gehad, die in de genoemdo gemeente sedert jaren
niet had gehecrscht. Aan den anderen kant ont
kende hij niet, dat do vóór de invoering der wet
van 1870 van de zijde der provincie Friesland
voorgeschrevene inenting goedo resultaten scheen
te hebben opgeleverd. Ook sprak hij de overtuiging
uit dat in geon geval do ziekte door de inenting
in Friesland is gebracht. Volgens een ander vee-
artsenijkundige kon de inénting nuttig werken,
doch was ze niet aanbevelenswaardig. Had zij op
een stal plaats, waar liot vee dicht opeen stond,
dan kon de longziekte daar door de inénting ont
staan. In zulke stallen was dan do atmosfeer van
de zeer volatile smetstof als doordrongen.
In geheel anderen zin lieten zich verscheidene
andere deskundigen uit, onder anderen ook de
sedert afgetreden directeur der Utrechtscho vee
artsenijschool on een der leeraren aan die school,
do heer Hengeveld. Ook op grond van persoonlijke
ondervinding, zij het dan op kleinere of op grootere
j, schaal, drukten zij het gevoelen uit, dat de inenting,
op een gezond rund toegepast, dit voor de be
smetting beveiligt; terwijl die kunstbewerking
wanneer het rund op het tijdstip der inenting
reeds de kiem der besmetting bij zich draagt, het
verloop der ziekte bespoedigd. Aan dit laatste
schreef de heer HulTnagel, een der districts-vee-
artsen, die zelf duizende runderen, meestal met
goed gevolg, heeft ingeënt, het toe, dat de vee
houders soms do inenting als oorzaak der ziekte
beschouwen. Deze zien na de kunstbewerking de
ziekte tiitbnrsten en meenen dan ten onrechte, dat
zij Tengevolge daarvan is ontstaan.
Onder de verder gehoorde getuigen waren het
schier uitsluitend veehouders of belangstellenden
in landbouw en veeteolt uit Friesland, die zich
tegen de inenting verklaarden. Hun vertrouwen in
de kunstbewerking was, zeiden zij, geschokt of
verloren gegaan, niet enkel omdat do inenting
door het uitbreken der ziekte was gevolgdmaar
ook omdat de runderen dikwijls tengevolgo van
die kunstbewerking in eenen verminkten of lijden
den toestand geraaktenensoms den staart ver
loren of bezweken Een enkele getuige uit Groningen
liet zich in gelijken zin uit
Omtrent de door de inénting veikregene resul
taten bestaat verschil tusschen het eeneen het andere
gedeelte des rijks. Daar zijn gewesten, waar men
over die resultaten niet kan oordeelen, 7.oo is het
v in Zeeland, waar tot nu toe in 't sreheel niet is
ingeënt, ook omdat, als zich daar sporadische ge
vallen van longziekte vertoonden, steeds geheel de
verdachte koppel is afgemaakt en omdat de districts
veearts tegen de inenting gestemd was. In de
meesto andere gewesten daarentegen heeft de in
enting, en dat wel dikwijls op groote schaal, plaats
gehad. Menige veehouder ging daartoe uit eigen
beweging over en doet dit nog omdat hij daarin
een voorbehoedmiddel ziet om zijn gezond vee voor
besmetting te vrijwaren. Vroeger had da inenting
ook tengevolge van provinciale verordeningen
plaats. Het Koninklijk besluit van 17 April» 1874
Staatsblad no. 59), 't welk do inénting van alle
verdachte runderen beval, is door bot later besluit
van 3 Februari 1877 Staatsblad no. 17) zooda
nig gewijzigd, dat het al dan niet verplichtend
inènten der verdachte runderen thans grootcndeels
van den districtsveenrts afhangt, die den burge
meester daaromtrent adviseert.
