Gouvernement zich noch bij de begrafenisplech
tigheid van Koning Victor Emmanuel, noch b'tf
de voltrekking van het huwelijk van Z. M.
den Koning van Spanje door een buitengewonen
missionaris doen vertegenwoordigen.
De Minister van Binneulandsche Zaken
heeft in overleg met zijn ambtgenoot van Finan
ciën bepaald, dat de aanvragen om dispensatie
van de verbodsbepalingen omtrent in- en do< r-
voer van vee uit het buiteuland en daarvan
afkomstige voorwerpen, voortaan kunnen ge
schieden op ongezegeld papier, eu dat van de
daarop gevolgde gunstige beschikkingen geen
zegel- en legesrechten meer gevorderd mogen
worden.
De Minister van Financiën heeft aan de
'Prov, Inspecteurs der directe'belastingen enz.
een missive doen toekomen, houdende aanbe
veling tot het stellen van duidelijk leesbare
handteekeningen door de belastingambtenaren.
Men zou er anders opnieuw toe moeten over
gaan de onleesbare handteekeningen ten hunnen
koste door de bevoegde autoriteiten tc doen
legaliseerenwaartoe de Minister dezer dagen
reeds verplicht is geweest.
De JSTouvelles do Versailles wil weten,
dat de Prins van Oranje met een dochter van
Koningin Victoria huwen zal. Dit bericht zou
ontleend zijn aau een brief van het huis Hope.
Door onze Regeering zou, naar het Jour
nal des Dêbals verneemt, aan verscheiden
Hollandsche kunstenaars zijn opgedragen een
serie beelden te vervaardigen, voorstellende de
nationale kleederdrachten in de verschillende
Nederlandsche provinciën. Deze beelden zouden
bestemd zyn voor de in dit jaar te Parys te
houden internationale tentoonstelling, om daarna
in een der Nederlandsche musea te worden
bewaard.
De heer E. A. van Vloten te Brussel
heeft op nieuw, als tweede bijdrage, f2000
voor de Sumatra-expeditie gezonden.
Gedurende de maand December maakten
van den uieuwen waterweg van Rotterdam naar
'zee gebruik, uit zee 18(5 stoom-en 51 zeilsche
pen; naar zee 204 stoom en 104 zeilschepen;
te zamen 372 stoom- en 155 zeilschepen; in
het geheet 527 schepen, metende te zamen
551,878 Ms, tegen 87 schepen, melende te
zamen 126,715 M', van het Voornsche-kanaal,
een en ander zonder de vischschepen.
Gedurende het jaar 1877 maakten van den
nieuwen waterweg buiten de vischschepen ge
bruik 6852 zeeschepenmetende te zamen
7,162,887 M', tegen van het Voornsche ka
naal 1106 zeilschepenmetende te zamen
4.633,890 M
Met inbegrip der vischschepen gingen in
•1877 langs den nieuwe waterweg 8526 schepen,
metende 7,435,462 M", langs het Voornsche
kanaal 1168 schepen, metende 1,645,834 M'.
Het Venloosch Weekblad klaagt, dat de
Katholieke afgövaatiligden vdie als klissen aan
'elkander behoorden te hangen, dit doen ah droog
zand." Van deze schoone beeldspraak laten wij
al de eer aan het Limbuigsclie blad, maar op
het beginsel moeten wij ons een aanmerking
veroorlooven, deze namelyk: dat de katholieke
leden der Kamer beter hun plicht begrijpen
dan de redactie van het Venloosch Weekblad.
Art. 82 van de grondwet toch zegt wel niet:
sde leden der Tweede Kamer hangen als tli oog
zaad aan elkander", maar: »de leden stemmen
elk volgens eed en geweten". Had de grondwet
het anders gewild, zij had kunnen bepalen
zij het ook niet'met ile kernachtige uitdrukking
ïde leden hangen ais klisseu aan elkander"
j>de leden stemmen zooals hun door hunne partij
gelast wordt".
