hield. - - Eindelijk is er dan een ministerie-Dufaure gekomener zat voor den Maarschalk niets anders op, de republikeinsche meerdeilieid heeft door hare volharding en waardige houding het pleit gewonnen. Gewonnen? ja, als zij tot de tanden gewapend blijft. Mac Mahon heeft met deD nietigen Karei H, Koning van Engeland, diens groote zwakheid gemeen. lieden juichte Bondon, als 's Konings maitressen, delleitogin van Portsmouth en Mylady de Castlemaine van het hof werden verbannen; geen week later of het Engelsche volk vloekte zyn Koning, omdat de beide dames in triumf waren terug gekeerd. Nu is het ons niet bekend, dat Mac Mahon een beminnaar is van avonturen als die van Koning Karei II van Engeland. Maar Mac Mahon heeft eene echtgenoote, en die echtgenoote is clericaal, en wordt beheerscht door zekere par ty, die nooit slaapt en overal de vingers in steekt; en die echtgenoote moet op Mac Mahon nog al heel wat invloed hebben. De republikeinen mogen dus toezien. Plewna is gevallen, zooals voor eeuigen tijd Kars viel. De Turken liebbeu met den moed der wanhoop gestredenniets mocht baten. De, onderstelliugdat voor de eer der wapenen van beide zijden nu genoeg zou zijn ge daan, en thans de tijd der onderhandelingen zou aanbreken, die onderstelling schijnt ook al onjuist te zyn. Volgens eene mededeeling van The Times namelijk zou de Czaar. bij het ver nemen van den val van Plewna hebben uitge roepen: »maar daarmede is de oorlog nog niet geëindigd!" Zonderling, toén het zijn legers slecht verging op ïuikschen bodemwas de man ongenaakbaar, zenuwachtig eu ziek. De wind keeit, en de zwnkke man van gisteren tracht heden da .rol jan veroveraar te spelen. Het Turksche*Parlement is 'vergaderd't is pu ongeveer een jaar geleden, dat het voor de eerste maal vergaderde; 't heeft nog niets verricht; zooals de Sultan^in zijn openingsrede zeide, waren de hervormingen door den on- rechtvaardigen oorlog belemmerdhij hoopte op volkomen eensgezindheid van Turken en Christenen, doch zweeg van de jongste neder lagen zijner legers. j De Regeeriug van Servië heeft na de neder laag bij Plewna de lafhartige daad begaan, aan Turkije den oorlog te verklaren, is het loon daarvoor, dat dit vasalstaatje mettertijd onafhankelijk wordt verklaard, dan vermeei-dert het aantal der Europeesclie staatjes, met een prachtexemplaar van edel gehalte, met een volk, welks vroede mannen als proef van hun waardigheid beginnen met het trappen van een dooden leeuw. i Iu ons Parlement worden de debatten over de begrooting met ijver voortgezet. Na afloop daarvan hopen we de aandacht onzer lezers op een en ander punt uit het: gehouden debat te vestigen. Dit hebben^onze«ö!genwoordige-Minis—- ters al aanstonds bewezen, dat zij een uit stekenden parlementairen tact bezitten. EERSTE KAMER DER STATEN GENERAAL. Zitting van Vrijdag 14 Decemler In deze zitting zijn van de Tweede Kamer ingekomen eenige ontwerpen der begrootiogs- wetten voor 1878 tot en met Hoofdstuk VIII (Departement van Oorlog). Verzonden naar de afdeeüngen, die zich op vei zoek der ceutn>ie afdeeling onmiddellijk na den afloop der zit ting met het onderzoek zullen bezig houden. De Commissie van Rapporteurs is gei eed met het eindverslag over het wets-ontwerp tot vast stelling van eenige wettelijke voorzieningen omtrent hét Ministerie van Waterstaat, Ilau- del en Nijverheid. De dag der beraadsla ging zal nader worden bepaald. Daarna is de Vergadering gescheiden. TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAAL. Zitting van Vrijdag 14 Decemler. In de zitting van heden zijn ingekomen de onteigeningswet voor den spoorweg Stavoren Leeuwarden en het ontwerp bepalende den