Een aantal feiten werd bij de veihooren mede
gedeeld, waaruit ar te leiden was, dat de inenting
inderdaad als voorbehoedmiddel gunstig had ge
werkt. Jn een vroeger tijdperk heeft men in Over-
ijsel. toen de ziekte zich daar vertoond had, dui
zenden runderen ingeent, deels ook tengevolge
van dc aanmoediging||van een invloedrijk man.
Men bleef het daar aan dien maatregel toeschrij
ven, dat de ziekte z.ich niet weder vertoond had.
#Een bekend, thans overleden groot veehouder te
Loosduinen, en dus in eene streek, waar de ziekte
steeds gehoersclit heeft, placht met de meeste zorg
zijn vee te laten inénten en herinénten, met dat
gelukkig gevolg dat zijn stal, op ééne enkele uit
zondering na, steeds is verschoond gebleven.
De burgemeester van Wateringen getuigde, dat
hij in zijnen orntrek van de inénting, mits zij met
goede stof werd gedaan, steeds gunstige uitkom
st n hqil gezien, ofschoon op een bepaalden stal,
d e onbesmet scheen te zijn, na de inenting twee
runderen aan de ziekte gestorven waren. Een
veehouder uit Akkrum in Friesland, beriep zich
op verscheidene door hem en andoren in zijnen
orntrek genomen proeven met ingeénte runderen,
die voorbed ach lelijk met ziek vee in aanraking
.gebracht, en niet aangetast waren. Daarentegen
waren een paarkalven, die uien niet had ingeént, op
een bepua'den'stal, waar al do overige runderen
ingeënt waren, do eenige geweest, bij welke de
ziekte zich vertoond had. Bij sommige veehouders
was door deze en dergelijke oudervinding de voor
ingenomenheid tegen de inenting in ijver daarvoor
veranderd. Te Schiedam, waar men steeds te
midden dér besmetting leeft, stelt men vrij alge
meen groeten prijs op dc inénting. Een brander
^cn v eelioudér ul'daarj die de door hem aangekochte
*x*
if'i
runderen dadelijk liet inénten, verklaarde het daar
aan toe te schrijven, dat zijn stal in do laatste
twee jaren van do ziekto bevrijd was gobloven.
Alleen dezen winter had hij één geval van
longziekte gehad.
De voorstanders der inénting kwamen daarin
overeen, dat deze kunstbewerking, zal hij het ge-
wenscht gevolg dragen, mot groote. zorg moet
worden verricht. De entstof wordt uit de long
van een longzick beest genompn,*manr niet elke
zoodanige long levert goedo entstof op. Integen
deel moeten, als men de zaak goed behartigt, dik
wijls vele aangebodene longen verworpen worden.
Do stof blijft niet langer dan twee of drie dagen
geschikt voor het gebruik. Liefst moet voor da
inenting eene gematigde weersgesteldheid worden
waargenomen. Do bewerking wordt geacht het
minst nadeolig te werken, wanneer zij aan de
punt van don staart geschiedt. Duor verscheidene
getuigen, die zich veel met de inénting hadden
afgegeven, werd de noodlottigo invloed, dien deze
bewerking somtijds op het runduitoefent, ver
minking van den staait verzwering enz.groo-
tendeels toegeschreven aan het gebruik van slechte
entstof. (Jok in dit opzicht werd door het Staats
toezicht of door enkele vertegenwoordigers daar
van geenszins de vereischte zorg- en nauwlettend
heid aan den dag gelegd Ofschoon er eene Re-
gccrings-aansclirijving bestaat, volgens welke, als
do inenting op last of met medcvvei king van het
Staatstoezicht geschiedt, de long, %aarnit tie ent
stof genomen wordt, vooraf aan den districtsvee
arts moet worden vertoond, werd die voorzorg,
volgens de ingewonnen gotuigenissen, in verre na
niet regelmatig in acht genomen. Integendeel
werd ook bij op advies van liet staatstoezicht
pinats hebbende inénting somtijds de entstof door
slachters of veeopzichteis aan de veeartsen, die zo
noodig hadden, zonder voorafgaand behoorlijk on
derzoek, verstrekt of vorzonden. Er bestond wel
eens grond voor het vermoeden, dat do inénting
alleen in schijn bad plaats gehad.