Bij gelegenheid eener grondwetsherziening
kan de redactie van het F. W. deze of soort
gelijke redactie in overweging geven; zoolang
de tegenwoordige grondwet bestaat zal men er
•zich aan moeten ondei werpen dat de leden, de
Katholiekeen deLuthersche en deTsraëlietische
en" de Protestantsche. zelfstandige** volksver
tegenwoordigers zyn en geen klissen. drn.Ct
In een belangrijk opstel in het laatste
nommer der Deutsche landw. Presse over den
graanoogst in Rusland in '1877 en-over den
uitvoer van daar naar üuitschlaml en West-
Europa, komt o. a. de mededeeling voor, dat
die graanoogst beter geslaagd is dan ia lange
tijden het geval was. De schrijver verwacht
dan ook dat, zoodra de oorlogstoerustingen het
gebruik der spoorwegen meer voor den handel
disponibel stellen, de prijzen der granen aan
merkelijk zullen d&len. Volgens vertrouwbare
berichten zijn duizenden en duizenden hectoli
ters graan, niet alleen in Rusland maar ook
•in Hongarije, aan de voornaamste spoorweg
stations opgehoopt. De statistiek wyst verder
aan, dat het vervoer van graan uit de Oostzee
havens, per schip, aanmerkelijk is verminderd,
sedeit Rusland in 4856 zijn tegenwoordig
spoorwegnet voltooide. De kooplieden verkiezen
het duurder spoorwegvervoer boven het veel
langzamere per water. En daar men in Rusland
in den herfst steeds op het sluiten van vrede
hoopte, vóór het winteiseizoen ia viel, en
bovendien de handelslust daar niet groot was;
daar men van den anderen kant niet zeker
was. dat niet andere Europeesche Staten mede
in den oorlog betrokken zouden worden, dacht
men er niet aan om weder meer van de
Oostzeehavens gebruik te maken. Ook uit Ame
rika moet aanzienlijken invoer van granen te
wachten zijn.
In liet Utrechtsch Dagblad komt de
volgende adveitentie voor:
ïNaar aanleiding van de verhooging der
hondenbelasting, bericht het bestuur van het
Nederlandsch Toevluchtsoord voor noodlijdende
dieren te *s Hage, dat aldaar (Bagynenstraat, 31),
worden aangenomen alle franco toegezonden
honden. Per pakschuit is de viacht niet hoog.
De honden worden in bet Toevluchtsoord zoo
veel mogelijk aan nieuwe eigenaren geholpen
en, zijn ze daartoe ongeschikt, op de minst
smartelijke wijze afgemaakt.
liet Bestuur voornoemd.
's Hage, 12 Januari 1878
De Held. Ct. wijst o. a. op de levens
opvatting, die zich tengevolge van de stijgende
welvaait van de moderne maatschappij heeft
meester gemaakt. Wij zijn gemakzuchtig en
genotzuchtig gewordenwij hebben het te goed
gehaden zijn daardoor te veel waarde gaan
hechten aan de gemakkelijk verkregen genie
tingen des levens. Onze vaderen verrichtten
meer werk voor minder genot. Ze waren er
niet ongelukkiger door. Liet epikurisme is voor
velen de levensregel gewordende innige daad
wei kelijke oveituiging, dat ieder aansprakelijk
is voor zijn eigen lol, en dat niet-eten op
niet-w ei ken behoort te volgenis verloren
gegaan. Men laat het toe, wanneer iemand
n de kracht van zijn leven verklaart uiet te
kunnen werken; men vindt het begiijpelijk
'dat een man leeg blijft loopen, omdat hij geen
lust heeft, of zich niet in Maat acht ander
weik te loeren en met minder verdiensten
tevieden te zijn Men klaagt, en beklaagt den
man, die geen weik heeft, wiens zaken ver-
loopenmaar die geen vinger uitsteekt, om'
ander weik meester te worden, of zichzelven
de bekwaamheid voor anderen arbeid eigen te
maken. Vei loopt het tij, men zit laf en klagend
te wachten, of de vloed weer terug zal komeu
men betreurt de klanten, die wegblijven, en
doet niets om anderen te winnen; de moed
is er uit, en degenen, die zeggen: rik kan
niet", - worden met tnedeiyden, iu plaats van
met de minachting, die zij verdienen, overladen.