nieuwen termijn voor de oplevering der werken van het Noordzeekanaal. De discussiëu over de begrooting van water staat enz. zijn voortgezet. De Minister voldeed aan het gisteren geuit verlangen om een me- moriepost voor de subsidie der droogmaking van de plassen onder Reeuwijk uit den toe lichtenden staat over te brengen op de be grooting onder een nieuw nilikel. De heer Rutgers van Rozenburg stelde een amendement voor tot andere omschrijving van den post, ten eiode alleen hét vérlies te dekken of 10 pCt. derwinst te verzekéreu. De Minister bestreed tlitde regeling der voorwaarden moest aan de j Regeering verblyvenhij zou echter bij de regeling op de wenkeD van den heer Rutgers letten. De heer Rutgers was daarmede niet voldaan en trok, om eene stem ming over het artikel uit te lokken, zijn amendement in, waarop het Regeeringsartikel met 35 tegen 32 stemmen werd verworpen. Bij art. 69 verklaarde de Minister, dat het rapport van den hoofdingenieur in Noord- Holland, ,over de ïegeling van het kanaalpeil van het Noordzeekanaal, met de daarbij be- hoorende voorstellen, door hem is ontvangen. Het rapport zou voor het einde van het jaar publiek komeu. Alvorens eene beslissing om trent het peil te nemen, zou de Minister de adviezen der betrokken waterschapsbesturen inwinnen. Alsnu kwam de afdeeling spoorwegen in be handeling. Daarbij antwoordde de Minister op de verschillende besproken punten. De onder handelingen met den Hollandschen spoorweg over de voortzetting der concessie of naasting zullen vroegtijdig moeten aanvangen. De Mi nister wil de werking der wet op de spoor wegdiensten afwachten, alvorens de regeling der schadevergoeding le wijzigen. De Regee ring heeft aan de justitie de opsporing der diefstallen op de spoorwegen zeer aanbevolen; de particulieren moeten echter de Regeering steunen. Bij art, 81 kwam de heer Vening Meinesz terug op de kwestie der subsidie aan de Ned. Westphaalsche spoorwegmaatschappij. Nadat de heer Begram had uiteengezet, dat de onderhandelingen over de opneming in de concessie van voorwaarden van naasting nog konden voortgezet worden en nadat de Minister van Waterstaat zich daartoe bereid verklaarde, mits de maatschappij hare medewerking wilde» verleenen, heeft do heer Vening Meinesz eene motie voorgesteld, waarbij de wensch wordt uitgesproken, dat de uitkeeriug der subsidie worde gestaakt totdat de concessie zal zijn ge wijzigd overeenkomstig de toezegging op 11 Dec. 1875. Deze motie werd bestreden door de heeren van HoutenGratema en den Minis ter. De houding der maatscnappij werd zeer gelaakt door den heer Verniers' van der Loeff. Ten slotte werd de motie verworpen met 59 tegen 9 stemmen en het artikel zelf aangenomen met 49 tegen 20 stemmenzoodat 'de subsidia toegekend is. Morgen zijn de overige aitikelen aan de'orde. In deze zitting is besloten tot toelating van liet nieuw benoemde lid, den heer van der Feltz. D E N IIA A G15 Docombor 1S77. Bij Koninklijk besluit van den 5deB De cember 1877, no. 21, is ten laste van den staat aan mr.C. T.baron van Lynden van Sandeuburg, gewezen Minister van Justitie, een tweede pensioen verleend van f3184 'sjaars, op grond van'art. 11 der wet betreffende de burgerlijke' pensioenen, laatstelijk gewijzigd bij die van 21 Mei 1873 (Staatsblad no. 64). haigaarr^iff COURANT. Abonnementsprijs, por kwartaal1.85. Franco per post, door het geheels Rijk. --2.50. Afzonderlijke - 0.10. BUREAU: HiRiT, E, 124. Advertentieprijs: van 110 gewone regels, met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer. 0.10. Driemaal plaatsing wordt(tegen tweemaal berekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1877 | | pagina 1