De Commissie, op wier weg het niet ligt zich
in wetenschappelijke beschouwingen wegens de
inénting te verdiepen, heeft door de enquote den
indruk verkregen, dat deze kmistbeweiking blijkens
velerlei ervaring, als vooi behoedmiddel hoogst
nuttig is en dat de tegenstand, dien zij ontmoet,
niet of niet genoegzaam is gerechtvaardigd.
Zij gelooft dus dat liet Staatstoezicht de inénting
en herinénting zooveel mogelijk behoort te bevor
deren, maar tevens de meosto zorg moet dragen, dat
die steeds onder behoorlijke waarborgen plaats heb-
be. Intusschen kan zij de opvolging van bet geopperd
en bij de enquote meermalen besproken denkbeeld
•niet aanradenorn verplichting tot inénting van
allo gezondo runderen in eene (bepaalde streek
op te leggen. Zulk een maatregel zou trouwens
niet wel uitvoeibnar zijn. Tot bevordering der in
enting zou bijv. kunnen strekken het aan de vee
houders gegeven vooruitzicht, dat de runderen,
dio in gezonden toestand binnen een niet te lang
tijdsverloop behoorlijk zijn ingeent, indien er long
ziekte onder hunne koppels ontstaat, niet als ver
dacht zullen worden afgemaakt. Tot de waarbor
gen voor goede inenting zou moeten behooren,
dat do kunstbewerking dun ceist als zoodanig zal
worden beschouwd, als do veearts, dio ze verricht
heeft, de door hem gebezigde stof in persoon uit
de long van een long/iek beest genomen heeft,
inenting niet op zoodanige wijze geschied, zou
aan den veearts verboden kunnen worden.
Daar bij de verlmoren gebleken is, dat er ge-
patenteei de veeartsen -of zoogenaamde empirici zijn.
die zich met zeer gunstig govolg aan do inenting
van het rundveo wijden en het twijfelachtig schijnt
of 7.ij volgons wet van 8 Juli 1874 daartoe
wel bevoegdlieiii oozitten, kan do vraag in aan-
moi king komen, of daaiin niet moet worden voorzien.
SCIIIEIIAJI, den 22 Maart 187S.
Bij de op 20 dezer gehouden aanbesteding
van magazijn-goederen ten dienste van de Ne-
tlöi Inudsche Kijnspooi weg-Maatscbappijis de
laagste inschrijver v oor de levering van kaarsen,
de diieclie der Stóm iue kaaisenfubiiek A polio"
alhier, per K/0 stuks no. I 15.20, no.'2 f2.80,
no. 3 f' 2.40.
Iïet onderzoek van het wetsontweip op
't lager outlet wijs is thans in alle aldeelmgen
der Tweede Kamer ten einde gebracht. Ook
is ïeeds in enkele aldeelingeu het onderzoek
van het leeningsoiitwerp en van dut op'de
succes-de iilgelotq on. In de aniline zal dat mor
gen plants vinden. In liet begin der volgende
week zul met het atderlingsmidei zoek van andere
ontwei pen wouleu vooi (gegaan.
Door de hcei en Vair- Ascli' van "Wijck
M-tckay, Vau Wursenner van Catwijck, Van
A*-
den Rerch van Heemstede, Teding van Berkhout,
Saayinans Vader, Bichou -van .Usselmcmde en
De Jonge, leden der Tweede Kamer, is een
nota opgemaakt, houdende protest tegen de
ingediende onderwijswet.