Zoolang alles goed gaat, is die algemeene ver
slapping van het volkskniakter geen dadclyk
gevaar; de zooveel mindere mate van energie
als noodig/is om de zakeu aan den gang te
houden, is, waar de gewoonte te hulp komt,
gebleven. Maar voor iets nieuws, voor eene
machtige openbaring van volksgeest eu volks
karakter als de nood aan den man isdaar
voor zijn wy te gemakkelijk, te verslapt van
zin, te veel vervreemd van de heerschappij,
die plichtgevoel tegenover ons zelf eu onze
naasten over ons behoorde uit te oefenen.
Misschien zien wij de zaken te donker in.
Gelukkig zoo wij ons bedriegenMaar mocht
thans eene nlgemeene ramp onze natie bedreigen,
hare stijgende welvaart brekendan vreezen
wijdat het ons aan krachtaan wil en aan
volhardenden moed zou ontbreken, om nieuwe
banen in te slaan en den slag te boven komen,
Maar men zegt: rampen stalen! Het ongeluk,
de noodzakelijkheid schudt krachten wakker
in het volk, wie- bestaan niemand vermoedde.
Niet allen zijn zoo ingestuimen!dat ook het
noodlot ze niet vermag te wekkenWij hopen,
het."
Uit het zuiden der Provincie Friesland
schrijft men, dat de spreeuwen aldaar weder
zyn aangekomen. Ook de kievitten hebben zich
vertoond. Uit een en ander schijnt men weinig
vorst te verwachten.
Rotterdam. Jl. Dinsdag werd alhier een
vergadering gehouden van belanghebbenden by
den handel over de oprichting eener kamer
van arbitrage voor handelsgeschillen. Men er
kende eenstemmig, dat er voor den handel
behoefte bestaat aan een andere wijze van
rechtspleging dan die bij de rechtbanken wordt
gevolgd. Maar verschil van gevoelen openbaarde
zich ten aanzien van de vraag of eene kamer
van arbitrage aan deze behoefte zou voldoen,
't Is niet altijd zoo moeielyk om een juiste
meening te hebben, als wel om die te formu
leeren. En om dat naar behooren te doen,
zou de arbitrage-kamer zeer dikwijls de hulp
van een rechtsgeleerde behoeven die misschien
ten slotte het overwicht zou verkrijgen. Even-,
wel hoezeer men de gegrondheid \an dit be
zwaar en van [neer andere ei kende, de sympathie
voor een als hier bedoelde instelling behield
de overhand. Er wei d ten slotte een commissie
benoemd oin de uitvoering van liet plan mo
gelijk te maken en oin voorstellen te doen
omtrent de samenstelling der kamer, de ver
deeling der werkzaamheden tusschen haar leden
onderling, en de proces-orde. De leden dezer
commissie zijn: mr. C. C. Dutilh, B. P. van
IJsselstein, G. S. Pieters, F. Koch en mr. M. Mees.
Den Hang. Gisteren tegen den avond
verspreidde zich een smailelijk bericht: de
eerst onlangs als Voorzitter van den Hoogen
Raad opgetreden Mr. Pape is plotseling over
leden. lly was in deu namiddag uitgegaan om
een ambtgenoot die zich ongesteld bevond 'te
bezoeken; doch ter nauweruood had hij zijne
woning verlaten, of hij werd bij de Koninginne
gracht door een beroeite getroffen. Een voor
bijganger die hem zag nedemitken snelde toe,
doch reeds was het te laat om hulp te bieden,
de waardige, algeineeu geachte ntan was niet
meer.
Mr. Justus Dorotheus Willem Pape was ge
boren te Rei'Svvoude, den 10 September 1812.
Gedurende zijne n chtei lijke loopbaan ontving
hij de onderscheiiliugsteekenen van ridder der
or.'e r n den Netlerlandscben Leeuw en van
Groo -(icier der oide van de Eikenkroou.
Gistei en werd alhier een zeldzaam feit
herdaciit. Ten huize vau de familie Siugen-
donck, Parkstrant, aldaar, vie:en twee trouwe
dienstboden haar 50- en 25jaiig vei blijf iu,
denzelfden dienst. Vóór 50 jaren liad Geer-
truida Van der Linden bij wijlen genei aal
Singendonck ah keukenmeid, en Sara Snijders
vóór 25 jaren als werkmeid ia diëtist. Dank
baar gedenken de freules Singendonck de trouw
eu liefde, haai' in din jut eu door bpiden bewezen.
Aau Geei ti uida Vau der Liuduu viel, daar zy