Door eenige kiezers te 's Gravemoer ii
een adres gericht aan de Tweede Kamer, het
verzoek inhoudende, dat liet in zr.ke de ver-
kiezing te Zevenbergen daarheen geleid worde,
dat als gekozen worde verklaard hij. die de
meeste geldige stemmen verkreeg, nadat de
stemmen uit de bus van Meeuwen bij de overige
zijn gevoegd, mits blij ke, dat de informaliteit
te Meeuwen op de zuiverheid der stemming
geen invloed had.
In de zitting van de Arr.-Rechtbank te
Rotterdam van Donderdag, stond o. a. terecht:
.1. H. IC., oud 43 jaar, wonende te Rotter
dam, beschuldigd van diefstal van een stuk
touw met een ijzeren haak, ten nadeele der
Schiedamsche Pakschuit. Eiscli 4 maanden ge
vangenisstraf cell. In deze zaak zal over 8 dagen
uitspraak worden gedaan.
Naar aan de N, li. Ct, wordt mede
gedeeld, zullen de leden van Eigen Hulp",,
te Rotterdam, eerstdaags worden bijeengeroepen
om aldaar een districtRotterdam en om
streken te vormen. Tijd en plaats van b'y-
eenkomst zullen nader worden bekend ge
maakt.
De aigemeene vergadering der Vereeoi-
ging voor de statistiek in Nederland zal worden
gehouden te Utrecht op 27 April e. k.
De jongste storm, die overal groote schade
aanrichttenoodzaakt het Hoogheemraadschap
Delfland tot belangrijke herstelling aan zijn
zeeweringen. Die herstelling zal op zoo groote
schaal plaats hebbendat voor zandtransport
over de geheele of bijna gehev' lengte der
kust een paardenspoor zai aangelegd worden.
Met genoegen verneemt men, dat er beproefd
zal worden de dijken aan de zeezijden te ver
zwaren. Tot heden geschiedde dit steeds aan
de landzij en veroverde liet water dus langzaam,
maar zeker tenein.
Iu den laatsten tijd zjju er ook stemmen'
opgegaan tot verlenging der steenen hoofden.
Daar 't achter de hoofden van den Rotterdam-
schen wateiweg sterk aanzamlt, meent men
en misschien niet ten onrechte, dat de hoofden
tot aan de buitenbank moeten worden uitge
bracht. Wat hiervan ook zij, een proef, met
één of meer hoofden genomen, zal spoedig
bewijzen of er.goede resultaten van te wach
ten zijn. (Fad.)
Aan het Handelsblad wordt gemeld, dat
vanwege de directie der Nedeil. Beieisch-bier-
brouweiij te Amsterdam een aanklacht is in
gediend wegens het berichtdat zij hare
betalingen zou iiebben gestaakt. Het bericht
stond het eerst in de Middelb. Ct.
Iu de buuitschap Deelen gemeente Ot-
tetlo, eigendom van baron Van Pallandt van
Rosendaal, is een urn opgegiaven van zeer
hoogen ouderdom, op eeue plaats, waar vroeger
bij het omzetten van den grond voor het pooten
eener laan, velen van denzelfden vorm zijn ge
vonden en vernietigd. Oudheidkundigen kunuen
deze um bezichtigen aan het logement te
Rosendaal en inlichtingen bekomen om veider
onderzoek te doen op dit kerkhof der grjjze
oudheidwaar zeker nog veel zal te vinden
-zijn. Ook een steenen pijlspits, dus int bet
tijdvak voor de metalenis in die nabijheid
gevonden.
in navolging van Amsterdam hebben zich
twee hëeren te Tilburg met een denle uit Am
sterdam vereer.igd om te Haarlem een glazen-
wnsselierij te vestigen.
Verleden Dinsdag zijn, bij het verrichten
van eenige werkzaamheden tot het opspo«o:
van een lek boven een pooi t in het fort,te-5
Ratnmekeus, in het vei wulf boven', die jfoprt,-'
te midden der aarde, waarmede dit-opgevuld'